EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013IP0028

Resolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2013 over de aanbevelingen van de NPV-toetsingsconferentie inzake de realisatie van een Midden-Oosten dat vrij is van massavernietigingswapens (2012/2890(RSP))

PB C 440 van 30.12.2015, p. 97–99 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 440/97


P7_TA(2013)0028

Aanbevelingen van de NPV-toetsingsconferentie inzake de totstandbrenging van een Midden-Oosten vrij van massavernietigingswapens

Resolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2013 over de aanbevelingen van de NPV-toetsingsconferentie inzake de realisatie van een Midden-Oosten dat vrij is van massavernietigingswapens (2012/2890(RSP))

(2015/C 440/16)

Het Europees Parlement,

gezien de verklaring van 24 november 2012 van Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, over de verdaging van de conferentie van Helsinki over de totstandbrenging van een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten,

gezien het halfjaarlijkse voortgangsverslag van augustus 2012 over de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (2012/I) (1),

gezien de drie EU-seminars over veiligheid in het Midden-Oosten, de non-proliferatie van massavernietigingswapens en ontwapening in Parijs in juni 2008, het eerste seminar over het Midden-Oosten van het non-proliferatieconsortium van de EU in Brussel op 6 en 7 juli 2011 en het tweede seminar over het Midden-Oosten van het non-proliferatieconsortium van de EU op 5 en 6 november 2012, dat ging over de voorbereiding van de VN-conferentie over een massavernietigingswapenvrij Midden-Oosten,

gezien de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, die de Europese Raad op 12 december 2003 heeft goedgekeurd,

gezien Besluit 2012/422/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens,

gezien zijn eerdere resoluties van 26 februari 2004 (2), 10 maart 2005 (3), 17 november 2005 (4) en 14 maart 2007 (5) over nucleaire non-proliferatie en nucleaire ontwapening, en die van 10 maart 2010 (6) over het Verdrag inzake de non-proliferatie van kernwapens,

gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 13 december 2011 over de totstandbrenging van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten,

gezien het rapport van de secretaris-generaal van de VN van 6 oktober 2010 over het gevaar van de verspreiding van kernwapens in het Midden-Oosten,

gezien het slotdocument van de in 2010 gehouden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens,

gezien de gemeenschappelijke verklaring van de Top van Parijs voor het Middellandse Zeegebied van 13 juli 2008,

gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de conferentie over de totstandbrenging van een zone die vrij is van kern- en alle andere massavernietigingswapens in het Midden-Oosten, die voor december 2012 was gepland, is uitgesteld;

B.

overwegende dat de afgelasting van de conferentie over een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten, waarvoor het plan in 2010 is geboren op de toetsingsconferentie inzake het non-proliferatieverdrag, negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de regionale veiligheid en de internationale inspanningen gericht op nucleaire ontwapening;

C.

overwegende dat Verdrag inzake de non-proliferatie van kernwapens en massavernietigingswapens een hoeksteen van de internationale veiligheid is; dat het voor de veiligheid van het allergrootste belang is te voorkomen dat nog meer staten kernwapens verwerven of gebruiken, dat de wereldwijde bestanden worden verminderd en dat gestreefd wordt naar een wereld zonder kernwapens;

D.

overwegende dat het slotdocument van de conferentie van 2010 voor de toetsing van het Verdrag inzake de non-proliferatie van kernwapens de afspraak bevat om in 2012 een conferentie te organiseren over de totstandbrenging van een zone die vrij is van kern- en andere massavernietigingswapens in het Midden-Oosten, en dat een dergelijk proces er met spoed moet komen om opnieuw te bekrachtigen dat het non-proliferatieverdrag nog steeds geldt;

E.

overwegende dat reeds sinds de benoeming van Jaakko Laajava, de Finse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, tot coördinator van deze conferentie, gewerkt wordt aan de voorbereidingen voor deze conferentie;

F.

overwegende dat er voor andere regio's in de wereld, in concreto Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied, het zuidelijk deel van de Stille Oceaan, Zuidoost-Azië, Afrika en Centraal-Azië, reeds verdragen voor kernwapenvrije zones bestaan; dat de kernwapenvrije status die Mongolië zichzelf heeft toegekend, erkend is middels de goedkeuring van de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN over de internationale veiligheids- en kernwapenvrije status van dat land; dat er nog andere verdragen zijn over het kernwapenvrij maken van bepaalde gebieden, zoals het Zuidpoolverdrag, het Ruimteverdrag, de Maanovereenkomst en het Zeebodemverdrag;

G.

overwegende dat de EU alle landen in de regio aanmoedigt om hun constructieve samenwerking met de coördinator voort te zetten en verdere initiatieven te ontplooien met het oog op de volledige uitbanning van alle massavernietigingswapens in de regio — ongeacht of het om chemische, biologische of kernwapens gaat — met de bijbehorende lanceersystemen;

H.

overwegende dat de Europese Unie, samen met alle leden van het Euro-mediterrane partnerschap, in de Verklaring van Barcelona van 1995 heeft ingestemd met de doelstelling van het bevorderen van een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten; dat de EU de inspanningen van de coördinator, alsook de doelstelling van het bevorderen van de totstandbrenging van een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten steunt, in het bijzonder middels het „non-proliferatieconsortium” en een aantal aan dit onderwerp gewijde seminars, zoals de seminars in 2008 en 2011 en het seminar in november 2012;

I.

overwegende dat de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de co-sponsoren en de als depositaris optredende staten zijn van de resolutie over het Midden-Oosten van de conferentie van 1995 voor de toetsing van het non-proliferatieverdrag;

J.

overwegende dat de politieke situatie in de regio nog steeds zeer instabiel is en gekenmerkt wordt door chaos en dramatische politieke veranderingen in het Midden-Oosten, o.a. een escalatie van het conflict in Syrië, de impasse inzake Iran en de toenemende spanning tussen Israël en Palestina en de buurlanden;

K.

overwegende dat de EU de lopende voorbereidingen voor de conferentie, waaraan alle landen uit de regio zullen deelnemen, steunt met het oog op een succesvol resultaat, dit alles tegen de achtergrond van de chaos en de politieke veranderingen die zich in het Midden-Oosten voltrekken;

L.

overwegende dat de Beweging van niet-gebonden staten op de snelle totstandbrenging van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten heeft aangedrongen, als een prioritaire stap in de richting van de totstandbrenging van een massavernietigingswapenvrije zone;

1.

betreurt dat de op de toetsingsconferentie van 2010 voor 2012 geplande conferentie over de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens is uitgesteld;

2.

is ingenomen met de rol van de Verenigde Naties bij de instelling van een wederzijds verifieerbare kernwapenvrije zone; merkt op dat niet alle staten in de regio partij zijn bij het non-proliferatieverdrag;

3.

verzoekt de secretaris-generaal van de VN, de coördinator van de VN, de sponsoren van de resolutie van 1995 over het Midden-Oosten, de hoge vertegenwoordiger van de EU en de lidstaten van de EU ervoor te zorgen dat de voor 2012 geplande conferentie zo vroeg mogelijk in 2013 plaatsvindt;

4.

is ervan overtuigd dat de totstandbrenging van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten de internationale vrede en veiligheid zeer ten goede zou komen en een voorbeeld en een positieve stap vooruit zou betekenen zijn voor de „Global Zero”-campagne;

5.

verzoekt Catherine Ashton, de HV/VV, ervoor te zorgen dat de Europese Unie dit proces actief blijft ondersteunen, in het bijzonder door er via diplomatieke middelen bij alle betrokken partijen op aan te dringen dat zij constructief en met hernieuwde politieke wil deelnemen aan de onderhandelingen;

6.

is ingenomen met de betrokkenheid van de EU bij het proces dat moet leiden tot de instelling van een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten; is van mening dat verklaringen van goede wil een eerste stap zijn om de huidige impasse te doorbreken; meent dat een vreedzame oplossing van de conflicten in het Midden-Oosten het vertrouwen kan scheppen dat nodig is voor de uiteindelijke totstandbrenging van een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten;

7.

herinnert alle betrokken partijen aan het urgente karakter van deze problematiek, gelet op het conflict en de onderhandelingen over het nucleaire programma van Iran en de burgeroorlog in Syrië; herinnert eraan dat de Syrische regering nog steeds de controle heeft over een van de grootste en gevaarlijkste chemische wapenarsenalen ter wereld;

8.

verzoekt alle landen in de regio toe te treden tot het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens en tot het Verdrag inzake biologische en toxinewapens;

9.

onderstreept het belang van de lopende dialoog over een massavernietigingswapenvrije zone in het Midden-Oosten om zo onderzoek te doen naar het brede kader en de tussenstappen met behulp waarvan de regionale vrede en veiligheid versterkt zouden worden; benadrukt dat het volgende tot de centrale punten moet behoren: naleving van de veiligheidsvoorschriften van het IAEA (en een aanvullend protocol), een verbod op de productie van splijtbaar materiaal voor wapens en op de verrijking van uranium tot boven het normale brandstofpercentage, toetreding tot de verdragen die biologische en chemische wapens verbieden en de totstandbrenging van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten; onderstreept dat deze maatregelen de internationale vrede en veiligheid in hoge mate ten goede zouden komen;

10.

dringt aan op een nieuw initiatief om op regionaal niveau vertrouwen te creëren, naar het voorbeeld van het proces van Helsinki, om op lange termijn de doelstelling van een Midden-Oosten zonder militaire conflicten te verwezenlijken;

11.

verzoekt Catherine Ashton, de HV/VV, het Parlement op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen met betrekking tot de inspanningen voor het alsnog houden van de hierboven bedoelde, aanvankelijk voor december 2012 geplande conferentie;

12.

verzoekt zijn voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de parlementen en regeringen van de lidstaten van de EU, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de coördinator, en de regeringen en parlementen van de landen in het Midden-Oosten.


(1)  PB C 237 van 7.8.2012, blz. 1.

(2)  PB C 98 E van 23.4.2004, blz. 152.

(3)  PB C 320 E van 15.12.2005, blz. 253.

(4)  PB C 280 E van 18.11.2006, blz. 453.

(5)  PB C 301 E van 13.12.2007, blz. 146.

(6)  PB C 349 E van 22.12.2010, blz. 77.


Top