EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013XC0426(01)

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 6 maart 2013 betreffende een procedure voor het opleggen van een geldboete krachtens artikel 23, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad wegens niet-nakoming van een toezegging die verbindend was verklaard bij een Commissiebesluit op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (Zaak COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop)) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 1210 final)

PB C 120 van 26.4.2013, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/15


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 6 maart 2013

betreffende een procedure voor het opleggen van een geldboete krachtens artikel 23, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad wegens niet-nakoming van een toezegging die verbindend was verklaard bij een Commissiebesluit op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad

(Zaak COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop))

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 1210 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

2013/C 120/06

Op 6 maart 2013 heeft de Commissie een besluit vastgesteld betreffende een procedure voor het opleggen van een geldboete krachtens artikel 23, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad  (1) wegens niet-nakoming van een toezegging die verbindend was verklaard bij een Commissiebesluit op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad publiceert de Commissie hierbij de naam van de partij en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de onderneming inzake de bescherming van haar bedrijfsgeheimen.

Achtergrond van de zaak

(1)

Op 16 december 2009 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 een besluit vastgesteld betreffende een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-Overeenkomst waarbij de toezeggingen verbindend werden verklaard die Microsoft Corporation (hierna „Microsoft” genoemd) had gedaan om tegemoet te komen aan de bezwaren die de Commissie in haar mededeling van punten van bezwaar van 14 januari 2009 had uiteengezet (hierna de „toezeggingen” genoemd) (2).

(2)

De voorlopige bezwaren van de Commissie hielden verband met de koppelverkoop van de webbrowser van Microsoft (Internet Explorer, hierna „IE” genoemd) met haar besturingssysteem voor cliënt-pc's (Windows), waarvoor zij een machtspositie heeft.

(3)

Om aan de voorlopige bezwaren van de Commissie tegemoet te komen, heeft Microsoft met name toegezegd gebruikers van Windows een onbevooroordeelde keuze uit verschillende webbrowsers te zullen bieden met behulp van een keuzescherm in Windows XP, Windows Vista en Windows 7, alsook in de Windows-besturingssystemen voor cliënt-pc's die na Windows 7 zullen worden verkocht. Microsoft heeft toegezegd het keuzescherm te zullen aanbieden aan Windows-gebruikers binnen de Europese Economische Ruimte (hierna „EER” genoemd) bij wie IE als standaardwebbrowser is ingesteld.

Procedure

(4)

Op 17 juni 2012 is de Commissie in kennis gesteld van een mogelijke niet-nakoming van de gedane toezeggingen door Microsoft. Op 4 juli 2012 heeft Microsoft erkend dat zij het keuzescherm niet heeft aangeboden aan gebruikers van Windows 7 Service Pack 1 (hierna „Windows SP 1” genoemd).

(5)

Op 16 juli 2012 heeft de Commissie besloten de procedure te heropenen. Op 24 oktober 2012 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aangenomen. Op 6 november 2012 is Microsoft toegang verleend tot het dossier van de Commissie. Op 2 december 2012 heeft Microsoft op de mededeling van punten van bezwaar geantwoord.

(6)

Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities heeft op 4 maart 2013 een gunstig advies uitgebracht. Op 5 maart 2013 heeft de raadadviseur-auditeur zijn eindverslag opgesteld.

Juridische beoordeling en geldboeten

(7)

De inbreuk bestaat erin dat Microsoft zich niet aan afdeling 2 van de toezeggingen heeft gehouden door het keuzescherm niet aan te bieden aan gebruikers binnen de EER bij wie IE als standaardwebbrowser was ingesteld.

(8)

In het licht van de door Microsoft aangevoerde argumenten heeft de Commissie geconcludeerd dat de overtreding van Microsoft 14 maanden heeft geduurd, namelijk van 17 mei 2011 tot en met 16 juli 2012. De Commissie was tevens van mening dat de niet-naleving door Microsoft van afdeling 2 van de toezeggingen voor ongeveer 15,3 miljoen gebruikers gevolgen heeft gehad.

Nalatigheid

(9)

Een reeks technische fouten en omissies heeft ertoe geleid dat Microsoft het keuzescherm niet aan de betrokken gebruikers heeft aangeboden. Gezien haar middelen en knowhow had Microsoft echter dergelijke fouten moeten kunnen vermijden en had de onderneming in betere procedures moeten voorzien om te garanderen dat het keuzescherm op correcte wijze aan de betrokken gebruikers was aangeboden.

(10)

De Commissie is dan ook tot de conclusie gekomen dat Microsoft nalatig heeft gehandeld.

Zwaarte

(11)

De Commissie benadrukt dat, ongeacht de concrete omstandigheden van de zaak, de niet-naleving van een besluit tot verbindendverklaring van gedane toezeggingen in beginsel een zwaarwegende inbreuk op het Unierecht is (3).

(12)

In de onderhavige zaak druist de niet-naleving door Microsoft van afdeling 2 van de toezeggingen volledig in tegen de mededingingsbezwaren van de Commissie en de verplichtingen van Microsoft zoals die in de toezeggingen zijn beschreven. Het aantal betrokken gebruikers (ongeveer 15,3 miljoen) was aanzienlijk.

(13)

De Commissie beschouwt de door Microsoft gemaakte inbreuk dan ook als zwaarwegend.

Duur

(14)

De niet-naleving door Microsoft van afdeling 2 van de toezeggingen heeft 14 maanden geduurd. Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete heeft de Commissie ermee rekening gehouden dat 14 maanden een aanzienlijk deel van de totale geldigheidsduur van afdeling 2 van de toezeggingen (4 jaar en 39 weken) uitmaakt.

Verzachtende omstandigheden

(15)

In het besluit wordt geconcludeerd dat het feit dat Microsoft de Commissie heeft geholpen om de zaak efficiënter te onderzoeken door bewijsmateriaal van de overtreding te verstrekken, als een verzachtende omstandigheid moet worden aangemerkt. Microsoft heeft middelen ingezet voor het verrichten van een grondig onderzoek naar de redenen voor de overtreding.

Afschrikkende werking

(16)

Om te garanderen dat de geldboete een afschrikkende werking heeft, heeft de Commissie met de omvang en de middelen van Microsoft rekening gehouden. De Commissie heeft bijgevolg rekening gehouden met het feit dat de omzet van Microsoft in het boekjaar juli 2011-juni 2012, het laatste volledige boekjaar van Microsoft, 73,723 miljoen USD (55,088 miljoen EUR) heeft bedragen.

De geldboete

(17)

In het licht van alle bovenbeschreven factoren heeft de Commissie de geldboete vastgesteld op 561 000 000 EUR, wat overeenstemt met 1,02 % van de omzet van Microsoft in het boekjaar juli 2011-juni 2012.


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  PB C 36 van 13.2.2010, blz. 7.

(3)  Zie, mutatis mutandis, zaak T-141/08, E.ON Energie AG/Commissie, Jurispr. 2010, blz. II-5761, punt 279.


Top