EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0085

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD betreffende Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme

/* COM/2014/085 final - 2014/0043 (NLE) */

52014PC0085

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD betreffende Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme /* COM/2014/085 final - 2014/0043 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1         Achtergrond

Als het gaat om de bijdrage aan het bbp en de werkgelegenheid is het toerisme, na de handel- en distributiesector en de bouwsector, de op twee na grootste sociaaleconomische activiteit binnen de EU. Het is een van de weinige economische sectoren die, ondanks de economische en financiële moeilijkheden, ononderbroken groeit. Deze sector heeft dus een groot potentieel om een bijdrage te leveren aan "Europa 2020", de groeistrategie van de EU voor een slimme, duurzame en inclusieve EU-economie.

Met zo'n 1,8 miljoen bedrijven, voornamelijk in het mkb, biedt de toeristische sector[1] werkgelegenheid aan ongeveer 3,3 % van de EU-beroepsbevolking (circa 8 miljoen banen) en genereert hij omstreeks 2,9 % van het bbp van de EU. Wanneer de verwante sectoren in aanmerking worden genomen[2], is de indirecte bijdrage zelfs nog groter: geschat wordt dat deze sector dan verantwoordelijk is voor ongeveer 8,5 % van alle banen (werkgelegenheid voor zo'n 18,8 miljoen mensen) en voor circa 7,9 % van het bbp van de Europese Unie[3]. Ondanks de toenemende concurrentie van andere regio's in de wereld, is de EU nog steeds 's werelds populairste toeristische bestemming, met 384,8 miljoen internationale bezoekers in 2011[4].

Met de aanname van het Verdrag van Lissabon heeft de EU nu de bevoegdheid om acties van de lidstaten op het gebied van toerisme te vervolledigen, met name door het concurrentievermogen van de Unie in deze sector te bevorderen[5].

In reactie op de nieuwe bevoegdheden die aan de EU zijn toegekend en op de behoefte aan nieuwe maatregelen om de EU-groei te stimuleren, heeft de Commissie in 2010 een mededeling aangenomen met betrekking tot een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa[6]. In dit kader is een aantal ambitieuze acties vastgelegd gericht op a) het stimuleren van het concurrentievermogen van de toeristische sector in Europa; b) het bevorderen van de ontwikkeling van een duurzaam, verantwoord en kwaliteitsgericht toerisme; c) het versterken van het imago en de bekendheid van de verscheidenheid aan duurzame en kwaliteitsgerichte bestemmingen in Europa, en d) het vergroten van het potentieel van het beleid en de financiële instrumenten van de EU voor de ontwikkeling van het toerisme.

In actie 13 van de mededeling is uitdrukkelijk de ontwikkeling van een Europees merk voor kwaliteitstoerisme vastgelegd, "op basis van nationale ervaringen [...] om het vertrouwen van de consument in de toeristische producten te verhogen en de zware inspanningen van werknemers uit de toeristische sector te belonen wier doel het is klanten tevreden te stellen met de kwaliteit van hun geleverde diensten".

In zijn reactie op deze mededeling heeft het Europees Parlement de Commissie verzocht om "in samenwerking met bij het toerisme betrokken partijen, de haalbaarheid te onderzoeken van een "Europees merk voor kwaliteitstoerisme" […] teneinde te kunnen komen tot een overkoepelend merk dat de nationale merken aanvult en op basis van vrijwilligheid ("opt-in") wordt erkend"[7]. Uit een onderzoek uit 2009 naar het concurrentievermogen van de toeristische sector in de EU is gebleken dat hoewel het totaal aantal internationale bezoekers aan Europa nog steeds toeneemt, de EU recentelijk marktaandeel heeft verloren aan nieuwe opkomende bestemmingen in andere delen van de wereld. Bovendien hebben mondialisering, het internet, snel veranderend consumentengedrag en toenemende zorgen over de milieuvoetafdruk van toeristische activiteiten grote gevolgen voor de sector[8].

In een dergelijke markt met een steeds fellere concurrentie is kwaliteit belangrijker geworden voor toeristische bedrijven. Zij worden zich steeds meer bewust van het belang van kwaliteit als bron van concurrentievoordeel. Toegang tot betrouwbare, actuele, accurate en relevante informatie over de kwaliteit van een bepaalde toeristische dienst is derhalve essentieel voor toeristen, zodat zij concurrerende producten kunnen onderscheiden en een onderbouwde keuze kunnen maken.

Dit is met name relevant voor toeristen uit andere EU-lidstaten, wanneer taalproblemen kunnen leiden tot onzekerheden als informatie niet beschikbaar is in een taal die de consument begrijpt.

Gezien de huidige economische crisis moet de EU bovendien al het mogelijke doen om bezoekers van buiten de EU aan te trekken. Het is van cruciaal belang dat deze bezoekers erop kunnen vertrouwen dat de diensten die zij in de EU afnemen, een zeker kwaliteitsniveau halen.

De informatie die aan consumenten wordt verstrekt over de kwaliteit van toeristische diensten, speelt een rol bij het aantrekken van bezoekers van buiten de EU. Hierin schuilt een enorm en tot op heden grotendeels ongebruikt potentieel om meer toeristen naar EU-bestemmingen te lokken en het concurrentievermogen van het EU-toerisme te verbeteren. In 2011 gaven buitenlandse bezoekers 330,44 miljard EUR uit. Volgens recente ramingen zal dit cijfer in 2022 zijn gestegen tot 427,31 miljard EUR en zal de sector dan goed zijn voor 20,4 miljoen banen[9].

Het huidige initiatief moet daarom ook worden gezien in de context van het initiatief van de Commissie om het merk Europa in derde landen te promoten[10], waaronder ook het initiatief "Destination Europe 2020"[11] en het EU-visumbeleid[12] waardoor niet-EU-burgers makkelijker naar de EU kunnen reizen[13] opdat Europa de toeristische topbestemming in de wereld zou blijven.

1.2         Huidige stand van zaken

Momenteel is er op EU-niveau geen specifieke wetgeving waarin de informatieverstrekking aan consumenten over de kwaliteit van toeristische diensten is geregeld[14].

Bepaalde bestaande voorlichtingsinstrumenten, zoals evaluatie- en vergelijkingswebsites, kunnen consumenten helpen bij hun besluitvormingsproces, mits deze websites transparante en betrouwbare informatie bieden.

Sommige lidstaten hanteren op hun grondgebied nationale, subnationale of regionale publieke kwaliteitsregelingen die werken op vrijwillige basis. Ook is er op regionaal, nationaal en transnationaal niveau een breed scala aan initiatieven van de sector zelf, die voornamelijk gericht zijn op kwaliteitsaspecten die specifiek zijn voor een toeristische subsector of locatie.

Zoals bevestigd door de marktanalyse die is uitgevoerd ten behoeve van de beoordeling van de beleidsopties die bij dit voorstel is gevoegd[15], zijn er veel onderlinge verschillen tussen deze kwaliteitsregelingen en is er derhalve weinig samenhang wanneer zij worden vergeleken op aspecten als sectorgebied, geografische dekking, beheer, beoordelingsmethoden en evaluatiecriteria.

Door het grote aantal en de diversiteit van de bestaande private en publieke kwaliteitsregelingen is er een uiterst versnipperde markt ontstaan als het gaat om de evaluatie van de kwaliteit van toeristische diensten.

Als gevolg van deze versnippering krijgen toeristen uit andere landen geen samenhangende informatie. Op deze manier hebben zij geen inzicht in de inhoud van de diverse kwaliteitsregelingen en kunnen zij moeilijk onderscheid maken tussen concurrerende diensten. Dit leidt tot verwarring. Hierdoor slagen de kwaliteitsregelingen er minder goed in de consumenten afdoend te informeren over het kwaliteitsniveau van de geleverde toeristische diensten, wat er weer toe leidt dat consumenten minder goed kunnen komen tot een onderbouwde keuze, vooral als zij naar een andere lidstaat reizen of als zij van buiten de EU inreizen. Ondernemingen die investeren in kwaliteit, worden dus niet beloond (bijvoorbeeld doordat hun diensten vaker worden afgenomen of doordat zij een betere reputatie krijgen). Door deze situatie wordt de sector, vooral het mkb waar de financiële middelen doorgaans beperkt zijn, ontmoedigd om te investeren. Het resultaat is dat de toeristische sector in de EU zijn concurrentievoordeel niet optimaal kan benutten als het gaat om de kwaliteit van de dienstverlening en niet alles haalt uit zijn economische potentieel door de zichtbaarheid van de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Belanghebbenden uit de toeristische sector zijn er tot dusver niet in geslaagd om op EU-niveau samen te werken om het gebrek aan samenhang tussen bestaande of toekomstige kwaliteitsregelingen in de EU terug te dringen, en er zijn ook geen aanwijzingen dat er een privaat of publiek initiatief op stapel staat dat deze situatie zal verbeteren. Het is daarom dringend nodig om de versnippering van de markt op verschillende niveaus aan te pakken. De bestaande versnippering tussen kwaliteitsbeoordelingssystemen leidt tot verwarring en kan een negatieve invloed hebben op het concurrentievermogen van het Europese toerisme.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

2.1         Raadplegingsproces

Na de goedkeuring van de mededeling uit 2010 is de Commissie met de hulp van de lidstaten en belanghebbenden uit de sector begonnen met het verzamelen van informatie over de bestaande kwaliteitsregelingen. In 2011 zijn er twee workshops gehouden om informatie uit te wisselen over de opgedane ervaringen en om ideeën uit te wisselen over mogelijke gemeenschappelijke kwaliteitsbeginselen op het gebied van toeristische diensten. Begin 2011 heeft de Commissie een informele deskundigengroep opgezet, bestaande uit managers van bestaande private en publieke kwaliteitsregelingen en vertegenwoordigers van consumenten, om ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van een concept. De overgrote meerderheid van de belanghebbenden die deelnamen aan de workshops en de informele deskundigengroep waren het erover eens dat een EU-initiatief een "bottom-up"-benadering zou moeten volgen, waarbij erkenning werd gegeven aan en werd voortgebouwd op de bestaande en toekomstige initiatieven van de lidstaten en de sector. De belanghebbenden hadden echter uiteenlopende meningen over de inhoud van de gemeenschappelijke beginselen. Bovendien waren de meningen ook verdeeld over de vraag of milieuduurzaamheid in de beginselen moest worden opgenomen.

In september en oktober 2011 heeft er een gerichte raadpleging plaatsgevonden, waarbij de meningen werden gepeild van een bredere kring van belanghebbenden, bestaande uit de belangrijkste Europese verenigingen en bonden voor toerisme, gerelateerde verenigingen uit de sector, consumentenorganisaties en autoriteiten van de lidstaten. Deze raadpleging leidde tot dezelfde resultaten als de hiervoor beschreven voorafgaande workshops voor wat betreft de standpunten van de belanghebbenden.

De lidstaten werden eveneens geraadpleegd tijdens de reguliere vergaderingen van het Raadgevend Comité inzake toerisme. Hier kwamen uiteenlopende meningen naar voren: sommige lidstaten steunden het initiatief ten volle, maar waren het oneens met het opleggen van verplichtingen aan het openbaar bestuur om mee te werken aan de invulling van een dergelijk EU-initiatief. Zij waren voornamelijk van mening dat zoiets een inbreuk zou vormen op het subsidiariteitsbeginsel, dat de rechtsgrondslag te beperkt is en ook dat de nationale overheden niet genoeg middelen hiervoor hebben.

In januari 2012 organiseerde de Commissie een open conferentie om de raadpleging van belanghebbenden en het verzamelen van expertise uit te breiden. De documentatie en het verslag van deze conferentie staan op de website van de Commissie[16]. De discussies tijdens de conferentie brachten geen veranderingen in de meningen en standpunten van de belanghebbenden uit de private en publieke sector.

Tussen mei en juli 2012 is er een openbare raadpleging uitgevoerd via "Uw stem in Europa", de website over Europa van het DG Ondernemingen en industrie, en e-mails die zijn verzonden naar een breed scala aan belanghebbenden uit de private en publieke sector alsook aan vertegenwoordigers van lidstaten. 90 % van de ruim 150 respondenten waren beroepsverenigingen en -organisaties of overheidsinstanties. De resterende 10 % waren toeristische ondernemingen, waarvan twee derde deelnam aan een kwaliteitsregeling. Vakbonden uit de toeristische sector en vertegenwoordigers van consumenten waren ook actief betrokken bij het raadplegingsproces. De meeste respondenten waren het eens met de door de Commissie geformuleerde definitie van het probleem en waren van mening dat er op dit gebied een initiatief van de EU nodig is. De resultaten van de openbare raadpleging zijn gepubliceerd op de website van de Commissie[17].

In het kader van de beoordeling van beleidsopties is er een achtergrondstudie uitgevoerd naar de ervaringen van bedrijven die deelnemen aan een kwaliteitsregeling. Bij deze studie, uitgevoerd op basis van een representatieve steekproef, gaven managers van bestaande kwaliteitsregelingen en deelnemende bedrijven hun feedback. Dit resulteerde in een bruikbaar inzicht in de beoordeling van de impact van het voorgestelde initiatief[18].

2.2         Beoordeling van beleidsopties

De Commissie heeft verschillende beleidsopties beoordeeld teneinde de samenhang tussen de bestaande en toekomstige kwaliteitsregelingen te verbeteren en derhalve een betere informatievoorziening voor consumenten te waarborgen.

In totaal zijn er zeven beleidsopties overwogen, waarvan er vier tijdens de beoordeling zijn onderzocht. Het betreft hier de volgende opties: geen beleidswijziging, een door de sector geïnitieerde regeling met zelfregulering, en twee opties waarbij ingegrepen wordt vanuit de EU. Bij de laatste twee opties is onderzocht wat de effecten zijn als bepaalde beginselen in het concept worden opgenomen, zoals beginselen met betrekking tot milieuduurzaamheidsaspecten. Voor elke optie zijn de economische effecten, maatschappelijke effecten en milieueffecten beoordeeld, waarbij is gekeken naar de effectiviteit van elke optie als gaat om het halen van de beleidsdoelstellingen, de kostenefficiëntie en de consistentie met ander EU-beleid.

Bij de beoordeling is met name aandacht besteed aan het feit dat deelname van de sector op vrijwillige basis is, zowel bij de optie voor een door de sector geïnitieerde regeling met zelfregulering als bij de opties met een ingrijpen vanuit de EU. Ook werd er veel aandacht geschonken aan het behoud van het unieke karakter en de diversiteit van het toeristische aanbod in Europa, vooral in het licht van het grote scala aan toeristische subsectoren waarop de Europese kwaliteitsbeginselen zouden kunnen worden toegepast.

Uit de beoordeling is geen beste optie naar voren gekomen. Bij het vergelijken van de opties is gebleken dat de optie die alleen beginselen op het gebied van de kwaliteit van de diensten omvat en de optie waarbij ook rekening is gehouden met andere aspecten, zoals milieuduurzaamheid, even effectief, efficiënt en samenhangend zijn

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

3.1         Rechtsgrondslag

Dit voorstel is gebaseerd op de artikelen 195 en 292 VWEU.

3.2         Subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel

Volgens artikel 195 VWEU vult de EU "het optreden van de lidstaten in de toerismesector aan, met name door bevordering van het concurrentievermogen van de ondernemingen van de Unie in die sector". Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel zou de voorgestelde EU-maatregel een vrijwillig karakter hebben. Het voorgestelde initiatief heeft niet als gevolg dat bestaande initiatieven die zijn geïnitieerd door lidstaten of de sector, worden opgeheven.

De redenen voor een EU-maatregel zijn gelegen in het transnationale karakter van het probleem. Deze kwestie heeft een grensoverschrijdende achtergrond: de toeristische dienst wordt geleverd in een land waar de toerist niet woonachtig is, waardoor er een beperking is van de toegevoegde waarde die kwaliteitsregelingen kunnen bieden aan internationale reizigers. Dit geldt nog des te meer als de reizigers afkomstig zijn van buiten de EU.

De huidige situatie (zoals beschreven onder 1.2) met betrekking tot de evaluatie van de kwaliteit van toeristische diensten in Europa, draagt niet bij tot het creëren van voldoende gelijke spelregels voor de hele EU-sector. Het gebrek aan samenhang tussen kwaliteitsbeoordelingsregelingen voor toeristische diensten op nationaal en regionaal niveau schept verwarring onder consumenten en creëert belemmeringen in de interne markt.

De bevoegdheden en de mogelijkheden van de individuele lidstaten zijn beperkt als zij zelf willen proberen om de samenhang tussen de kwaliteit van toeristische diensten in de EU te verbeteren. Tot dusver bestaan er geen grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen lidstaten als het gaat om de coördinatie van kwaliteitsbeginselen op het vlak van toeristische diensten. Er zijn geen aanwijzingen dat er in de toekomst iets dergelijks zal worden ondernomen. Gezien het kleine aantal bestaande publieke regelingen op nationaal niveau, zou een dergelijke samenwerking in ieder geval niet resulteren in een grootschalige grensoverschrijdende samenwerking. Bovendien zijn individuele lidstaten momenteel niet in staat om de samenhang te verbeteren tussen de private regelingen uit andere lidstaten. EU-optreden is derhalve nodig en gerechtvaardigd.

Daarnaast zijn maatregelen die door de sector worden getroffen, zelfs als dit op transnationaal niveau is, beperkt tot een specifieke subsector (of wellicht een aantal gerelateerde subsectoren) en hebben deze geen echt horizontaal toepassingsgebied. Hierdoor ontvangen consumenten onsamenhangende informatie en zijn er in een grensoverschrijdende EU-context en voor reizigers van buiten de EU beperkingen aan het informatieve vermogen van kwaliteitsregelingen en de bedrijven die hieraan deelnemen. Deze situatie zal naar verwachting niet veranderen, waardoor er optreden op EU-niveau nodig is.

Gezien de omvang van de hiervoor beschreven problemen van sectorale en geografische versnippering, is de EU beter in staat deze aan te pakken. Een EU-kader dat het algemeen belang van bevordering van het concurrentievermogen van de Unie op het gebied van toerisme nastreeft, zou doeltreffender zijn waar het gaat om grensoverschrijdende zichtbaarheid en geloofwaardigheid. Dit kan worden gerealiseerd door het werk aan te vullen dat al is verricht door toeristische actoren uit de publieke en private sector en door een gunstige omgeving te stimuleren en te creëren voor het combineren van de inspanningen van deze actoren. Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme kunnen beter worden gepromoot door EU-optreden, zowel in de lidstaten als naar reizigers van buiten de EU toe, als deel van de algehele EU-promotingstrategie op het gebied van toerisme. De toegevoegde waarde van een grootschalige maatregel die op EU-niveau wordt gecoördineerd, is door een overgrote meerderheid van de belanghebbenden bevestigd.

Het voorstel voldoet ten slotte ook aan het evenredigheidsbeginsel. Het initiatief is zo ontwikkeld dat de kosten hiervan zijn beperkt tot wat nodig is om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Voor de toepassing van de voorgestelde kwaliteitsbeginselen zijn voornamelijk organisatorische wijzigingen nodig, die kunnen worden uitgevoerd met beperkte investeringen. Deze investeringen wegen naar alle waarschijnlijkheid op tegen de voordelen die het gevolg zijn van de toegenomen tevredenheid van consumenten en van aanvullende EU-maatregelen.

Het wordt aanbevolen dat de lidstaten, in samenwerking met de Commissie, de toepassing van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme op hun grondgebied coördineren, monitoren en promoten, teneinde ervoor te zorgen dat de bevoegdheden van de lidstaten worden gerespecteerd. Met deze maatregelen doet het voorstel recht aan het subsidiariteitsbeginsel.

3.3         Hoofdpunten van het voorstel

3.3.1    Onderwerp en doelstellingen

De Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme die in dit voorstel zijn opgenomen, zijn van toepassing op toeristische diensten die in de Unie rechtstreeks aan consumenten worden geleverd. Aanbevolen wordt dat deze beginselen worden toegepast door organisaties uit de private en publieke sector die diensten aanbieden op het gebied van toerisme.

Het initiatief beoogt de informatie voor consumenten, met name voor reizigers naar andere lidstaten of uit landen van buiten de EU, over de kwaliteit van toeristische diensten te verbeteren, zodat kwaliteitsbewuste consumenten een beter onderbouwde keuze kunnen maken. Op die manier hebben toeristische ondernemingen in de EU, met name in het mkb, meer reden om verder in kwaliteit te investeren. Het wil dit realiseren door op EU-niveau de samenhang van de kwaliteit van toeristische diensten te verbeteren, door het vaststellen van Europese beginselen waaraan organisaties op het gebied van toerisme moeten voldoen. Deze beginselen komen voort uit de criteria die door de belanghebbenden zijn voorgesteld en die tijdens de open raadpleging zijn beoordeeld.

Op operationeel niveau heeft het initiatief tot doel ervoor te zorgen dat, op het moment van herziening van het initiatief, de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme door een aanzienlijk aantal toeristische organisaties in de EU worden toegepast.

Het initiatief heeft in meerdere opzichten toegevoegde waarde. Ten eerste kunnen de toeristische organisaties die deze beginselen toepassen, profiteren van maatregelen van de Commissie op het gebied van promoting en bewustmaking. Dit zal leiden tot meer zichtbaarheid, waardoor deze organisaties consumenten beter kunnen bereiken en zij de mogelijkheid krijgen om hun activiteiten uit te breiden naar markten die anders buiten hun bereik zouden blijven, met name in landen buiten de EU. Ten tweede ligt de toegevoegde waarde voor consumenten in de zekerheid dat er aan bepaalde Europese kwaliteitsbeginselen wordt voldaan, ongeacht de lidstaat die zij bezoeken. Ten slotte zal de nadruk op en promoting van de hoge kwaliteit van de toeristische dienstverlening in Europa bijdragen aan de algehele EU-strategie om toeristen van zowel binnen als buiten Europa aan te trekken. Dit vormt weer een aanvulling op de inspanningen met betrekking tot het versoepelen van de visumverplichtingen voor toeristen uit landen van buiten de EU en de inspanningen die worden verricht om Europa te promoten als een verscheidenheid aan duurzame en kwaliteitsgerichte bestemmingen.

Dit zal uiteindelijk leiden tot een groter concurrentievermogen van de sector, waardoor deze beter in staat zal zijn om economische groei en banen te creëren, wat ten goede komt aan de lidstaten en de EU-economie als geheel.

3.3.2    Toepassing van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme

Sectoraal en geografisch toepassingsgebied

Teneinde een betere samenhang te realiseren van de kwaliteit van toeristische diensten in de hele EU, kunnen de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme, zonder subsectorale beperking, worden toegepast op alle toeristische organisaties uit de private of publieke sector die op nationaal, regionaal, lokaal of transnationaal niveau opereren en die in de Unie toeristische diensten verlenen aan consumenten.

Coördinatie, monitoring en promoting

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel wordt de lidstaten verzocht om de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme op hun eigen grondgebied te coördineren, te monitoren en te promoten.

Aanbevolen wordt ook dat de lidstaten onderling samenwerken als het gaat om transnationale toeristische organisaties. Ook wordt de lidstaten verzocht om binnen het kader van het Raadgevend Comité inzake toerisme samen te werken met de Commissie om de monitoring en de beoordeling van het initiatief te vergemakkelijken. Dit kan worden gedaan aan de hand van onder meer speciale enquêtes onder lidstaten, vertegenwoordigers uit de sector en consumenten.

Het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (2014-2020) (COSME) heeft als specifieke doelstelling de raamvoorwaarden te verbeteren voor het concurrentievermogen en de duurzaamheid van toeristische ondernemingen in de Unie. Met als doelstelling het versterken van het imago en de bekendheid van Europa als een duurzame, verantwoorde en kwaliteitsgerichte bestemming, zal de Commissie activiteiten ontplooien op het gebied van informatieverstrekking, communicatie en promoting, en onder meer een speciale website opzetten die informatie geeft over de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme. De Commissie zal ook het delen van "best practices" en ervaringen bevorderen.

3.3.3    Evaluatie

Drie jaar na de bekendmaking van deze aanbeveling in het Publicatieblad is een evaluatie van de tenuitvoerlegging hiervan voorzien. De Commissie zal dan tevens beoordelen of er aanvullende maatregelen nodig zijn om de samenhang van de kwaliteit van toeristische diensten te verbeteren.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Voor het uitdragen van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme zouden voldoende middelen kunnen worden gevonden in het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME)[19].

2014/0043 (NLE)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

betreffende Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 195 en 292,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       In haar mededeling van 30 juni 2010, "Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa"[20], erkent de Commissie de noodzaak van de bevordering van een duurzaam, verantwoord en kwaliteitsgericht toerisme, als onderdeel van de overkoepelende doelstelling om de Unie in landen buiten de EU te promoten als een geheel van kwaliteitsgerichte bestemmingen.

(2)       De bevordering van een hoog milieuprestatieniveau van toeristische accommodaties en campings en van beste praktijken voor milieubeheer in de toeristische sector is op EU-niveau al specifiek geregeld door de toepassing van Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad[21] en Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad[22].

(3)       Er bestaat in de Unie al een breed scala aan publieke en private kwaliteitsregelingen, die erop zijn gericht om informatie te verstrekken aan consumenten over de kwaliteit van toeristische diensten en om richtsnoeren te verschaffen aan degenen die werkzaam zijn in de toeristische sector. Deze regelingen lopen zeer uiteen wat betreft toepassingsgebied, beheer, methoden en criteria. De werking van deze regelingen is bovendien beperkt tot bepaalde subsectoren of geografische gebieden, wat leidt tot een hoge mate van versnippering als het gaat om de evaluatie van de kwaliteit van toeristische diensten.

(4)       Vanwege deze versnippering en het gebrek aan samenhangende beoordeling van de bestaande kwaliteitsregelingen vinden reizigers zowel binnen als van buiten de Unie het mogelijk lastig om de diensten te vergelijken waarop de verschillende kwaliteitsregelingen betrekking hebben. Door dit gebrek aan samenhang is het lastig voor consumenten om goed onderbouwde keuzes te maken.

(5)       Vanwege het gebrek aan samenhangende beoordeling van de bestaande kwaliteitsregelingen hebben toeristische ondernemingen tot dusver slechts beperkte mogelijkheden gehad om hun zichtbaarheid onder consumenten te vergroten en te profiteren van gecoördineerde maatregelen. Dit geldt met name voor micro- en kleine bedrijven, die vaak over onvoldoende geld en middelen beschikken voor het promoten van hun bedrijf en de kwaliteitsgerichte diensten die zij verlenen.

(6)       Om het concurrentievermogen van de toeristische sector te stimuleren, is het noodzakelijk om toeristische bedrijven uit de Unie aantrekkelijk te maken voor toeristen van buiten de EU.

(7)       Het is daarom passend om een reeks Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme op te stellen, die erkend worden door de consument en de sector.

(8)       Om er zeker van te zijn dat de kwaliteitsbeginselen van toepassing zijn op een zo breed mogelijk scala aan toeristische subsectoren terwijl tegelijkertijd de diversiteit van het toeristische aanbod van de Unie wordt gewaarborgd, zouden de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme algemeen van aard moeten zijn, maar wel toegevoegde waarde moeten bieden, overeenkomstig de verwachtingen die consumenten stellen aan kwaliteitsgerichte toeristische diensten.

(9)       Om te garanderen dat toeristische diensten naar tevredenheid worden geleverd, moeten de betreffende werknemers adequaat worden opgeleid voor de taken die zij moeten uitvoeren. Om dezelfde reden moet de gevolgde opleiding worden vastgelegd in een opleidingsregister.

(10)     Om de doorlopende verbetering van de kwaliteit van toeristische diensten te vergemakkelijken, zodat er aan de eisen van de consument wordt voldaan, is het belangrijk dat er enquêtes onder consumenten worden uitgevoerd en dat er wordt gereageerd op klachten.

(11)     Om de authenticiteit en diversiteit van het toeristische aanbod van de Unie te promoten, moeten consumenten actuele informatie krijgen over lokale gewoonten, lokaal erfgoed, lokale tradities, lokale diensten en lokale producten.

(12)     Om de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme meer bekendheid te geven en derhalve meer consumentenvertrouwen te winnen, is het cruciaal dat toeristische organisaties informatie en richtsnoeren over deze beginselen verstrekken aan consumenten.

(13)     Om de toepassing van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme op hun grondgebied en de coördinatie van hun maatregelen te vergemakkelijken, zouden de lidstaten deze beginselen op een transparante manier moeten coördineren, monitoren en promoten.

(14)     Om ervoor te zorgen dat de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme op vrijwillige basis worden toegepast door toeristische organisaties die in meer dan een lidstaat actief zijn (transnationale organisaties), is het cruciaal dat lidstaten met elkaar samenwerken opdat deze beginselen door die organisaties worden toegepast.

(15)     Om de consistente toepassing van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme, alsook de coördinatie, monitoring en promoting hiervan, in de hele Unie te vergemakkelijken, wordt de lidstaten verzocht om informatie en ervaringen uit te wisselen. De Commissie zou een dergelijke uitwisseling van informatie moeten bevorderen.

(16)     Om het optreden van de lidstaten met betrekking tot het bevorderen van het concurrentievermogen van de toeristische sector aan te vullen, moeten de consumenten op de hoogte worden gebracht van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme en moet hun bekendheid hiermee worden vergroot door gepaste promotionele en voorlichtingsactiviteiten binnen de Unie, maar ook en vooral in bepaalde landen buiten de Unie, gezien de doelstelling om de Unie als een geheel van kwaliteitsgerichte bestemmingen te promoten. Om het scheppen van een gunstige omgeving voor de ontwikkeling van de toeristische sector aan te moedigen, is het bovendien belangrijk dat de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme aantrekkelijk worden gemaakt voor toeristische organisaties. Het is derhalve belangrijk dat de lidstaten en de Commissie in dit opzicht samenwerken.

(17)     Om de monitoring en de beoordeling van de toepassing van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme te vergemakkelijken, spelen de lidstaten een belangrijke rol door de Commissie op de hoogte te stellen van de toepassing van deze beginselen op hun grondgebied, met name in het kader van de vergaderingen van het Raadgevend Comité inzake toerisme.

(18)     Om in te kunnen springen op de snel veranderende marktvoorwaarden op het gebied van toerisme en om de toegevoegde waarde van de Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme op de lange termijn te waarborgen, zou de Commissie de toepassing hiervan moeten monitoren en de tenuitvoerlegging van deze aanbeveling drie jaar na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie moeten evalueren. Om dezelfde reden zou de Commissie tevens moeten beoordelen of er aanvullende maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de in deze aanbeveling vervatte doelstellingen worden gehaald,

BEVEELT AAN:

1.         ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED

In deze aanbeveling wordt een reeks Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van toerisme (hierna "Beginselen" genoemd) vastgelegd, die door de toeristische organisaties moeten worden toegepast.

2.         DEFINITIES

Voor de toepassing van deze aanbeveling wordt verstaan onder

a)      "toeristische organisatie": een publieke of private organisatie die is gevestigd in de Unie en die op lokaal, regionaal, nationaal of transnationaal niveau diensten levert aan consumenten op het gebied van toerisme;

b)      "transnationale toeristische organisatie": een toeristische organisatie die actief is op het grondgebied, of op delen hiervan, van meer dan een lidstaat.

3.         EUROPESE KWALITEITSBEGINSELEN OP HET GEBIED VAN TOERISME

Waar passend voor de omvang en het bedrijfsconcept, wordt aanbevolen dat de toeristische organisaties de volgende beginselen op hun activiteiten toepassen:

a)      zorg dragen voor de opleiding van werknemers, en met name:

i)       het opleiden van alle werknemers die betrokken zijn bij de rechtstreekse levering van diensten aan consumenten, zodat zij de aan hen toegewezen taken naar tevredenheid kunnen uitvoeren;

ii)      het vastleggen van de door de werknemers gevolgde opleidingen in een opleidingsregister, dat voor dit doel wordt aangemaakt;

iii)     het aanstellen van een kwaliteitscoördinator om te zorgen voor een samenhangende benadering van het kwaliteitsbeheer van de geleverde diensten en voor betrokkenheid van de betreffende werknemers bij het kwaliteitsproces;

b)      een beleid voor consumententevredenheid toepassen, met inbegrip van:

i)       het instellen van een mechanisme voor het behandelen van klachten van consumenten op de locatie waar de dienst wordt geleverd of via het internet;

ii)      het verzekeren dat klachten zonder uitstel worden beantwoord;

iii)     het uitvoeren van enquêtes over consumententevredenheid en rekening houden met de resultaten hiervan om de kwaliteit van de diensten te verbeteren;

c)      in voorkomend geval, een gedocumenteerd reinigings- en onderhoudsplan voor faciliteiten of apparatuur bijhouden en volgen;

d)      informatie ter beschikking stellen aan consumenten, waaronder:

i)       informatie over lokale gewoonten, lokaal erfgoed, lokale tradities, lokale diensten en lokale producten;

ii)      informatie over toegankelijkheid ten aanzien van de geleverde diensten;

iii)     informatie over duurzaamheidsaspecten ten aanzien van de geleverde diensten;

iv)     informatie over de Beginselen;

e)      ervoor zorgen dat deze informatie correct, betrouwbaar, duidelijk en ten minste in de meest relevante vreemde taal toegankelijk is, rekening houdend met de locatie en het bedrijfsconcept.

4.         ACTIVITEITEN VAN DE LIDSTATEN

4.1         De lidstaten zouden de toepassing van de Beginselen op hun respectieve grondgebied moeten coördineren, monitoren en promoten. De lidstaten wordt derhalve verzocht om:

a)      de toepassing van de in punt 3 genoemde Beginselen door de toeristische organisaties te monitoren;

b)      de activiteiten die zijn gerelateerd aan de Beginselen en de toepassing hiervan, met de andere lidstaten te coördineren;

c)      de Beginselen bij de toeristische organisaties te promoten;

d)      in samenwerking met de andere lidstaten ervoor te zorgen dat adequate informatie en richtsnoeren beschikbaar worden gesteld voor de toeristische organisaties;

e)      samen te werken teneinde de toepassing van de Beginselen door de transnationale toeristische organisaties te vergemakkelijken.

4.2         Tevens wordt aanbevolen dat de lidstaten bij de uitvoering van hun activiteiten voor transparantie zorgen.

5.         SAMENWERKING TUSSEN DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE

De lidstaten wordt verzocht de Commissie op de hoogte te stellen van de in punt 4 genoemde activiteiten en met de Commissie samen te werken met het oog op de monitoring en de beoordeling daarvan, alsook met het oog op hun bewustmakings- en promotinginitiatieven.

6.         MONITORING EN BEOORDELING

6.1         De Commissie zou de tenuitvoerlegging van deze aanbeveling uiterlijk op [datum 3 jaar na de bekendmaking van de aanbeveling in het Publicatieblad] moeten beoordelen.

6.2         De Commissie zou tevens moeten beoordelen of verdere maatregelen moeten worden voorgesteld om de samenhang van de kwaliteit van toeristische diensten in de lidstaten te verbeteren, overeenkomstig de doelstelling van deze aanbeveling.

7.         SLOTBEPALINGEN

Deze aanbeveling wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

[1]               Traditionele leveranciers van reizen en toeristische diensten (hotels, restaurants, reisbureaus, autoverhuur, chartermaatschappijen, touringcars, cruiseschepen, enz.) die reizigers rechtstreeks goederen en diensten aanbieden.

[2]               Met name distributie-, bouw- en vervoersbedrijven in het algemeen (luchtvaart, spoorwegen, scheepvaart, busvervoer, enz.) en de culturele sector (inclusief culturele en creatieve bedrijfstakken).

[3]               WTTC 2012, http://www.wttc.org/site_media/uploads/downloads/european_union2012.pdf

[4]               UNWTO World Tourism Barometer, mei 2012.

[5]               Artikel 6, punt d, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In artikel 195 VWEU staat hierover het volgende: "In dit verband is het optreden van de Unie gericht op: a) het bevorderen van een klimaat dat gunstig is voor de ontwikkeling van bedrijven in deze sector; b) het stimuleren van de samenwerking tussen de lidstaten, met name door uitwisseling van goede praktijken".

[6]               Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa, COM(2010) 352 definitief.

[7]               P7_TA-PROV(2011)0407 – Resolutie van het Europees Parlement van 27 september 2011 over Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa.

[8]               Ecorys (2009), blz. 2.

[9]               http://europa.eu/rapid/press-release_IP-12-1177_nl.htm

[10]             In COM(2010) 352 definitief is de creatie van een "Europees merk" vastgelegd, als aanvulling op promotionele inspanningen op nationaal en regionaal niveau en om Europese bestemmingen de mogelijkheid te geven om zich te onderscheiden van andere internationale bestemmingen (actie 18).

[11]             Uitgevoerd dankzij een ad-hocsubsidie in samenwerking met de European Travel Commission. De uiteindelijke doelstelling is het opstellen van een merk- en marketingstrategie voor "Destination Europe". http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/tourism/international/index_en.htm

[12]             COM(2012) 649 definitief.

[13]             Er zijn momenteel 42 landen en entiteiten waarvan de burgers geen visum nodig hebben om naar de EU te reizen. Burgers uit 16 eilandstaten uit het Caribisch gebied en de Stille Oceaan hebben binnenkort waarschijnlijk geen visum meer nodig om naar het Schengengebied te reizen. Hierdoor moet het voor burgers van deze landen eenvoudiger worden om een reis te maken naar Schengenlanden, alsook naar Cyprus, Bulgarije en Roemenië. De Commissie gaat er in haar voorstel van uit dat de visumvrijstelling wederkerig zal zijn ingevolge overeenkomsten tot afschaffing van de visumplicht en zal leiden tot opheffing van de visumplicht voor alle EU-burgers die naar deze landen willen reizen. http://europa.eu/rapid/press-release_IP-12-1179_nl.htm

[14]             Er bestaat wel al algemene EU-wetgeving inzake de bescherming van consumenten, bijvoorbeeld Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten.

[15]             Estimated Impacts of Possible Options and Legal Instruments of the Umbrella European Tourism Label for Quality Schemes, CEPS, september 2012, online beschikbaar via: http://ec.europa.eu/enterprise/newsroom/cf/_getdocument.cfm?doc_id=7655, hierna CEPS (2012).

[16]             http://ec.europa.eu/enterprise/newsroom/cf/itemdetail.cfm?item_id=5642&tpa=0&tk=&lang=nl

[17]             http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/tourism/quality-label/public-consultation-etq/index_nl.htm

[18]             CEPS (2012).

[19]             Verordening (EU) nr. 1287/2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

[20]             COM(2010) 352 definitief.

[21]             Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de EU-milieukeur (PB L 27 van 30.1.2010, blz. 1).

[22]             Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1).

Top