Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014DP0067

    Besluit van het Europees Parlement van 27 november 2014 om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 8 oktober 2014 betreffende het voorlopig systeem van termijnen betreffende bijdragen om de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad tijdens de voorlopige periode te dekken (C(2014)7164 — 2014/2882(DEA))

    PB C 289 van 9.8.2016, p. 101–102 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.8.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 289/101


    P8_TA(2014)0067

    Besluit om geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling: voorlopig systeem van termijnen betreffende bijdragen om de administratieve uitgaven van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad tijdens de voorlopige periode te dekken

    Besluit van het Europees Parlement van 27 november 2014 om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 8 oktober 2014 betreffende het voorlopig systeem van termijnen betreffende bijdragen om de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad tijdens de voorlopige periode te dekken (C(2014)7164 — 2014/2882(DEA))

    (2016/C 289/19)

    Het Europees Parlement,

    gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie van 8 oktober 2014 (C(2014)7164),

    gezien het schrijven van de Commissie van 23 oktober 2014, waarin zij het Parlement verzoekt te verklaren dat het geen bezwaar zal maken tegen de gedelegeerde verordening,

    gezien het schrijven van de Commissie economische en monetaire zaken aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters, van 4 november 2014,

    gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (1), en met name artikel 65, lid 5, onder a), b) en c),

    gezien de aanbeveling voor een besluit van de Commissie economische en monetaire zaken,

    gezien artikel 105, lid 6, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat artikel 42 van Verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme — GAM) voorziet in de oprichting van de afwikkelingsraad per 19 augustus 2014 in de vorm van een agentschap van de Europese Unie;

    B.

    overwegende dat artikel 98 van de GAM-verordening bepaalt dat de afwikkelingsraad op 1 januari 2015 volledig operationeel moet zijn;

    C.

    overwegende dat de afwikkelingsraad een autonome begroting moet krijgen die geen deel uitmaakt van de Uniebegroting en gefinancierd wordt uit bijdragen van de bankensector, in het bijzonder bijdragen voor de administratieve uitgaven van de afwikkelingsraad die betaald moeten worden door de kredietinstellingen, moederondernemingen, beleggingsondernemingen en financiële instellingen die onder de GAM-verordening vallen;

    D.

    overwegende dat artikel 65, lid 5, van de GAM-verordening de Commissie machtigt tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen ter bepaling van het soort bijdragen en de berekening ervan, en met name de jaarlijkse bijdragen die nodig zijn om de administratieve uitgaven van de afwikkelingsraad te dekken voordat hij volledig operationeel wordt;

    E.

    overwegende dat de Commissie op 8 oktober 2014 overeenkomstig voornoemde machtiging de gedelegeerde verordening van de Commissie heeft goedgekeurd betreffende het voorlopig systeem van termijnen betreffende bijdragen om de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad tijdens de voorlopige periode te dekken;

    F.

    overwegende dat deze gedelegeerde verordening aan het einde van de aan Parlement en Raad toegekende toetsingstermijn alleen in werking kan treden als Parlement noch Raad daartegen bezwaar heeft aangetekend, of als zowel Parlement als Raad voor het verstrijken van deze periode de Commissie hebben meegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken; overwegende dat de toetsingstermijn overeenkomstig artikel 93, lid 6, van de GAM-verordening is vastgesteld op drie maanden vanaf de datum van kennisgeving, d.w.z. tot 8 januari 2015, en met drie maanden kan worden verlengd;

    G.

    overwegende dat de afwikkelingsraad, om per 1 januari 2015 soepel te kunnen functioneren, zo spoedig mogelijk en in elk geval vóór 1 januari 2015 over een vaste financieringsregeling moet beschikken, zodat hij de eerste administratieve uitgaven (salarissen, infrastructuur, administratieve en beleidsmatige onkosten) uit eigen middelen kan dekken;

    H.

    overwegende dat bovengenoemde gedelegeerde verordening daarom in 2014 in werking moet treden, voordat de in overweging F bedoelde toetsingstermijn verstrijkt;

    1.

    verklaart geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1.


    Top