Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014TA1210(34)

    Verslag over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2013, vergezeld van de antwoorden van de Dienst

    PB C 442 van 10.12.2014, p. 290–300 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.12.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 442/290


    VERSLAG

    over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2013, vergezeld van de antwoorden van de Dienst

    (2014/C 442/34)

    INLEIDING

    1.

    De Europese Politiedienst (hierna: „Dienst” ofwel „Europol”), gevestigd te Den Haag, werd opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ van de Raad (1). De Dienst heeft ten doel het ondersteunen en versterken van het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede van hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en van vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort (2).

    TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    2.

    De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van de Dienst. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

    a)

    de jaarrekening van de Dienst, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar,

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen.

    De verantwoordelijkheid van de leiding

    4.

    De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de Dienst, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

    a)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van de Dienst omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van de Dienst goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van de Dienst.

    b)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

    De verantwoordelijkheid van de controleur

    5.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels betreffende beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de Dienst geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

    6.

    De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

    7.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    8.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Dienst op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2013 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    9.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    10.

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER DE WETTIGHEID EN REGELMATIGHEID VAN DE VERRICHTINGEN

    11.

    Hoewel de Dienst de voorbereiding, uitvoering en documentatie van aanbestedingsprocedures in de loop der jaren heeft verbeterd, waren niet alle in 2013 genomen besluiten gebaseerd op voldoende specifieke selectiecriteria, realistische prijsaanbiedingen of in overeenstemming met de vastgestelde beroepsvereisten. Dit had zijn weerslag op de doeltreffendheid van de aanbestedingsprocedures.

    OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

    12.

    De begrotingsuitvoeringspercentages vertoonden in 2013 verdere verbetering en de totale overdrachten van de vastgelegde kredieten namen af tot 9,4 miljoen euro ofwel 11,6 % (2012: 16,3 miljoen euro ofwel 19,6 %). Het bedrag aan overdrachten van vastgelegde kredieten was met 3,0 miljoen euro (41 %) echter relatief hoog voor titel II (administratieve uitgaven) (2012: 4,2 miljoen euro ofwel 49 %). Deze hadden hoofdzakelijk betrekking op geplande aanpassingen van het gebouw later in het jaar (1,8 miljoen euro) en andere administratieve kosten waarvoor aan het einde van het jaar geen facturen waren ontvangen.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

    13.

    Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

    Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Pietro RUSSO, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 16 september 2014.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.

    (2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Dienst.

    (3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (4)  Deze bevatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (5)  Zie de artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

    (6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

    (7)  Artikel 107 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.


    BIJLAGE I

    Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

    Jaar

    Opmerking van de Rekenkamer

    Stand van de corrigerende maatregel

    (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

    2011

    Het hoge niveau van overdrachten en annuleringen alsmede het hoge aantal van in 2011 gedane begrotingsoverschrijvingen wijzen op moeilijkheden bij de planning en/of uitvoering van de activiteiten van de Dienst.

    Afgerond

    2011

    Het niveau van betalingen ten opzichte van verbintenissen was laag (34 % voor titel II en 45 % voor titel III); dit is in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit.

    N.v.t.

    2011

    Er zijn geen procedures opgezet met betrekking tot de vaststelling, goedkeuring en vastlegging van uitzonderingen en afwijkingen van het beleid en de procedures. Er werden uitzonderingen en afwijkingen vastgelegd bij 7 % van de betalingen in 2011.

    Procedures: afgerond

    Niveau van uitzonderingen en afwijkingen: loopt nog

    2011

    Het boekhoudsysteem is niet volledig gevalideerd door de rekenplichtige. Essentiële processen zoals de afsluiting van het begrotingsjaar en de vaststelling van de financiële rechten van het personeel worden nog niet bestreken.

    Afgerond

    2011

    Er werden onvolkomenheden aangetroffen met betrekking tot de fysieke verificatie en boeking van activa voor en na de verhuizing naar het nieuwe hoofdkantoor. Bovendien komt de waarde van de activa van de Dienst niet tot uitdrukking in de verzekeringscontracten. Terwijl de nettoactiva voor de verhuizing met ongeveer 17 miljoen euro oververzekerd waren, zijn ze nu met ongeveer 21 miljoen euro oververzekerd.

    Afgerond

    2011

    Het financieel reglement van de Dienst verwijst naar gedetailleerde regels en procedures die zijn vastgelegd in de uitvoeringsvoorschriften ervan. Deze zijn echter nog niet vastgesteld.

    N.v.t.

    2011

    Er is aanzienlijke ruimte voor de verbetering van de transparantie van wervingsprocedures: de vragen voor de schriftelijke tests en de sollicitatiegesprekken werden vastgesteld na onderzoek van de sollicitaties door de jury; er waren geen drempelvoorwaarden vastgesteld voor toelating tot schriftelijke tests en sollicitatiegesprekken of voor opneming op de lijst van geschikte kandidaten; de jury’s documenteerden niet al hun bijeenkomsten en besluiten.

    Afgerond

    2012

    De Dienst droeg 1,2 miljoen euro over ten behoeve van veranderingen aan het gebouw van de Dienst in verband met de oprichting van het Europees cybercriminaliteitscentrum. Hoewel hij deze veranderingen met het gastland was overeengekomen in juli 2012, werd het voor deze werkzaamheden vereiste contract pas in april 2013 getekend. Bovendien droeg Europol 0,1 miljoen euro over in verband met de invoering van een nieuw HR-systeem. Het contract liep af aan het einde van het jaar en werd niet verlengd. Beide overdrachten hielden geen verband met aan het einde van het begrotingsjaar overeengekomen juridische verbintenissen en waren dus onregelmatig.

    Afgerond

    2012

    De Dienst verlangt niet van zijn personeel dat zij regelmatig actuele informatie verstrekken over de hoogte van kinderbijslag die zij uit andere bronnen ontvangen. Dientengevolge zijn enkele gevallen geconstateerd waarin de kinderbijslag niet dienovereenkomstig verlaagd was en onverschuldigd betaalde bedragen zouden moeten worden teruggevorderd.

    Afgerond

    2012

    Uit 2011 overgedragen vastleggingen ter hoogte van 2,6 miljoen euro (van de 15 miljoen euro) moesten in 2012 worden geannuleerd omdat deze de werkelijke behoefte overstegen.

    Afgerond

    2012

    De Dienst droeg 16,3 miljoen euro aan vastgelegde kredieten (19,64 % van de totale vastgelegde kredieten) over naar 2013. Deze overdrachten hebben hoofdzakelijk betrekking op titel II — overige administratieve uitgaven — (4,2 miljoen euro) en titel III — beleidsactiviteiten — (11,2 miljoen euro) en hebben vooral betrekking op de nieuwe in juni 2012 aan Europol opgedragen taak om het Europees cybercriminaliteitscentrum te beheren. De uitvoering van deze taak heeft geleid tot significante begrotingsvastleggingen die vlak voor het einde van het jaar zijn gedaan en het naar 2013 overgedragen bedrag beïnvloedden.

    N.v.t.

    2012

    De Dienst heeft 19 kredietoverschrijvingen gedaan die 4,5 miljoen euro bedragen en 82 van de 115 begrotingsonderdelen betreffen. Deze overschrijvingen zijn hoofdzakelijk gedaan in het kader van de aanschaf van IT-apparatuur voor het Europees cybercriminaliteitscentrum.

    Afgerond

    2012

    De onderzochte wervingsprocedures vertoonden de volgende tekortkomingen: vragen voor de mondelinge en schriftelijke tests werden vastgesteld nadat de jury de sollicitaties had beoordeeld; er was geen bewijs dat de wegingsfactoren voor de selectiecriteria voor de lijst van geselecteerde kandidaten waren vastgesteld voordat de sollicitaties waren beoordeeld; de jury's documenteerden niet al hun vergaderingen en besluiten behoorlijk.

    Afgerond


    BIJLAGE II

    Europese Politiedienst (Den Haag)

    Bevoegdheden en activiteiten

    Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

    (artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

    „De opdracht van Europol is het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en van vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.”

    Bevoegdheden van het Bureau

    (Besluit 2009/371/JBZ van de Raad over de oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (ECD))

    Bevoegdheden

    Europol is bevoegd voor georganiseerde criminaliteit, terrorisme en andere vormen van ernstige criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten getroffen worden op een wijze die, gezien de omvang, de ernst en de gevolgen van de strafbare feiten, een gemeenschappelijke aanpak van de lidstaten noodzakelijk maakt.

    De bevoegdheid van Europol strekt zich ook uit tot de daarmee samenhangende strafbare feiten, zoals vastgelegd in artikel 4, lid 3, ECD.

    Hoofdtaken

    Het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van informatie en inlichtingen;

    de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, via de nationale eenheden als omschreven in artikel 8, onverwijld voorzien van informatie die voor hen van belang is, en hun onmiddellijk informatie geven over de verbanden tussen strafbare feiten die aan het licht zijn gekomen;

    onderzoeken in de lidstaten ondersteunen, met name door de nationale eenheden alle relevante informatie te verstrekken;

    de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verzoeken onderzoek in te stellen, te verrichten of te coördineren, en, in specifieke gevallen, voorstellen een gemeenschappelijk onderzoeksteam op te richten;

    de lidstaten inlichtingen verstrekken en analytische ondersteuning bieden bij grote internationale evenementen;

    dreigingsbeelden, strategische analyses en situatierapporten met betrekking tot zijn doel opstellen, met inbegrip van dreigingsbeelden met betrekking tot georganiseerde criminaliteit;

    de lidstaten ondersteunen bij het verzamelen en analyseren van informatie op internet om te helpen bij de opsporing van strafbare feiten die door internet zijn mogelijk gemaakt of met behulp van internet zijn gepleegd.

    Bijkomende taken

    Deskundigheid ontwikkelen over de opsporingsmethoden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en van advies dienen bij onderzoeken;

    strategische inlichtingen verstrekken die een efficiënt en effectief gebruik van de middelen die op nationaal niveau en op het niveau van de Unie beschikbaar zijn voor operationele activiteiten en de ondersteuning daarvan, ondersteunen en bevorderen.

    Voorts de lidstaten bijstaan met ondersteuning, advies en onderzoek op de volgende gebieden:

    opleiding van de leden van hun bevoegde autoriteiten, waar nodig in samenwerking met de Europese Politieacademie;

    organisatie en uitrusting van deze autoriteiten, door de verlening van technische ondersteuning tussen de lidstaten onderling te vergemakkelijken;

    methoden van criminaliteitspreventie;

    technische en forensische methoden en analyse, evenals opsporingsmethoden.

    Europol treedt ook op als het Centrale Bureau voor de bestrijding van eurovalsemunterij overeenkomstig Besluit 2005/511/JBZ van de Raad van 12 juli 2005 over de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

    Europol verwerkt gegevens over financiële berichten en draagt deze over in overeenstemming met de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over de verwerking en overdracht van gegevens over financiële berichten van de Europese Unie naar de Verenigde Staten voor doeleinden van het „programma voor het opsporen van de financiering van terroristische activiteiten (TFTP)”.

    Europol gaat tevens door met inspanningen om de Prüm-helpdesk op te zetten om de dagelijkse uitvoering van de „Prüm-besluiten” te ondersteunen in overeenstemming met de conclusies van de Raad van 13 december 2011 over de intensivering van de uitvoering van de „Prüm-besluiten”.

    Europol ondersteunt ook de beleidscyclus van de EU voor georganiseerde en zware criminaliteit alsmede Empact (1)-projecten overeenkomstig de conclusies van de Raad over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor georganiseerde en zware internationale criminaliteit en de daaropvolgende conclusies van de Raad van 27 mei 2011 inzake de vaststelling van de EU-prioriteiten ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit voor de periode 2011-2013.

    Europol huisvest tevens het Europees Cybercriminaliteitscentrum (EC3) en treedt op als steunpunt in Europa's strijd tegen cybercriminaliteit overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement COM(2012) 140 final van 28 maart 2012„De aanpak van criminaliteit in het digitale tijdperk — Oprichting van een Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit”.

    Organisatie

    Raad van bestuur

    De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie.

    Directeur

    Door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen voor vier jaar benoemd uit een door de raad van bestuur opgestelde lijst van tenminste drie kandidaten (kan eenmaal met maximaal vier jaar worden verlengd);

    wordt bijgestaan door drie adjunct-directeuren die voor een eenmaal verlengbare periode van vier jaar worden benoemd;

    leidt Europol en legt aan de raad van bestuur verantwoording af over zijn taakuitoefening;

    is de wettige vertegenwoordiger van Europol.

    Externe controle

    Europese Rekenkamer.

    Interne controle

    Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA).

    Interne-auditfunctie (IAF).

    Gegevensbescherming en het waarborgen van persoonlijke rechten

    Gemeenschappelijk controleorgaan (GCO).

    Functionaris voor gegevensbescherming.

    Kwijtingverlenende autoriteit

    Europees Parlement, rekening houdend met een aanbeveling van de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    In 2013 (2012) ter beschikking van de Dienst gestelde middelen

    Definitieve begroting voor 2013

    82,5(84,2) miljoen euro

    Personeel in 2013

    Tijdelijk personeel: 457 (457) in de lijst van het aantal ambten. Het daadwerkelijke aantal op 31.12.2013 is 426.

    Gedetacheerde nationale deskundigen: 34 (37) (daadwerkelijk aantal aan het einde van het jaar).

    Arbeidscontractanten: 94 (94) (daadwerkelijk aantal aan het einde van het jaar).

    Producten en diensten in 2013 (2012)

    Europol als het belangrijkste EU-centrum voor ondersteuning van rechtshandhavingsacties

    De operationele ondersteuning van operaties en Gemeenschappelijke Onderzoeksteams (GOT's) houdt in: gegevensverwerking, cross-matchrapporten, trefferinformatie, technische/forensische ondersteuning en expertise, de inzet van mobiele bureaus, analyseverslagen, operationele coördinatie op het hoofdkantoor van Europol, operationele vergaderingen, financiële bijstand, enz. Er was weer een toename in de aan lidstaten geboden operationele ondersteuning, wat de stijgende trend van de afgelopen jaren in het aantal verzoeken voor alle Europol-diensten bevestigt:

    18  310 grensoverschrijdende zaken ondersteund, een toename van 15 % tegenover 2012 (15  949);

    684 onderzoeken in de lidstaten ingesteld of actief ondersteund door Europol, met de nadruk op misdaadterreinen waaraan prioriteit is gegeven;

    2  250 operationele verslagen uitgebracht in 2013 tegenover 2  141 in 2012 (waaronder cross-matchrapporten, operationele analyseverslagen, mededelingen van inlichtingen en technische ad hoc-analyserapporten;

    de leidend opsporingsambtenaar/-ambtenaren van operaties in de lidstaten en deskundigen van de lidstaten gaf/gaven aan zeer tevreden te zijn over de operationele ondersteuning die Europol levert;

    Europol heeft 214 operationele en 36 Empact-vergaderingen financieel ondersteund;

    Europol heeft 39 onderzoeken naar eurovalsemunterij financieel ondersteund;

    41 (30) gemeenschappelijke onderzoeksteams ontvingen ondersteuning van Europol als volwaardig lid;

    EC3 ondersteunde diverse succesvolle operationele acties met lidstaten en derde landen, met inbegrip van de particuliere sector (bv. ontregeling van mondiale creditcard-fraudenetwerken, waarmee 15  000 gecompromitteerde creditcards en twee skimmingfabrieken gemoeid waren; gemeenschappelijke operationele acties tegen mondiale onlineactiviteiten op het gebied van seksuele uitbuiting van kinderen, en ontmanteling van een botnet waarmee bijna 2 miljoen computers werden geïnfecteerd).

    tenuitvoerlegging van de artikelen 4, 9, 10 van de TFTP-overeenkomst door verwerking van alle daaraan gerelateerde aanvragen en onderzoeksinformatie uit de VS.

    Strategischeanalysecapaciteit

    Strategische producten, met inbegrip van dreigingsbeelden en situatierapporten

    Er werden 38 strategische verslagen over de georganiseerde misdaad en 14 strategische verslagen over terrorisme opgesteld, met onder meer de EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (Socta), een dreigingsevaluatie voor elke Empact-prioriteit (beleidscyclus 2013-2017), strategische ad hoc-verslagen over onlangs geïdentificeerde nieuwe dreigingen, gemeenschappelijke verslagen van EMCDDA (2) en Europol, strategische beoordelingen over cybercriminaliteit, het verslag over de stand van zaken en de tendensen in verband met het terrorisme in Europa (TE-SAT), en een situatieverslag over reizen voor terroristische doeleinden.

    Europol als EU-informatiecentrum over criminaliteit

    Informatiebeheerscapaciteit, Applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (SIENA), Europol-informatiesysteem (EIS), netwerk van verbindingsbureaus.

    In totaal werden 4 56  598 operationele berichten via SIENA uitgewisseld tussen Europol, lidstaten en derden, hetgeen een toename van 10 % betekent ten opzichte van 2012 (4 14  334).

    Aan het einde van 2013 werd 67 % van alle SIENA-berichten met Europol gedeeld.

    Het EIS bevatte 2 45  142(1 86  896) objecten aan het einde van 2013; een toenemend gedeelte daarvan bestond uit persoonsobjecten (de belangrijkste objecten vanuit het oogpunt van rechtshandhaving).

    Aan het einde van 2013 waren 21 nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen uit de lidstaten aangesloten op SIENA. Europol ondersteunde in 2013 93 verzoeken tot opsporing van vermogensbestanddelen in verband met georganiseerde misdaad.

    Een uniek netwerk van bijna 165 verbindingsofficieren maakt rechtstreeks contact mogelijk tussen het hoofdkwartier van Europol in Den Haag en 28 nationale eenheden van Europol in de hoofdsteden van de lidstaten. Zij faciliteren informatie-uitwisseling en ondersteunen en coördineren lopende onderzoeken. Europol is ook gastheer voor verbindingsofficieren uit tien landen die geen EU-lid zijn en organisaties die met Europol samenwerken op basis van samenwerkingsovereenkomsten. Daarnaast heeft Europol twee verbindingsofficieren uitgezonden naar Washington (VS) en een naar het hoofdkwartier van Interpol in Lyon (Frankrijk).

    Europol als het EU-centrum voor rechtshandhavingsexpertise

    Europol-platforms voor deskundigen, data-uitwisselingsplatforms en opslagsystemen, producten en diensten op het gebied van kennis, opleiding, conferenties en bewustmakingssessies:

    de Europol-platforms voor deskundigen omvatten 32 deskundigheidsgebieden en worden gebruikt door 4  419 actieve gebruikers (25 platforms en 2  663 gebruikers aan het einde van 2012);

    Europol ondersteunde het aanbieden van 83 opleidingscursussen (georganiseerd door Europol, CEPOL of lidstaten);

    een jaarlijkse grootschalige Europese politieconferentie werd georganiseerd op het hoofdkantoor van Europol.

    Externe betrekkingen

    Europol werkt samen met een aantal EU-partners, derde landen en internationale organisaties. De informatie-uitwisseling tussen deze partners vindt plaats op basis van samenwerkingsovereenkomsten. Strategische overeenkomsten maken het de twee betrokken partijen mogelijk alle informatie uit te wisselen, met uitzondering van persoonsgegevens, terwijl operationele overeenkomsten ook de uitwisseling van persoonsgegevens toelaten.

    Aan het einde van 2013 waren 21 strategische en 11 operationele overeenkomsten gesloten (18 met niet-EU-staten, 11 met EU-organen en -agentschappen en 3 met andere internationale organisaties, waaronder Interpol).

    De uitwisseling van informatie met externe partners (8  663) nam tegenover 2012 (8  547) licht toe.

    In totaal hebben acht operationele samenwerkingspartners en vijf strategische samenwerkingspartners rechtstreeks toegang tot SIENA.


    (1)  Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact).

    (2)  Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA).

    Bron: Door de Dienst verstrekte bijlage.


    ANTWOORDEN VAN DE DIENST

    11.

    Europol erkent de door de Rekenkamer gemaakte opmerking, die verband houdt met drie specifieke aanbestedingsprocedures. Na de bevindingen van de Rekenkamer is Europol in het eerste kwartaal van 2014 van start gegaan met een herziening van het volledige aanbestedingsproces binnen de hele organisatie (met name wat betreft de essentiële fasen uitschrijving, plaatsing en follow-up van opdrachten), met als doel de huidige interne organisatiestructuur en de onderliggende processen (waaronder kwaliteitscontroles) te verfijnen.

    12.

    Europol erkent de opmerking van de Rekenkamer over het hoge niveau van overgedragen kredieten voor administratieve uitgaven en zal zich blijven inspannen om in de toekomst overdrachten zoveel mogelijk te beperken.


    Top