EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015IR3637

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over leeftijdsvriendelijk toerisme

PB C 120 van 5.4.2016, p. 6–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/6


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over leeftijdsvriendelijk toerisme

(2016/C 120/03)

Rapporteur:

Annemiek JETTEN, burgemeester van Sluis (NL/PSE)

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

wijst erop dat binnen de categorie „ouderen” verschillende groepen moeten worden onderscheiden, waarvan de voorkeuren en behoeften in kaart moeten worden gebracht zodat er bedrijfsplannen kunnen worden opgesteld op basis waarvan in de EU een optimaal leeftijdsvriendelijk toerisme kan worden ontwikkeld, met een aanbod dat zowel op groepen als op individuen is gericht. Daarnaast moeten de verschillende barrières waar oudere toeristen soms tegenaan lopen (zoals taalbarrières, toegankelijkheid van informatie, organisatorische uitdagingen, leeftijdsdiscriminatie, beschikbaarheid van gezondheidszorg en spoedeisende hulp, reisverzekeringen enz.) worden opgespoord en moeten er oplossingen worden aangedragen om deze barrières te doorbreken;

2.

beklemtoont dat het van groot belang is om in de toekomst één leeftijd of één definitie te hanteren voor ouderentoerisme, zodat monitoring en vergelijkbare studies kunnen worden uitgevoerd, met als doel optimaal gebruik te maken van het potentieel van dit groeiende marktsegment;

3.

benadrukt dat een grootschalige startmarkt of het vertrekpunt (uitrol) van breedbandinternet in heel Europa essentieel is om belanghebbende regio’s alle kansen te bieden om een strategisch duurzaam (toeristisch) concurrentievoordeel te ontwikkelen en te implementeren. Met name kleine en middelgrote toeristische ondernemingen kunnen hier baat bij hebben;

4.

verzoekt de Commissie om toerisme voor ouderen een prominente plaats te geven op de digitale agenda voor Europa, als mechanisme om de digitale kloof te overbruggen;

5.

is van mening dat beleid voor leeftijdsvriendelijk toerisme een geïntegreerde aanpak vraagt. In het bijzonder dienen lokale en regionale overheden een sectoroverschrijdende aanpak te overwegen, waarbij verschillende organisaties, die bijvoorbeeld actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, fysieke toegankelijkheid of vervoer, worden betrokken;

6.

erkent hoe belangrijk het is om een Europese gegevensbank op te zetten met daarin data over een kapitaalkrachtige groep van veelal mondige ouderen. Binnen dit systematische kader kunnen analyses en indicatoren worden uitgewerkt om op effectieve wijze antwoord te geven op de vraag wat het groeiende aantal ouderen betekent voor het aanbod van toeristische dienstverleners in relatie tot: toeristische bestemmingen, vervoersmaatschappijen, bezienswaardigheden, verblijfsmogelijkheden, winkelvoorzieningen, informatieverstrekkers en media, die toeristen voorzien van ideeën en kennis die in belangrijke mate kunnen bijdragen aan de verrijking van de persoonlijke toeristische ervaring. Gezien de groei van het ouderentoerisme zal deze databank steeds belangrijker worden;

7.

verwijst naar de doelen van het toeristische EU-beleid uit 2010 (1) om „duurzaam, verantwoord, kwaliteitsvol samenhangend toerisme” en de hieraan gekoppelde werkgelegenheid en maatschappelijke ontwikkeling in de EU te bevorderen;

8.

roept de Europese Commissie op om meer ruimte te bieden binnen de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) voor toeristische ontwikkeling nadat zij de behoeften van de lokale en regionale overheden heeft geëvalueerd. Daarnaast kan de Commissie d.m.v. het continueren van het Calypso-programma, speciale aandacht voor toeristische bedrijven binnen het Cosme-fonds en het initiëren van een Erasmus+-fonds voor senioren financiële ondersteuning beschikbaar stellen. Gezien de potentiële werkgelegenheid die de sector biedt, zou het opnemen van de bevordering van toerisme mede in relatie tot het midden- en kleinbedrijf (mkb) tot een speerpunt voor het meerjarig kader voor de periode na 2021 moeten behoren;

9.

onderstreept dat toegankelijkheid van fundamenteel belang is voor het soepele verloop van een toeristische activiteit. Dat geldt vooral voor ouderen, voor wie de toegang tot toeristische bestemmingen en bezienswaardigheden (hotels, kuuroorden enz.) door middel van duurzame, comfortabele en betaalbare vervoersmiddelen die zijn afgestemd op de behoeften van de verschillende leeftijdsgroepen een essentiële voorwaarde is om überhaupt te kunnen reizen. Het zou dan ook raadzaam zijn om vervoersaanbieders zoals luchtvaartmaatschappijen, passagiersscheepvaart- en busmaatschappijen, spoorwegexploitanten en cruisemaatschappijen hierbij te betrekken en samenwerking tussen hen te bevorderen zodat de verschillende vervoerswijzen op elkaar aansluiten en ouderen hun toeristische bestemming, ook in afgelegen gebieden, gemakkelijk en comfortabel kunnen bereiken;

10.

steunt in dit kader de suggestie van de interfractiewerkgroep van het Europees Parlement voor de ontwikkeling van het Europees toerisme om 2018 uit te roepen tot „Europees Jaar van het Toerisme”, waarbij extra aandacht gevraagd dient te worden voor voorzieningen voor ouderen en het bevorderen van toerisme in het laag- en middenseizoen;

11.

beklemtoont dat de toeristische sector door inkomsten en de hieraan gekoppelde werkgelegenheid van groot belang is voor veel Europese regio’s en voor sommige regio’s zelfs onmisbaar is om het concurrentievoordeel te bevorderen en bestendigen. Toerisme heeft een significant groeipotentieel en is op directe en indirecte wijze gekoppeld aan tal van economische, maatschappelijke en culturele sectoren. Toerisme is veelal de motor om integraal, strategisch en duurzaam het competentievermogen van regio’s te ontwikkelen en te vergroten. De lokale en regionale overheden spelen hierbij een cruciale rol, en het is dan ook van het grootste belang om optimaal gebruik te maken van hun kennis en ervaring door plaatselijke en regionale samenwerking op Europees niveau te stimuleren;

12.

herhaalt dat ouderen een belangrijke bijdrage leveren aan de Europese toeristische sector en een enorm marktpotentieel vertegenwoordigen. Bovendien hebben Europeanen ouder dan 65 jaar een bestedingscapaciteit van meer dan 3 000 miljard EUR en zal het aantal mensen met ouderdomsbeperkingen tussen 2005 en 2020 stijgen van 68 miljoen naar 84 miljoen personen. Momenteel zijn meer dan 128 miljoen burgers in de Europese Unie tussen 55 en 80 jaar oud. Zij vertegenwoordigen ongeveer 25 % van de totale bevolking. Daar staat tegenover dat 41 % van de Europese burgers in de 28 lidstaten nog nooit buiten de eigen landsgrenzen hebben gereisd, terwijl 7 op 10 ouderen uitsluitend in eigen land reizen;

13.

besluit dat de demografische evolutie aanzienlijke gevolgen heeft voor de vraag naar toeristische diensten en in het verlengde daarvan voor de arbeidsmarkt. De toeristische sector heeft al bewezen, veel beter dan verwacht, bestand te zijn tegen externe schokken/crises. In de huidige economische tijdsgeest blijven de uitgaven aan recreatie en toerisme aanzienlijk. Toerisme is zeer arbeidsintensief, levert een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid en de sociale ontwikkeling en verdient meer aandacht in het volgende meerjarig kader;

14.

wijst erop dat de toeristische sector voor talrijke uitdagingen staat zoals: a) demografische verschuivingen, b) digitale technologie en c) de diversificatie van het toeristisch aanbod. Door de wereldwijde concurrentie worden conventionele marketingstrategieën onderuitgehaald ten voordele van strategieën die de dienstverlening op een flexibele manier toegankelijker maken voor toeristen;

15.

is ervan overtuigd dat bij de ontwikkeling van leeftijdsvriendelijk toerisme hoge kwaliteit, duurzaamheid, permanente innovatie en goed opgeleid personeel centraal staat;

16.

stelt daarom voor het nationaal en regionaal belang van de demografische uitdaging, onder de regionale operationele programma’s (OP’s) in kaart te brengen. Deze programma’s hebben onder andere betrekking op het concurrentievermogen van het mkb, de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt en sociale integratie. Dit is van belang in de strijd tegen de seizoensgebonden werkloosheid en de hefboomwerking van banen in de toeristische sector;

17.

merkt op dat, om het lokale en regionale toeristenseizoen te verlengen, beleidsmakers behalve naar specifieke leeftijdsgroepen ook naar groepen moeten kijken die gemeenschappelijke interesses hebben, zoals cultureel erfgoed, geschiedenis, onderwijs, religie, sport en recreatie;

18.

constateert dat gezondheidstoerisme een groeisegment is van de Europese toerismesector en dat de twee vormen ervan (medische zorg en kuurtoerisme) steun verdienen. Het is vooral vanuit regionaal oogpunt essentieel om de concurrentiepositie te verbeteren en Europese bestemmingen om te vormen tot bestemmingen waar uitstekende gezondheidszorg met een hoge toegevoegde waarde wordt aangeboden. Gezondheidstoerisme wordt het snelst groeiende marktsegment in de toeristische sector, vooral onder de ouderen voor wie de behoefte aan medische zorg een van de belangrijkste redenen is om te reizen;

19.

is ervan overtuigd dat het verbeteren van de digitale technologie om een versnelde toegang tot ICT te bewerkstelligen meerdere doelen dient waaronder leeftijdsvriendelijk toerisme en kan worden gerelateerd aan de voor de EU belangrijke prioriteiten. Het faciliteren van toegang tot technologische infrastructuur zal in belangrijke mate bijdragen aan het verzilveren van de beschikbare koopkracht. Momenteel is die grotendeels in handen van 50-plussers (economisch potentieel van de zilveren economie);

20.

wijst op het belang van gastronomisch toerisme voor het creëren van duurzame werkgelegenheid, regionale groei en cohesie, aangezien toeristen meer dan een derde van hun budget uitgeven aan voedsel;

21.

adviseert dat regionale en lokale overheden aandacht besteden aan deze acties onder de OP’s; het nemen van een participerende rol, het stimuleren van publiek-private samenwerking (PPS), het opbouwen van netwerken en het bevorderen en ontwikkelen van leeftijdsvriendelijk toerisme. Communicatieactiviteiten ter bevordering van bewustwording van het marktpotentieel van het leeftijdsvriendelijk toerisme dient daarom ook hoog op de regionale en lokale overheidsagenda te prijken;

22.

merkt op dat een homogene toeristische ouderenmarkt niet bestaat. Integendeel, ouderen vormen een heterogene groep individuen met uiteenlopende behoeften, beweegredenen en verwachtingen. Het risico bestaat dat ouderen sociaal geïsoleerd raken; toerisme biedt ouderen kansen om nieuwe sociale contacten te leggen. Onderzoek wijst uit dat ouderen die participeren in toeristische activiteiten niet alleen gezonder zijn en daarom minder afhankelijk zijn van zorgverlening, maar ook actief bestemmingen kiezen waar zij hoogwaardige gezondheidszorg en welzijnsvoorzieningen krijgen aangeboden;

23.

beveelt aan om de link met het European Innovation Partnership (EIP) on Active and Healthy Ageing met betrekking tot het bevorderen van mobiliteit, veiligheid, toegankelijkheid in de openbare omgeving, gezondheidszorg en sociale zorg te bestendigen;

24.

herinnert de EU-instellingen en de lidstaten eraan dat plaatselijke en regionale overheden een grote rol spelen in de coördinatie van sectoraal beleid, zoals vervoer, zorg, stedelijke planning en plattelandsontwikkeling. Deze sectoren hebben op hun beurt een directe en indirecte invloed op het plaatselijke toerisme, dat bestaat uit kleine en middelgrote familiebedrijven;

25.

stemt ermee in dat lokale autoriteiten dienen in te spelen op de kansen die toerisme biedt voor de ontwikkeling van „slimme” steden en dient voort te bouwen op de individuele competenties van het mkb en deze te ondersteunen. Verschillende activiteiten voor deze steun kunnen bewustwordingsverhogend zijn. Hierbij moet worden gedacht aan capaciteitsopbouw om hen te informeren over financieringsmogelijkheden; coördineren van partnerschappen op Europese projecten door bijvoorbeeld twinning-programma’s en het creëren van joint ventures tussen lokale en regionale praktijkvoorbeelden op het gebied van makkelijker toegang tot informatie, vervoersinfrastructuur en producten afgestemd op de behoeften van alle leeftijden;

26.

roept de beleidsmakers op om de voorwaarden te scheppen om de toeristische sector de kans te geven om:

betaalbare en uitgebreide toeristische aanbiedingen te creëren;

succesvolle praktijkvoorbeelden tussen seniorenorganisaties samen te stellen en deze te verspreiden bijv. door het oprichten van uitwisselingsprogramma’s voor senioren;

betaalbare toeristische producten voor senioren te ontwikkelen;

kleine en middelgrote ondernemingen in de toerismebranche te helpen om samen het toeristisch aanbod in hun omgeving vorm te geven en op de markt te brengen;

te stimuleren dat grensoverschrijdend reizen voor senioren vergemakkelijkt wordt;

het subsidiariteitsbeginsel te eerbiedigen overeenkomstig artikel 195 VWEU, waarin wordt bepaald dat de EU slechts ondersteunende bevoegdheden heeft op het gebied van toerisme.

27.

merkt op dat reserveringssystemen, sociale media en elektronische marktplaatsen maar enkele voorbeelden zijn van de overheersende toeristische applicaties die op het internet te vinden zijn. Ook lokale overheden kunnen ervoor kiezen om moderne communicatietechnologie in te zetten, bijvoorbeeld in de vorm van zoekmachines, die gebruikers transparantie bieden, zodat ouderen leren welke kwaliteit ze mogen verwachten tegen welke prijs. Echter niet alle ouderen zijn vertrouwd met onlineboekingssystemen en beoordelingssites. Ouderen vertrouwen vanwege de digitale kloof soms meer op traditionele reserveringsmethoden en persoonlijke contacten met onder andere reisagentschappen. Om oudere generaties de kans te geven om de digitale mogelijkheden te benutten, kunnen lokale en regionale overheden bijvoorbeeld cursussen voor ouderen organiseren;

28.

is van mening dat sociale contacten ouderen kunnen helpen om gezond, zelfstandig en actief te blijven op het werk of in de gemeenschap. Dit kan worden bereikt door het bevorderen van de sociale netwerken en participatie van belanghebbenden (bijvoorbeeld onderzoekscentra en instellingen, private IT-bedrijven, het maatschappelijk middenveld, de lokale gemeenschap etc.) in het ontwerp en de ontwikkeling van technologische interfaces en een universeel ontwerp voor leeftijdsvriendelijke gemeenschappen;

29.

beseft dat het effect van digitale interacties tussen belanghebbende aanzienlijk is geëvolueerd en aangeeft hoe belangrijk een Europese gegevensbank is. Om zo veel mogelijk te profiteren van bestaande instrumenten kan mogelijk een database over ouderentoerisme worden verzorgd door de Virtual Tourism Observatory waarbij nog wel dient te worden bepaald wie het model ontwikkelt en wie de gegevens verzamelt voor de indicatoren;

30.

wijst erop dat de torenhoge kosten voor de gezondheidszorg de aandacht voor ouder worden en het vormen van sectoroverstijgende partnerschappen hebben vergroot. Zo kan de e-gezondheidsagenda een bijzonder gunstige invloed hebben op de ontwikkeling van leeftijdsvriendelijk toerisme. Oudere reizigers noemen gezondheid vaak als tweede reden om niet op reis te gaan. Als ouderen (elektronisch) toegang zouden krijgen tot kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg buiten hun woonplaats, dan zou dat mogelijk hun angsten kunnen beperken of wegnemen. Hierdoor worden ze misschien avontuurlijker in hun vrije tijd. Reizen naar een gunstiger klimaat en de blootstelling aan nieuwe ervaringen kan tegelijkertijd de sleur doorbreken en de gezondheid ten goede komen;

31.

beklemtoont het belang van een richtlijn inzake grensoverschrijdende gezondheidszorg en verzoekt de regionale en lokale overheden om de toegang tot informatie over gezondheidsdiensten in het buitenland te verbeteren voor senioren, zodat zij een geïnformeerde keuze kunnen maken uit behandelings- en zorgprocedures en binnen de EU kunnen reizen zonder zich zorgen te hoeven maken over hun gezondheid;

32.

maakt de aanbeveling om de mobiliteit te verbeteren, veiligheidsinitiatieven op te zetten en de algemene toegankelijkheid van de publieke ruimte voor alle leeftijden te verbeteren. Het is van belang krachtige koppelingen te leggen tussen toerisme voor ouderen enerzijds en het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden anderzijds;

33.

is voorstander van het idee om een Europees Burgemeestersconvenant inzake demografische veranderingen te lanceren en pleit ervoor om toerisme te erkennen als belangrijk beleidsdomein dat kan bijdragen aan het stimuleren van innovatie, gezond en actief leven en bevorderen van de solidariteit tussen generaties.

Brussel, 10 februari 2016.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA


(1)  http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=celex:52010DC0352


Top