EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0340
DRAFT AMENDING BUDGET N° 4 TO THE GENERAL BUDGET 2012 GENERAL STATEMENT OF REVENUE STATEMENT OF EXPENDITURE BY SECTION Section III – Commission
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III – Commissie
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III – Commissie
/* COM/2012/0340 final */
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III – Commissie /* COM/2012/0340 final */
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III – Commissie Gezien: –
het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van
de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, –
de Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de
Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de
algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name artikel 37, –
de algemene begroting van de Europese Unie voor het
begrotingsjaar 2012, die op 1 december 2011[2]
is goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 1/2012, die op 20 april
2012 is goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 2/2012, die op 12 juni
2012 is goedgekeurd, –
het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012,
zoals gewijzigd op grond van gewijzigde begroting nr. 2/2012 dient de Europese
Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr.
4 bij de begroting 2012 in. WIJZIGINGEN
IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING De wijzigingen in de staat van ontvangsten
en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex (http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze
staat als budgettaire bijlage bijgevoegd. INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding.. 5 2. Eigen middelen.. 5 2.1. Inleiding.. 5 2.2. Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en
bni-grondslagen.. 6 2.3. Britse correctie voor 2008, 2010 en 2011. 8 2.3.1 Inleiding.. 8 2.3.2 Berekening van de correcties. 9 2.3.3 Opname in OGB 4/2012 van de eerste bijstelling
van de Britse correctie voor 2011, de tweede bijstelling van de Britse
correctie voor 2010 en het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008 12 2.4 Herziening van de financiering van de
brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2012. 13 3. Risicodelingsinstrumenten.. 14 3.1 Inleiding.. 14 3.2 Nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven.. 14 3.3 Nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten.. 15 4. Wijziging van het begrotingsonderdeel.. 15 1. Inleiding Dit ontwerp van gewijzigde
begroting (OGB) nr. 4 voor 2012 heeft betrekking op het volgende: –
de herziening van de raming van de traditionele
eigen middelen (TEM, d.w.z. douanerechten en heffingen in de suikersector), de
btw- en de bni-grondslagen, de opname in de begroting van de relevante Britse
correcties en de financiering daarvan, en de herziening van de financiering van
de vermindering van de bni-afdrachten ten voordele van Nederland en Zweden in
2012, die leiden tot een wijziging van de eigenmiddelenbijdragen van de
lidstaten aan de EU-begroting; –
de opname van vier nieuwe begrotingsonderdelen voor
de instelling van uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en
het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten, elk met een
vermelding pro memorie (p.m.); –
de wijziging van begrotingsonderdeel
16 03 05 01 – Voorbereidende actie – EuroGlobe, waarbij het
"liggende streepje" bij de betalingen voor dit onderdeel wordt
vervangen door een vermelding pro memorie (p.m.) om saldobetalingen mogelijk te
maken. 2. Eigen middelen 2.1. Inleiding In onderstaande
overzichtstabel zijn de totale eigenmiddelenbetalingen weergegeven per
lidstaat, zoals opgenomen in: –
de begroting 2012, –
het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB)
nr. 3/2012, dat betrekking heeft op de opvoering als ontvangsten op de
begroting 2012 van het overschot op de uitvoering van het begrotingsjaar 2011
van 1 496 968 014 EUR; –
dit OGB nr. 4/2012. bedragen in miljoen
euro || Begroting 2012 || OGB 3/2012 || OGB 4/2012 || || OGB 4/2012 t.o.v. OGB 3/2012 || (1) || (2) || (3) || in % || (4) = (3) – (2) BE || 5 232,9 || 5 188,9 || 5 215,9 || 4,14% || + 27,0 BG || 411,8 || 407,3 || 410,7 || 0,33% || + 3,4 CZ || 1 599,1 || 1 581,9 || 1 529,9 || 1,21% || - 52,0 DK || 2 595,9 || 2 566,9 || 2 631,9 || 2,09% || + 64,9 DE || 25 438,8 || 25 130,6 || 25 219,3 || 20,01% || + 88,6 EE || 164,5 || 162,7 || 171,3 || 0,14% || + 8,7 IE || 1 381,2 || 1 366,5 || 1 377,5 || 1,09% || + 11,0 EL || 2 205,8 || 2 180,7 || 1 965,2 || 1,56% || - 215,5 ES || 11 316,2 || 11 192,4 || 10 730,7 || 8,52% || - 461,7 FR || 20 880,9 || 20 639,8 || 20 924,1 || 16,60% || + 284,4 IT || 16 443,4 || 16 258,2 || 16 091,2 || 12,77% || - 166,9 CY || 200,6 || 198,5 || 181,3 || 0,14% || - 17,2 LV || 191,1 || 188,9 || 210,0 || 0,17% || + 21,1 LT || 323,9 || 320,3 || 329,4 || 0,26% || + 9,1 LU || 324,4 || 320,6 || 303,9 || 0,24% || - 16,7 HU || 1 101,4 || 1 088,9 || 896,7 || 0,71% || - 192,1 MT || 70,8 || 70,1 || 65,8 || 0,05% || - 4,2 NL || 6 359,0 || 6 286,4 || 6 101,5 || 4,84% || - 184,9 AT || 2 706,2 || 2 671,5 || 2 816,0 || 2,23% || + 144,5 PL || 4 060,9 || 4 015,5 || 3 643,5 || 2,89% || - 371,9 PT || 1 648,0 || 1 629,4 || 1 625,7 || 1,29% || - 3,7 RO || 1 359,7 || 1 343,6 || 1 349,0 || 1,07% || + 5,4 SI || 422,4 || 418,1 || 401,4 || 0,32% || - 16,7 SK || 755,5 || 747,1 || 752,4 || 0,60% || + 5,3 FI || 1 985,9 || 1 962,8 || 2 003,2 || 1,59% || + 40,4 SE || 3 534,2 || 3 487,3 || 3 537,2 || 2,81% || + 49,9 UK || 14 797,9 || 14 590,6 || 15 530,4 || 12,32% || + 939,8 EU || 127 512,3 || 126 015,4 || 126 015,4 || 100,00% || + 0 2.2. Herziening
van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen Volgens vaste praktijk stelt
de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van
recentere economische ramingen, goedgekeurd op een vergadering van het
Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM). De herziening heeft
betrekking op de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) die in 2012
moeten worden afgedragen aan de begroting, en op de geraamde btw- en
bni-grondslagen voor 2012. De in de begroting 2012 (en in GB 1/2012 tot OGB
3/2012) opgenomen raming werd vastgesteld tijdens de 151e
vergadering van het RCEM van 17 mei 2011. De herziene raming waarvan dit
OGB 4/2012 uitgaat, is aangenomen tijdens de 154e vergadering
van het RCEM van 21 mei 2012. Door gebruik te maken van een bijgestelde
eigenmiddelenraming kan nauwkeuriger worden bepaald welke bijdragen tijdens het
begrotingsjaar van de lidstaten worden gevraagd en wordt het effect van de
onvermijdelijke ramingsfouten van het jaar voordien beperkt. Ten opzichte van de in mei
2011 goedgekeurde raming is de in mei 2012 goedgekeurde raming op de volgende
punten herzien: –
Het geraamde totaalbedrag van de
nettosuikerheffingen 2012 is niet gewijzigd en bedraagt 123,4 miljoen EUR (na
aftrek van 25 % inningskosten). –
De totale nettodouanerechten 2012 (inclusief
douanerechten op landbouwproducten) worden nu geraamd op
17 650,8 miljoen EUR (na aftrek van 25 % inningskosten), hetgeen
neerkomt op een daling met 7,9 % ten opzichte van de in mei 2011 geraamde
19 171,2 miljoen EUR. De belangrijkste reden voor deze daling is een lager
geraamd gemiddeld tarief (1,32 % ten opzichte van 1,45 %). Bij de
ramingen per lidstaat is gebruikgemaakt van de voorspelde groeipercentages van
de invoer uit derde landen, die op 11 mei 2012 in de voorjaarsprognoses 2012
werden bekendgemaakt. –
De totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU
in 2012 wordt thans geraamd op 5 779 304,1 miljoen EUR, wat
neerkomt op een stijging met 0,4 % in vergelijking met de in mei 2011
geraamde 5 756 405,2 miljoen EUR. De totale afgetopte
btw-grondslag voor de EU in 2012[3]
wordt nu geraamd op 5 763 295,6 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op een
stijging met 0,4 % in vergelijking met de in mei 2011 geraamde 5 740 777,2 miljoen
EUR. –
De totale bni-grondslag voor de EU in 2012 wordt
thans geraamd op 12 878 244,7 miljoen EUR, wat neerkomt op
een daling met 1,9 % in vergelijking met de in mei 2010 geraamde
13 130 916,3 miljoen EUR. Voor de omrekening van de in
nationale valuta luidende btw- en bni-grondslagen naar euro (voor de tien
lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 30 december
2011 gebruikt. Distorsies worden voorkomen doordat dezelfde koers wordt
gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden
omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen
(overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000
van de Raad). De herziene ramingen van TEM,
niet-afgetopte btw-grondslagen en bni-grondslagen voor 2012 zoals vastgesteld
tijdens de 154e vergadering van het RCEM van 21 mei 2012 zijn
weergegeven in onderstaande tabel (afgeronde cijfers): Herziene
ramingen van TEM, btw- en bni-grondslagen voor 2011 (in miljoen EUR) || Suiker- heffingen (75 %) || Douane-rechten (75 %) || Niet-afgetopte btw-grondslagen || Bni-grondslagen || Afgetopte btw-grondslagen[4] BE || 6,6 || 1 709,0 || 164 200,6 || 384 015,9 || 164 200,60 BG || 0,4 || 54,2 || 17 944,9 || 38 430,5 || 17 944,90 CZ || 3,4 || 229,5 || 64 537,5 || 140 367,8 || 64 537,50 DK || 3,4 || 347,5 || 99 128,2 || 253 673,1 || 99 128,20 DE || 26,3 || 3 600,3 || 1 165 502,0 || 2 672 592,5 || 1 165 502,00 EE || 0,0 || 23,1 || 7 880,5 || 15 872,2 || 7 880,50 IE || 0,0 || 209,7 || 61 788,7 || 125 496,2 || 61 788,70 EL || 1,4 || 140,4 || 89 493,6 || 199 825,7 || 89 493,60 ES || 4,7 || 1 178,5 || 479 157,0 || 1 036 829,0 || 479 157,00 FR || 30,9 || 1 764,0 || 954 295,3 || 2 079 550,4 || 954 295,30 IT || 4,7 || 1 763,9 || 652 675,9 || 1 578 251,6 || 652 675,90 CY || 0,0 || 21,5 || 14 218,6 || 17 237,5 || 8 618,75 LV || 0,0 || 24,4 || 6 894,4 || 20 989,4 || 6 894,40 LT || 0,8 || 49,0 || 11 421,9 || 31 245,9 || 11 421,90 LU || 0,0 || 15,2 || 23 664,1 || 31 069,8 || 15 534,90 HU || 2,0 || 105,2 || 34 764,0 || 87 872,1 || 34 764,00 MT || 0,0 || 10,5 || 4 701,1 || 5 952,3 || 2 976,15 NL || 7,3 || 1 986,6 || 268 334,1 || 608 481,6 || 268 334,10 AT || 3,2 || 208,6 || 138 765,2 || 308 548,4 || 138 765,20 PL || 12,8 || 373,0 || 171 886,5 || 351 257,4 || 171 886,50 PT || 0,2 || 128,2 || 78 381,5 || 160 867,6 || 78 381,50 RO || 1,0 || 115,0 || 48 853,1 || 137 935,4 || 48 853,10 SI || 0,0 || 77,2 || 17 956,5 || 34 804,0 || 17 402,00 SK || 1,4 || 127,7 || 25 074,5 || 70 157,1 || 25 074,50 FI || 0,8 || 157,6 || 90 991,5 || 200 276,4 || 90 991,50 SE || 2,6 || 511,7 || 177 296,7 || 405 983,0 || 177 296,70 UK || 9,5 || 2 719,3 || 909 496,2 || 1 880 661,9 || 909 496,20 EU || 123,4 || 17 650,8 || 5 779 304,1 || 12 878 244,7 || 5 763 295,60 2.3. Britse
correctie voor 2008, 2010 en 2011 2.3.1 Inleiding De correctie voor
begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de
"Britse correctie") die in dit OGB moet worden opgenomen, heeft
betrekking op drie jaren: 2008, 2010 en 2011. Op de Britse correcties voor
2008, 2010 en 2011 zijn de bepalingen van Besluit 2007/436/EG, Euratom van
de Raad en het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2007[5], van toepassing. Overeenkomstig
de bepalingen van dit besluit worden de netto "buitengewone
voordelen", of "meevallers" als gevolg van de verhoging van het
percentage dat de lidstaten sinds 2001 als inningskosten mogen inhouden, geneutraliseerd
bij de berekening van de Britse correctie en worden de toegewezen uitgaven
verminderd met: –
– de pretoetredingsuitgaven (PTU) betaald uit
kredieten voor betalingen van het begrotingsjaar vóór dat van de uitbreiding.
Dit correctiemechanisme voor de PTU zal bij elke volgende uitbreiding worden
toegepast, maar zal niet meer gelden vanaf de correctie die voor het eerst in
2014 in de begroting wordt opgenomen; –
voor de correctie voor 2008 20 % en voor de
correcties voor 2010 en 2011 100 % van de totale toegewezen uitgaven in de
lidstaten die na 30 april 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, met
uitzondering van de rechtstreekse landbouwbetalingen en marktgerelateerde
uitgaven, alsmede het gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling dat
afkomstig is uit het EOGFL, afdeling Garantie. Deze vermindering wordt
geleidelijk doorgevoerd (20 % voor de correctie 2008 die in de begroting
2009 wordt opgenomen, 70 % voor de correctie 2009 die in de begroting 2010
wordt opgenomen en 100 % voor de correctie 2010 die in de begroting 2011
wordt opgenomen). Bovendien wordt het
respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de
financiering van de Britse correctie beperkt tot een vierde van wat normaal hun
aandeel zou zijn. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten,
met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Het verschil tussen het definitieve
bedrag van de Britse correctie voor 2008 en het bedrag dat eerder in de
begroting werd opgenomen (tweede bijstelling in GB 4/2010), en het verschil
tussen de tweede bijstelling van de correctie voor 2010 en het eerder in
de begroting opgenomen bedrag (eerste bijstelling in GB 5/2011) zijn in
hoofdstukken 35 en 36 van OGB 4/2012 opgevoerd. Het bedrag van de eerste
bijstelling van de Britse correctie voor 2011 is in hoofdstuk 15 van
OGB 4/2012 opgevoerd, in de plaats van het in hoofdstuk 15 van de
begroting 2012 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie
voor 2011. 2.3.2 Berekening
van de correcties In dit OGB worden de
berekening en de financiering van de eerste bijstelling van de Britse
correctie voor 2011, de tweede bijstelling van de correctie voor 2010
alsmede het definitieve bedrag van de correctie voor 2008 opgenomen. Wat de Britse correctie voor
2009 betreft, zal de Commissie (overeenkomstig de berekeningsmethode 2007)
voorstellen om een bijstelling in de begroting op te nemen als deze wezenlijk
van de eerder in de begroting opgenomen berekening verschilt. Volgens de
huidige berekeningen van de Commissie verschilt het bedrag van de Britse
correctie voor 2009 niet wezenlijk van de eerste bijstelling van de in
GB 4/2010 opgenomen Britse correctie voor 2009. Bijgevolg wordt niet
voorgesteld om de bijstelling in dit OGB 4/2012 op te nemen.
2.3.2.1 Britse
correctie 2011
In de onderstaande tabel
worden de verschillen samengevat tussen het in de begroting 2012 opgenomen
voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2011 en de in
OGB 4/2012 op te nemen eerste bijstelling van de Britse correctie
voor 2011. || Britse correctie 2011 || Britse correctie 2011 VOORLOPIG Begroting 2012 || Britse correctie 2011 BIJSTELLING OGB 4/2012 || Verschil (1) Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag || 15,0054% || 14,9462% || - 0,0592% (2) Aandeel van het VK in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven || 7,6164% || 7,3204% || - 0,2960% (3) = (1) - (2) || 7,3890% || 7,6259% || + 0,2369% (4) Totale toegerekende uitgaven || 114 982 094 901 || 116 689 113 932 || + 1 707 019 031 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) || 29 243 025 286 || 26 918 339 726 || - 2 324 685 560 (5a) Pretoetredingsuitgaven || 3 047 748 507 || 3 037 294 340 || - 10 454 167 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) || 26 195 276 779 || 23 881 045 386 || - 2 314 231 393 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5) || 85 739 069 616 || 89 770 774 207 || + 4 031 704 591 (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 || 4 181 273 373 || 4 518 220 698 || + 336 947 325 (8) Voordeel voor het VK || 319 474 318 || 534 381 657 || + 214 907 339 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) || 3 861 799 055 || 3 983 839 040 || + 122 039 986 (10) Meevallers TEM || 61 357 780 || 8 838 069 || - 52 519 710 (11) Britse correctie = (9) - (10) || 3 800 441 275 || 3 975 000 971 || + 174 559 696 De eerste bijstelling
van de Britse correctie voor 2011 valt 175 miljoen EUR hoger uit dan het voorlopige
bedrag van de in de begroting 2012 opgenomen Britse correctie voor 2011. Voor de Britse correctie 2011
bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie
tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 2 144,6 miljoen EUR in
prijzen van 2004 en 2 355,7 miljoen EUR in actuele prijzen.
2.3.2.2 Britse correctie 2010
In de onderstaande tabel
worden de verschillen samengevat tussen de in GB 4/2011 opgenomen eerste
bijstelling van de Britse correctie voor 2010 en de in OGB 4/2012 op
te nemen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010. || Britse correctie 2010 || Britse correctie 2010 1e bijstelling GB 4/2011 || Britse correctie 2010 2e bijstelling OGB 4/2012 || Verschil (1) Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag || 15,0995% || 15,3613% || + 0,2617% (2) Aandeel van het VK in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven || 7,7390% || 7,7118% || - 0,0272% (3) = (1) - (2) || 7,3605% || 7,6495% || + 0,2889% (4) Totale toegerekende uitgaven || 111 581 136 089 || 111 424 575 479 || - 156 560 609 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) || 23 885 731 392 || 23 860 842 743 || - 24 888 649 (5a) Pretoetredingsuitgaven || 2 978 639 088 || 2 970 335 816 || - 8 303 272 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) || 20 907 092 304 || 20 890 506 927 || - 16 585 377 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5) || 87 695 404 697 || 87 563 732 736 || - 131 671 960 (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 || 4 260 193 166 || 4 420 776 873 || + 160 583 707 (8) Voordeel voor het VK || 388 810 830 || 768 620 727 || + 379 809 897 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) || 3 871 382 336 || 3 652 156 146 || - 219 226 190 (10) Meevallers TEM || 29 810 676 || 21 614 060 || - 8 196 616 (11) Britse correctie = (9) - (10) || 3 841 571 660 || 3 630 542 087 || - 211 029 573 De tweede bijstelling
van de Britse correctie voor 2010 valt 211 miljoen EUR lager uit dan de eerste
bijstelling van de in GB 4/2011 opgenomen Britse correctie voor 2010. Voor de Britse correctie 2010
bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie
tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 1 957 miljoen EUR in
prijzen van 2004 en 2 118 miljoen EUR in actuele prijzen.
2.3.2.3 Britse correctie 2008
In de tabel hierna worden de
verschillen weergegeven tussen de in GB 4/2010 opgenomen tweede
bijstelling van de Britse correctie voor 2008 en het in OGB 4/2012 op
te nemen definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008. || Britse correctie 2008 || Britse correctie 2008 2e bijstelling GB 4/2010 || Britse correctie 2008 Definitief bedrag OGB 4/2012 || Verschil (1) Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag || 15,7045% || 15,7929% || + 0,0884% (2) Aandeel van het VK in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven || 7,3387% || 7,3458% || + 0,0071% (3) = (1) - (2) || 8,3658% || 8,4471% || + 0,0813% (4) Totale toegerekende uitgaven || 105 538 033 501 || 105 436 390 802 || - 101 642 699 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) || 5 908 600 354 || 5 903 524 193 || - 5 076 161 (5a) Pretoetredingsuitgaven || 3 014 323 610 || 3 009 247 449 || - 5 076 161 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) || 2 894 276 744 || 2 894 276 744 || + 0 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5) || 99 629 433 147 || 99 532 866 610 || - 96 566 537 (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 || 5 500 964 647 || 5 549 050 290 || + 48 085 644 (8) Voordeel voor het VK || 289 477 443 || 371 343 380 || + 81 865 937 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) || 5 211 487 204 || 5 177 706 910 || - 33 780 294 (10) Meevallers TEM || - 42 810 700 || - 45 867 538 || - 3 056 839 (11) Britse correctie = (9) - (10) || 5 254 297 904 || 5 223 574 449 || - 30 723 455 Het definitieve bedrag
van de Britse correctie voor 2008 is 30,7 miljoen euro kleiner dan dat van de
in GB 4/2010 opgenomen tweede bijstelling van de Britse correctie voor
2008. Voor de Britse correctie 2008
bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie
tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 280,6 miljoen EUR in prijzen
van 2004 en 301,7 miljoen EUR in actuele prijzen.
2.3.2.4 Maximum van 10,5 miljard EUR
Overeenkomstig artikel 4, lid
2, van Besluit 2007/436, mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd
Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van het EMB 2007 bedoelde
vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet
meer bedragen dan 10,5 miljard EUR in prijzen van 2004. Het gecumuleerde effect
van de correcties voor 2007-2012 bedraagt 5 657,5 miljoen EUR in prijzen
van 2004 en 6 125,2 miljoen EUR in actuele prijzen. Correctie voor het VK 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR || Verschil in lopende prijzen || Verschil in constante prijzen van 2004 (A) Britse correctie 2007 || 0 || 0 (B) Britse correctie 2008 || - 301 679 647 || - 280 649 108 (C) Britse correctie 2009 || - 1 349 840 247 || - 1 275 338 491 (D) Britse correctie 2010 || - 2 117 969 550 || - 1 956 957 875 (E) Britse correctie 2011 || - 2 355 745 675 || - 2 144 599 880 (F) Britse correctie 2012 || n.v.t. || n.v.t. (G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F) || - 6 125 235 119 || 5 657 545 355 2.3.3 Opname
in OGB 4/2012 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011,
de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010 en het definitieve
bedrag van de Britse correctie voor 2008
2.3.3.1 Britse correctie voor 2011 (hoofdstuk 15)
Het bedrag van de Britse
correctie dat in hoofdstuk 15 van dit OGB 4/2012 moet worden
opgenomen, is het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse
correctie voor 2011 (d.w.z. 3 975 000 971 EUR in plaats van
het in de begroting 2012 opgenomen bedrag van
3 800 441 275 EUR). Voor de financiering van dit
bedrag moet worden uitgegaan van de bij dit OGB 4/2012 herziene bni-grondslagen
voor 2012. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk
15 wordt opgenomen: Britse correctie voor 2011 – hoofdstuk 15 BE || 198 203 463 || LU || 16 036 164 BG || 19 835 268 || HU || 45 353 733 CZ || 72 448 521 || MT || 3 072 181 DK || 130 929 180 || NL || 54 982 877 DE || 241 497 563 || AT || 27 880 676 EE || 8 192 174 || PL || 181 295 704 IE || 64 772 790 || PT || 83 029 154 EL || 103 136 734 || RO || 71 193 078 ES || 535 142 160 || SI || 17 963 510 FR || 1 073 325 585 || SK || 36 210 428 IT || 814 588 491 || FI || 103 369 355 CY || 8 896 851 || SE || 36 684 944 LV || 10 833 332 || UK || 0 LT || 16 127 055 || Totaal || 3 975 000 971
2.3.3.2 Britse correctie voor 2010 (hoofdstuk 36)
Het bedrag van de Britse
correctie dat in hoofdstuk 36 van dit OGB 4/2012 moet worden
opgenomen, is het verschil tussen de tweede bijstelling van de Britse
correctie voor 2010 (d.w.z. 3 630 542 087 EUR) en de eerste
bijstelling van de Britse correctie voor 2010 (d.w.z. de in GB 4/2011
opgenomen 3 841 571 660 EUR), dat 211 029 573 EUR
bedraagt. Voor de financiering van dit
bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2011, zoals bekend
eind 2011. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk
36 wordt opgenomen: Britse correctie voor 2010 – hoofdstuk 36 BE || - 7 206 164 || LU || - 1 321 483 BG || - 874 899 || HU || - 4 025 268 CZ || - 1 231 077 || MT || -289 108 DK || - 5 756 244 || NL || - 3 588 342 DE || - 12 395 478 || AT || - 764 191 EE || - 159 399 || PL || - 15 230 602 IE || - 4 114 974 || PT || - 4 186 172 EL || - 10 261 013 || RO || 1 370 640 ES || - 31 026 737 || SI || - 1 504 459 FR || - 53 804 546 || SK || - 2 287 722 IT || - 44 693 441 || FI || - 4 814 952 CY || - 988 357 || SE || - 1 637 487 LV || 230 629 || UK || 211 029 573 LT || - 468 727 || Totaal || 0
2.3.3.3 Britse correctie voor 2008 (hoofdstuk 35)
Het bedrag van de Britse
correctie dat in hoofdstuk 35 van dit OGB 4/2012 moet worden
opgenomen, is het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse
correctie voor 2008 (d.w.z. 5 223 574 449 EUR) en de tweede
bijstelling van de Britse correctie voor 2008 (d.w.z. de in GB 4/2010
opgenomen 5 254 297 904 EUR), dat 30 723 455 EUR
bedraagt. Voor de financiering van dit
bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2009, zoals bekend
eind 2011. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk
35 wordt opgenomen: Britse correctie voor 2008 – hoofdstuk 35 BE || -2 436 633 || LU || -714 690 BG || 1 220 806 || HU || -1 193 752 CZ || 1 690 027 || MT || -66 212 DK || -3 876 276 || NL || -305 503 DE || -4 774 265 || AT || -238 031 EE || 47 930 || PL || -2 645 902 IE || 492 015 || PT || 2 383 572 EL || -4 953 249 || RO || 1 233 079 ES || -5 638 762 || SI || 39 130 FR || -19 594 776 || SK || -868 292 IT || 8 439 585 || FI || 2 996 972 CY || -497 841 || SE || -1 526 708 LV || -254 104 || UK || 30 723 455 LT || 318 425 || Totaal || 0 2.4 Herziening
van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden
en Nederland in 2012 De brutoverminderingen van de
bni-afdrachten van Nederland en Zweden voor 2012 werden in de begroting 2012
vastgesteld. De bedragen werden omgerekend in actuele prijzen door toepassing
van de door de Commissie in het kader van de economische voorjaarsprognoses
2011 meegedeelde bbp-deflator voor de EU in euro, en die dus bij opstelling van
het voorontwerp van de begroting 2012 beschikbaar was. Voor Nederland bedraagt
het brutobedrag 678,8 miljoen EUR en voor Zweden 168,3 miljoen EUR. Deze
bedragen zullen ongewijzigd blijven[6]. De verminderingen worden door
alle lidstaten gefinancierd, overeenkomstig hun aandeel in het bni. Derhalve
wordt de financiering gewijzigd overeenkomstig de bijstelling van de
bni-grondslagen voor 2012, zoals tijdens de 154e ramingsvergadering
van het RCEM op 21 mei 2012 is overeengekomen. In de onderstaande tabel is
een overzicht opgenomen van de brutoverminderingen voor 2012 en hun
financiering: Verminderingen 2012 bni-afdrachten Nederland en Zweden BE || 25 260 463 || LU || 2 043 763 BG || 2 527 948 || HU || 5 780 203 CZ || 9 233 356 || MT || 391 541 DK || 16 686 549 || NL || - 638 798 259 DE || 175 802 420 || AT || 20 296 231 EE || 1 044 069 || PL || 23 105 618 IE || 8 255 106 || PT || 10 581 828 EL || 13 144 481 || RO || 9 073 354 ES || 68 202 334 || SI || 2 289 398 FR || 136 792 269 || SK || 4 614 915 IT || 103 816 968 || FI || 13 174 128 CY || 1 133 878 || SE || - 141 598 022 LV || 1 380 677 || UK || 123 709 437 LT || 2 055 347 || Totaal || 0 3. Risicodelingsinstrumenten 3.1 Inleiding Verordening (EU)
nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012
wijzigt Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat betreft sommige
bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige
moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun
financiële stabiliteit. De nieuwe bepalingen moeten
een uitkomst bieden voor liquiditeitsproblemen bij het particulier
gefinancierde gedeelte van projecten van het cohesiebeleid. De nieuwe
bepalingen maken het mogelijk om via samenwerkingsovereenkomsten tussen de
Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) of vergelijkbare instellingen
risicodelingsinstrumenten in te stellen. Door tot 10 % van de voor de
periode 2007-2013 aan het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en
het Cohesiefonds toegewezen kredieten aan deze risicodelingsinstrumenten toe te
wijzen, kunnen investeringen en groei gemakkelijker worden bevorderd. Voor de uitvoering van de
acties wordt voorgesteld drie nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven en één
begrotingsonderdeel voor ontvangsten in te voeren. De invoering van deze
begrotingsonderdelen werd al voorgesteld in de ontwerpbegroting 2013. 3.2 Nieuwe
begrotingsonderdelen voor uitgaven Voor de uitvoering van de
acties wordt voorgesteld in de begroting 2012 drie nieuwe begrotingsonderdelen
voor uitgaven toe te voegen aan Hoofdstuk 13 – Regionaal beleid: –
13 03 40: Risicodelingsinstrumenten
gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO. –
13 03 41: Risicodelingsinstrumenten
gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
bestemde middelen van het EFRO –
13 04 03: Risicodelingsinstrumenten
gefinancierd uit het Cohesiefonds. Aangezien de nieuwe acties
worden gefinancierd zonder algemene verhoging van de kredieten, wordt
voorgesteld om voor deze nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven momenteel
enkel een vermelding pro memorie (p.m.) op te nemen. Na de inwerkingtreding van de
desbetreffende rechtshandeling op 23 mei 2012[7]
zal de Commissie de aanvragen van de betrokken lidstaten evalueren. Terzelfder
tijd zullen de betrokken operationele programma's moeten worden aangepast. In aansluiting hierop zullen
de naar de risicodelingsinstrumenten over te schrijven bedragen uit de
programma's worden vrijgemaakt. De vastleggingskredieten die hierdoor bij de
bestaande begrotingsonderdelen van het EFRO en het Cohesiefonds beschikbaar
worden, zullen vervolgens worden overgeschreven naar de nieuwe ingevoegde
begrotingsonderdelen. Hierdoor kan de Commissie juridische verbintenissen
aangaan met de EIB of vergelijkbare instellingen (sluiten van
samenwerkingsovereenkomsten). 3.3 Nieuw
begrotingsonderdeel voor ontvangsten Om mogelijke terugvloeiende
middelen en resterende bedragen uit EU-steun voor de risicodelingsinstrumenten
te kunnen registeren, wordt ook voorgesteld om in de begroting 2012 een nieuwe
ontvangstenpost in te stellen bij artikel 6 1 4 – Terugbetaling van
voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde
commerciële exploitatie en van uniale steun voor uit het Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds gefinancierde
risicodelingsinstrumenten: –
6 1 4 4 — Terugbetaling van
uniale steun voor uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het
Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten – Bestemmingsontvangsten Aangezien mogelijke
terugvloeiende middelen of resterende bedragen momenteel niet kwantificeerbaar
zijn, wordt voorgesteld voor dit nieuwe begrotingsonderdeel voor ontvangsten
een vermelding pro memorie (p.m.) op te nemen. 4. Wijziging
van het begrotingsonderdeel De voorbereidende actie
EuroGlobe werd in 2009 in het leven geroepen. Overeenkomstig artikel 49 van het
Financieel Reglement mogen de desbetreffende vastleggingskredieten voor
voorbereidende acties ten hoogste drie achtereenvolgende begrotingsjaren in de
begroting worden opgenomen. Saldobetalingen zijn echter ook na deze termijn nog
mogelijk. Op 28 december 2009 werd een
overeenkomst gesloten voor de organisatie van een communicatiecampagne en
publieke debatten over het beleid en de activiteiten van de EU die de burgers
rechtstreeks aanbelangen. De uitvoering zou gebeuren via filmevenementen.
Volgens het contract zouden acties worden uitgevoerd tijdens de Hongaarse en
Poolse voorzitterschappen in 2011 en uiterlijk op 31 december 2011. In 2010 en 2011 vonden de
voorfinanciering en twee tussentijdse betalingen plaats. In november 2011 werd
de Commissie op de hoogte gesteld dat het verzoek tot betaling van het saldo
pas in 2012 samen met het eindverslag zou worden ingediend. De laatste
betalingsaanvraag werd op 12 maart 2012 ontvangen. De Commissie zal deze
saldobetaling dekken met een interne overschrijving. Overeenkomstig artikel 25
van het Financieel Reglement kunnen kredieten slechts worden overgeschreven
naar een begrotingsonderdeel waarvoor een krediet is toegestaan of die de
vermelding pro memorie (p.m.) dragen. In de begroting 2012 is bij
begrotingsonderdeel 16 03 05 01 – Voorbereidende actie –
EuroGlobe slechts een "liggend streepje" bij de betalingskredieten
opgenomen. Om de kredietoverschrijving mogelijk te maken wordt daarom
voorgesteld om dit streepje door een vermelding pro memorie (p.m.) te
vervangen. [1] PB L 248
van 16.9.2002, blz. 1. [2] PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1. [3] Krachtens Besluit nr. 2007/436 van de Raad wordt de
btw-grondslag van de lidstaten afgetopt op 50 % van hun bni. In het kader van
OGB 4/2012 wordt voor vier lidstaten de btw-grondslag afgetopt op
50 % van het bni: Cyprus, Luxemburg, Malta en Slovenië. [4] De bedragen tegen een grijze achtergrond zijn het
resultaat van de aftopping van de btw-grondslagen (zie voetnoot 3 hierboven). [5] Besluit 2007/436
van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de
EU (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2007:163:0017:0021:NL:PDF) en het werkdocument van de Commissie van 23 mei 2007 over de
berekening, financiering, betaling en opneming in de begroting van de correctie
van begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het
Besluit [2007/436] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van
de EU, de zogeheten Berekeningsmethode 2007 (http://ec.europa.eu/budget/library/biblio/documents/financing/calc_own_res_2007_nl.pdf). [6] Overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit
2007/436/EG, Euratom van de Raad worden de bedragen in actuele prijzen
omgerekend door toepassing van de door de Commissie meegedeelde, meest recente
bbp-deflator voor de Europese Unie in euro, die beschikbaar is bij de
opstelling van het voorontwerp van begroting. [7] PB L 133 van 23.5.2012,
blz. 1.