EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC0121(06)

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

PB C 18 van 21.1.2012, p. 16–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 18/16


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

2012/C 18/12

Na de bekendmaking van een bericht van het naderende vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika („het betrokken land”) heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 21 oktober 2011 ingediend door BASF AG, Ineos Europe AG en Sasol Germany GmbH („de indieners van het verzoek”), die samen een groot deel, in dit geval meer dan 50 %, van de productie van ethanolamine in de Unie vertegenwoordigen.

2.   Product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2922 11 00, ex 2922 12 00 en 2922 13 10.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2010 van de Raad (3).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek werd ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en voortzetting van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

De bewering dat het betrokken product nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de binnenlandse prijzen in het betrokken land met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Europese Unie. De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

Uit het door de indieners van het verzoek overgelegde voorlopige bewijsmateriaal blijkt onder meer dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product wordt ingevoerd, het prijspeil van de bedrijfstak van de Unie nog steeds negatief beïnvloeden, wat leidt tot aanzienlijke nadelen voor de algemene prestaties van de bedrijfstak van de Unie.

5.   Procedure

Daar de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen te rechtvaardigen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of voortzetting van dumping en voortzetting van schade bij het vervallen van de maatregelen al of niet waarschijnlijk zijn.

a)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Unie en de haar bekende verenigingen van producenten in de Unie, aan de producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs, aan de haar bekende importeurs, aan de haar bekende verenigingen van importeurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden worden uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder ii), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij hierom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder iii), vermelde termijn worden ingediend.

5.2.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet en dat hierdoor opnieuw schade zal ontstaan, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Unie is de antidumpingmaatregelen te handhaven. Daarom kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de haar bekende EU-producenten, importeurs, hun representatieve verenigingen, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties. Deze partijen, ook die welke bij de Commissie niet bekend zijn, kunnen, mits zij aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, binnen de in punt 6, onder ii), vermelde termijn contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6, onder iii), vermelde termijn ook om een mondeling onderhoud verzoeken, onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6.   Termijnen

i)   Aanvragen van een vragenlijst

Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid, moeten zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie een vragenlijst aanvragen.

ii)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie te verstrekken

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

iii)   Aanvragen van een mondeling onderhoud

Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

7.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (4).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden dienen alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) toe te zenden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer. Volmachten en ondertekende certificaten, die bij de antwoorden op de vragenlijst worden gevoegd, alsmede bijwerkingen daarvan moeten echter op papier, per post of in persoon, op onderstaand adres worden ingediend. Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de basisverordening moet een belanghebbende de Commissie onmiddellijk op de hoogte brengen als hij niet in staat is zijn opmerkingen en verzoeken elektronisch in te dienen. Nadere informatie over de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/trade-defence/

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 04/092

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

Contact:

 

Met betrekking tot de dumping:

Mailbox voor dit dossier: trade-ethanolamine-dumping@ec.europa.eu

Fax +32 22980450

 

Met betrekking tot de schade:

Mailbox voor dit dossier: trade-ethanolamine-injury@ec.europa.eu

Fax +32 22980765

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert of deze niet verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

10.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de maatregelen opnieuw moet worden onderzocht zodat dit kan worden gewijzigd (d.w.z. verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

11.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).

12.   Raadadviseur-auditeur

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de raadadviseur-auditeur van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van het directoraat-generaal Handel (http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm).


(1)  PB C 79 van 12.3.2011, blz. 20.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(3)  PB L 17 van 22.1.2010, blz. 1.

(4)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top