Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011IP0022

    Situatie in Wit-Rusland Resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2011 over de situatie in Belarus

    PB C 136E van 11.5.2012, p. 57–59 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.5.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 136/57


    Donderdag 20 januari 2011
    Situatie in Wit-Rusland

    P7_TA(2011)0022

    Resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2011 over de situatie in Belarus

    2012/C 136 E/12

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie in Belarus, met name zijn resolutie van 17 december 2009 over Belarus (1),

    gelet op Besluit 2010/639/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus (2), waarbij zowel de beperkende maatregelen als de opschorting verlengd werden tot en met 31 oktober 2011,

    gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 oktober 2010,

    gezien de verklaring over de voorlopige bevindingen en conclusies inzake de presidentsverkiezingen in Belarus van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) en de parlementaire vergadering van de OVSE (OVSE-PV) van 20 december 2010,

    gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat in de verklaring van Praag van de top van het Oostelijk Partnerschap de onderschrijving door onder meer Belarus van de beginselen van het internationale recht en van fundamentele waarden, zoals democratie, rechtstatelijkheid en eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, werd bevestigd,

    B.

    overwegende dat de Raad op 25 oktober 2010„de Belarussische autoriteiten ertoe heeft opgeroepen te verzekeren dat de (presidents)verkiezingen verlopen conform de internationale normen en standaarden voor democratische verkiezingen en conform de verplichtingen die Belarus in de OVSE en de VN is aangegaan”,

    C.

    overwegende dat Belarus heeft toegezegd zich te zullen beraden over de aanbevelingen van OVSE en diens Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) met betrekking tot de in zijn kiesrecht aan te brengen verbeteringen, teneinde dit in overeenstemming te brengen met de internationale normen voor democratische verkiezingen, en om met de OVSE over de voorgestelde aanpassingen overleg te zullen plegen; voorts overwegende dat de Nationale Vergadering van Belarus een herziening van de kieswet heeft goedgekeurd zonder OVSE vooraf te raadplegen,

    D.

    overwegende dat de Raad „ zich als steeds bereid verklaart de betrekkingen met Belarus te verdiepen naarmate er zich in Belarus ontwikkelingen naar democratie, mensenrechten en rechtsstatelijkheid voordoen, en ook bereid blijft Belarus bij het verwezenlijken van die doelstellingen bij te staan; onder voorbehoud van vooruitgang van Belarus op deze terreinen is de Raad bereid maatregelen te nemen om de contractuele betrekkingen met Belarus op een hoger plan te brengen”,

    E.

    overwegende dat de Raad na de ontwikkeling in Belarus te hebben geëvalueerd besloten heeft de beperkende maatregelen tegen bepaalde Belarussische ambtenaren tot 31 oktober 2011 te verlengen, maar de toepassing van de beperkingen op reizen naar de EU tot diezelfde datum op te schorten,

    F.

    overwegende dat in de verklaring van de OVSE-PV en het OVSE/ODIHR over de voorlopige bevindingen en conclusies inzake de presidentsverkiezingen in Belarus te lezen staat dat in de aanloop naar de verkiezingen bepaalde verbeteringen werden aangebracht, maar dat deze werden overschaduwd door de ernstige onregelmatigheden op de dag van de verkiezingen en door het geweld dat uitgebroken is in de nacht van 19 december 2010,

    G.

    overwegende dat meer dan 700 personen werden vastgehouden naar aanleiding van hun deelname aan de betoging van 19 december 2010 in Minsk; overwegende dat de meesten hiervan werden vrijgelaten na een korte administratieve straf te hebben uitgezeten, maar dat 24 activisten van de oppositie en journalisten, met inbegrip van zes presidentskandidaten, werden aangeklaagd voor „het organiseren van massale ordeverstoring”, gepaard met gewelddadige aanvallen en gewapend verzet, waarop een gevangenisstraf van tot 15 jaar staat; overwegende dat veertien andere personen in de nabije toekomst kunnen worden aangeklaagd,

    H.

    overwegende dat de onderdrukking door de politie van de betoging van 19 december 2010 en andere maatregelen van de wetshandhavingsdiensten tegen de democratische oppositie, de vrije media en maatschappelijke activisten werden veroordeeld door de Voorzitter van het Europees Parlement, de hoge vertegenwoordiger van de Unie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties,

    I.

    overwegende dat de advocaten die demonstranten, politieke tegenstanders of hun gezinnen verdedigen, het risico lopen hun licentie kwijt te raken of uitgesloten te worden,

    1.

    is overeenkomstig de bevindingen in de voorlopige conclusies van de OVSE-PV en het OVSE/ODIHR van mening dat de presidentsverkiezingen van 19 december 2010 niet konden beantwoorden aan internationale normen op het vlak van vrije, eerlijke en transparante verkiezingen; beschouwt deze stemgang als alweer een gemiste kans voor een overgang naar democratie in Belarus en dringt gezien de vele en ernstige onregelmatigheden die door het OVSE/ODIHR werden gesignaleerd, aan op nieuwe verkiezingen onder vrije en democratische voorwaarden overeenkomstig de normen van OVSE;

    2.

    veroordeelt het gebruik van bruut geweld door de politie en de KGB tegen demonstranten op de dag van de verkiezingen, en is bijzonder verontwaardigd over het gewelddadige optreden tegen de heer Niakliayeu, beide voorbeelden van flagrante schendingen van de democratische grondbeginselen, zoals vrijheid van vergadering en van meningsuiting, en van de mensenrechten, en verklaart zich ongerust over de pogingen van de Belarussische autoriteiten om Danil Sannikov, de driejarige zoon van presidentskandidaat Andrei Sannikov en onderzoeksjournaliste Irina Khalip, die allebei sinds de verkiezingen van 19 december 2010 gevangen zitten, onder de hoede van de staat te plaatsen; is met name bezorgd over de gezondheidstoestand van Mikalay Statkevich, die al 31 dagen in hongerstaking is;

    3.

    veroordeelt ten stelligste de arrestatie en inhechtenisneming van vreedzame demonstranten en de meeste presidentskandidaten (bv. Uladzimir Niakliayeu, Andrei Sannikov, Mikalay Statkevich and Aleksey Michalevich), de leiders van de democratische oppositie (bv. Pavel Sevyarynets, Anatoly Lebedko), en een groot aantal maatschappelijk activisten, journalisten, leraren en studenten, die veroordelingen tot wel 15 jaar gevangenisstraf kunnen verwachten; verzoekt om een onafhankelijk en onpartijdig internationaal onderzoek naar de gebeurtenissen, onder auspiciën van de OVSE; eist dat door politieke motieven ingegeven aanklachten worden ingetrokken;

    4.

    veroordeelt alle repressie en vraagt de Belarussische autoriteiten met klem om onmiddellijk alle vormen van pesterij, intimidatie of bedreiging tegen maatschappelijk activisten te staken en dus onder meer een eind te maken aan de invallen, huiszoekingen en inbeslagname van materiaal in particuliere woningen, gebouwen van onafhankelijke media en kantoren van maatschappelijke organisaties, alsook aan het wegsturen van opposanten van universiteiten en werkomgeving;

    5.

    eist de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van al wie op de verkiezingsdag en in de nasleep daarvan gearresteerd is en van de door Amnesty International erkende gewetensbezwaarden; verzoekt de Belarussische autoriteiten de gedetineerden ongehinderd contact te laten hebben met familieleden en toegang te geven tot rechtsbijstand en medische zorg;

    6.

    betreurt het besluit van de Belarussische autoriteiten om een eind te maken aan de missie van het OVSE-bureau in Belarus en roept deze autoriteiten op om dit besluit met onmiddellijke ingang in te trekken;

    7.

    veroordeelt de blokkering van een aantal belangrijke internetwebsites, onder meer van netwerkkanalen en websites van de oppositie, op de dag van de verkiezingen in Belarus; onderstreept dat de huidige mediawetgeving in Belarus niet strookt met de internationale normen en roept de Belarussische autoriteiten daarom op om deze wetgeving te herzien en te wijzigen;

    8.

    verzoekt de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie het beleid van de Unie ten aanzien van Belarus opnieuw te bezien, en zich daarbij te beraden op gerichte economische sancties en op bevriezing van alle via IMF-leningen verstrekte macrofinanciële steun alsook van leningoperaties in het kader van EIB- en EBWO-programma's; wijst erop dat de koers van het Europees Nabuurschapsbeleid en de nationale bijstand aan Belarus zo moet worden bijgesteld dat het maatschappelijk middenveld voldoende steun krijgt; wijst andermaal op het belang van een effectief gebruik van het Europees Instrument voor Democratie en Mensenrechten;

    9.

    roept de Commissie op om met alle financiële en politieke middelen de inspanningen te steunen van het maatschappelijk middenveld, de onafhankelijke media (zoals TV Belsat, European Radio for Belarus, Radio Racja en andere) en niet-gouvernementele organisaties in Belarus tot bevordering van de democratie en tot weerstand tegen het regime; ziet het als noodzaak de betrekkingen van de ngo's in Belarus met de internationale ngo-wereld te intensiveren en te stimuleren; vraagt de Commissie anderzijds de bestaande samenwerking op te schorten en de bijstand aan Belarussische media in staatshanden in te trekken; tegelijkertijd dient de Commissie de herdruk en verdeling van de dichtbundels van Uladzimir Niakliayeu, die onlangs door de Belarussische autoriteiten werden in beslag genomen en verbrand, te financieren;

    10.

    verzoekt de Europese Commissie een mechanisme te ontwikkelen voor de registratie van ngo's die om politieke redenen niet in Belarus geregistreerd kunnen worden, zodat deze ngo's in aanmerking kunnen komen voor steun uit EU-programma's;

    11.

    dringt er bij de Commissie op aan de financiële steunverlening aan de Europese universiteit voor menswetenschappen in Vilnius (Litouwen) voort te zetten en te verhogen, het aantal beurzen voor Belarussische studenten die vanwege het voeren van actie worden vervolgd en van de universiteit zijn verbannen, te verhogen en een bijdrage te leveren aan de donorconferentie in Warschau met als thema „Solidariteit met Belarus” (op 2 februari 2011) en de volgende conferentie in Vilnius (3-4/02/2011);

    12.

    verzoekt de Raad, de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU om de visumstop voor hoge Belarussische functionarissen onmiddellijk opnieuw toe te passen en die maatregel uit te breiden tot alle staatsambtenaren, leden van de rechterlijke macht en van de veiligheidsdiensten die verantwoordelijk kunnen worden geacht voor de verkiezingsfraude, voor de harde repressie na de verkiezingen en de arrestatie van oppositieleden, en hun activa te bevriezen; meent dat de sancties ten minste van kracht moeten blijven totdat alle politieke gevangenen en gedetineerden zijn vrijgelaten en de beschuldigingen tegen hen zijn ingetrokken; huldigt het goede voorbeeld van de Poolse regering, die haar eigen inreisbeperkingen voor vertegenwoordigers van het regime in Minsk heeft vastgesteld en tegelijk de toegang tot de Europese Unie voor Belarussische burgers eenvoudiger heeft gemaakt;

    13.

    verzoekt de Raad de mogelijkheid te overwegen om de deelname van Belarus aan de activiteiten in het kader van het Oostelijk Partnerschap ten laatste bij de top van het Oostelijke Partnerschap te Boedapest op te schorten bij uitblijven van een aanvaardbare uitleg van en een aanzienlijke verbetering in de situatie in Belarus; deze opschorting dient niet te gelden voor ngo's en maatschappelijke organisaties;

    14.

    verzoekt de Commissie en de Raad om de opstelling van onderhandelingsrichtsnoeren voor de terugnameovereenkomst en de versoepeling van de visumplicht, waaronder ook betaalbare legeskosten, te bespoedigen zodat persoonlijke contacten worden vergemakkelijkt;

    15.

    verwacht van de EU-lidstaten dat zij het EU-optreden niet ontkrachten door middel van bilaterale initiatieven met het Belarussische regime die de geloofwaardigheid en doeltreffendheid van het Europees buitenlands beleid ondermijnen;

    16.

    is van mening dat sportevenementen zoals het Wereldkampioenschap ijshockey in 2014 niet in Belarus mogen worden gehouden zolang er in dat land politieke gevangenen zijn;

    17.

    betreurt dat de Russische Federatie de verkiezingen erkent en de onderdrukking afdoet als een „interne kwestie”; beveelt de Commissie aan een dialoog aan te gaan, raadplegingen op te starten en te zorgen voor politieke coördinatie met de buurlanden van Belarus die geen deel uitmaken van de EU, met name Rusland en Oekraïne, om te zorgen voor een zo doeltreffend mogelijk EU-beleid ten aanzien van Belarus en om samen te werken aan een zorgvuldig uitgebalanceerde reactie op het democratisch tekort en de schendingen van de mensenrechten in Belarus, terwijl ervoor wordt gezorgd dat het land niet internationaal wordt geïsoleerd;

    18.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie, de EU-lidstaten, de president, de regering en het parlement van Belarus en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa en de OVSE.


    (1)  PB C 286 E van 22.10.2010, blz. 16.

    (2)  PB L 280 van 26.10.2010, blz. 18.


    Top