This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012AE0146
Opinion of the European Economic and Social Committee on the ‘Proposal for a Council Regulation — Administrative Cooperation in the field of excise duties’ COM(2011) 730 final — 2011/0330 (CNS)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van de Raad „Administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen” (COM(2011) 730 definitief — 2011/0330 (CNS))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van de Raad „Administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen” (COM(2011) 730 definitief — 2011/0330 (CNS))
PB C 68 van 6.3.2012, p. 45–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 68/45 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van de Raad „Administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen”
(COM(2011) 730 definitief — 2011/0330 (CNS))
2012/C 68/08
Algemeen rapporteur: Heidi LOUGHEED
De Raad heeft op 28 november 2011 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het
Voorstel voor een verordening van de Raad — Administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen
COM(2011) 730 definitief — 2011/0330 (CNS).
Op 6 december 2011 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité besloten de afdeling Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden te belasten.
Gezien de urgentie van de werkzaamheden heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité tijdens zijn op 18 en 19 januari 2012 gehouden 477e zitting (vergadering van 18 januari) Heidi LOUGHEED als algemeen rapporteur aangewezen en vervolgens het volgende advies met 138 stemmen vóór, bij 10 onthoudingen, goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1 Het EESC spreekt zijn steun en goedkeuring uit voor het voorstel voor een nieuwe „verordening betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen”. Het is immers noodzakelijk en nuttig dat er overgegaan wordt tot een herziening van de huidige regels waarmee ondersteuning wordt geboden aan die nationale overheden die samenwerken om de correcte inning van belastingen te waarborgen en accijnsfraude te bestrijden.
2. Motivering
2.1 In de EU worden op drie categorieën producten rechten geheven in de vorm van accijnzen: alcohol en alcoholhoudende dranken, tabaksfabrikaten en energieproducten. Deze accijnzen spelen een belangrijke rol in de pogingen om het gedrag van de bevolking te beïnvloeden en zorgen voor een aanzienlijk deel van de overheidsinkomsten op nationaal en Europees niveau (1).
2.2 Om een aantal redenen – waaronder de mogelijkheid om op basis van relatief beperkte activiteiten een aanzienlijke winst te realiseren – werd er in de EU erg veel fraude gepleegd, vooral inzake tabak en alcohol. Er werd zelfs een „groep op hoog niveau inzake tabaks- en alcoholfraude” opgericht (2), die een aantal aanbevelingen heeft uitgebracht die in mei 1998 door de Raad (Ecofin) werden onderschreven. De belangrijkste en meest op lange termijn gerichte aanbeveling aan de EU betrof de oprichting van een volledig geautomatiseerd systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen.
2.3 De EU heeft dan ook jarenlang stap voor stap gewerkt aan de ontwikkeling en invoering van een nieuw, modern systeem om binnen de eengemaakte markt toezicht te houden op het verkeer van goederen onder schorsing van accijns, het Excise Movement and Control System (EMCS).
3. Het Excise Movement and Control System
3.1 Het Excise Movement and Control System werd opgericht bij Beschikking 1152/2003/EG. Bij de totstandbrenging ervan, die behoorlijk veel werk heeft gevergd, hebben de Europese Commissie en de accijnsautoriteiten en marktdeelnemers uit de lidstaten zich door alle ontwikkelingsfasen gewerkt, met als resultaat dat het grotendeels op papier gebaseerde en voor iedereen vrij omslachtige systeem zal worden vervangen door een bijna volledig papierloos elektronisch computersysteem. Het is vooral belangrijk dat de betrokken overheden dankzij het nieuwe systeem in staat zullen zijn het verkeer van de goederen in real time te volgen en inlichtingen uit verschillende databanken onmiddellijk met elkaar in verband te brengen, wat het eenvoudiger maakt om een grondigere analyse en geautomatiseerde risicoanalyse uit te voeren.
3.1.1 Voor de betrokken marktdeelnemers zorgt deze automatisering ervoor dat de noodzakelijke administratieve procedures sneller verlopen (reeds nu wordt alle verkeer gevolgd door een elektronisch administratief document dat de papieren documenten vervangt). Bovendien is een groot aantal van de benodigde documenten gestandaardiseerd en wordt er voorzien in online-ondersteuning om de referenties van mogelijke handelspartners na te gaan.
3.1.2 Het EESC is van mening dat het EMCS de handel op de eengemaakte markt meer legitimiteit verschaft en de lidstaten bijkomende middelen biedt om fraude door accijnsontduiking aan te pakken.
4. Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen
4.1 Dit voorstel vormt een van de laatste „puzzelstukken” die moeten worden geplaatst voor het systeem ten volle kan worden benut. Bedoeling is de bestaande Verordening (EG) nr. 2073/2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van accijnzen te vervangen: de modernisering is namelijk bijna rond, wat door de overheden van de lidstaten kan worden benut om de mogelijkheden tot coördinatie in hun onderlinge samenwerking te maximaliseren.
4.2 De uitbreiding van de reikwijdte van het voorstel, zodat het ook de samenwerking bij de handhaving van de accijnswetgeving omvat (en niet enkel de bepaling van het niveau van de verschuldigde rechten), kan op de steun van het EESC rekenen, aangezien het een nuttige bijdrage levert tot de bestrijding van fraude en de versterking van de eengemaakte markt, evenals van het vertrouwen van de bevolking daarin.
4.3 Een groot deel van het voorstel is noodzakelijkerwijze gewijd aan de regelgeving inzake de modaliteiten van de administratieve samenwerking binnen het nieuwe systeem. Volgens het EESC biedt het voorstel een evenwichtige benadering die de lidstaten de kans geeft de inherente voordelen van het nieuwe systeem te benutten zonder dat zijzelf of de marktspelers daardoor met bijkomende administratieve lasten worden geconfronteerd.
4.3.1 Het EESC is ook van mening dat de rechten en verantwoordelijkheden van iedereen – in de eerste plaats van de nationale overheden – in het voorstel duidelijk worden beschreven en dat de voorgestelde procedures en tijdslijnen ambitieus genoeg zijn om een min of meer tijdig optreden te verwachten, maar dat ze tegelijk gemakkelijk door iedereen kunnen worden gerespecteerd. In deze context is het EESC ook geïnteresseerd in de inhoud van het uitvoeringsbesluit, dat momenteel wordt voorbereid en waarin zal moeten worden gepreciseerd welke categorieën van inlichtingen in het kader van de automatische uitwisseling voor verplichte of facultatieve uitwisseling in aanmerking zullen komen.
4.4 De meeste nieuwe voorstellen houden rechtstreeks verband met de modernisering van het systeem, net als met de nieuwe mogelijkheden om de samenwerking tussen overheden te verbeteren. Het EESC is er een groot voorstander van dat de Europese Commissie en de lidstaten het uitgebreide systeem optimaal benutten om op een efficiënte manier belastingen te bepalen en te innen, net als om fraude te herkennen en te bestrijden, met name door op dit vlak de administratieve samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren.
4.4.1 Het EESC hoopt dat het nieuwe systeem hierdoor tot betere automatische rapportage zal leiden, waarbij lidstaten zich sneller op problematische activiteiten kunnen richten. Het is bijzonder nuttig om, zoals in het voorstel wordt geopperd, een follow-upsysteem in te voeren dat zou moeten helpen de kwaliteit en de pertinentie van de uitgewisselde informatie op permanente basis te beoordelen en te verbeteren.
4.5 Het EESC is het met de Commissie eens dat er een rechtsgrond nodig is om gegevens te kunnen verzamelen uit de records van afzonderlijke vervoersbewegingen en om dergelijke records in de analysen van de lidstaten te gebruiken. Het waarschuwt voor overmatig gebruik ervan en wil overheden eraan herinneren dergelijke inlichtingen op een gepaste en evenredige wijze te gebruiken.
4.6 Volgens het EESC geeft het voorstel de bevoegdheidsverdeling inzake accijnzen en het EMCS correct weer: de Europese Commissie is verantwoordelijk voor het mechanisme en het onderhoud van het systeem zelf, terwijl de lidstaten instaan voor de ingevoerde inlichtingen, het uitwisselen van deze inlichtingen en – natuurlijk – het opsporen en tegengaan van fraude.
4.7 Het EESC vindt het nuttig om, zoals de Commissie voorstelt, de regels voor accijnzen te laten aansluiten bij de gewijzigde EU-regels voor administratieve samenwerking op het gebied van btw en directe belastingen. Het EESC steunt al deze inspanningen om de communicatie en samenwerking tussen nationale belasting-, accijns- en douanediensten te verbeteren, aangezien ze uiteindelijk zullen bijdragen tot de goede werking van de eengemaakte markt.
4.8 Het EESC staat in het bijzonder achter de door de Commissie voorgestelde rechtsgrond voor SEED-op-Europa, een nuttige dienst voor legitieme marktspelers die snel de geloofwaardigheid van hun kandidaat-handelspartners willen nagaan.
Brussel, 18 januari 2012
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Staffan NILSSON
(1) Er wordt geschat dat er in de EU jaarlijks 307 miljard EUR aan accijnzen en vergelijkbare heffingen wordt betaald, waarvan 22 miljard EUR voor alcohol en alcoholhoudende dranken, 207 miljard EUR voor energieproducten en 77 miljard EUR voor tabaksfabrikaten (gegevens voor 2010). Het gaat hier om totaalbedragen op basis van de gegevens in de afzonderlijke accijnstabellen („excise duty tables”), die de Europese Commissie opstelt voor alcoholhoudende dranken, energieproducten en elektriciteit en tabaksfabrikaten (zie de website van DG Belastingen en Douane-unie: ec.europa.eu/taxation_customs/index_en.htm).
(2) Volgens schattingen van de groep op hoog niveau bedroegen in 1996 de verliezen ten gevolge van fraude ongeveer 3,3 miljard ECU in de tabakssector en 1,5 miljard ECU in de alcoholsector.