EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0284
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION with a view to bringing an end to the situation of an excessive government deficit in Cyprus
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Cyprus te verhelpen
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Cyprus te verhelpen
/* COM/2013/0284 final - 2013/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Cyprus te verhelpen /* COM/2013/0284 final - 2013/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in
Cyprus te verhelpen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 126,
lid 7, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie (VWEU) dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te
vermijden. (2) Het stabiliteits- en
groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën
als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot
werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. (3) De Raad heeft op 13 juli 2010
op grond van artikel 126, lid 6, VWEU besloten dat er in Cyprus een
buitensporig tekort bestond[1]
en overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de
bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij
buitensporige tekorten een aanbeveling tot dit land gericht om uiterlijk in 2012 het buitensporig tekort te corrigeren. (4) De Commissie heeft op 27 januari 2011
in een mededeling aan de Raad geconcludeerd dat Cyprus doeltreffend gevolg had
gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 13 juli
2010 om zijn overheidstekort tot onder
de referentiewaarde van 3 % van het bbp
terug te dringen, en achtte daarom verdere stappen in de
buitensporigtekortprocedure niet noodzakelijk. (5) In een tweede mededeling aan
de Raad heeft de Commissie op 11 januari
2012 bevestigd dat Cyprus doeltreffend
gevolg had gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 13 juli 2010 om zijn
overheidstekort tot onder de referentiewaarde van 3
% van het bbp terug te dringen, en zij achtte daarom verdere stappen in de
buitensporigtekortprocedure niet noodzakelijk. (6) Overeenkomstig artikel 3, lid 5,
van Verordening (EG) nr. 1467/97 kan de Raad, op grond van een aanbeveling
van de Commissie, een herziene aanbeveling krachtens artikel 126, lid 7,
VWEU vaststellen indien aan de aanvankelijke aanbeveling effectief gevolg is
gegeven en er zich na de vaststelling ervan onverwachte ongunstige economische
gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën
hebben voorgedaan. Op basis van de in de aanbeveling van de Raad vervatte
economische prognoses wordt beoordeeld of er sprake is van onverwachte
ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de
begroting. (7) Overeenkomstig artikel 126, lid 7,
VWEU en artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad moet de Raad aanbevelingen
richten tot de betrokken lidstaat opdat deze binnen een bepaalde termijn een
einde maakt aan de situatie van buitensporig tekort. In de aanbeveling moet een
termijn van ten hoogste zes maanden worden bepaald waarbinnen de betrokken
lidstaat doeltreffende actie moet ondernemen om het buitensporig tekort te
corrigeren. Voorts moet de Raad in een aanbeveling om een buitensporig tekort
te corrigeren, de betrokken lidstaat verzoeken dat hij jaarlijkse
begrotingsdoelstellingen realiseert die op grond van de prognoses die aan de
aanbeveling ten grondslag liggen, stroken met een benchmark die overeenstemt
met een minimale jaarlijkse verbetering van ten minste 0,5 % van het bbp in het
structurele saldo, dit is het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo ongerekend
eenmalige en tijdelijke maatregelen. (8) Op basis van een diepgaand
onderzoek van de aard, de oorsprong en de omvang van de macro-economische
ontwikkelingen in Cyprus heeft de Commissie in mei 2012 geconcludeerd dat Cyprus, met name wat de externe positie,
de overheidsfinanciën en de financiële sector betreft, met zeer ernstige
onevenwichtigheden kampte die dringend moesten worden aangepakt. De situatie in
de Cypriotische banksector werd gezien als een bedreiging voor de houdbaarheid
van de positie van het land. Ten aanzien van het buitenland vertoonde de
lopende rekening aanzienlijke en voortdurende tekorten die te maken hadden met
een geleidelijke daling van het vermogen om op prijs en kosten te concurreren,
en was de positie inzake internationale investeringen een bron van bezorgdheid.
De situatie in de Cypriotische banksector werd voorts gezien als een bedreiging
voor de houdbaarheid van de positie van het land. Wat de interne situatie
betreft, was de particuliere sector met zijn omvangrijke uitstaande schuld van
niet-financiële vennootschappen en de zeer hoge schuldenlast van de huishoudens
een bron van bezorgdheid. Daarnaast zijn de overheidsfinanciën omgeslagen naar
jaarlijkse tekorten die zelfs groter zijn geworden toen de economie van de
recessie herstelde, en zijn de recente inspanningen om het buitensporig tekort
te corrigeren mogelijk niet toereikend gebleken. De overheidsschuld is
geleidelijk gestegen tot boven de in het Verdrag vastgestelde drempel en zou
naar verwachting aanzienlijk toenemen. (9) Op 10 juli 2012 heeft de
Raad landenspecifieke aanbevelingen tot Cyprus gericht die onder meer gebaseerd
waren op de beoordeling van het nationale hervormingsprogramma van Cyprus en
van het stabiliteitsprogramma van Cyprus voor de periode 2012-2015.
In de eerste aanbeveling wordt opgeroepen tot een strikte tenuitvoerlegging van
de begrotingsstrategie in 2013 en de
jaren daarna. Ook wordt er opgeroepen tot een snellere invoering van een
afdwingbaar meerjarig budgettair kader met een bindende wettelijke grondslag en
corrigerende mechanismen. Dit kader moet ook worden versterkt door de invoering
van programma- en prestatiegerichte budgettering. Gelet op de inefficiënties
van de belastingdiensten en bij de inning van de belastingen zijn maatregelen
nodig om de belastingwetgeving beter te doen naleven en belastingontduiking aan
te pakken. (10) In het licht van de toenemende
ernstige economische en financiële verstoringen hebben de Cypriotische
autoriteiten op 25 juni 2012 officieel verzocht om financiële bijstand
in de vorm van een lening van de Europese Faciliteit voor financiële
stabiliteit/ het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), alsmede van het Internationaal
Monetair Fonds (IMF), om de economie opnieuw op een duurzaam groeipad te helpen
brengen, ervoor te zorgen dat het bankstelsel weer naar behoren functioneert,
en de financiële stabiliteit in de Europese Unie en in de eurozone te
vrijwaren. Op 27 juni 2012 heeft de Eurogroep de Commissie, in
overleg met de Europese Centrale Bank (ECB), de Cypriotische autoriteiten en
het IMF verzocht in te stemmen met een macro-economisch aanpassingsprogramma,
met inbegrip van de financieringsbehoeften, en passende actie te ondernemen om
de financiële stabiliteit te vrijwaren in de zeer onzekere context waarin
risico bestaat op spill-overeffecten van de onrust op de markt voor
overheidsobligaties. Op 16 maart en 25 maart 2013
heeft de Eurogroep met Cyprus een politieke overeenkomst bereikt over
financiële bijstand en de voornaamste onderdelen van een programma. Op 12 april 2013
was de Eurogroep van oordeel dat de noodzakelijke onderdelen van het
macro-economisch aanpassingsprogramma voorhanden waren om de desbetreffende
nationale procedures voor de formele goedkeuring van het mechanisme voor
financiële ondersteuning van het ESM in gang te zetten. Op 25 april 2013
heeft de Raad een besluit overeenkomstig artikel 136
VWEU vastgesteld waarin de voornaamste onderdelen van het door Cyprus ten
uitvoer te leggen macro-economisch aanpassingsprogramma vervat lagen. Op 26 april 2013
werd een memorandum van overeenstemming dat strookt met het genoemde besluit,
ondertekend door de Cypriotische autoriteiten en de Commissie, die namens het
ESM handelt. (11) Meer dan een decennium van
volgehouden en sterke economische groei in Cyprus is in 2009 ten einde gelopen. De economische activiteit liep met 1¾ % terug met een zwakke interne vraag
en een ongunstige economische context die de groei zwaar onder druk zette. De
economische activiteit herstelde in 2010
met een reële groei van het bbp met 1,1 % terwijl in de eerste helft van 2011 een groei van 1,5 % werd
opgetekend. Volgens de voorjaarsprognoses 2010
van de diensten van de Commissie, die aan de aanbeveling van de Raad van 13 juli 2010
op grond van artikel 126, lid 7, VWEU ten grondslag lagen, zou de
Cypriotische economie in 2011 met 1,3 %
groeien. Ondanks een zeer goed toeristisch seizoen in 2011 kreeg het herstel in juli 2011
een slag door het ernstige ongeval waardoor de elektriciteitscentrale van
Vasiliko, die goed is voor de helft van de totale productiecapaciteit, werd
vernield. De afbouw van zeer zware onevenwichtigheden van de publieke en
particuliere sector in de Cypriotische economie leidde bovendien tot een
gespannen financiële en begrotingssituatie, hetgeen de negatieve effecten op de
economische activiteit nog versterkte, grote economische onzekerheid meebracht
en de gespannen toestand op de arbeidsmarkt nog verergerde. Door de aanhoudende
zwakte in de internationale context was het niet mogelijk het effect op de
interne vraag te compenseren met de externe vraag. Ten gevolge daarvan bleek de
jaarlijkse economische groei voor 2011
op 0,5 %
uit te komen, bijna één percentagepunt lager dan de prognose van de Commissie
ten tijde van de aanbeveling van de Raad. Het jaar 2012 lag buiten het gezichtsveld toen de Commissie haar prognose
opmaakte waarop de Raad zijn aanbeveling baseerde. Volgens de hypothese dat de
negatieve output gap geleidelijk zou worden gedicht, werd voor 2012 een hogere groei verwacht dan in 2011. Volgens de laatste prognose van de
diensten van de Commissie zou de reële bbp-groei in 2012 ‑2,4 % bedragen. (12) Het overheidstekort is in 2011 uitgekomen op 6,3% van het bbp, tegen 5,3% in
2010. De verslechtering in het
begrotingssaldo deed zich voor ondanks de maatregelen voor
begrotingsconsolidatie van de begrotingswet van 2011
en drie reeksen maatregelen die in loop van 2012
werden getroffen om het begrotingstekort verder terug te dringen, hetgeen
echter niet toereikend was om de achteruitgang in de overheidsfinanciën tot
stilstand te brengen. De genoemde reeksen van economische gebeurtenissen, met
name de afbouw van zeer zware onevenwichtigheden in de publieke en particuliere
sector van de Cypriotische economie, vormen de achtergrond waartegen de
ontwikkelingen in de overheidsfinanciën zich voordoen onder meer met de
effecten van de groeisamenstelling die niet verwaarloosbaar zijn en de hogere
kosten voor schuldfinanciering ten gevolge van het verlies van toegang tot
langlopende marktfinanciering. (13) In de meest recente prognoses
van de diensten van de Commissie wordt het overheidstekort voor 2012 op 6,3% van het bbp geraamd. Dit geraamde tekort
ligt aanzienlijk hoger dan in vroegere prognoses van de diensten van de
Commissie, in het bijzonder door de aanmerkelijke terugval in de inkomsten van
zowel directe als indirecte belastingen (meestal btw, vennootschapsbelasting en
sociale bijdragen) en hogere uitgaven door de stijgende werkloosheid en de
hoger dan verwachte vervroegde uitdiensttreding. In vergelijking met de
winterprognose voor 2013 van de diensten
van de Commissie werd het tekort voor 2012
met ongeveer ½ % van het bbp opwaarts bijgesteld ten gevolge van een eenmalige
uitgave met betrekking tot de verzekeringskosten voor de ontploffing in de
elektriciteitscentrale van Vasiliko in juli 2011,
betaalbaar in een termijn van vier jaar maar volledig geboekt in 2012, alsmede de boeking van een
kapitaaloverdracht voor de betaling van de gekapitaliseerde rente op de
herkapitalisatieobligatie voor Cyprus Popular Bank. (14) Volgens de meest recente
economische prognoses van de diensten van de Commissie bedroeg het structureel
tekort respectievelijk 5,7 % en 6,6 % van het bbp in 2010 en 2011.
In 2012 komt het naar verwachting uit op
6,6 %
van het bbp. In de prognose van de diensten van de Commissie waarop de
aanbeveling van de Raad van juli 2010
was gebaseerd, werd een gemiddelde potentiële groei van ongeveer 1 % over de aanpassingsperiode verwacht.
Volgens de meest recente economische prognoses van de diensten van de Commissie
wordt de gemiddelde potentiële output voor de jaren 2011-2012 nu geacht
negatief te zijn (ongeveer ‑0,5 %) en blijft deze volgens de ramingen
negatief voor de jaren 2013-2016. Als voor de neerwaartse herziening van
de potentiële output sinds de aanbeveling van de Raad een correctie wordt
doorgevoerd, zou over 2011-2012 een gemiddelde budgettaire inspanning van
ongeveer 0,5 %
vereist zijn. De verwachte verandering in het structurele saldo werd echter ook
ernstig negatief beïnvloed door een onvoorziene terugval in de inkomsten ten
gevolge van een lager dan geraamde finale binnenlandse vraag en lagere invoer
alsmede door een sterkere achteruitgang van de arbeidsmarkt. Dit heeft geleid
tot hoge minderinkomsten, met name in de indirecte belastingen. Als rekening
wordt gehouden met deze effecten, wordt de algemene aangepaste
begrotingsinspanning geraamd op gemiddeld 2,4 % van het bbp, wat heel wat meer is dan
de vereiste gemiddelde jaarlijkse begrotingsinspanning over 2011-2012
van ten minste 1 ½ % van het bbp die
door de Raad wordt aanbevolen. Derhalve kan worden aangenomen dat Cyprus
effectief gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad. (15) De op 16 december 2011
vastgestelde begrotingswet voor 2012
bevatte een consolidatiestrategie aan de uitgavenzijde die voornamelijk bestond
uit (i) bijdragen van overheidsambtenaren aan hun pensioenen gecombineerd met
een bevriezing gedurende twee jaar van de lonen in de overheidssector in brede
zin, (ii) de opname van nieuwe overheidsambtenaren in het algemene
pensioenstelsel met het socialezekerheidsfonds in plaats van in het gunstiger
pensioenstelsel van de overheid, (iii) een betere afstemming van de sociale overdrachten,
(iv) besparingen in welbepaalde categorieën van overheidsuitgaven (v) een
verhoging van het btw-tarief van 15 %
tot 17 %, (vi) een tijdelijke
bijdrage op hoge inkomens van werknemers uit de privé-sector en
gepensioneerden, en (vii) een verhoging van het belastingtarief op
veronderstelde uitkering van dividenden. De bovengenoemde begrotingsramingen
bevatten ook consolidatiemaatregelen van de Cypriotische autoriteiten voor het
overblijvende gedeelte van 2012 na een
voorlopig akkoord met de programmapartners over begrotingsbeleid in november 2012, met name een vermindering van de
loonschalen van ambtenaren en gepensioneerden in de overheidssector en in
overheidsdiensten in ruimere zin. Samengevat heeft Cyprus in 2011-2012
consolidatiemaatregelen genomen met een geraamde impact voor een besparing op
de begroting van meer dan 5½ % van het
bbp. Deze bottom-upbeoordeling van de maatregelen voor consolidatie van de
begroting in de jaren 2011-2012 bevestigt de conclusie dat Cyprus
daadwerkelijk actie heeft ondernomen. (16) De bruto overheidsschuld is
gestegen tot 71,1 % van het bbp in 2011,
tegenover 67,6 % van het bbp zoals geraamd in de voorjaarsprognose van 2010 van de diensten van de Commissie waarop
de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126,
lid 7, VWEU van 13 juli 2010
is gebaseerd. De schuldontwikkelingen werden hoofdzakelijk veroorzaakt door de
hoger dan geraamde tekortresultaten, de lager dan geraamde groei en de
moeilijkheden van Cyprus om toegang tot internationale markten te krijgen voor
de dekking van zijn financieringsbehoeften, wat aanleiding gaf tot hogere
leningkosten. Deze factoren, samen met de deelneming van de overheid in de
herkapitalisatie van één commerciële bank in juni 2012,
hebben geleid tot een stijging van de algemene overheidsschuld tot ongeveer 85,8 %
van het bbp in 2012. De volgende jaren
zal de overheidsschuld onvermijdelijk verder stijgen, ten gevolge van de zwakke
groei en de aanzienlijke financieringsbehoeften van de overheid. In 2013-2014
zal de overheidsschuld verder stijgen na ontvangst van de financiële steun. De
schuldratio zal naar verwachting in 2015
pieken rond 128 % van het bbp en
zal daarna teruglopen dankzij duurzame primaire overschotten en de terugkeer
van positieve groeipercentages van het reële bbp. (17) Rekening houdend met alle deze
factoren en in het bijzonder met de aanzienlijke verslechtering van de
begrotingssituatie ten gevolge van de erger dan verwachte economische baisse en
de algemene toestand van de economie die zwakker is dan voorzien werd ten tijde
van de oorspronkelijke aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7,
is een nieuwe termijn voor correctie van het buitensporig tekort door Cyprus
gerechtvaardigd. Het is noodzakelijk voor de correctie van het buitensporig
tekort vier jaar extra te verlenen gelet op de geraamde afwijking ten opzichte
van de bbp-referentiewaarde van 3 %
tegen einde 2012 en de ongunstige
macro-economische omstandigheden. (18) Volgens de meest recente
economische prognose voor nominale bbp-groei van de diensten van de Commissie
zal het primaire overheidssaldo een tekort van 2,4 % van het bbp in 2013 vertonen, een tekort van 4,3 %
van het bbp in 2014, een tekort van 2,1 %
van het bbp in 2015 en een overschot van
1,2 %
van het bbp in 2016, terwijl het nominale
overheidstekort naar verwachting zal oplopen tot 6,5 % van het bbp voor 2013, 8,4 % van het bbp voor 2014, 6,3 % van het bbp voor 2015 en 2,9 % van het bbp in 2016. Met het oog op het toezicht en gelet op
de beperkte controle die de Cypriotische autoriteiten uitoefenen op
rentebetalingen, worden in het door Cyprus ten uitvoer te leggen
macro-economisch aanpassingsprogramma begrotingsdoelstellingen voor het
primaire saldo vastgesteld. (19) Om te komen tot een duurzame
correctie van het buitensporig tekort zal het passende aanpassingstraject
worden opgesteld en geëvalueerd op basis van een algemene beoordeling met het
structurele saldo als referentie en met een minimale jaarlijkse verbetering in
het structurele saldo van ten minste 0,5 % van het bbp als benchmark. Volledig
omschreven consolidatiemaatregelen ten belope van ongeveer 4¾ % van het bbp zullen naar verwachting
resulteren in een verbetering van het primaire overheidssaldo met ongeveer 1,3 %
van het bbp in 2013. Voor 2014 bedragen de vastgestelde consolidatiemaatregelen
ongeveer 1¾ % van het bbp en zullen zij
naar verwachting het structurele saldo met 0,3 % van het bbp verbeteren terwijl de
verbetering van het structurele saldo op 0,7 % van het bbp in 2015 en 1,8 % van het bbp in 2016 wordt geraamd. (20) De aanpassing voor 2013-2016
omvat maatregelen om de groei in de uitgaven voornamelijk met betrekking tot de
loonmassa van de overheidssector en de sociale uitkeringen te beperken en om de
inkomsten te verhogen met name door een verhoging van de tarieven van de btw,
de accijnzen, de belasting op rente-inkomsten, de vastgoedbelasting en de
vennootschapsbelasting. De begrotingsconsolidatie moet op middellange termijn
worden gehandhaafd door de groei van de uitgaven te beheersen, de
belastingheffing te verbeteren en structurele begrotingsmaatregelen te nemen. (21) In het licht van de
aanzienlijke aanvullende consolidatie in 2013
en de ongunstige en zeer onzekere macro-economische omstandigheden, onder meer
ten gevolge van het opleggen van tijdelijke kapitaalcontrole, het verlies aan
vertrouwen en het gebrek aan stabiliteit in de financiële sector, is het
ex-ante opleggen van de verplichting tot het nemen van verdere
consolidatiemaatregelen voor 2014 (naast
de in december 2012 voor
inwerkingtreding op 1 januari 2014 opgelegde maatregelen) niet passend
geacht. In het economisch en financieel aanpassingsprogramma is aan de
Cypriotische autoriteiten echter de verplichting opgelegd klaar te staan om de
programmadoelstellingen te vrijwaren door in geval van tegenvallende inkomsten
of hogere sociale uitgaven aanvullende maatregelen te nemen, rekening houdend
met ongunstige macro-economische effecten. (22) In 2014 zal het structurele saldo naar verwachting met 0,3 %
van het bbp verbeteren op basis van de overeengekomen maatregelen voor
begrotingsconsolidatie die onveranderd zijn gebleven in vergelijking met de
maatregelen die in november 2012 in het
ontwerp van memorandum van overeenstemming waren opgenomen. De geraamde
structurele inspanning in 2014 ligt
daarom op basis van de meest recente prognose van de diensten van de Commissie
lichtjes onder de minimale jaarlijkse verbetering in het structurele saldo van
ten minste 0,5 % van het bbp als benchmark. Deze verbetering moet
niettemin aanvaardbaar worden geacht in de huidige uitzonderlijke situatie
waarin de macro-economische omstandigheden zeer onzeker zijn met omvangrijke
verschuivingen in de reële en geraamde potentiële output omdat ramingen van het
structurele saldo meer dan in stabielere macro-economische omstandigheden
onzeker en voor tijdelijke schommelingen vatbaar zijn. In de winterprognose 2013 van de diensten van de Commissie is
rekening gehouden met de consolidatiemaatregelen voor 2014 en is melding gemaakt van een verbetering in het
structurele saldo met ongeveer 1,4 % van het bbp tussen 2013 en 2014.
De thans geraamde zwakkere verbetering van het structurele saldo in 2014 – ondanks de ongewijzigde reeks
consolidatiemaatregelen – kan worden verklaard door (i) de aantasting van
de belastinggrondslag van de belastingmaatregelen voor 2013, wat betekent dat sommige van deze maatregelen naar
verwachting een afnemend effect zullen hebben in 2014;
(ii) de neerwaartse herziening van de effecten van een aantal van de reeds voor
2014 genomen consolidatiemaatregelen ten
gevolge van de slechtere macro-economische omstandigheden in de
programmaperiode; (iii) een verwachte daling van de belastingheffing in 2014 voor sommige belastingmaatregelen die
voor hun resultaat (bv. inning van inkomstenbelasting en btw) afhankelijk zijn
van de economische activiteit van 2013,
en (iv) het feit dat de standaardelasticiteit die gebruikt wordt voor de
opsplitsing tussen de conjunctuurgebonden elementen en het structurele saldo,
kan leiden tot een onderschatting van de echte onderliggende
begrotingsinspanning. Een bottom-upbenadering van discretionaire
consolidatiemaatregelen, onderdeel per onderdeel, is belangrijk om het
begrotingsbeleid te kunnen beoordelen. Zij kan vooral in uiterst onzekere
macro-economische omstandigheden een nuttig aanvullend beeld verschaffen van de
echte onderliggende begrotingsinspanning. De maatregelen voor
begrotingsconsolidatie bedragen gemiddeld meer dan 3 % van het bbp voor de jaren 2013-2014. Hoewel dit bedrag aanzienlijk is,
beloopt de overeenstemmende verbetering in het structurele saldo gemiddeld
slechts ongeveer ¾ % van het bbp. (23) De voortgang in de
tenuitvoerlegging van de verbintenissen die Cyprus in het kader van de
buitensporigtekortprocedure is aangegaan, zal op gezette tijden aan een
evaluatie worden onderworpen. Ingeval de inkomsten tegenvallen of de sociale
uitgaven hoger oplopen, moet Cyprus klaarstaan en aanvullende maatregelen nemen
om de begrotingsdoelstellingen veilig te stellen. (24) Cyprus voldoet aan de
voorwaarden voor de verlenging van de termijn voor de correctie van het
buitensporige overheidstekort, zoals vastgelegd in artikel 3, lid 5,
van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van
de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten, HEEFT DE
VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD: (1)
Cyprus maakt uiterlijk in 2016 een einde aan de thans bestaande situatie van buitensporig
overheidstekort. (2)
Om het nominale overheidstekort in 2016 terug te dringen tot onder de
referentiewaarde van 3 % van het bbp,
bereikt Cyprus de doelstellingen inzake een nominaal overheidstekort van 6,5 %
van het bbp in 2013, 8,4 %
van het bbp in 2014, 6,3 %
van het bbp in 2015 en 2,9 %
van het bbp in 2016. (3)
Met dat doel voert Cyprus de begrotingswet van 2013 en de overeengekomen aanvullende
consolidatiemaatregelen, die in 2013 ten
minste 351 miljoen EUR belopen, strikt
uit. Cyprus geeft volledige uitvoering aan de in december 2012 aangenomen begrotingsmaatregelen voor 2014, die in 2014
ten minste 270 miljoen EUR bedragen.
Cyprus houdt toezicht op de gevolgen voor de begroting van de maandelijks
vastgestelde consolidatiemaatregelen en staat klaar om de
begrotingsdoelstellingen veilig te stellen door in geval van tegenvallende
inkomsten of hoger oplopende sociale uitgaven extra maatregelen te nemen,
rekening houdend met macro-economische omstandigheden. (4)
Cyprus handhaaft de consolidatie van de begroting
op middellange termijn waarbij het beleid wordt afgestemd op de
middellangetermijndoelstelling van een structureel evenwicht op de begroting
door een beperking van de groei in de uitgaven, een verbetering van de
belastingheffing alsmede door middel van structurele begrotingsmaatregelen. (5)
De Raad stelt een termijn van drie maanden vast
waarbinnen de Cypriotische autoriteiten effectieve maatregelen moeten nemen en
overeenkomstig artikel 3, lid 4 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97
van de Raad gedetailleerd verslag moeten uitbrengen over de voorgenomen
consolidatiestrategie om de doelstellingen te realiseren. Na de in aanbeveling (5) bedoelde verslaglegging en parallel met het financieel
aanpassingsprogramma brengt Cyprus om de drie maanden en in een afzonderlijk
hoofdstuk in het stabiliteitsprogramma verslag uit over de voortgang in de
tenuitvoerlegging van deze aanbevelingen, totdat het buitensporig tekort
volledig is gecorrigeerd. Deze aanbeveling is gericht tot de Republiek
Cyprus. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 186 van 20.7.2012,
blz. 30.