EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011DC0220

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tussentijdse evaluatie van het programma Jeugd in actie

/* COM/2011/0220 final */

52011DC0220

/* COM/2011/0220 final */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tussentijdse evaluatie van het programma Jeugd in actie


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 20.4.2011

COM(2011) 220 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Tussentijdse evaluatie van het programma Jeugd in actie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Tussentijdse evaluatie van het programma Jeugd in actie

INLEIDING

Het programma Jeugd in actie (JiA) beoogt de samenwerking op het gebied van jeugdzaken in de Europese Unie te ontwikkelen en bestrijkt de periode van 2007 tot en met 2013. Krachtens artikel 15 van Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma[1] "legt de Commissie (…) een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en over de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma voor".

Dit verslag voldoet aan artikel 15 en is gebaseerd op een onafhankelijke externe evaluatie en de door de aan JiA deelnemende landen bij de Commissie ingediende verslagen over de uitvoering van het programma.

De evaluatie kan worden geraadpleegd op: http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/evalreports

DOELSTELLINGEN VAN HET PROGRAMMA

De uitvoering van JiA sinds 2007 heeft:

- jongeren mogelijkheden tot niet-formeel leren geboden om hun vaardigheden en bekwaamheden (inzetbaarheid) en hun actief burgerschap (participatie) te bevorderen;

- jongerenorganisaties en jeugdwerkers opleidings- en samenwerkingsmogelijkheden geboden om het professionele karakter en de Europese dimensie van jeugdwerk in Europa te bevorderen.

Deze resultaten vloeien voort uit de algemene doelstellingen van JiA:

1. bevordering van het actief burgerschap van jongeren in het algemeen en van hun Europees burgerschap in het bijzonder;

2. ontwikkeling van de solidariteit en bevordering van de verdraagzaamheid onder jongeren, vooral met het oog op de versterking van de sociale samenhang van de Europese Unie;

3. stimulering van de het wederzijdse begrip tussen jongeren in verschillende landen;

4. bijdragen tot de ontwikkeling van de kwaliteit van de systemen ter ondersteuning van de activiteiten van jongeren en van de capaciteit van de maatschappelijke organisaties op jeugdgebied;

5. stimulering van de Europese samenwerking op jeugdgebied.

Deze algemene doelstellingen vullen de doelstellingen aan die worden nagestreefd op andere actieterreinen van de Gemeenschap, met name op het gebied van levenslang leren, met inbegrip van beroepsopleiding, niet-formeel en informeel leren, en op andere gebieden, zoals cultuur, sport en werkgelegenheid.

BELANGRIJKE CIJFERS

Enkele belangrijke cijfers over JiA tijdens de periode 2007-2009 (zie ook de bijlage):

- meer dan 380 000 personen (278 000 jongeren en 102 000 jeugdwerkers) hebben aan JiA deelgenomen;

- van de 42 700 ingediende projecten (een stijging van 14% in 2008 vergeleken met 2007 en van 18% in 2009 vergeleken met 2008) hebben 21 800 projecten een subsidie ontvangen; het percentage gesubsidieerde projecten is gedaald van 52% in 2007 tot 43% in 2009;

- jaarlijks zijn ongeveer 20 000 projectpromotoren (jongerenorganisaties, informele groepen jongeren, overheidsinstanties enzovoort) bij JiA betrokken. Uit een analyse op basis van gegevens uit 2009 blijkt dat jaarlijks een aanzienlijk percentage van de promotoren nieuw is (slechts 28% van de begunstigden in 2009 had ook in 2008 al subsidies van JiA ontvangen).

De aan JiA toegewezen beleidskredieten beliepen van 2007 tot 2009 405,4 miljoen euro (360,9 miljoen euro uit hoofde van de jaarlijkse EUR27-begroting en 44,5 miljoen euro bijkomende kredieten (onder meer bijdragen uit de EVA/EER-landen en de kandidaat-lidstaten)) en zijn volledig opgebruikt.

Gezien het grote aantal projecten en de noodzaak aan direct contact met de begunstigden wordt JiA grotendeels (81% van de begroting) gedecentraliseerd beheerd door nationale agentschappen in de deelnemende landen. Acht van deze nationale agentschappen fungeren bovendien als SALTO (Support, Advanced Learning and Training Opportunities) Resource Centres: zij verlenen alle nationale agentschappen steun door speciale domeinen van geografische of thematische competentie te ontwikkelen. JiA verleent ook steun aan centra die jongeren informatie verstrekken over mogelijkheden in heel Europa (het Eurodesk-netwerk).

Sommige onderdelen van JiA vereisen een gecentraliseerd beheer op Europees niveau en worden door het EACEA (Education, Audiovisual and Culture Executive Agency) beheerd.

EVALUATIE

PROCEDURES

De tussentijdse evaluatie is gebaseerd op:

- evaluatieverslagen van de lidstaten en de andere deelnemende landen (nationale verslagen);

- het verslag van een externe onafhankelijke evaluator die – behalve van de nationale verslagen en de resultaten van de permanente monitoring door de Commissie – van de resultaten van zijn eigen onderzoek heeft gebruikgemaakt. Deze externe evaluatie is uitgevoerd door ECORYS in het kader van een raamovereenkomst die in 2006 met de Commissie na een aanbesteding is gesloten.

De externe evaluatie is gebaseerd op de volgende activiteiten en gegevens:

- deskresearch;

- interviews (met name met begunstigden, nationale autoriteiten en nationale agentschappen);

- focusgroepen met jongeren;

- de resultaten van een in januari 2010 door de Commissie gestart onderzoek[2] waaraan een steekproef van 4 550 deelnemers (jongeren, jeugdwerkers en jongerenorganisaties) heeft deelgenomen. Doel van het onderzoek was het effect van JiA te meten inzake leerresultaten en het actief burgerschap van jonge deelnemers;

- de antwoorden op een door ECORYS aan een steekproef van 3 920 jonge deelnemers verstrekte onlinevragenlijst;

- de antwoorden op een aan 2 000 niet-deelnemende jongeren (controlegroep) verstrekte onlinevragenlijst;

- de nationale verslagen.

De conclusies van de evaluatoren

De conclusies van de evaluatoren over een aantal aspecten van JiA (relevantie, complementariteit, meerwaarde, doeltreffendheid en efficiëntie) zijn heel positief. Hun beoordeling komt grotendeels overeen met de conclusies in de verslagen van de nationale autoriteiten.

Ze vestigen bovendien de aandacht op een aantal verbeteringen vergeleken met het vorige programma, hoewel de interventielogica nog zwakke punten vertoont en JiA nog steeds complex blijft.

Ze concluderen ook dat JiA vergeleken met andere programma's goed scoort wat de tevredenheid van de deelnemers betreft. De zeer positieve resultaten op dit punt blijken ook als ze worden vergeleken met de mate van tevredenheid van de steekproef van "niet-deelnemers" die aan door andere programma's gefinancierde projecten voor jongeren hebben deelgenomen.

Relevan tie, complementariteit en meerwaarde

JiA pakt de problemen aan die bij de goedkeuring van het programma zijn vastgesteld (zoals de lage participatie aan het gemeenschapsleven en het thema inzetbaarheid). De jonge deelnemers en de overige stakeholders vinden de verschillende acties relevant. Sommige stakeholders vragen om meer aandacht voor het thema inzetbaarheid. Op basis van de probleemanalyse zou deze factor kunnen worden versterkt zonder de participatiedoelstellingen af te zwakken en rekening houdend met de complementariteit van de activiteiten met andere programma's. De steun voor jonge werknemers wordt als relevant beschouwd omdat deze steun zowel bijdraagt aan de kwaliteit en de erkenning van jeugdwerk als aan de kwaliteit van niet-formeel onderwijs. Jongerenorganisaties vinden JiA relevant omdat het programma de mogelijkheid biedt innovatieve methoden te testen en capaciteit op te bouwen.

JiA is goed verankerd in de bij de vaststelling van het programma gedefineerde ruimere EU-beleidsmaatregelen voor jongeren. JiA is ook grotendeels complementair met de meer recent aangenomen strategieën, zoals het nieuw kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018)[3] en Jeugd in beweging[4].

Wat complementariteit betreft, vult JiA het programma Een leven lang leren aan door de aandacht op niet-formeel onderwijs te vestigen en zich vooral op jeugdwerkers te richten. Bovendien zijn de doelstellingen van het programma gekoppeld aan de programma's Europa voor de burger en Cultuur, hoewel de werkingssfeer van JiA verschillend is doordat bijzondere aandacht aan niet-formeel onderricht wordt geschonken en jongeren de doelgroep vormen. Ook het feit dat JiA vooral aandacht heeft voor de integratie van kansarme jongeren is uniek vergeleken met andere programma's.

JiA is ook in aanzienlijke mate complementair met nationale programma's. De situatie inzake beleidsmaatregelen en beschikbare programma's verschilt aanzienlijk van land tot land. In sommige landen worden nationale activiteiten georganiseerd die vergelijkbaar zijn met de activiteiten van JiA (met name steun voor jongereninitiatieven en vrijwilligerswerk). In andere landen wordt JiA vooral als een complementair instrument beschouwd dat bijzondere aandacht aan niet-formeel onderricht schenkt, de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de deelnemende landen bevordert, transnationale mogelijkheden biedt en de klemtoon op de civiele samenleving en sociale inclusie legt. In een derde groep landen bestaan er nauwelijks specifieke programma's voor jongeren: JiA compenseert er het gebrek aan financiële middelen voor deze doelgroep.

Wat meerwaarde betreft, bestaat de belangrijkste bijdrage van JiA erin dat het de internationale samenwerking op het gebied van jeugdzaken bevordert. Verder worden een aantal aspecten positief geëvalueerd: de aandacht voor niet-formeel onderricht, de actieve participatie van jongeren, de mogelijkheden om meer over Europa te weten te komen en het feit dat kansarme jongeren een specifieke doelgroep vormen. Voor jongerenorganisaties en jeugdwerkers bieden de internationale uitwisseling van ervaringen, het intercultureel en internationaal onderricht en de mogelijkheden om te netwerken en opleidingen te volgen een meerwaarde. De jongeren zelf benadrukken dat het aspect samenwerking, de internationale component en de grote keuze aan activiteiten JiA een belangrijke meerwaarde verlenen.

Samenwerking en de uitwisseling van ervaringen behoren tot de meest gewaardeerde aspecten van JiA die niet eenvoudig door een nationaal of regionaal programma kunnen worden verwezenlijkt. Hetzelfde geldt voor de mobiliteitsdoelstellingen van JiA. Activiteiten die slechts in één land kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld de subactie jongereninitiatieven), worden vaak als de eerste stap in JiA beschouwd met een lage participatiedrempel, wat met name waar is voor kansarme jongeren. De meerwaarde wordt daarom eerder gegenereerd door internationale uitwisselingen.

Doeltreffendheid

JiA is een doeltreffend programma dat de doelstellingen met betrekking tot jongeren verwezenlijkt en sociale effecten genereert die verder reiken dan niet-formeel onderricht. Hoewel alle acties in belangrijke mate aan de doelstellingen bijdragen, doen de subacties dat niet in gelijke mate. Vooral uitwisselingen van jongeren versterken het gevoel tot de EU te behoren en bevorderen de democratische participatie. Het Europees vrijwilligerswerk draagt het meest bij aan inzetbaarheid, persoonlijke ontwikkeling, mobiliteit en taalvaardigheden en jongereninitiatieven bevorderen ondernemerszin en creativiteit. Het Jongerenpas-certificaat (bedoeld om de leerresultaten te beoordelen na deelname aan een JiA-project) is een nuttig instrument om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

JiA richt zich via de ondersteunde projecten doeltreffend op kansarme jongeren. Er worden ook andere activiteiten voor de doelgroep georganiseerd die een ruimer effect sorteren (bijvoorbeeld opleidingen en informatieverlening over inclusie). Het is echter mogelijk de inclusie van kansarme jongeren te versterken door jongerenorganisaties verder te stimuleren zich op deze doelgroep te richten.

Volgens de meeste jongerenorganisaties draagt JiA positief bij aan de ontwikkeling van de kwaliteit van de systemen ter ondersteuning van de activiteiten van jongeren en van de capaciteit van de maatschappelijke organisaties, evenals aan de bevordering van de Europese samenwerking op jeugdgebied. Het merendeel van de jongerenorganisaties en jeugdwerkers zijn betrokken bij de uitwisselingen van goede praktijken en er worden netwerken opgezet. De internationale dimensie wordt sterk geapprecieerd en er wordt kennis opgedaan over niet-formeel onderricht in jeugdwerk. Er wordt daarom over het algemeen gerapporteerd dat de kwaliteit van het jeugdwerk is verbeterd.

De invloed van JiA op de nationale wetgeving is beperkt. Het effect op het nationale jeugdbeleid is veelbelovender, deels omdat de nationale agentschappen in toenemende mate bij de beleidsvorming worden betrokken.

Ruim een derde van de jongeren heeft gehoord over JiA of de acties van het programma[5]. Toch vinden de deelnemers aan JiA en de niet-deelnemers dat het programma niet zichtbaar genoeg is en er onvoldoende ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Er lijkt dus nog ruimte voor verbetering te zijn.

JiA heeft een duurzaam effect op deelnemers en jeugdwerkers (deelname aan evenementen na JiA, follow-up voor ngo's en toegenomen mobiliteit). De duurzaamheid in termen van partnerschappen en netwerken van organisaties varieert, maar is consistenter met betrekking tot netwerken van jongeren.

JiA is belangrijk in termen van de duurzaamheid op lange termijn van het type ondersteunde activiteiten. Deze activiteiten zouden wellicht financieel niet kunnen worden gesteund zonder JiA. De stakeholders hebben doorgaans geen toegang tot aanvullende begrotingsmiddelen in het huidige economische klimaat. De mogelijkheden om de medefinanciering te verhogen zijn bijgevolg beperkt. Toch moet – waar mogelijk – medefinanciering worden vereist omdat daardoor het ownership wordt gestimuleerd en aanvullende bronnen worden aangeboord.

Effici ëntie

Wat de uitgaven betreft, ligt JiA op koers met een hoog absorptiepercentage als gevolg van de grote interesse van de stakeholders.

De relatief hoge beheerskosten van JiA zijn gerechtvaardigd omdat de deelnemers aan het programma vaak jongerenorganisaties met weinig ervaring zijn die voor het eerst een aanvraag indienen. De nationale agentschappen verlenen hoogwaardige steun en dragen zo in aanzienlijke mate bij aan de capaciteitsopbouw van deze organisaties. Bovendien leidt de nadruk op kleine projecten tot een relatief groot aantal projecten die geselecteerd, gecontracteerd en gemonitord moeten worden. Ten slotte kunnen er jaarlijks vijf keer aanvragen worden ingediend om alle belangstellenden voldoende mogelijkheden te bieden om een aanvraag in te dienen en te voorkomen dat het programma doodbloedt. Bijgevolg is er behoefte aan beheersmiddelen om de belangrijkste doelstellingen van JiA te ondersteunen en capaciteit op te bouwen.

De begroting wordt naar behoren uitgesplitst en de nationale agentschappen beschikken over enige flexibiliteit om begrotingsmiddelen tussen subacties te verschuiven, zodat de verdeling van de middelen aan de reële behoeften beantwoordt. Over het algemeen vinden de nationale agentschappen dat ze over voldoende personeel beschikken, wat sommige als een relatief zware administratieve last beschouwen hoewel de meeste meer zouden willen verwezenlijken. Betere instrumenten (bijvoorbeeld een verbetering van het monitoringinstrument YouthLink) zouden deze last kunnen helpen verlagen.

Het indienen van aanvragen levert geen significante problemen op: de selectieprocedures verlopen doorgaans vlot en de aanvragers weten waar ze hun aanvraag moeten indienen (gecentraliseerd of gedecentraliseerd). De betrokkenen vinden de administratieve lasten die verband houden met het invullen van het aanvraagformulier en de rapportage, doorgaans hoog in verhouding tot de beschikbare budgetten voor de projecten. Er wordt gepleit voor eenvoudigere procedures, minder jargon en elektronische instrumenten voor rapportage en het indienen van aanvragen.

De taakverdeling tussen de nationale agentschappen en het uitvoerend agentschap (EACEA) is doorgaans duidelijk (ook wanneer een actie op beide niveaus wordt uitgevoerd). Meer decentralisatie zou desalniettemin nuttig kunnen zijn. Een gecentraliseerde uitvoerig blijft wenselijk voor a) subacties met te kleine budgetten om efficiënt op gedecentraliseerd niveau te kunnen worden uitgevoerd, en b) projecten waarbij stakeholders/begunstigden op EU-niveau betrokken zijn.

De beheersinstrumenten zijn aanzienlijk verbeterd vergeleken met het vorige programma. De monitoring is gebaseerd op indicatoren en er zijn tal van standaardformats ontwikkeld. Bovendien zijn de begunstigden erg tevreden over de structuren die JiA uitvoeren.

Algemeen effect van JiA

Wat het effect van JiA betreft, komen de nationale evaluaties en de op Europees niveau uitgevoerde evaluatie opmerkelijk met elkaar overeen.

De deelname aan JiA wordt als een belangrijke leerervaring beschouwd: "[JiA] levert een belangrijke bijdrage aan de bevordering van niet-formeel onderricht en aan de bevordering en ontwikkeling van belangrijke competenties. Bovendien draagt JiA ertoe bij niet-formeel onderricht als een afzonderlijk gebied voor het verwerven van vaardigheiden te zien." (DE) "[JiA] verandert het leven van de begunstigden en creëert betere kansen op het gebied van onderwijs en werkgelegenheid." (UK)

Deze niet-formele leerervaring kan bruggen slaan naar formeel onderwijs en formele opleidingen: "JiA biedt de begunstigden kansen die ze in het kader van de instellingen voor formeel onderwijs niet zouden krijgen. Deze nieuwe kansen stimuleren deelnemers die slecht presteren in het formele onderwijs, om hun traject in het formele onderwijs voort te zetten of ernaar terug te keren. Door aan JiA deel te nemen lijken sommige moeilijk bereikbare groepen opnieuw in het onderwijs te worden geïntegreerd, waardoor een van de nationale prioritaire streefcijfers – 95% van elke leeftijdsgroep voltooit hoger middelbaar onderwijs – kan worden gehaald." (DK) "Tot de ruimere maatschappelijke effecten en neveneffecten van JiA behoort het feit dat het programma innovatie bevordert en jongeren stimuleert te studeren." (NL)

Inzake participatie en actief burgerschap: "Uit het oogpunt van het Europees jeugdbeleid vormt JiA een belangrijk educatief instrument om de belangstelling voor Europese sociale en politieke realiteiten en een op Europese waarden gebaseerde burgerzin te stimuleren." (RO) "De activiteiten (...) dragen ertoe toe bij dat jongeren een positiever beeld van de EU krijgen. (…) JiA versterkt in grote mate het sociale bewustzijn van de deelnemers, evenals hun verantwoordelijkheidszin en maturiteit." (DK)

De nationale bijdragen beklemtonen de openheid van JiA ten aanzien van kansarme jongeren: "Werkloze jongeren (…) krijgen gerichte aanbiedingen. Er wordt ook samengewerkt met het Estonian Unemployment Insurance Fund." (EE) "Voor veel deelnemende jongeren is het niet alleen de eerste keer dat ze buiten Zweden maar ook buiten hun eigen regio komen." (SE)

De stakeholders vinden dat JiA een aanzienlijk effect heeft op de professionalisering van jeugdwerk: "JiA heeft een belangrijke educatieve dimensie en brengt voortdurend nieuwe competente mensen voort die een bijdrage aan nationale en Europese beleidsmaatregelen voor jongeren leveren. De opleidingen in het kader van JiA zijn van hoge kwaliteit, doelgericht en actueel." (FI) "De meerwaarde van JiA voor de promotoren bestaat erin dat enerzijds het personeel (verder) vertrouwd wordt gemaakt met de thema's en werkmethoden van internationaal jeugdwerk en dat anderzijds netwerkstructuren worden opgezet en ontwikkeld en het aanbod wordt verruimd." (DE) "Door de verruimde toegankelijkheid is JiA erin geslaagd nieuwe organisaties aan te trekken, evenals groepen jongeren die minder gemakkelijk toegang hebben tot gewone onderwijsprogramma's." (RO) "Het is onwaarschijnlijk dat het project zal worden voortgezet als de financiële hulp wordt stopgezet. De Nederlandse regering zal geen financiële middelen ter vervanging beschikbaar stellen en de meeste begunstigden melden dat ze het project zonder financiële hulp niet hadden opgestart. De verspreiding en het gebruik van de projectresultaten verloopt vlot." (NL)

Uit de nationale verslagen blijkt dat JiA een ruimer systemisch effect heeft: "JiA heeft op nationaal vlak een belangrijke meerwaarde gegenereert. Het heeft het begrip niet-formeel onderwijs in het onderwijs geïntroduceerd. (…) Bovendien levert het programma een aanzienlijke bijdrage aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen voor jongeren in Turkije." (TR) "De op 1 september 2010 in werking getreden nieuwe wet inzake jeugdwerk is enigermate gebaseerd op de tijdens JiA opgedane ervaringen. De wet benadrukt bijvoorbeeld de context van informeel en niet-formeel leren in het kader van jeugdwerk." (EE) "Niet-formeel leren vormt een cruciaal onderdeel van JiA en een belangrijke troef om de overgang van studeren naar het beroepsleven te vergemakkelijken. Het programma is nauw verbonden met nationale prioriteiten en speelt een belangrijke rol bij de ondersteuning ervan. Nationale ontwikkelingen zijn door JiA beïnvloed: zo is een nationaal programma als de "Service volontaire d'orientation" (...) bijvoorbeeld geïnspireerd door het Europees vrijwilligerswerk." (LU)

Het belang van JiA voor nationale ontwikkelingen blijkt ook uit de volgende voorbeelden: "JiA speelt een bijzondere rol bij gebrek aan een coherent nationaal jeugdbeleid van de overheid. Dankzij het programma kan het Europees jeugdbeleid op nationaal vlak worden uitgevoerd. Het nationaal agentschap speelt daarbij in Polen een zeer belangrijke rol. (…) JiA is het belangrijkste instrument om niet-formeel onderwijs in Polen te promoten en te implementeren. (…) Het moet op bepaalde gebieden (multilaterale uitwisselingen met vooral landen die geen lid van de EU zijn) voor geen enkel ander programma onderdoen. (…) Het biedt ruime ontwikkelingskansen voor jongerenorganisaties, zowel op het gebied van medefinanciering als op het punt van de persoonlijke ontwikkeling van werknemers." (PL) "Het grote aanbod aan acties en activiteiten biedt de doelgroepen tal van mogelijkheden waarin het nationale systeem niet voorziet." (DK) "JiA biedt mogelijkheden die nergens anders worden ondersteund: bijvoorbeeld het unieke Europese vrijwilligerswerk of steun voor plaatselijke initiatieven van jongeren, die zich daarbij voor het eerst met projectbeheer kunnen vertrouwd maken." (CZ) "JiA steunt activiteiten waarvoor nagenoeg geen andere financiële middelen beschikbaar zijn". (BE-NL) "JiA steunt de jeugdsector in Malta zodat jongerenorganisaties activiteiten kunnen organiseren die zonder steun van het programma niet op touw zouden kunnen worden gezet." (MT)

BELANGRIJKSTE AANBEVELINGEN EN OPMERKINGEN VAN DE COMMISSIE

De evaluatoren hebben een reeks aanbevelingen gedaan die uiterst waardevolle feedback en stof tot nadenken leveren met het oog op de lopende uitvoering van JiA en de ontwikkeling van een toekomstig programma. De belangrijkste aanbevelingen worden onderstaand vermeld (cursief) samen met een indicatie van hoe de Commissie van plan is aan de aanbevelingen gehoor te geven.

De grondgedachten van een toekomstig programma verbeteren

Ondanks verbeteringen vergeleken met het vorige programma kan de interventielogica van JiA nog worden verbeterd.

De Commissie is van plan het aantal acties in een toekomstig programma terug te schroeven om het programma te stroomlijnen en te vereenvoudigen, de helderheid en zichtbaarheid ervan te versterken en de resultaten ervan beter meetbaar te maken.

Overwegen meer aandacht aan het thema inzetbaarheid te schenken

De nieuwe strategieën die de basis voor toekomstige programma's vormen, pleiten ervoor meer aandacht aan het thema inzetbaarheid te schenken. Daarbij mogen de doelstellingen in verband met participatie en de civiele samenleving echter niet uit het oog worden verloren.

Tegen de achtergrond van Jeugd in beweging en de Europa 2020-strategie wil de Commissie de activiteiten voor jongeren meer toespitsen op het aspect leren. Doel is de verwerving van vaardigheden en competenties via niet-formele activiteiten zo doeltreffend mogelijk te ondersteunen.

Het evenwicht tussen steun aan jongerenorganisaties en jeugdwerkers enerzijds en rechtstreekse toelagen voor jongeren anderzijds bewaren

De versterking van de capaciteit van jeugdwerk bevordert de kwaliteit en er is nog steeds behoefte aan financiële middelen voor de deelname van jongeren aan niet-formele leeractiviteiten. Het huidige evenwicht moet worden bewaard en het is niet wenselijk steun aan jongerenorganisaties en jeugdwerkers te verlenen ten koste van toelagen voor jongeren, aangezien er weinig andere middelen zijn voor hun deelname aan met JiA vergelijkbare activiteiten.

De Commissie is het ermee eens dat ook een toekomstig programma op de jongeren zelf moet zijn gericht gezien de doeltreffendheid van de activiteiten en het feit dat ze in sommige landen de enige transnationale mogelijkheden bieden. Toch moet worden nagegaan in welke mate met meer steun voor jeugdwerk een groter effect kan worden gesorteerd. Het toekomstige programma zal het juiste evenwicht tussen deze twee doelstellingen moeten vinden.

De jongerenpas verder promoten

Om de waarde van de jongerenpas te vergroten moeten meer promotie- en voorlichtingsactiviteiten worden georganiseerd.

De jongerenpas is in 2007 geïntroduceerd voor een beperkt aantal acties van JiA. De Commissie is voornemens de jongerenpas op grotere schaal te promoten.

De financiële mogelijkheden voor "kansarme jongeren" beter promoten en definiëren

De voorgestelde extra financiële mogelijkheden voor kansarme jongeren zouden beter kunnen worden gepromoot en gedefinieerd.

De Commissie wil deze aanbeveling in overweging nemen bij de vaststelling van de toekomstige financieringsregels.

Jongeren beter bereiken via aanvullende communicatiestrategieën

Jongerenorganisaties en jeugdwerkers lijken voldoende te worden bereikt. Er moet echter van aanvullende middelen worden gebruikgemaakt om een ruimere groep te bereiken en JiA zichtbaar te maken en te promoten. JiA zou kunnen worden gepromoot via scholen, een beter gebruik van internet (met informatie die beter inspeelt op de interesse van jongeren) en het gebruik van sociale media.

De Commissie wil aan de beide aspecten van deze aanbeveling gehoor geven: een betere verspreiding en een beter gebruik van de projectresultaten (met name via een platform dat de resultaten van verschillende Europese programma's op het gebied van onderwijs en cultuur onder de aandacht brengt) en een versterkte zichtbaarheid van JiA (door mogelijk een een beroep te doen op nieuwe sociale media).

Maatregelen overwegen om de administratieve lasten te verlagen

JiA heeft – overeenkomstig de rechtsgrondslag van het programma – uitdrukkelijk gekozen voor de financiering van relatief kleine projecten van basisorganisaties. Deze keuze draagt enerzijds bij aan de capaciteitsopbouw maar brengt anderzijds relatief hoge administratieve lasten en beheerskosten mee. Aanbevolen wordt na te gaan of deze lasten kunnen worden verlaagd door efficiënte maatregelen te nemen.

De uitvoering van het toekomstige programma moet worden vereenvoudigd (stroomlijnen van de voorgestelde acties, een optimaal evenwicht zoeken tussen de kosten en baten van controles, meer gebruikmaken van vereenvoudigde vormen van forfaitaire financiering enzovoort) om het programma gebruikersvriendelijker voor de begunstigden te maken maar ook administratief minder belastend voor de uitvoerende instanties. Sommige maatregelen zullen al in het kader van het huidige programma worden uitgevoerd.

Het monitoringsysteem verbeteren

Het zou nuttig zijn het monitoringsysteem om te vormen tot een ruimer beheersinstrument.

De Commissie is al begonnen een geschikter beheers- en monitoringsysteem voor het toekomstige programma te ontwikkelen. Daarbij wordt een beroep gedaan op een gebruikersgroep met onder meer vertegenwoordigers van de nationale agentschappen.

CONCLUSIES VAN DE COMMISSIE

De positieve resultaten van deze tussentijdse evaluatie bevestigen de resultaten van de enquête uit 2010 waaraan de verschillende categorieën begunstigden van JiA hebben deelgenomen. Uit de enquête bleek onder meer dat:

- 77% van de jonge deelnemers vindt dat ze beter in staat zijn in te spelen op kansen voor persoonlijke of professionele ontwikkeling. 66% vindt dat hun kansen op werk dankzij de tijdens het project opgedane ervaring zijn gestegen;

- 88% van de jeugdwerkers vindt dat ze vaardigheden en kennis hebben verworven die ze niet via nationaal georganiseerde projecten hadden kunnen verwerven;

- 92% van de jongerenorganisaties vindt dat het "zeker waar" of "enigszins waar" is dat de deelname aan een door JiA gesteund project hun vaardigheden op het gebied van projectbeheer ten goede is gekomen.

De Commissie wil alle aanbevelingen van de evaluatoren uitvoeren om de doeltreffendheid en de efficiëntie van het programma – waarvoor jaar na jaar meer subsidieaanvragen worden ingediend – verder te verbeteren. Een aantal aanbevelingen zal vertaald worden in een actieplan om het beheer van het huidige programma al te verbeteren. Andere aanbevelingen zullen bijdragen aan de ontwikkeling van Europese acties voor jongeren na afloop van het huidige programma Jeugd in Actie.

Bijlage

Jeugd in actie – resultaten 2007-2009

Uitgaven (miljoen euro) | Aantal geselecteerde projecten | Aantal deelnemers |

Jeugd voor Europa |

1.1 | Uitwisselingen van jongeren | 82,293 | 3 947 | 123 286 |

1.2 | Steun voor initiatieven van jongeren | 29,244 | 3 970 | 40 396 |

1.3 | Projecten rond het thema participatieve democratie | 21,315 | 301 | 22 647 |

Europees vrijwilligerswerk |

Europees vrijwilligerswerk | 128,023 | 6 675 | 16 491 |

Jeugd voor de wereld |

3.1 | Samenwerking met de buurlanden van de EU | 23,140 | 1 511 | 40 807 |

3.2 | Samenwerking met andere landen | 7,360 | 85 | - |

Ondersteuningsstructuren voor jongeren |

4.1 | Steun voor organisaties die op Europees niveau op het gebied van jeugdzaken actief zijn | 8,965 | 275 | - |

4.2 | Steun voor het Europees Jeugdforum | 6,855 | - | - |

4.3 | Opleidingen voor en het opzetten van netwerken van personen die in jeugdwerk en jongerenorganisaties actief is | 37,634 | 4 630 | 88 313 |

4.4 | Projecten ter bevordering van innovatie en kwaliteit | 2,314 | 28 | - |

4.5 | Voorlichtingsactiviteiten voor jongeren en voor wie in jeugdwerk en jongerenorganisaties actief is | 2,448 | 37 | - |

4.6 | Partnerschapsprojecten | 1,950 | 30 | 11 785 |

4.7 | Steun voor de structuren van het programma | 39,552 | - | - |

4.8 | Activiteiten om het programma meerwaarde te verlenen | 1,311 | - | - |

Steun voor Europese samenwerking op het gebied van jeugdzaken |

5.1 | Bijeenkomsten van jongeren en verantwoordelijken voor het jeugdbeleid | 10,363 | 283 | 37 432 |

5.2 | Steun voor activiteiten om het inzicht in en de kennis van jeugdzaken te verbeteren | 0,134 | - | - |

5.3 | Samenwerking met internationale organisaties | 2,476 | - | - |

Totaal | 405,377 | 21 772 | 381 157 |

[1] PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30.

[2] http://ec.europa.eu/youth/focus/focus1757_en.htm

[3] PB C 311 van 19.12.2009, blz.1.

[4] COM/2010/0477 definitief van 15.9.2010.

[5] Enquête bij niet-deelnemers.

Top