Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014AE0178

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 wat betreft de technische uitvoering van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering COM(2013) 769 final — 2013/0377 (COD)

    PB C 214 van 8.7.2014, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.7.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 214/44


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 wat betreft de technische uitvoering van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering

    COM(2013) 769 final — 2013/0377 (COD)

    2014/C 214/09

    Rapporteur: Richard Adams

    Het Europees Parlement en de Raad hebben op respectievelijk 18 november en 10 december 2013 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 192, lid 1, en artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 wat betreft de technische uitvoering van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering

    COM(2013) 769 final — 2013/0377 (COD).

    De afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 12 februari 2014 goedgekeurd.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 26 en 27 februari 2014 gehouden 496e zitting (vergadering van 26 februari) onderstaand advies uitgebracht, dat met 226 stemmen vóór en 5 tegen, bij 12 onthoudingen, is goedgekeurd.

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1

    Met het voorstel wordt de technische uitvoering van bestaande overeenkomsten betreffende het Protocol van Kyoto mogelijk gemaakt en gefaciliteerd. Het EESC steunt het voorstel zoals het is gepresenteerd.

    2.   Algemene inleiding

    2.1

    Het Protocol van Kyoto is in 2005 in werking getreden en betreft afspraken die landen met elkaar hebben gemaakt om hun broeikasgassenuitstoot terug te dringen. Industrielanden zegden toe om hun jaarlijkse koolstofuitstoot, gemeten aan de hand van zes broeikasgassen (BKG's), tegen 2012 met gemiddeld 5,2 % (de percentages liepen van land tot land uiteen) te reduceren ten opzichte van 1990. Het Protocol van Kyoto wordt beschouwd als een kleine, maar essentiële eerste stap om in internationaal verband actie te ondernemen, al is de mondiale uitstoot van broeikasgassen sinds 1990 met 40 % toegenomen.

    2.2

    In het kader van het Protocol van Kyoto verbonden de EU-15 zich ertoe om hun gezamenlijke uitstoot in de periode 2008-2012 met 8 % te verminderen ten opzichte van 1990. In werkelijkheid is dit percentage waarschijnlijk overtroffen. De vanaf 2004 toegetreden EU-lidstaten streven in verband met „Kyoto” ook reductiedoelstellingen na, van 5 %, 6 % of 8 %, en zijn bezig om deze te halen of te overtreffen. Voor 2020 heeft de EU eenzijdig toegezegd om de totale BKG-uitstoot van de 28 lidstaten met 20 % terug te dringen t.o.v. 1990.

    2.3

    Terwijl het bbp van de EU in de periode 1990-2011 met 45 % is gestegen, lagen de totale BKG-emissies van de 28 landen die nu de EU vormen — inclusief de emissies van het internationale luchtverkeer, die ook onder de eenzijdige EU-toezegging vallen — in 2011 16,9 % onder het niveau van 1990. Voor 2012 liggen ze naar schatting 18 % onder het niveau van 1990. Volgens de jongste prognoses van de lidstaten zal de totale uitstoot in 2020, met inbegrip van die van het internationale luchtverkeer, met 21 % zijn gedaald t.o.v. 1990.

    2.4

    Door het „Doha-amendement” op het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering is er een tweede verbintenisperiode vastgelegd, die loopt van 1 januari 2013 t/m 31 december 2020.

    2.5

    Het uitgebreide boekhoudsysteem voor emissies zal ook in de tweede verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto worden gebruikt (en wel in een verbeterde versie) om te garanderen dat de prestaties van de partijen transparant zijn en dat alle partijen hun beloften nakomen.

    2.6

    Voor de toepassing van het Protocol van Kyoto vanaf 2012 moet er voor de EU, de EU-lidstaten en IJsland een reeks technische uitvoeringsbepalingen worden opgesteld. In de onlangs uitgevaardigde Verordening betreffende het bewakingssysteem ontbreekt de rechtsgrondslag die de Commissie nodig heeft om gedelegeerde handelingen vast te stellen voor de toepassing van de regels in die tweede verbintenisperiode. Daarom moet Verordening (EU) nr. 525/2013 worden gewijzigd in die zin dat deze rechtsgrondslag er alsnog in wordt gezet.

    3.   Samenvatting van het voorstel tot wijziging van de verordening

    3.1

    De voorgestelde verordening bevat de rechtsgrondslag voor de goedkeuring van wetsteksten waardoor een aantal technische zaken kunnen worden geregeld. Bij „technische zaken” wordt met name op het volgende gedoeld:

    procedures voor het beheer van eenheden, waaronder procedures voor transacties met Kyoto-eenheden (verlening, overdracht, verwerving, annulering, afboeking, overheveling, vervanging of wijziging van de vervaldatum) in en tussen nationale registers van de EU, de EU-lidstaten en IJsland;

    boekhoudkundige procedures met betrekking tot de overgang van de eerste verbintenisperiode naar de tweede, met inbegrip van de overheveling van overschotten aan boekhoudkundige eenheden uit de eerste verbintenisperiode naar de tweede;

    het instellen en bijhouden van een reserve van overschotten uit de vorige periode en van een reserve voor de verbintenisperiode voor iedere partij bij de overeenkomst inzake de gezamenlijke nakoming;

    de heffing of het „aandeel in de inkomsten” bij het verlenen van ERU's (emission reduction units) en bij de eerste internationale overdracht van AAU's (assigned amount units) in de tweede verbintenisperiode.

    4.   Algemene opmerkingen

    4.1

    Samengevat zal het voorstel de EU in staat stellen om werk te maken van de tweede verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto, waarbij verlening, overdracht en overheveling van boekhoudkundige eenheden mogelijk worden. Ook zal de Commissie dan gedelegeerde handelingen ter zake kunnen vaststellen. Met het voorstel wordt de technische uitvoering van bestaande overeenkomsten betreffende het Protocol van Kyoto mogelijk gemaakt en gefaciliteerd. Het EESC steunt het voorstel zoals het is gepresenteerd.

    Brussel, 26 februari 2014

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Henri MALOSSE


    Top