EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AP0283

Financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2012 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds (COM(2010)0761 – C7-0002/2011 – 2010/0366(COD))
P7_TC1-COD(2010)0366 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 4 juli 2012 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds

PB C 349E van 29.11.2013, p. 545–549 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 349/545


Woensdag 4 juli 2012
Financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds ***I

P7_TA(2012)0283

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2012 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds (COM(2010)0761 – C7-0002/2011 – 2010/0366(COD))

2013/C 349 E/28

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0761),

gezien artikel 294, lid 2, artikel 42 en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0002/2011),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 4 mei 2011 (1),

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A7-0204/2011),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


(1)  PB C 218 van 23.7.2011, blz. 126.


Woensdag 4 juli 2012
P7_TC1-COD(2010)0366

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 4 juli 2012 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, eerste alinea, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad (3) zijn de Commissie bevoegdheden verleend om uitvoeringsbepalingen vast te stellen voor een aantal bepalingen van die verordening.

(2)

Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten de in het kader van Verordening (EG) nr. 485/2008 aan de Commissie verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (het Verdrag).

(3)

De Commissie Teneinde de behoorlijke werking te waarborgen van het bij Verordening (EG) nr. 485/2008 ingestelde stelsel moet aan de Commissie de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde worden overgedragen om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 485/2008. De onderdelen waarvoor deze bevoegdheid mag worden uitgeoefend, en de voorwaarden waaraan deze delegatie onderworpen moet worden, moeten worden vastgelegd betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot de opstelling van een lijst van maatregelen, die door hun aard niet geschikt zijn voor controle achteraf van handelsdocumenten, waarop onderhavige verordening niet van toepassing is . Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen zorgen voor gelijktijdige, snelle en adequate toezending van de desbetreffende documenten aan het Europees Parlement en de Raad. [Am. 1]

(4)

Om een uniforme toepassing van ervoor te zorgen dat Verordening (EG) nr. 485/2008 in alle lidstaten te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag vast te stellen. Zij moet met name de bevoegdheid krijgen om uniforme regels voor de uitwisseling van informatie vast te stellen. De Commissie moet deze uitvoeringshandelingen vaststellen met de hulp van het Comité voor de landbouwfondsen, dat is ingesteld bij artikel 41 quinquies, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (4), zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. XX/XXX van het Europees Parlement en de Raad inzake … [te redigeren na de vaststelling, overeenkomstig artikel 291, lid 3, VWEU, van de thans in het Europees Parlement en de Raad voorliggende verordening inzake de controlemechanismen]. eenvormig wordt toegepast , moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend . Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (5). [Am. 2]

(5)

Verordening (EG) nr. 485/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 485/2008 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

in artikel 1, lid 2, wordt de tweede zin vervangen door:

"2.    Deze verordening geldt niet voor de maatregelen die onder het bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem vallen. (6)

Om maatregelen die door de aard ervan ongeschikt zijn voor controles achteraf aan de hand van controles van handelsdocumenten, van de toepassing van deze verordening uit te sluiten, kan de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de in de artikelen 13 bis, 13 ter en 13 quater artikel 13 bis van deze verordening genoemde voorwaarden een lijst opstellen van andere maatregelen waarvoor deze verordening niet geldt.

[Am. 3]

(2)

artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1, tweede alinea, wordt de tweede zin geschrapt;

b)

lid 5 wordt geschrapt;

(3)

artikel 13 wordt geschrapt;

(4)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 13 bis

1.    De bevoegdheid tot vaststelling van de in deze verordening bedoelde om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden .

2.     De in artikel 1, lid 2, bedoelde bevoegdheid, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vijf jaar vanaf … (7). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het verstrijken van deze periode van vijf jaar een verslag op over de gedelegeerde bevoegdheid. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met perioden van gelijke duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad uiterlijk drie maanden vóór afloop van iedere periode bezwaar maken tegen een dergelijke verlenging.

3.     De in artikel 1, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in het besluit worden vermeld. Het wordt van kracht op de dag volgend op de publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een in dat besluit bepaalde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

5.     Een krachtens dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking wanneer noch het Europees Parlement, noch de Raad binnen een periode van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar tegen de handeling heeft aangetekend of wanneer het Europees Parlement en de Raad vóór het verstrijken van die periode beide aan de Commissie hebben meegedeeld geen bezwaar aan te tekenen. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd. [Am. 4]

Artikel 13 ter

De in artikel 13 bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

De instelling die een interne procedure over een besluit tot intrekking van de bevoegdheidsdelegatie is begonnen, streeft ernaar de andere instelling en de Commissie binnen een redelijke termijn voordat het definitieve besluit wordt genomen, hiervan op de hoogte te brengen onder vermelding van de gedelegeerde bevoegdheden die mogelijk worden ingetrokken en de eventuele redenen daarvoor.

Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in het besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk in werking of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. [Am. 5]

Artikel 13 quater

Het Europees Parlement en de Raad kunnen binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar maken tegen de gedelegeerde handeling. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met een maand worden verlengd.

Indien bij het verstrijken van deze termijn het Europees Parlement noch de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

Indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie heeft medegedeeld voornemens te zijn om geen bezwaar te maken, kan de gedelegeerde handeling voor het verstrijken van de termijn worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden.

Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar maakt tegen de gedelegeerde handeling, vermeldt de redenen daarvoor. [Am. 6]

Artikel 13 quinquies

De Commissie stelt, indien nodig, middels uitvoeringshandelingen volgens de in artikel 42 quinquies, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde procedure specifieke bepalingen vast die ervoor zorgen dat deze verordening op uniforme wijze in de Unie wordt toegepast, en met name bepalingen inzake:

a)

de coördinatie van de in artikel 7, lid 1, bedoelde gezamenlijke acties;

b)

de bijzonderheden en specificaties inzake de inhoud, vorm en wijze van indiening van verzoeken, de inhoud, vorm en wijze van kennisgeving en de indiening en uitwisseling van informatie zoals vereist in het kader van deze verordening;

c)

de voorwaarden voor en de wijze van publicatie van de in het kader van deze verordening benodigde informatie of specifieke regels en voorwaarden volgens welke de Commissie deze informatie verspreidt onder of beschikbaar stelt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13 sexies, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. [Am. 7]

Artikel 13 sexies

1.     De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingestelde Comité voor de landbouwfondsen (8). Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.     Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

[Am. 8]

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 218 van 23.7.2011, blz. 126.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 4 juli 2012.

(3)  PB L 143 van 3.6.2008, blz. 1.

(4)   PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1 .

(5)   PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13 .

(6)   PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16. "

(7)  

+

Datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(8)   PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1 ."


Top