Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010DC0571

GROENBOEK over de bevordering van elektronisch aanbesteden in de EU

/* COM/2010/0571 def. */

52010DC0571

/* COM/2010/0571 def. */ GROENBOEK over de bevordering van elektronisch aanbesteden in de EU


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 18.10.2010

COM(2010) 571 definitief

GROENBOEK

over de bevordering van elektronisch aanbesteden in de EU

SEC(2010) 1214

GROENBOEK

over de bevordering van elektronisch aanbesteden in de EU

WAAROM EEN GROENBOEK OVER ELEKTRONISCH AANBESTEDEN?

Onder elektronisch aanbesteden (“e-aanbesteding”) wordt verstaan het gebruik van elektronische communicatie en de elektronische verwerking van transacties door overheidsinstanties en andere organisaties in de openbare sector bij de aankoop van goederen en diensten of bij de aanbesteding van publieke werken. Hier is echter meer mee gemoeid dan alleen de overstap van dossiers op papier naar systemen die gebruik maken van elektronische communicatiemiddelen voor het plaatsen van overheidsopdrachten. Elektronische aanbestedingen kunnen potentieel voor aanzienlijke verbeteringen zorgen wat betreft de efficiëntie van aankopen, de algemene afhandeling van aanbestedingen en het functioneren van de markten voor overheidsopdrachten.

De geleidelijke invoering van elektronisch aanbesteden maakt deel uit van de ambitieuze agenda voor de “elektronische overheid” die gericht is op een grondige transformatie van de prestaties en werking van het overheidsapparaat. De Europese Digitale Agenda van de Commissie voorziet in de goedkeuring van een witboek van de Commissie waarin wordt uiteengezet welke stappen de Commissie zal nemen om een onderling gekoppelde aanbestedingsinfrastructuur op te zetten[1].

Dit groenboek vormt een eerste stap in de richting van de voltooiing van deze actie en de formulering en tenuitvoerlegging van een ambitieus, maar haalbaar programma om het potentieel van ICT te benutten voor een beter aanbestedingspraktijk op de interne markt.

Dit groenboek vormt tevens een eerste stap in de richting van een gecoördineerde, ambitieuze en omvattende herziening van het bestaande EU-kader voor overheidsopdrachten, waaruit voorstellen zullen voortvloeien voor een hervorming van de EU-wetgeving. Er zal nog een tweede groenboek volgen, waarin wordt ingegaan op vraagstukken in verband met de modernisering van het bestaande EU-kader voor overheidsopdrachten.

In 2005 hebben de bevoegde EU-ministers de hoop uitgesproken dat tegen 2010 ten minste 50% van de openbare aanbestedingen die boven het drempelbedrag van de EU voor openbare aanbestedingen uitkomen, elektronisch zal worden uitgevoerd[2]. Om dit te bereiken heeft de Commissie de bestaande wetgeving aangepast en het actieplan van 2004 voor elektronische aanbestedingen ten uitvoer gelegd[3]. Desondanks blijft het daadwerkelijke gebruik van e-aanbestedingen als gevolg van de technische, logistieke en administratieve complexiteit van de omschakeling ver achter bij de oorspronkelijke ambities. Volgens de evaluatie van de Commissie[4] wordt in de lidstaten die op dit terrein het voortouw nemen[5], minder dan 5% van het totale budget voor overheidsopdrachten langs elektronische weg aanbesteed.

De Commissie meent dat de tijd is gekomen om haar acties ter bevordering van de invoering van e-aanbesteding door nationale, regionale en lokale overheden bij te stellen. De technologie is inmiddels volgroeid. In tal van regio’s en lidstaten worden sinds geruime tijd succesvolle programma’s voor elektronisch aanbesteden toegepast. De transacties die middels deze systemen worden afgewikkeld, hebben een kritische massa bereikt en nemen sterk in aantal toe. Wel is het op zijn plaats om in de juridische en politieke context beste praktijken te verspreiden en tekortkomingen weg te nemen die deze ontwikkelingen anders zouden kunnen vertragen.

Bovendien is er nu een goede gelegenheid om de bestaande ontwikkelingen en processen onderling af te stemmen en er zo voor te zorgen dat de centrale onderdelen van de nieuwe infrastructuur voor e-aanbestedingen zich lenen voor grensoverschrijdende deelname aan aanbestedingsprocedures. Een ongecontroleerde ontwikkeling van verschillende technische oplossingen en toepassingen zou ertoe kunnen leiden dat ondernemers met onnodige obstakels worden geconfronteerd als zij willen deelnemen aan procedures die via systemen van partnerlanden worden georganiseerd. Grensoverschrijdende deelname aan elektronische aanbestedingen blijft tot nu toe weliswaar beperkt, maar de Commissie acht het verstandig nu in actie te komen om te voorkomen dat technische en operationele belemmeringen schering en inslag worden op het terrein van e-aanbestedingen dat nog in volle ontwikkeling is.

Wat is e-aanbesteding?

E-aanbesteding is een verzamelnaam voor de vervanging van op papieren dossiers gebaseerde procedures door op ICT-technologie gebaseerde communicatie en verwerkingsprocessen gedurende het gehele verloop van de aanbestedingsprocedure. E-aanbesteding behelst de invoering van elektronische processen in de verschillende fasen van de aanbestedingsprocedure – bekendmaking van de aankondiging, de verstrekking van aanbestedingsdocumenten, het indienen van inschrijvingen, beoordeling, gunning, bestelling, facturering en betaling.

Verrichtingen in verband met facturering en betaling (die pas na de gunning aan de orde zijn) zijn niet specifiek voor het aanbestedingsproces, zodat facturerings- en betalingsoplossingen die voor een bredere markt (B2B) zijn ontwikkeld, ook voor e-aanbestedingen kunnen worden toegepast[6]. Voor sommige fasen (aankondiging, indiening van inschrijvingen, beoordeling en bestelling) zijn echter oplossingen op maat nodig. De fasen van indiening van inschrijvingen, beoordeling en bestelling zijn het ingewikkeldst aangezien zij een overeengekomen stelsel van protocollen en normen vereisen om de uitwisseling van complexe documenten en de interactie tussen de aanbestedende dienst en leveranciers te kunnen organiseren.

Sommige aspecten van de aanbestedingsactiviteiten zullen nooit volledig kunnen worden geautomatiseerd. Zo kunnen bijvoorbeeld sommige fasen van complexe aanbestedingen (ontwerpen, werken) niet of nauwelijks worden gereduceerd tot gestandaardiseerde formules, zodat een menselijke tussenkomst vereist blijft. Toch lenen grote delen van de aanbestedingsactiviteiten zich potentieel voor elektronische verwerking. Het voorbeeld van Korea is in dit verband illustratief: meer dan 90% van alle overheidsopdrachten in dat land worden verwerkt via het centraal beheerde systeem KONEPS.

Vaak kunnen bepaalde delen van de aanbestedingsprocedure langs elektronische weg worden uitgevoerd, terwijl andere nog niet zijn geautomatiseerd. Tal van overheidsinstanties hebben webportalen ingericht voor de publicatie van aankondigingen van opdrachten en het toegankelijk maken van aanbestedingsdocumenten. Van vooruitgang met betrekking tot het gebruik van geautomatiseerde systemen voor het indienen, verwerken en beoordelen van inschrijvingen en voor bestellingen is minder vaak sprake. Ideaal is een systeem van volledig geautomatiseerde (“straight through”) e-aanbesteding waarbij alle fasen van de procedure, van de aankondiging tot en met de betaling, automatisch kunnen worden afgewikkeld. Dergelijke systemen zijn reeds beschikbaar – meestal in de vorm van gespecialiseerde e-aanbestedingsprogramma’s die de aanbestedende dienst de nodige ondersteuning bieden bij de tenuitvoerlegging van elektronische aanbestedingsprocedures.

HET BELANG VAN ELEKTRONISCH AANBESTEDEN

De Commissie verwacht van een bredere toepassing van e-aanbestedingen de volgende voordelen:

a) Grotere toegankelijkheid en transparantie: doordat de informatiestroom over uitgeschreven aanbestedingen bij e-aanbesteding wordt geautomatiseerd en gecentraliseerd, krijgen bedrijven een betere toegang tot overheidsopdrachten. Online zoeken naar mogelijk interessante aanbestedingen is minder tijdrovend en goedkoper dan het doornemen van allerlei publicaties. E-aanbestedingssystemen kunnen ook dusdanig worden geconfigureerd dat leveranciers automatisch worden geattendeerd op bepaalde aanbestedingen en rechtstreeks toegang krijgen tot het aanbestedingsdossier. Tevens is er meer transparantie omdat de aanbestedingsprocedure een meer open karakter krijgt, beter gedocumenteerd is en beter wordt gecommuniceerd. Als gevolg hiervan kunnen aanbestedingsprocedures beter worden gecontroleerd en efficiënter worden afgewikkeld, zodat de concurrentiewerking op de markt toeneemt en het aantal concurrerende leveranciers wordt vergroot.

b) Voordelen voor individuele procedures: ten opzichte van op papier gebaseerde systemen heeft elektronische aanbesteding het voordeel de administratieve lasten voor aanbestedende diensten en ondernemers te verminderen en de afzonderlijke aanbestedingsprocedures te bespoedigen. In het huidige financiële klimaat is die efficiëntieverbetering hoogst welkom, aangezien zo met beperkte middelen meer kan worden bereikt. E-aanbestedingssystemen hebben daarnaast het voordeel dat zij een snellere besteding van de beschikbare middelen voor overheidsopdrachten mogelijk maken.

c) Efficiëntere afwikkeling van aanbestedingen: in het geval van aanbestedingen door aankoopcentrales kan de toepassing van elektronische procedures bijdragen tot de centralisatie van kostenintensieve back-office-taken en bij de afwikkeling van de procedure tot schaalvoordelen leiden. De omschakeling op e-aanbesteding biedt tevens de mogelijkheid om het aanbestedingsproces ook verder te rationaliseren en te evalueren – de overstap naar elektronisch aanbesteden betekent niet per se dat de op papier gebaseerde procedures die sinds jaar en dag worden toegepast, in elektronische vorm worden gekopieerd. E-aanbesteding kan worden geïntegreerd in de andere (elektronische) activiteiten van een organisatie (bijvoorbeeld inventarisatie, contractbeheer en controle) zodat voor meer samenhang en grotere efficiency wordt gezorgd.

d) Potentieel voor de integratie van de Europese aanbestedingsmarkten: in een aan papieren dossiers gewende omgeving hebben leveranciers zich er soms van laten weerhouden aan bepaalde aanbestedingen deel te nemen, vanwege een gebrek aan kennis of vanwege twijfels over het nut van het meedingen naar opdrachten op locaties die ver verwijderd zijn van hun plaats van vestiging. E-aanbestedingen kunnen ertoe bijdragen dergelijke afstands- en informatieproblemen te overwinnen en een bredere deelname te stimuleren, waardoor het aantal mogelijke leveranciers zou worden vergroot en de markt potentieel zou groeien. Hoewel afstand of fysieke nabijheid een belangrijke factor blijft bij de daadwerkelijke uitvoering van de opdracht, vallen de afstandsgerelateerde kosten van de deelname aan de aanbestedingsprocedure zelf in het geval van een e-aanbesteding weg. De hieruit resulterende transparantie biedt niet alleen voordelen op grensoverschrijdend niveau; ook binnen de grenzen van een lidstaat levert dit voordelen op, aangezien voor leveranciers uit een bepaalde regio ook in andere regio’s kansen kunnen ontstaan. Een vergemakkelijkte toegang tot informatie over uitgeschreven aanbestedingen en een gestroomlijnde verwerking van inschrijvingen maken het voor leveranciers uit andere regio’s en lidstaten eenvoudiger om deel te nemen aan online aanbestedingen[7].

Alle hierboven genoemde voordelen dragen ertoe bij dat het gewenste resultaat van de aanbestedingsprocedure gemakkelijker wordt behaald. Met name kan e-aanbesteding ervoor zorgen dat overheidsdiensten goederen of diensten kunnen aankopen tegen condities die veel voordeliger zijn voor de belastingbetaler. De hieruit voortvloeiende besparingen zijn bijzonder waardevol nu de druk toeneemt om overheidsgelden efficiënt te besteden.

Aan deze voordelen is echter wel een prijskaartje verbonden. Om aanbestedingen elektronisch te kunnen afwikkelen zijn voor alle fasen van de aanbestedingsprocedure investeringen vereist voor het opbouwen van de nodige capaciteit en het beheer van de omschakeling op elektronische systemen. De kosten van investeringen in nationale en regionale faciliteiten voor e-aanbestedingen lopen uiteen van 0,5 miljoen EUR tot 5 miljoen EUR – al naargelang of het om een webportaal of om uitgebreidere systemen gaat[8]. De onderhoudskosten variëren van enkele duizenden tot miljoenen euro, vermoedelijk afhankelijk van de grootte en geavanceerdheid van het systeem. De ervaring leert dat dergelijke investeringen binnen een kort tijdsbestek worden goedgemaakt door besparingen op de administratieve kosten. Een ander, nog groter obstakel dat moet worden overwonnen is evenwel dat aanbestedende diensten en leveranciers moeten worden aangemoedigd gebruik te maken van deze nieuwe systemen. Voor succesvolle initiatieven op het gebied van elektronisch aanbesteden is vaak intensieve support nodig om personeel in het gebruik te scholen, naast niet-aflatende inspanningen van de initiatiefnemers om hun e-aanbestedingssystemen te promoten en te ontwikkelen.

Voorbeelden van besparingen en verbeteringen

- Het Italiaanse bureau Intercent ER in Emilia-Romagna verzorgt diensten op het gebied van e-aanbestedingen, waaronder een elektronische marktplaats, e-catalogi en e-veilingen en is nu een belangrijk referentieadres voor 539 overheidsinstanties (90% van de instellingen in de regio). In 2008 werden door dit bureau transacties met een totale waarde van 419 miljoen EUR verwerkt, wat een efficiencyvoordeel van 67,5 miljoen EUR en een tijdsbesparing van 45 manjaren heeft opgeleverd.

- Het federale aankoopbureau van de Oostenrijkse overheid centraliseert aankopen voor federale autoriteiten met behulp van een e-aanbestedingssysteem. Voor 2008 boekte het bureau besparingen ter hoogte van 178 miljoen EUR bij een totaal aanbestedingsvolume van 830 miljoen EUR. De financiële voordelen zijn duidelijk groter dan de jaarlijkse onderhoudskosten van 5 miljoen EUR, die slechts 3% van de besparingen uitmaken.

- Sinds 1 februari 2005 mogen aanbestedende diensten in Denemarken alleen nog elektronische facturen in ontvangst nemen. Deze nieuwe regeling betreft naar schatting 15 miljoen facturen per jaar en is van toepassing op de gehele publieke sector, van ministeries tot kleuterscholen. Het gebruik van e-facturering bespaart de belastingbetaler naar verwachting 100 miljoen EUR per jaar, nog afgezien van de besparingen bij interne administratieve processen.

- In Noorwegen zorgt het Ehandel-platform er bij de overheid voor dat de behandeling van bestellingen, de levering van goederen en de facturering 20% tot 40% minder tijd in beslag nemen en dat besparingen van 2% tot 10% worden bereikt.

- In het Verenigd Koninkrijk meldde de dienst Buying Solutions op zijn website in het jaarverslag 2008-2009 dat hij transacties ter waarde van 5 miljoen pond had gefaciliteerd, wat neerkwam op een besparing van 732 miljoen pond. Het Verenigd Koninkrijk meldde tevens dat via e-veilingen dikwijls besparingen van meer dan 10% (en zelfs van maximaal 45%) worden behaald en kondigde onlangs aan het gebruik van e-veilingen te willen uitbreiden om de belastingbetaler tegen het eind van 2011 een bedrag van 270 miljoen pond te besparen.

- In een Portugese studie werden de winnende offertes voor publieke werken ten behoeve van openbare ziekenhuizen in Portugal vergeleken die in 2009 (met papieren dossiers) en 2010 (met elektronische aanbestedingssystemen) waren aanbesteed. De studie kwam tot de bevinding dat in 2010 een besparing van 18% was bereikt ten opzichte van 2009, als gevolg van de sterkere concurrentie die door e-aanbestedingen werd gestimuleerd.

WELKE ROL KAN DE EU SPELEN BIJ DE BEVORDERING VAN E-AANBESTEDING?

Het leeuwendeel van de noodzakelijke investeringen in het systeem van elektronisch aanbesteden moet op nationaal of regionaal niveau geschieden, aangezien daar de grootste behoefte bestaat en de nodige middelen voorhanden zijn. Bovendien laat de EU-wetgeving inzake aanbestedingen het aan de aanbestedende diensten over of zij voor aanbestedingen boven het drempelbedrag gebruik maken van elektronische of andere communicatiemethoden. In het EU-beleid inzake elektronisch aanbesteden moet derhalve worden erkend dat de omschakeling wordt gekenmerkt door een decentrale bottom-up aanpak.

Toch komt EU-initiatieven de belangrijke rol toe het potentieel van e-aanbesteding volledig te ontwikkelen en de risico’s te voorkomen die aan een ongecoördineerde decentrale overschakeling op elektronisch aanbesteden zijn verbonden. Met name moeten de inspanningen van de Europese wetgevers en beleidsmakers er blijvend op zijn gericht:

1. aanbestedende diensten in staat te stellen aanbestedingen langs elektronische weg te organiseren. De EU-wetgeving moet dusdanig worden vormgegeven dat het gebruik van e-aanbestedingssystemen en –procedures is toegestaan (voor aanbestedingen boven het drempelbedrag);

2. ervoor te zorgen dat e-aanbestedingen worden uitgevoerd in overeenstemming met de kernbeginselen en –bepalingen van de EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten (voor aanbestedingen boven het drempelbedrag) en de relevante beginselen van het Verdrag (voor aanbestedingen onder het drempelbedrag);

3. de ontwikkeling en het gebruik van convergente, betrouwbare, maar commercieel levensvatbare oplossingen te stimuleren en voorbeelden van goede praktijken te verspreiden. Hierdoor dient de omschakeling op e-aanbesteding te worden bespoedigd, verspilling door verdubbelingen te worden voorkomen en de herhaling van eerder gemaakte fouten te worden vermeden;

4. ondernemers in de gelegenheid te stellen aan elektronische aanbestedingsprocedures op de hele interne markt deel te nemen. E-aanbestedingen bieden de mogelijkheid om afstands- en informatieproblemen te verminderen. De capaciteit voor e-aanbestedingen in de verschillende lidstaten dient zoveel mogelijk op basis van gemeenschappelijk modellen en benaderingen te worden ontwikkeld. Oplossingen die voor een grotere interoperabiliteit tussen lokale, regionale en nationale e-aanbestedingssystemen zorgen, dienen te worden bevorderd. Hierdoor kunnen onnodige technische obstakels belemmeringen voor grensoverschrijdende deelname aan e-aanbestedingssystemen worden voorkomen.

Het EU-beleid kan derhalve een belangrijke complementaire rol spelen naast de nationale en regionale inspanningen om het aanbestedingswezen het elektronische tijdperk in te loodsen. Het heeft bovendien een bredere coördinerende rol door te zorgen voor de nodige samenhang met de ontwikkelingen op andere, aanverwante gebieden – bijvoorbeeld met de wetgeving betreffende elektronische handtekeningen of elektronische facturering, die uiteindelijk wellicht tot een zekere harmonisatie van de verschillende benaderingen in de EU zal leiden. Indien geen rekening wordt gehouden met de Europese dimensie bestaat het gevaar dat de omschakeling wordt vertraagd, dat middelen worden verspild omdat het wiel telkens opnieuw wordt uitgevonden, en dat de mogelijke uitbreiding van de leveranciersbasis niet wordt verwezenlijkt. Dit groenboek en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zijn erop gericht een realistische en doeltreffende basis te scheppen van waaruit de EU dit belangrijke proces kan begeleiden en bevorderen.

WAT HEEFT DE EU TOT DUSVER ONDERNOMEN?

Voor de Commissie is dit beleidsgebied geen onbekend terrein. In de afgelopen jaren heeft zij reeds een aantal stappen ondernomen om de hierboven geschetste doelstellingen te bereiken. Met name heeft zij:

5. wijzigingen in de EU-richtlijnen inzake overheidsopdrachten voorgesteld om het gebruik van elektronische procedures voor het plaatsen van opdrachten toe te staan en technieken en instrumenten in te voeren die relevant werden geacht voor e-aanbestedingen. Oorspronkelijk voorzag de EU-wetgeving niet in de mogelijkheid deze methoden toe te passen. De Commissie heeft daarnaast nieuwe technieken en instrumenten (e-veilingen, dynamische aankoopsystemen) geïntroduceerd om aanbestedende diensten de mogelijkheid te geven intensiever gebruik te maken van elektronische communicatiemiddelen, met het doel om de resultaten van hun aanbestedingsprocedures te verbeteren. Na te zijn goedgekeurd vonden deze voorstellen hun neerslag in de gewijzigde richtlijnen inzake overheidsopdrachten van 2004;

6. een programma van meer dan 30 niet-wetgevingsinitiatieven ontworpen en ten uitvoer gelegd om duidelijkheid te verschaffen omtrent e-aanbestedingen en het gebruik ervan aan te moedigen (actieplan). Het actieplan is gebaseerd op een ambitieuze beleidsvisie, namelijk de idee dat elk bedrijf in Europa dat over een pc en een internetaansluiting beschikt, moet kunnen deelnemen aan een elektronisch georganiseerde aanbesteding door overheidsinstanties[9];

7. onderzoek medegefinancierd en andere praktische instrumenten ontwikkeld om administratieve en technische belemmeringen voor grensoverschrijdend elektronisch aanbesteden uit de weg te ruimen. Hiertoe behoren initiatieven zoals PEPPOL[10], het nieuwe instrument e-CERTIS en Open e-PRIOR. Deze projecten bevinden zich nog in de ontwikkelingsfase of zijn pas onlangs geïntroduceerd.

Parallel aan de opstelling van dit groenboek heeft de Commissie een evaluatie gemaakt van EU-maatregelen ter bevordering van e-aanbestedingen. De belangrijkste conclusies van deze evaluatie zijn dat in het actieplan over het geheel genomen de juiste uitdagingen en prioriteiten zijn vastgesteld. Bovendien werd geconstateerd dat de belangrijkste impulsen voor vorderingen op het gebied van e-aanbesteding van de lidstaten en de regio’s moeten komen. In de evaluatie werd een aantal acties opgesomd die geschikt zijn om nationale en regionale investeringen dusdanig te sturen dat ze consistent zijn met de EU-wetgeving en de eengemaakte markt.

Door middel van het actieplan kon een aantal belangrijke successen worden behaald bij de opbouw en het gebruik van gezamenlijke infrastructuur voor de elektronische bekendmaking van aankondigingen van opdrachten. Thans is er sprake van één algemeen geaccepteerd en veelvuldig gebruikt systeem voor de publicatie van aankondigingen van opdrachten boven het drempelbedrag in de hele EU, dat op nationaal niveau wordt ondersteund door compatibele infrastructuur. In 2009 werd ruim 90% van de door het TED-systeem (Tenders Electronic Daily) ontvangen formulieren langs elektronische weg en in een gestructureerd formaat verstuurd. Ook met de elektronische bekendmaking van aankondigingen voor opdrachten onder het drempelbedrag is op nationaal of regionaal niveau vooruitgang geboekt.

Tal van maatregelen van het actieplan bestonden uit het geven van richtsnoeren of uit proefprojecten die ten doel hadden bepaalde oplossingen te testen of te promoten. Dit heeft geleid tot een betere kijk op de problemen en op mogelijke oplossingen en heeft gemeenschappelijke referentiepunten aangereikt voor grote delen van de markt. Het ging er evenwel niet om bepaalde oplossingen of resultaten voor te schrijven op een punt waarop de technologie en de bedrijfsmodellen zich nog in de ontwikkelingsfase bevonden. Op het gebied van normalisatie zijn er nog geen meer concrete projecten uit de bus gekomen. Samenvattend kan worden gezegd dat de prioriteiten over het algemeen weliswaar correct waren vastgesteld en dat het actieplan grotendeels zoals uitgestippeld is uitgevoerd, maar dat het nog niet tot een situatie heeft geleid waarin elk bedrijf in de EU via de computer kan deelnemen aan elke aanbestedingsprocedure.

De slotsom is dat vele van de in het actieplan genoemde prioriteiten, die in 2004 terecht zijn vastgesteld, vandaag de dag nog steeds prioriteiten zijn. De “zachte” wetgevingsbenadering vormt de juiste aanpak voor de nog in ontwikkeling zijnde wereld van e-aanbestedingen en heeft de uitwerking van creatieve oplossingen in de hand gewerkt. Achteraf kan worden gezegd dat sommige gebieden gebaat zouden zijn geweest bij een meer proactieve en/of sturende aanpak. Uit de evaluatie van het actieplan zijn een aantal uitdagingen en zwakke punten naar voren gekomen die moeten worden aangepakt om te voorkomen dat ze een belemmering gaan vormen voor een breder gebruik van e-aanbestedingen en voor grensoverschrijdende deelname aan online-aankoopprocedures.

Door de Commissie gefinancierde en aangestuurde acties ter ondersteuning van e-aanbesteding

PEPPOL : dit project wordt door overheidsorganisaties uit verschillende lidstaten van de EU uitgevoerd en door de Europese Commissie medegefinancierd. PEPPOL is een groot grensoverschrijdend project op het gebied van e-aanbesteding dat wil voorzien in grootschalige, op normen gebaseerde IT-infrastructuur en IT-diensten om online pan-Europese aanbestedingsoperaties op touw te kunnen zetten en te kunnen afwikkelen. De kern van de PEPPOL-structuur is een transportnetwerk dat de aanbestedingspartners in staat stelt hun eigen IT-systemen met elkaar te verbinden om zakelijke documenten op een veilige en betrouwbare manier uit te wisselen. In het kader van dit project wordt ook gewerkt aan oplossingen voor elektronische bestellingen en facturen en aan bouwstenen voor het opzetten van systemen voor elektronische catalogi, handtekeningvalidatie en het Virtual Company Dossier (VCD).

Open e-PRIOR : de Europese Commissie heeft e-PRIOR ontwikkeld en geïmplementeerd voor de uitwisseling tussen de Commissie en haar leveranciers van gestructureerde documenten in het kader van e-catalogus, e-bestellingen en e-facturering. Open e-PRIOR is een interoperabele open-source-versie van dit systeem die openbaar ter beschikking wordt gesteld. Bovendien omvat Open e-Prior een geïntegreerd PEPPOL Access Point dat documentenuitwisseling via het PEPPOL-netwerk mogelijk maakt.

e-CERTIS : deze kosteloze online-informatietool wordt gelijktijdig met dit groenboek gelanceerd en verstrekt nadere gegevens over de verschillende certificaten en attesten die in veel gevallen moeten worden ingediend in het kader van aanbestedingsprocedures in de 27 lidstaten, twee kandidaat-lidstaten (Turkije en Kroatië) en de drie EER-landen (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen). e-Certis is erop gericht het bedrijfsleven en de aanbestedende diensten ten eerste te helpen begrijpen welke informatie wordt verlangd of verstrekt en ten tweede te helpen om equivalenten te vinden die voor beide zijden aanvaardbaar zijn.

DE STAND VAN ZAKEN OP HET GEBIED VAN ELEKTRONISCH AANBESTEDEN

a) Beschikbaarheid van technische oplossingen

E-aanbestedingen zijn inmiddels mogelijk in de praktijk – niet in alleen in theorie. De technologie bestaat en wordt in verschillende landen toegepast om ervoor te zorgen dat alle fasen van de aanbesteding online kunnen worden afgewikkeld.

De technologie heeft echter nog niet de verwachte (hightech-)oplossingen opgeleverd voor alle stappen van de aanbestedingsprocedure. In sommige gevallen konden slechts vorderingen worden gemaakt door te kiezen voor een meer pragmatische aanpak – in de vorm van praktische uitwijkoplossingen die minder hoge technische eisen stellen of een combinatie behelzen van on- en offline-communicatie, bijvoorbeeld de aanpak die werd gekozen voor het verstrekken van bewijsstukken met betrekking tot uitsluitings- en selectiecriteria of het gebruik van een gebruikersnaam en een wachtwoord voor de authenticatie van een inschrijver. Toch zijn dit legitieme oplossingen – het zijn alternatieve manieren om hetzelfde eindresultaat te bereiken. Daarnaast is geconstateerd dat er beperkingen zijn op volledig geautomatiseerde e-aanbesteding, bijvoorbeeld moeilijkheden bij de toepassing van geautomatiseerde beoordelingsmethoden voor complexe aankopen of het ontbreken van een tijdstempelsysteem dat in de hele EU gangbaar is.

b) Investeringen in en beschikbaarheid van e-aanbestedingscapaciteit

Elektronisch aanbesteden is begonnen aan een opmars in Europa. Het succes van bepaalde systemen heeft de zakelijke voordelen ervan aangetoond. Een aantal aanbestedende diensten, het bedrijfsleven, aankoopcentrales en lidstaten hebben zich op dit terrein grote inspanningen getroost en aanzienlijke vooruitgang geboekt. Er zijn grote vorderingen gemaakt bij de ontwikkeling van elektronische applicaties die geschikt zijn om ondersteuning te bieden in de meeste of soms alle fasen van de aanbestedingsprocedure. Een aantal lidstaten en regio’s hebben e-aanbestedingssystemen geïmplementeerd die volledig geautomatiseerde elektronische aanbestedingsprocessen ondersteunen – ten minste voor aankopen van standaardproducten en –diensten. Andere systemen concentreren zich op de eerste onderdelen van de aanbestedingsprocedure – in 25 lidstaten is het inmiddels mogelijk om aankondigingen online te publiceren en aanbestedingsdocumenten online beschikbaar te stellen.

Een aantal succesvolle systemen maakt gebruik van een e-aanbestedingsmodel dat door derden via een netwerk wordt aangeboden. Dergelijke platforms verrichten e-aanbestedingsdiensten voor verschillende organisaties. Individuele inkopers krijgen een eigen webspace waar zij op afstand hun eigen gebruikers, processen en productwensen kunnen definiëren. Sommige van die platforms worden door overheidsinstellingen beheerd, andere worden verzorgd door particuliere bedrijven – in dit laatste geval betalen de aanbestedende instanties voor deze dienstverlening ofwel een vast bedrag, ofwel naargelang van het gebruik dat zij ervan maken.

c) Feitelijk gebruik van e-aanbesteding

Het algemene niveau van het gebruik van e-aanbesteding blijft in de meeste landen en binnen de EU als geheel laag en beloopt naar schatting minder dan 5% van de totale waarde van de uitgeschreven overheidsopdrachten.

Portugal vormt hierop een uitzondering. Hier is het gebruik van elektronische middelen bij aanbestedingsprocedures tot en met de gunningsfase sinds 1 november 2009 verplicht voor de meeste overheidsaankopen (sommige opdrachten met een kleine waarde worden niet elektronisch uitgevoerd, en de beoordeling mag bij bepaalde aankopen deels elektronisch en deels met behulp van traditionele middelen plaatsvinden). Als gevolg van deze regeling kunnen de aanbestedende diensten hun aankopen sneller afwikkelen en zullen naar verwachting administratieve besparingen ter hoogte van 28 miljoen EUR per jaar kunnen worden gerealiseerd. Andere lidstaten hebben het gebruik van e-aanbestedingen voor bepaalde fasen van de procedure of bepaalde e-aanbestedingsinstrumenten op nationaal niveau verplicht gesteld. Cyprus, België en Nederland hebben bijvoorbeeld de bekendmaking van aankondigingen via bepaalde platforms verplicht gesteld of zijn van plan dit te doen. Andere landen hebben voorschriften ingevoerd voor bepaalde bestuurslagen – zo zijn bijvoorbeeld de federale autoriteiten in Oostenrijk verplicht voor de aanschaffing van bepaalde goederen en diensten gebruik te maken van raamovereenkomsten.

Ook uit andere voorbeelden blijkt dat tal van aanbestedende diensten en ondernemers de overstap naar e-aanbesteding hebben gemaakt en niet voornemens zijn terug te keren naar procedures met papieren dossiers.

d) Grensoverschrijdende toegankelijkheid van e-aanbestedingssystemen

De verschillende systemen die thans worden gebruikt, vertonen weinig gemeenschappelijke kenmerken – er zijn tal van op zichzelf staande oplossingen ontwikkeld, en als er niet snel actie wordt ondernomen om bruggen te slaan tussen de diverse systemen, is het gevaar groot dat de markt gefragmenteerd raakt. De bestaande bedrijfsprocessen, documentenstandaarden en -formaten en communicatiemethoden zijn in ontoereikende mate genormaliseerd. Hoe meer kant-en-klare en veelzijdig toepasbare componenten voor e-aanbestedingssystemen worden aangeboden, des te eenvoudiger wordt het om een interoperabele omgeving voor e-aanbestedingen te waarborgen die een bredere toepassing en uiteindelijk ook het grensoverschrijdend gebruik zal bevorderen. Hoewel convergentie tot één eenvormig systeem niet wenselijk is en ook niet wordt beoogd, zou het bevorderlijk zijn voor de deelname als in alle systemen een aantal kernfuncties gemeenschappelijk zou zijn.

De stand van zaken op de markt is dat ondernemers die aan online aanbestedingsprocedures in andere lidstaten willen deelnemen, als gevolg van dergelijke interoperabiliteitsproblemen geconfronteerd worden met praktische, technische en administratieve hinderpalen. Nationale en regionale e-aanbestedingsprocedures zijn ontworpen op basis van lokale administratieve of technische praktijken die sterk van elkaar kunnen verschillen. Hoewel de beschikbaarheid van de nodige infrastructuur sinds 2004 aanzienlijk is toegenomen, is slechts weinig vooruitgang geboekt bij de verwezenlijking van toegankelijke grensoverschrijdende aanbestedingsprocedures. Tot dusver zijn deze problemen niet erg in het oog gesprongen vanwege de beperkte animo van leveranciers in partnerlanden om aan online aanbestedingen deel te nemen. Toch dient nu reeds de aandacht te worden gevestigd op deze kwesties indien wij willen voorkomen dat wij binnenkort met een nieuwe generatie van technische belemmeringen voor grensoverschrijdende (online-)aanbestedingen worden geconfronteerd.

PROBLEEMPUNTEN

Hieronder worden de belangrijkste probleempunten beschreven die een succesvolle overstap op e-aanbesteding in de weg staan en mogelijk onnodige hinderpalen vormen voor grensoverschrijdende deelname aan online aanbestedingsprocedures. Deze punten houden veelal verband met elkaar, zodat ze niet los van elkaar kunnen worden aangepakt als we de knelpunten echt uit de wereld willen helpen en de beleidsdoelstellingen willen verwezenlijken.

8. Terughoudendheid en angsten bij aanbestedende diensten en leveranciers overwinnen : de technologie en de capaciteit om aanbestedingen elektronisch uit te voeren zijn in toenemende mate beschikbaar. Toch is daarmee de kous niet af. Aanbestedende diensten zijn terughoudend als het erom gaat gebruik te maken van deze mogelijkheden. Dit heeft te maken met de kosten die met de reorganisatie van hun interne werkwijzen gepaard gaan en met een onvoldoende besef van de voordelen. Ook leveranciers hebben niet altijd oog voor de voordelen die de overstap hun zou bieden. Tal van aanbestedende diensten en leveranciers stellen zich afwachtend op vanwege de vermeende risico’s van investeringen in elektronisch aanbesteden. Behalve over de technologische risico’s maken zij zich zorgen over risico’s die verbonden zijn aan de integratie van deze technologieën in bestaande informatiesystemen, over het bedrijfsmodel dat deze technologieën met zich meebrengen voor de verhoudingen tussen aanbestedende dienst en leverancier, en over de veiligheids- en controlemechanismen die noodzakelijk zijn om een correct gebruik te waarborgen. Sommige ondernemingen, met name kmo’s, vrezen ook dat zij uit de markt zullen worden gedrukt door een tendens tot bundeling en centralisatie. Indien een snellere overgang naar e-aanbesteding wenselijk wordt geacht, zullen extra prikkels moeten worden gegeven om waar mogelijk op e-aanbesteding over te stappen – en zal mogelijk het gebruik van e-aanbestedingen in bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld voor bepaalde aankopen) verplicht moeten worden gesteld.

9. Onvoldoende standaardisering in e-aanbestedingsprocessen : voorlopig zullen leveranciers nog worden geconfronteerd met een landschap van uiteenlopende platforms en regelingen voor e-aanbestedingen. Elk systeem kan eigen, afwijkende technische kenmerken en functies omvatten, wat het voor leveranciers extra moeilijk maakt om in verschillende systemen deel te nemen. Hierdoor kunnen de opleidingskosten voor leveranciers oplopen en kan de deelname aan e-aanbestedingssystemen lager uitvallen. De grootste knelpunten doen zich voor in fase van de indiening van inschrijvingen en in de verwerkingsfase daarna. De markt moet uitwijzen welke technologische toepassingen geperfectioneerd genoeg zijn en over de vereiste functionaliteit beschikken. Er zijn meer gezamenlijke inspanningen op EU-niveau nodig om de convergentie of standaardisering in deze cruciale onderdelen van het proces te bevorderen. Er moeten gemeenschappelijke referentiepunten en normen komen om de ontwikkeling van veelzijdig toepasbare en interoperabele systemen in de hand te werken. De inspanningen dienen zich te concentreren op de uitwisseling van documenten, authenticatie, e-facturering, e-catalogi en productclassificaties.

10. Ontbreken van hulpmiddelen ter vergemakkelijking van de wederzijdse erkenning van nationale elektronische oplossingen voor cruciale aanbestedingsfasen en -instrumenten (bijvoorbeeld de authenticatie van leveranciers door middel van elektronische handtekeningen, nationale bewijsstukken voor de geschiktheid van de inschrijver). Er moeten oplossingen worden gevonden die de lasten verminderen voor aanbestedende diensten en leveranciers die op een ruimere Europese markt actief willen zijn.

11. Lastige technische vereisten, met name inzake de authenticatie van inschrijvers : in de EU zijn velerlei vereisten en oplossingen ingevoerd voor kwesties die verband houden met authenticatie en identificatie. Sommige van die oplossingen zijn technologisch gezien erg eenvoudig, bijvoorbeeld het gebruik van de combinatie gebruikersnaam/wachtwoord. Andere zijn ingewikkelder en zijn gebaseerd op verschillende soorten elektronische handtekeningen, waaronder gekwalificeerde handtekeningen (hierbij wordt een digitaal certificaat verlangd dat door onder toezicht staande of geaccrediteerde certificatiedienstverleners wordt afgegeven). Mogelijk is met de beslissing om in het kader van het actieplan het gebruik van gekwalificeerde elektronische handtekeningen te promoten de lat voor e-aanbestedingsapplicaties te hoog gelegd en zijn de kosten en lasten gemoeid met de elektronische indiening van inschrijvingen daardoor hoger geworden. De keuze voor een bepaald veiligheidsniveau voor elektronische handtekeningen dient gebaseerd te zijn op een risicobeoordeling die uitgaat van tekortschietende oplossingen voor identificatie en/of handtekeningen in de context van aanbestedingen. Tenslotte vormt de gebrekkige interoperabiliteit van elektronische handtekeningen nog een apart probleem. De hoop is dat vooruitgang kan worden geboekt door nationale vertrouwenslijsten op te stellen van verstrekkers van gekwalificeerde handtekeningcertificaten[11], door een toekomstige rationalisatie van normen inzake elektronische handtekeningen en door in het kader van PEPPOL ontwikkelde oplossingen. Ook voor de hightech-eisen die aan andere onderdelen van het e-aanbestedingsproces worden gesteld, zijn meer pragmatische oplossingen uitgewerkt – bijvoorbeeld door in de eerste fasen van de aanbesteding verklaringen van overeenstemming/geschiktheid te gebruiken in plaats van complexe e-documenten te ontwikkelen. Oplossingen voor e-aanbestedingen moeten aan de voorwaarde voldoen dat zij proportioneel zijn, wederzijds kunnen worden erkend en ruim beschikbaar zijn tegen een redelijke prijs.

12. Omgaan met de variërende snelheid van de overstap naar e-aanbesteding : de verschillende lidstaten en regio’s zijn niet allemaal even snel met het benutten de mogelijkheden die door elektronisch aanbesteden worden geboden. Enkele landen hebben het gebruik van elektronische aanbestedingsprocedures voor sommige of voor alle producten verplicht gesteld. Het plaatsen van overheidsopdrachten voor dergelijke producten moet worden georganiseerd met behulp van de beschikbare infrastructuur voor e-aanbestedingen. De uitdaging voor de interne markt bestaat erin te waarborgen dat leveranciers uit partnerlanden niet onnodig worden benadeeld in de concurrentie via deze systemen en dat hun de nodige instrumenten aan de hand worden gedaan om deel te nemen aan procedures die via verschillende systemen worden georganiseerd.

Vragen

13. Zijn de hierboven genoemde probleempunten de belangrijkste hinderpalen voor het gebruik van e-aanbesteding en grensoverschrijdende deelname aan online aanbestedingsprocedures? Rangschik ze van belangrijkst tot minst belangrijk.

14. Zijn er andere cruciale probleempunten die hier niet zijn genoemd? Graag toelichten.

PRIORITEITEN VOOR ACTIES OP EU-NIVEAU

De Commissie is van mening dat de volgende opties kunnen worden verkend om de weg te banen voor een breder gebruik van e-aanbestedingen en grensoverschrijdende deelname aan aanbestedingsprocedures te bevorderen.

Stimuleren en afschrikken om de brede toepassing van e-aanbesteding te versnellen

Nu de nodige technologie beschikbaar is, bestaat de uitdaging erin de aanbestedende diensten en de leveranciers van het gebruik ervan te overtuigen. Er is wellicht een beleidsingreep nodig om dit proces op gang te brengen en ervoor te zorgen dat deze vorm van aanbesteden een kritische massa bereikt.

Met dit doel voor ogen hebben een aantal lidstaten verplichtingen ingevoerd om aanbestedingsprocedures elektronisch af te wikkelen – hetzij voor alle aankopen (Portugal), hetzij voor bepaalde producten (Frankrijk). Voor wat betreft aankopen beneden het in de EU-richtlijnen vastgestelde drempelbedrag geven de lidstaten de aanbestedende diensten nog steeds verregaande beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de organisatie van de procedures.

Voor wat betreft aanbestedingen boven het drempelbedrag bevatten de bestaande EU-richtlijnen inzake overheidsopdrachten geen expliciete regeling voor het geval dat een lidstaat het gebruik van e-aanbesteding als communicatiekanaal verplicht wil stellen. Een duidelijke regeling op dit punt zou de nationale autoriteiten meer zekerheid bieden wanneer zij het gebruik van e-aanbesteding voorschrijven.

Er zijn wellicht ook mogelijkheden om de wetgeving te gebruiken om aanbestedende diensten ertoe aan te zetten op e-aanbesteding over te stappen. De huidige EU-richtlijnen voorzien reeds in een verkorting van de publicatietermijnen (met zeven dagen) bij elektronische aankondiging van overheidsopdrachten en een verkorting van de termijn voor de ontvangst van inschrijvingen (met vijf dagen) indien de aanbestedende dienst met elektronische middelen vrije, rechtstreekse en volledige toegang biedt tot de aanbestedingsdocumenten. Een verdere verkorting van de termijnen zou afbreuk kunnen doen aan de mogelijkheid van ondernemers om hun inschrijvingen degelijk voor te bereiden. Wel kunnen er misschien andere stimulansen of preferentiële voorwaarden op regelgevend gebied worden ingevoerd om aanbestedende diensten aan te moedigen de overstap naar e-aanbesteding te wagen.

Zo zijn er wellicht mogelijkheden om de verantwoordelijkheid voor de naleving van bepaalde wettelijke of procedurele voorschriften over te dragen van de aanbestedende dienst naar een e-aanbestedingssysteem dat de aanbestedingsprocedure geheel of gedeeltelijk verwerkt of beheert. Wanneer de inachtneming van de transparantie- en procedurele vereisten van de richtlijn alsook de objectiviteit en traceerbaarheid van de individuele procedures door het e-aanbestedingsplatform worden gegarandeerd, kan de verantwoordelijkheid om de naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten te waarborgen, worden overgedragen van de individuele aanbestedende dienst naar het e-aanbestedingssysteem. Een dergelijke aanpak zou een ‘veilige zone’ bieden voor aanbestedende diensten die van deze gespecialiseerde faciliteiten gebruik maken om bepaalde aanbestedingsprocedures uit te voeren. Deze verschuiving van de verantwoordelijkheid van de aanbestedende dienst naar het e-aanbestedingssysteem zou het gebruik van online-hulpmiddelen aantrekkelijker maken en daarmee ook stimuleren. Voor deze aanpak kan het nodig zijn gemeenschappelijke voorschriften of beginselen voor erkende e-aanbestedingssystemen vast te stellen, teneinde te waarborgen dat zij de nodige garanties bieden.

Vragen

15. Zijn er verdere mogelijkheden om in de EU-wetgeving regelgevende stimulansen ter bevordering van het gebruik van e-aanbesteding in te voeren? Beschrijf de stimulansen die doeltreffend zouden kunnen zijn.

16. Moet in de EU-wetgeving voor een verlichting van de verplichtingen en verantwoordelijkheden van aanbestedende diensten worden gezorgd wanneer aanbestedingen door e-aanbestedingssystemen worden afgewikkeld? Zou het gebruik van dergelijke systemen hierdoor aantrekkelijker worden?

17. Moeten elektronische procedures voor bepaalde overheidsopdrachten die onder de EU-richtlijnen vallen verplicht worden gesteld in de EU-wetgeving? Wat zouden de voor- en nadelen van zulke bepalingen zijn? Voor welke soorten overheidsopdrachten die onder de richtlijnen vallen zou het verplichte gebruik van e-aanbestedingen doeltreffend kunnen zijn?

18. Of bent u van mening dat de EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten de lidstaten expliciet de mogelijkheid moet geven om het gebruik van e-aanbesteding onder bepaalde omstandigheden voor te schrijven? Onder welke voorwaarden zou dit zinvol of gerechtvaardigd kunnen zijn?

Vergemakkelijking van grensoverschrijdende deelname aan e-aanbestedingen

De verschillende lidstaten en regio’s zijn niet allemaal even ver gevorderd met het stimuleren van elektronisch aanbesteden. Er moet voor worden gezorgd dat hierdoor geen onnodige of onevenredige hinderpalen ontstaan voor de grensoverschrijdende deelname aan aanbestedingsprocedures. Er moet gelijktijdig naar worden gestreefd overheidsinstanties aan te moedigen om te investeren in e-aanbestedingscapaciteit aan de ene kant en te voorkomen dat de aanbestedingsmarkten uiteenvallen in groepen marktdeelnemers die elk zijn aangewezen op één systeem dat unieke functionele kenmerken heeft, aan de andere kant. Er moet zoveel mogelijk voor worden gezorgd dat e-aanbestedingssystemen voor vele marktdeelnemers toegankelijk zijn. Dit betekent dat de technische, wettelijke en administratieve voorwaarden voor deelname aan aanbestedingsprocedures evenredig en niet-discriminerend moeten zijn en geen ongerechtvaardigde of willekeurige belemmeringen mogen opwerpen voor deelname/inschrijving door ondernemers uit andere lidstaten.

Om dit te kunnen bereiken moet de aandacht op EU-niveau – en met name eventuele maatregelen om het wetgevingskader te verduidelijken – gericht zijn op aanbestedingsprocedures boven het drempelbedrag of procedures die via een e-aanbestedingssysteem worden afgewikkeld en waarbij de totale waarde van de overheidsopdracht boven een bepaalde drempelwaarde ligt. Door prioriteit te verlenen aan maatregelen op EU-niveau zou aan nationale en regionale instanties de ruimte worden gegeven voor een organische ontwikkeling van e-aanbestedingscapaciteit, en zou de aandacht op EU-niveau speciaal kunnen uitgaan naar de segmenten of systemen met het grootste potentieel voor grensoverschrijdende online-aanbestedingen.

In dit verband zouden acties op EU-niveau het volgende kunnen bijdragen:

a) Verduidelijking van de toegankelijkheidsvoorwaarden waaraan e-aanbestedingssystemen en -procedures moeten voldoen . Er moet, voortbouwend op de functionele voorwaarden die reeds in het kader van het actieplan van 2004 zijn uitgewerkt, een gemeenschappelijke visie worden geformuleerd op de voorwaarden voor een brede grensoverschrijdende toegankelijkheid van e-aanbestedingen. Dit betekent niet dat nu of in de toekomst één eenvormig systeem voor e-aanbestedingen wordt geschapen, maar het gaat erom een pakket van minimumeisen overeen te komen waaraan elk e-aanbestedingssysteem moet voldoen om een brede toegang te waarborgen. Hiertoe dienen operationele richtsnoeren te worden gegeven om de beginselen van artikel 42 van Richtlijn 2004/18/EG verder te kunnen ontwikkelen. Die richtsnoeren kunnen de vorm aannemen van aanbevelingen, interpretatieve mededelingen of andere niet-wetgevingsacties. Of zij zouden de vorm kunnen aannemen van wijzigingen in de richtlijnen (voor opdrachten boven het drempelbedrag) of van op zichzelf staande wetgevingsmaatregelen gericht op e-aanbestedingssystemen.

b) Vergemakkelijking van de wederzijdse erkenning van elektronische identificatiemiddelen, bewijsstukken en andere voorwaarden voor ondernemers om te kunnen deelnemen aan online aanbestedingsprocedures . De meeste punten van zorg die tot dusver zijn geuit hebben te maken met problemen bij de authenticatie, zoals de toepassing van elektronische handtekeningen en de erkenning van elektronische identificatie. Deze problemen beperken zich niet tot de specifieke context van e-aanbesteding voor, maar doen zich in alle situaties voor waarin authenticatie en/of handtekeningen vereist zijn. De Commissie heeft maatregelen getroffen om overheidsinstanties de mogelijkheid te geven de herkomst/certificatie van handtekeningen uit partnerlanden vast te stellen. In het kader van het PEPPOL-project wordt aan oplossingen gewerkt voor online-tools voor automatische erkenning van elektronische handtekeningen uit andere lidstaten, die in de aanbestedingscontext kunnen worden toegepast.

Andere punten van zorg hebben betrekking op de verplichting van de aanbestedende diensten om bewijsstukken te beoordelen die door inschrijvers zijn ingediend om hun geschiktheid voor de opdracht aan te tonen. Deze documenten worden op nationaal of lokaal niveau afgegeven volgens de daarvoor gebruikelijke conventies en in de gangbare formaten en talen. De bedoeling was dat met e-aanbestedingen mogelijkheden zouden worden gevonden om de efficiëntie van dit onderdeel van het proces te verhogen en, meer specifiek, de lasten te verlichten voor ondernemers die bij herhaling dergelijke bewijzen moeten leveren. Vele van de tot dusver ontwikkelde oplossingen voldoen voor een deel aan deze doelstellingen, zonder dat zij op ingewikkelde hightech-oplossingen zijn aangewezen. In sommige landen legt de ondernemer een verklaring af (vaak in de vorm van een eenvoudig elektronisch document dat al dan niet is ondertekend) dat hij aan alle vastgestelde criteria beantwoordt. Alleen de winnende inschrijvers wordt verzocht bewijsstukken in te dienen, wat zij langs elektronische weg of op papier kunnen doen.

De Commissie heeft het instrument e-CERTIS ontwikkeld om aanbestedende diensten te ondersteunen bij de erkenning van geldige documenten uit andere lidstaten. Zij zal dit instrument blijven perfectioneren om praktische oplossingen te ontwikkelen die aanbestedende diensten helpen attesten en/of certificaten uit partnerlanden te erkennen.

c) Vereenvoudiging van de toegangs-/deelnemingsvoorwaarden voor ondernemers. Uit de evaluatie van de Commissie van het actieplan voor elektronische aanbestedingen komt naar voren dat ervoor wordt gevreesd dat de preferentie voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen een onnodige belemmering voor de toegang tot e-aanbestedingen zou kunnen vormen – met name voor leveranciers uit partnerlanden, zolang er geen operationele instrumenten zijn voor de erkenning van verschillende elektronische handtekeningen. In het licht van deze inschatting is het wellicht zinvol om de voorkeur die in de EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten aan gekwalificeerde elektronische handtekeningen is gegeven, opnieuw te bezien. De Europese Digitale Agenda voorziet in een herziening van de wetgeving betreffende elektronische handtekeningen en een intensivering van de werkzaamheden op het gebied van elektronische identificatiemiddelen.

Vragen

19. Is een optreden van de EU nodig om te voorkomen dat onnodige of onevenredige barrières ontstaan voor grensoverschrijdende deelname aan online aanbestedingsprocedures of -systemen? Indien een verduidelijking nodig is, moet die dan van wetgevende of van niet-wetgevende aard zijn?

20. Bent u van mening dat de verdere ontwikkeling van de wetgevings- en beleidscontext op EU-niveau gericht moet zijn op:

21. systemen ter ondersteuning van aanbestedingen boven het in de EU-richtlijnen vastgestelde drempelbedrag (met inbegrip van systemen die worden toegepast op een mix van aanbestedingen boven én beneden het drempelbedrag);

22. grotere systemen voor de verwerking van aanbestedingen met een bepaald de minimis-niveau (gemeten naar waarde of naar het percentage van de totale nationale aanbestedingswaarde)?

23. Moet het huidige wetgevingskader inzake e-aanbestedingen worden gewijzigd of bijgewerkt? Zo ja, welke bepalingen en waarom? (Zie bijlage I voor een lijst van bepalingen met betrekking tot elektronisch aanbesteden.)

24. Welke oplossingen voor authenticatie en identificatie (met inbegrip van elektronische handtekeningen) staan in verhouding tot de risico’s die zich bij e-aanbestedingen voordoen?

25. Wat zijn de belangrijkste technische, administratieve of praktische belemmeringen waarmee ondernemers te kampen hebben als zij zich willen laten inschrijven op een lijst of willen deelnemen aan e-aanbestedingsprocedures of –systemen in partnerlanden (authenticatie, bewijs van geschiktheid, financiële draagkracht, enz.: graag toelichten)? Zijn deze belemmeringen onoverkomelijk of kunnen zij tegen redelijke kosten worden overwonnen?

Bouwstenen voor interoperabele infrastructuur voor e-aanbestedingen

Toekomstige inspanningen moeten weer gefocust zijn op het scheppen van veelzijdig inzetbare tools en waar nodig moeten investeringen worden gedaan in de ontwikkeling van oplossingen en normen voor infrastructuur.

De creatie van TED en de invoering van elektronische standaardformulieren voor aanbestedingen boven het drempelbedrag zijn duidelijke successen van het actieplan van 2004 die op Europees niveau hét referentiepunt vormen voor alle procedures boven het drempelbedrag waarbij informatie wordt verstrekt in een gemeenschappelijk formaat. De EU kan evenwel nog meer ondernemen om de interconnectiviteit en interoperabiliteit binnen de nieuwe wereld van Europese e-aanbestedingen te bevorderen.

a) Standaardisering van centrale processen en systemen bevorderen : een proces van samenwerking zoals e-aanbesteding er een is, waarbij in de vorm van de uitwisseling van zakelijke informatie een interactie plaatsvindt tussen onafhankelijke systemen van onafhankelijke partijen, kan alleen functioneren indien die systemen gebaseerd zijn op een gemeenschappelijke visie op het commerciële proces en de informatie die moet worden uitgewisseld. Standaardisering van de benadering en de formaten voor de meest veelvuldig voorkomende e-aanbestedingsprocessen zou de aanvaarding en het meervoudige gebruik van de uitgewisselde gegevens aanzienlijk kunnen verbeteren. Ondernemers zouden met geringe inspanningen en tegen lage kosten de mogelijkheid krijgen om deel te nemen aan een onbegrensd aantal verschillende systemen, zonder dat zij hun gegevens telkens weer opnieuw moeten invoeren – zij moeten deze hooguit aanpassen aan de specifieke inschrijving. Met betrekking tot sommige aanbestedingsfasen na de gunning (bijvoorbeeld e-catalogi, e-bestellingen en e-facturering) zijn belangrijke vorderingen gemaakt, hoewel deze nog niet tot de invoering van Europese normen hebben geleid. De inspanningen op deze gebieden dienen te worden geïntensiveerd en het standaardiseringsproces dient te worden uitgebreid tot andere belangrijke fasen van de e-aanbestedingsprocedure.

b) Fasen vóór de gunning : wat betreft de elektronische bekendmaking en de verspreiding van informatie over inschrijvingsmogelijkheden is enorme vooruitgang geboekt. Dit geldt evenwel in veel mindere mate voor de ontwikkeling van gemeenschappelijke benaderingen, normen of formulieren voor de online indiening en –verwerking van inschrijvingen. Hier liggen de echte kansen (en uitdagingen) op het gebied van elektronisch aanbesteden. Hoewel er reeds aan oplossingen voor individuele platforms voor e-aanbesteding wordt gewerkt, wordt tot dusver geen aandacht besteed aan het op elkaar afstemmen van de methoden of benaderingen met betrekking tot het elektronisch indienen van inschrijvingen.

c) Gemeenschappelijke bouwstenen voor e-aanbestedingssystemen : de Commissie ontwikkelt momenteel een reeks applicaties die voor alle belangrijke fasen van de aanbestedingscyclus, waarbij zij voortbouwt op het reeds bestaande open e-PRIOR. Die applicaties waren in eerste instantie voor intern gebruik bedoeld en moesten de Commissie de mogelijkheid geven efficiënte capaciteit voor e-aanbestedingen te ontwikkelen, maar zij worden inmiddels beschikbaar gemaakt als vrij toegankelijke open-source-componenten die desgewenst in elk e-aanbestedingssysteem kunnen worden geïntegreerd.

d) Ondernemers de nodige tools aan de hand doen om problemen qua technische interoperabiliteit op te lossen : met behulp van ICT kunnen steeds vaker oplossingen worden gevonden voor de communicatie tussen systemen en applicaties die op verschillende technische specificaties zijn gebaseerd. In het kader van het proefproject PEPPOL worden kant-en-klare softwareoplossingen ontwikkeld om uitkomst te bieden in de meest voorkomende gevallen van technische incompatibiliteit, die het ondernemers soms onmogelijk maken om in een partnerland deel te nemen aan e-aanbestedingsprocedures. Gedurende de komende maanden zullen de PEPPOL-oplossingen in de praktijk worden getest. De Commissie zal de verspreiding van succesvolle PEPPOL-oplossingen op de markt bevorderen en ondersteunen.

Vragen

26. Welke normen zijn op EU-niveau van prioritair belang voor de ondersteuning van e-aanbesteding?

27. Moet de Commissie de ontwikkeling van open-source-oplossingen die op ad-hocbasis in bestaande of nieuwe e-aanbestedingssystemen kunnen worden geïntegreerd stimuleren en /of opvoeren?

28. Moet de Commissie haar eigen e-aanbestedingsoplossingen (bijvoorbeeld voortbouwend op de open-source-versie van e-Prior) ook in de toekomst beschikbaar maken aan een breder publiek?

Overheidsopdrachten meer toegankelijk (voor KMO’s), duurzaam en innovatief maken

Uit de aard der zaak is e-aanbesteding wellicht beter geschikt of bevorderlijk voor de besteding van middelen voor overheidsopdrachten ter ondersteuning van de EU 2020-doelstellingen.

Het potentieel van e-aanbesteding voor een betere toegankelijkheid dient volledig te worden gerealiseerd. Betere toegankelijkheid betekent niet alleen mogelijke grensoverschrijdende deelname, maar ook het aantrekken van alle geïnteresseerde en geschikte kleine en grote leveranciers. Sommige landen hebben de aanbevelingen van het actieplan opgevolgd en strategieën ingevoerd om het mkb aan te moedigen op elektronische aanbestedingspraktijken over te stappen. Deze strategieën zijn succesvol gebleken, aangezien een belangrijk deel van de kmo’s zich op de verschillende platforms hebben laten registreren en reeds inschrijvingen hebben gedaan. In andere landen is de bezorgdheid geuit dat het mkb dreigt te worden uitgesloten als e-aanbesteding gebruikt wordt om aankopen sterker te centraliseren of om inkopen door het gebruik van raamovereenkomsten meer te bundelen. Bij de verdere ontwikkeling en verfijning van de systemen voor elektronische aanbestedingen moet er mogelijk voor worden gezorgd dat zij allemaal mkb-vriendelijk zijn[12].

E-aanbesteding kan tevens bijdragen tot een verminderd verbruik van natuurlijke hulpbronnen. Ten slotte kan het door de traceerbaarheid en transparantie van e-aanbestedingen eenvoudiger worden om beleidslijnen te ontwerpen, ten uitvoer te leggen en te controleren die overheidsmiddelen toewijzen aan innovatieve, duurzame en op insluiting gerichte beleidsdoelstellingen.

Vraag

29. De Commissie heeft in het verleden reeds stappen ondernomen ter bevordering van het opzetten van strategieën ter verbetering van de toegang tot de elektronische aanbestedingsmarkten voor het mkb. Welke verdere stappen zouden kunnen worden genomen om de toegang tot e-aanbestedingssystemen voor alle belanghebbenden en met name voor het mkb te verbeteren?

Benchmarking en monitoring …van de beste praktijken leren

Bij het nemen van verdere stappen is het van cruciaal belang dat we een mechanisme vinden dat alle partijen de mogelijkheid biedt om meer rechtstreeks lering te trekken uit de opgedane ervaringen en bekendheid te geven aan de gunstige neveneffecten van e-aanbestedingen. Dit is vooral van belang met het oog op de huidige financiële context, waarin de middelen beperkt zijn en voorstellen voor ICT-projecten (die in het verleden niet zelden tot mislukkingen en budgetoverschrijdingen leidden) mogelijk sceptischer worden beoordeeld dan voorheen.

Betere monitoringsystemen op EU- en nationaal niveau zouden de mogelijkheid kunnen bieden om de geboekte vooruitgang nauwgezetter bij te houden en, mits daartoe de juiste indicatoren worden ingevoerd, tijdig in actie te komen om problemen in een vroeg stadium aan te pakken in plaats van te wachten tot zij zich overal doen gevoelen.

Internationale ontwikkelingen en samenwerking

In het kader van het actieplan van 2004 is de Commissie bij verschillende initiatieven betrokken die ten doel hebben bij te dragen tot de ontwikkeling van een internationaal raamwerk voor e-aanbestedingen. De onderhandelingen over de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) zijn weliswaar nog niet afgerond, maar de tekst bevat bepalingen inzake e-aanbesteding en de Commissie werkt samen met de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht (UNCITRAL) om wijzigingen in te voeren met betrekking tot elektronisch aanbesteden. Tot dusver is slechts weinig vooruitgang geboekt, maar de Commissie blijft zich inzetten voor het opnemen van e-aanbestedingen en de bevordering van Europese oplossingen.

CONCLUSIES

Elektronisch aanbesteden is niet langer een luchtkasteel, maar wordt in toenemende mate in de praktijk gebracht in tal van regio’s en lidstaten. Overal waar het wordt gebruikt, levert het de verwachte voordelen op. Het is gebleken dat de betrokken systemen aankopen door de overheid kunnen bespoedigen en, tegen de achtergrond van de huidige crisis, de druk op de overheidsuitgaven kunnen verminderen.

Toch blijft het gebruik van e-aanbestedingen duidelijk achter bij de verwachtingen die in de Verklaring van Manchester werden geformuleerd. De lidstaten zijn ver verwijderd van de doelstelling van 50% e-aanbestedingen in 2010. Met uitzondering van Portugal bedraagt het percentage van elektronische aanbestedingstransacties volgens schattingen van de Commissie nergens meer dan 5% van de totale waarde van de uitgeschreven overheidsopdrachten, zelfs in de lidstaten die op dit terrein het voortouw nemen. In alle bestuurslagen, ook op EU-niveau, is leiderschap vereist om de overgang naar e-aanbestedingen voort te zetten en te bespoedigen. Indien de keuze aan de aanbestedende diensten wordt overgelaten, houden zij vast aan beproefde en betrouwbare (op papier gebaseerde) praktijken, in plaats van te investeren in of gebruik te maken van deze veelbelovende nieuwe opties.

In dit groenboek werd een aantal nieuwe ideeën aangereikt die de aanbestedende diensten en ondernemers kunnen helpen om de terughoudendheid te overwinnen die de overstap naar elektronisch aanbesteden thans nog in de weg staat.

Dit groenboek beschrijft ook tal van manieren om ervoor te zorgen dat de introductie van elektronisch aanbesteden niet weer tot een nieuwe generatie van technische en administratieve belemmeringen voor grensoverschrijdende deelname aan aanbestedingsprocedures leidt. De verschillende lidstaten, regio’s en bedrijfstakken ontdekken elk op hun eigen tempo de voordelen die e-aanbestedingen bieden. We moeten ervoor zorgen dat deze “variabele geometrie” geen onnodige of onevenredige hinderpalen voor grensoverschrijdende aanbestedingen opwerpt. Daartoe moeten de verplichtingen van de organisatoren van e-aanbestedingsprocedures worden verduidelijkt, teneinde te voorkomen dat voorwaarden worden gesteld die grensoverschrijdende deelname op onnodige of onevenredige wijze zou belemmeren. Bovendien stelt het groenboek een aantal stappen voor die erop zijn gericht aanbestedende diensten en ondernemers in staat te stellen tot een doeltreffende interactie op het gebied van online aanbestedingen.

De Commissie heeft een aantal vragen geformuleerd die verband houden met haar evaluatie van de stand van zaken op het gebied van elektronisch aanbesteden in Europa en met haar suggesties voor mogelijke manieren om de centrale probleempunten aan te pakken die de verspreiding en het gebruik van e-aanbestedingen op de eengemaakte markt in de weg zouden kunnen staan. De Commissie nodigt alle belanghebbenden uit deze vragen te beantwoorden. De uiterste termijn voor de ontvangst van de antwoorden is 31 januari 2011 (e-mailadres: markt-consult-eproc@ec.europa.eu).

De diensten van de Commissie analyseren alle antwoorden en publiceren in 2011 een synthese van de meegedeelde standpunten.

BIJLAGE I: Bepalingen inzake e-aanbestedingen die zijn ingevoerd met de richtlijnen inzake overheidsopdrachten van 2004 (2004/17/EG[13] en 2004/18/EG[14])

Voorwerp | Verwijzing | Beschrijving |

Elektronische communicatie-middelen | Artikel 1, leden 12 en 13, van 2004/18/EG en artikel 1, leden 11 en 12, van 2004/17/EG | Verduidelijking dat onder schriftelijke communicatie ook elektronische middelen begrepen worden, d.w.z. middelen “waarbij gebruik wordt gemaakt van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking (met inbegrip van digitale compressie) en gegevensopslag, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen”. |

E-handtekeningen | Artikel 42, lid 5, onder b), van 2004/18/EG, en Artikel 48, lid 5, onder b), van 2004/17/EG | De lidstaten kunnen eisen dat bij elektronische inschrijvingen gebruik wordt gemaakt van een geavanceerde elektronische handtekening die voldoet aan artikel 5, lid 1, van Richtlijn 1999/93/EG (geavanceerde elektronische handtekening op basis van een gekwalificeerd certificaat). |

Dynamische aankoop-systemen | Artikel 1, lid 6, van 2004/18/EG en 1, lid 5, van 2004/17/EG | Een dynamisch aankoopsysteem wordt gedefinieerd als een geheel elektronisch proces voor aankopen voor courant gebruik, beperkt in de tijd en gedurende de gehele looptijd open voor elke ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria en die overeenkomstig de eisen van het bestek een indicatieve inschrijving heeft ingediend. |

E-veilingen | Artikel 1, lid 7, van 2004/18/EG en 1, lid 6, van 2004/17/EG | Onder een elektronische veiling wordt verstaan een zich herhalend proces langs elektronische weg voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen, en/of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat wordt uitgevoerd na de beoordeling van de inschrijvingen en dat een effect heeft op de klassering van de offertes. |

E-catalogi | Overweging 12 of 2004/18/EG en overweging 20 van 2004/17/EG | Onder een e-catalogus wordt verstaan een instrument ter ondersteuning van de plaatsing van overheidsopdrachten, meer specifiek een modaliteit voor de deelname aan aanbestedingen in het kader van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem. |

E-aankondiging | Artikel 36, leden 2, 3 en 6, van 2004/18/EG en artikel 44, leden 2 en 3, van 2004/17/EG | De aankondiging moet onder gebruikmaking van standaardformulieren worden bekendgemaakt, maar niet noodzakelijkerwijs in elektronische vorm; in het geval van de versnelde procedure moet een aankondiging per fax, of langs elektronische weg worden verzonden. In het geval van een elektronische aankondiging is een verkorte bekendmaking toegestaan en is voor de aankondiging een grotere maximale lengte toegestaan. |

Kopersprofielen | Punt 2 b) van bijlage VIII van 2004/18/EG, en punt 2 b) van bijlage XX van 2004/17/EG | Onder kopersprofiel wordt verstaan informatie over de aanbestedingsactiviteiten van een aanbestedende dienst, waaronder vooraankondigingen, alsmede nuttige algemene informatie, zoals het contactpunt. |

Elektronische toegang tot documenten | Artikel 38, lid 6, in 2004/18/EG, (corresponderende bepaling artikel 45, lid 6, in 2004/17/EG) | De termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen kunnen met vijf dagen worden verkort indien de aanbestedende dienst/entiteit met elektronische middelen vrije, rechtstreekse en volledige toegang biedt tot het bestek en alle aanvullende stukken. In de tekst van de aankondiging moet het internetadres worden vermeld dat toegang biedt tot deze documenten. |

BIJLAGE II: Stand van zaken omtrent de maatregelen van het actieplan

Doelstelling I: Totstandbrenging van een goed werkende interne markt voor elektronische aanbestedingen |

Juiste en tijdige implementatie van het wettelijk kader |

COM stelt een interpretatief document op over de nieuwe regels voor elektronische aanbestedingen | Voltooid |

COM stelt oefensimulators online beschikbaar, zodat aanbestedende diensten en bedrijven vertrouwd kunnen worden met de nieuwe regels en hulpmiddelen voor elektronische aanbestedingen | Voltooid |

COM biedt de LS passende ondersteuning bij de omzetting van de nieuwe wettelijke bepalingen | Voltooid |

Aanvulling van het wettelijk kader met geschikte basishulpmiddelen |

COM keurt nieuwe standaardformulieren goed voor aankondigingen van opdrachten, rekening houdend met nieuwe procedures en het gebruik van elektronische communicatiemiddelen | Voltooid |

COM doet voorstellen voor een herziening van de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) | Voltooid |

COM presenteert een blauwdruk voor een volledig geautomatiseerd systeem voor de ontvangst en publicatie van aankondigingen van overheidsopdrachten via Tenders Electronic Daily (TED) | Voltooid |

LS implementeren op nationaal niveau volledig elektronische systemen, met geschikte hulpmiddelen voor doorzending naar en publicatie in TED | In uitvoering |

Opheffing of voorkoming van belemmeringen als gevolg van elektronische aanbestedingen |

LS en COM testen, verfijnen en valideren de resultaten van de IDA-studie inzake gemeenschappelijke functionele eisen voor e-aanbestedingssystemen (IDA = Interchange of Data between Administrations programme) | Voltooid |

LS evalueren of alle operationele e-aanbestedingssystemen aan de eisen van de richtlijnen zijn aangepast | In uitvoering |

LS voeren nationale toelatingsregelingen in om te verifiëren of de e-aanbestedingssystemen aan het wettelijke kader voldoen | In uitvoering |

LS en COM beoordelen aan de hand van een haalbaarheidsstudie of een Europees controlesysteem moet worden ingevoerd | Voltooid |

COM stelt een initiatief voor in het kader van het IDABC-programma (Interoperable Delivery of European eGovernment Services to public Administrations, Businesses and Citizens) om de lidstaten te helpen bij de coördinatie van de praktische invoering van geavanceerde gekwalificeerde handtekeningen, zodat interoperabiliteitsproblemen worden opgelost (2005-2009) | Voltooid |

LS passen interoperabele gekwalificeerde elektronische handtekeningen toe indien zulks in de nationale wetgeving is bepaald | In uitvoering |

Opsporing en oplossing van interoperabiliteitsproblemen |

CEN / ISSS (Centre Europeen de Normalisation/Workshop on Information Society Standardisation Systems) voltooit zijn analyse van de resterende interoperabiliteitsbehoeften voor doeltreffende elektronische aanbestedingen | Voltooid |

COM stelt voor de activiteiten inzake e-aanbestedingen voort te zetten in het kader van het IDABC-programma, zodat interoperabiliteitsvraagstukken worden uitgewisseld en besproken en de ontwikkelingen in de LS worden gevolgd | Voltooid (werkzaamheden voortgezet door IDABC/ISA) |

COM en LS bevorderen normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau en houden contact met internationale normalisatieorganen | In uitvoering |

Doelstelling II: Zorgen voor efficiëntere aanbestedingen, beter bestuur en meer concurrentie |

Efficiëntere aanbestedingen en beter bestuur |

LS stellen een op de specifieke nationale behoeften afgestemd nationaal plan op voor de invoering van e-aanbestedingen, met meetbare streefdoelen | Gedeeltelijk voltooid |

LS roepen afzonderlijke nationale aanbestedende diensten op soortgelijke plannen op te stellen en de uitvoering te coördineren en controleren | Gedeeltelijk voltooid |

COM blijft de werkzaamheden van CEN/ISSS inzake e-facturering volgen en stelt voor de XML-werkzaamheden uit 2003-2004 op het gebied van elektronische facturering en orderplaatsing een vervolg te geven in IDABC-verband | In uitvoering |

LS zetten doeltreffende elektronische systemen op voor de verzameling en verwerking van statistische gegevens over aanbestedingen | Gedeeltelijk voltooid |

Meer concurrentie op de overheidsopdrachtenmarkten in de EU |

COM overweegt diensten voor te stellen in verband met de elektronische indiening van bedrijfsinformatie en certificaten bij aanbestedingen, die in het kader van het IDABC-programma kunnen worden geïmplementeerd | Voltooid |

LS en COM komen een gemeenschappelijke reeks veelgevraagde elektronische certificaten overeen voor gebruik bij elektronische aanbestedingsprocedures | In uitvoering |

COM stelt voor in het kader van het IDABC-programma een studie op te zetten naar elektronische catalogi bij dynamische aankoopsystemen en elektronische raamovereenkomsten, waarbij wordt voortgebouwd op het werk van de CEN/ISSS | Voltooid |

Het netwerk voor overheidsopdrachten start een benchmarkingstudie naar de transparantie, controle en traceerbaarheid van elektronische aanbestedingssystemen | Vertraagd |

Het netwerk voor overheidsopdrachten organiseert workshops om informatie-uitwisseling in verband met de normalisatie van aanbestedingsdocumenten te bevorderen | Vertraagd |

LS zetten specifieke voorlichtingscampagnes en opleidingsprogramma’s voor het mkb op en ondersteunen dit op nationaal en regionaal niveau | In uitvoering |

Doelstelling III: Totstandbrenging van een internationaal kader voor elektronische aanbestedingen |

COM voert onderhandelingen over de herziening van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) | In uitvoering |

COM neemt initiatieven in GPA-verband om te proberen te komen tot het gebruik van één gemeenschappelijke nomenclatuur voor de classificatie van goederen en diensten voor aanbestedingen | In uitvoering |

COM houdt contact met en bevordert de werkzaamheden van internationale normalisatieorganisaties en -fora om te voorkomen dat er internationale interoperabiliteitsbarrières ontstaan | In uitvoering |

COM werkt samen met het netwerk van multilaterale ontwikkelingsbanken met het oog op de coördinatie van technische bijstand aan derde landen ter ondersteuning van de reorganisatie en informatisering van hun aanbestedingsregelingen | In uitvoering |

COM overweegt of de EU-instrumenten voor externe steun aangepast moeten worden en of elektronische aanbestedingen in het kader van die instrumenten haalbaar zijn | In uitvoering |

[1] “Een digitale agenda voor Europa”, COM(2010) 245 (blz. 32).

[2] Ministeriële verklaring van Manchester van 2005.

[3] Mededeling van december 2004 over het Actieplan voor de implementatie van het wettelijk kader voor elektronische aanbestedingen.

[4] Zie de evaluatie van de Commissie van het actieplan van 2004 inzake elektronische aanbestedingen en de bijbehorende studie, die beide zijn gepubliceerd op de website van DG Interne markt en diensten.

[5] Met uitzondering van Portugal, dat het gebruik van e-aanbestedingen sinds 1 november 2009 verplicht heeft gesteld voor alle aanbestedingsfasen van de aankondiging tot en met de gunning van de opdracht.

[6] In een paper met de titel "e-Invoicing - Final steps of an efficient invoicing process" van mei 2010 heeft Deutsche Bank Research cijfers gepresenteerd waaruit blijkt dat – op basis van bepaalde veronderstellingen gerekend – de geautomatiseerde verwerking van een elektronische factuur in totaal meer dan 18 EUR minder kost dan de ongestructureerde verwerking van een traditionele factuur op papier.

[7] Wellicht worden zij nog steeds afgeschrikt van deelname vanwege structurele kosten of andere factoren die verband houden met de onderliggende markt en die een inschrijving voor hen onaantrekkelijk maken. Desondanks neemt het aantal aankopen bij leveranciers uit andere regio’s toe, onder meer op dienstverleningsgebieden als software, prijsvragen voor ontwerpen en helpdesks. E-aanbesteding zou een geschikt middel moeten zijn om dergelijke overheidsopdrachten te publiceren, te benutten en uiteindelijk toe te wijzen.

[8] De ramingen zijn gebaseerd op informatie van de volgende website: www.epractice.eu.

[9] Zie blz. 10 van de uitgebreide effectbeoordeling in de bijlage bij de mededeling over het actieplan COM 2004(841).

[10] Het grensoverschrijdende proefproject inzake elektronische aanbestedingen PEPPOL (Pan European Public Procurement Online) – zie voor meer informatie de website www.peppol.eu.

[11] Besluit 2009/767/EG van de Commissie, zoals gewijzigd bij Besluit 2010/425/EU van de Commissie.

[12] De Commissie is voornemens Open e-PRIOR door de ontwikkeling van een portaal voor leveranciers beter toegankelijk te maken voor kmo’s.

[13] Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten,zie http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32004L0017:NL:HTML.

[14] Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, zie http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32004L0018:NL:HTML .

Top