EUR-Lex Acces la dreptul Uniunii Europene

Înapoi la prima pagină EUR-Lex

Acest document este un extras de pe site-ul EUR-Lex

Document 52009TA1110(02)

Jaarverslag van de Rekenkamer over de activiteiten gefinancierd uit het zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) over het begrotingsjaar 2008, vergezeld van de antwoorden van de Commissie

PB C 269 van 10.11.2009, p. 257-290 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/257


JAARVERSLAG OVER DE ACTIVITEITEN GEFINANCIERD UIT HET ZEVENDE, ACHTSTE, NEGENDE EN TIENDE EUROPEES ONTWIKKELINGSFONDS (EOF)

2009/C 269/02

Jaarverslag over de activiteiten gefinancierd uit het zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

INHOUD

Inleiding

Hoofdstuk I — Uitvoering van het zevende, achtste, negende en tiende EOF

Financiële uitvoering

Jaarverslag van de Commissie over het financieel beheer van het zevende tot tiende Europees Ontwikkelingsfonds

Hoofdstuk II — Betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer over de EOF's

Betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer over het zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor het begrotingsjaar 2008

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

Reikwijdte en aanpak van de controle

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Regelmatigheid van de verrichtingen

Jaarlijks activiteitenverslag en verklaring van de directeur-generaal van EuropeAid

Doeltreffendheid van de systemen

Conclusies en aanbevelingen

OPMERKINGEN VAN DE REKENKAMER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

INLEIDING

1.

De Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF's) zijn ontstaan uit internationale overeenkomsten of akkoorden (1)tussen de Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en bepaalde staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) anderzijds, en uit besluiten van de Raad betreffende de associatie van landen en gebieden overzee (LGO).

 

2.

De Commissie is verantwoordelijk voor en belast met het beheer van de meeste uitgaven van de EOF's. De investeringsfaciliteit van het EOF wordt sinds 1 april 2003 volledig door de Europese Investeringsbank (EIB) beheerd. De betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer en de kwijtingsprocedure van het Europees Parlement hebben geen betrekking op deze faciliteit (2)  (3).

 

3.

De structuur van het EOF is weergegeven in figuur 1 . De EOF's worden beheerd volgens verschillende regelingen: gecentraliseerd, gezamenlijk of gedecentraliseerd (4). In de gecentraliseerd-beheerswijze worden de contractgunningsprocedures en de betalingen aan de eindbegunstigden door de Commissie zelf beheerd. In de gezamenlijk-beheerswijze worden bepaalde uitvoeringstaken overgelaten aan internationale organisaties, voor zover de boekhoud-, audit-, controle- en aanschafprocedures van de organisaties garanties bieden die gelijkwaardig zijn aan de internationaal aanvaarde standaarden. In de gedecentraliseerd-beheerswijze wordt het dagelijkse beheer gevoerd door de nationale ordonnateur (5)van elke begunstigde staat en de Commissie (zie figuur 2 ). Zij zijn ervoor verantwoordelijk:

a)

regelmatig te controleren of de verrichtingen correct zijn uitgevoerd;

b)

passende maatregelen te treffen om onregelmatigheden en ernstige inbreuken op wetten en verordeningen te voorkomen en zo nodig beroep in te stellen om onverschuldigd betaalde bedragen terug te vorderen.

 

Figuur 1 — Structuur van het EOF (naar contractwaarde)

Image

Figuur 2 — Beginsel van gedecentraliseerd beheer

Image

4.

Binnen de Commissie worden bijna alle EOF-programma's beheerd door de dienst voor samenwerking EuropeAid (hierna: „EuropeAid”), die ook verantwoordelijk is voor het beheer van de meeste uitgaven voor externe betrekkingen en ontwikkeling, gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie (6). Een klein gedeelte van de EOF-projecten (7)heeft betrekking op humanitaire hulp en wordt beheerd door het directoraat-generaal Humanitaire hulp (DG ECHO).

 

HOOFDSTUK I —   

UITVOERING VAN HET ZEVENDE, ACHTSTE, NEGENDE EN TIENDE EOF

Financiële uitvoering

5.

In 2008 werden het zevende, achtste, negende en tiende EOF tegelijk uitgevoerd. De EOF-ordonnateur sloot het zevende EOF af op 31 augustus 2008 (8). Ten tijde van de afsluiting was 10 381 miljoen euro betaald (98,3 % van de 10 559 miljoen euro die was uitgetrokken voor steunmaatregelen). Het saldo van 178 miljoen euro werd overgedragen naar het negende EOF.

5.

In het belang van een gezond financieel beheer van het EOF heeft de Commissie haar inspanningen voortgezet om oude projecten tot een einde te brengen en het 7e EOF werd zoals gepland afgesloten op 31 augustus 2008.

6.

Het tiende EOF, dat loopt van 2008 tot 2013 en communautaire steun biedt ten belope van 22 682 miljoen euro, is op 1 juli 2008 in werking getreden. Van dat bedrag is 21 966 miljoen euro bestemd voor de ACS-staten en 286 miljoen euro voor de LGO. Die bedragen omvatten 1 500 miljoen euro, respectievelijk 30 miljoen euro voor de investeringsfaciliteit die de EIB beheert voor de ACS-landen en de LGO. Ten slotte is 430 miljoen euro uitgetrokken voor de uitgaven van de Commissie voor het programmeren en uitvoeren van de EOF.

 

7.

Tabel 1 geeft de gecumuleerde besteding van de door de Commissie beheerde EOF-middelen en de financiële uitvoering ervan weer. De grafieken I en II geven de middelen en besluiten per steunsector cumulatief weer. In 2008 werden de voorspellingen van de Commissie over de financiële uitvoering voor de globale vastleggingen, de afzonderlijke vastleggingen en de betalingen alle overtroffen en werden recordcijfers bereikt voor de globale vastleggingen (4 723 miljoen euro), de afzonderlijke vastleggingen (2 649 miljoen euro) en de nettobetalingen (3 143 miljoen euro). Dit valt deels te verklaren door het feit dat de uitvoering van het tiende EOF snel kon starten en door de sterke toename van het aantal acties voor begrotingssteun, met globale vastleggingen en betalingen die respectievelijk 2 583 en 606 miljoen euro bereikten. De niet-afgewikkelde betalingen stegen met 15 %, hetgeen redelijk is gezien de recordhoogte van de vastleggingen in dat jaar. Tegelijkertijd namen de oude en sluimerende niet-afgewikkelde betalingen met 33 % af.

7.

Dit jaar heeft de Commissie opnieuw uitzonderlijk goed werk geleverd inzake vastleggingen en betalingen en het beheer van niet-afgewikkelde bedragen. Dit bewijst dat de inspanningen van de voorbije jaren om de tenuitvoerlegging van programma’s te versnellen, vrucht hebben gedragen.

Jaarverslag van de Commissie over het financieel beheer van het zevende tot tiende Europees Ontwikkelingsfonds

8.

Krachtens het financieel reglement van toepassing op het tiende EOF (9)dient de Commissie jaarlijks verslag uit te brengen over het financiële beheer van de EOF's. De Rekenkamer is van oordeel dat het verslag over het financiële beheer een nauwkeurige beschrijving geeft van de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Commissie in het begrotingsjaar (met name wat betreft de financiële uitvoering en de controleactiviteiten), de financiële situatie en de gebeurtenissen die een aanzienlijke invloed hebben gehad op de in 2008 verrichte activiteiten.

 

Tabel 1 —   Gecumuleerde besteding van EOF-middelen per 31 december 2008

(miljoen euro)

 

Situatie eind 2007

Begrotingsuitvoering gedurende hetbegrotingsjaar 2008

Situatie eind 2008

Totaalbedrag

Uitvoeringsgraad (40)

7e EOF

8e EOF

9e EOF

10e EOF

Totaalbedrag

7e EOF afgesloten

8e EOF

9e EOF

10e EOF

Totaalbedrag  (41)

Uitvoeringsgraad (40)

A —

MIDDELEN  (39)

37 328,7

 

– 765,0

–53,4

725,4

21 260,1

21 167,1

0,0

10 785,9

16 631,8

21 260,1

48 677,7

 

B —   BESTEDING

1.

Financiële vastleggingen

37 279,4

99,9 %

– 765,0

–53,4

774,7

4 766,4

4 722,7

0,0

10 785,8

16 631,8

4 766,4

32 184,1

66,1 %

2.

Individuele juridische verbintenissen

32 046,0

85,8 %

– 699,2

54,6

3 163,2

130,4

2 649,1

0,0

10 539,2

14 207,4

130,4

2 649,1

51,1 %

3.

Betalingen

26 700,0

71,5 %

– 522,8

323,1

3 253,0

89,8

3 143,1

0,0

9 928,6

10 006,7

89,8

20 025,1

41,1 %

C —

Nog te betalen (B1-B3)

10 579,4

28,3 %

 

 

 

 

 

0,0

857,3

6 625,1

4 676,6

12 159,0

25,0 %

D —

Beschikbaar saldo (A-B1)

49,3

0,1 %

 

 

 

 

 

0,0

0,0

0,0

16 493,7

16 493,7

33,9 %

Bron: Europese Rekenkamer, op basis van de EOF-overzichten van de financiële uitvoering en de jaarrekening per 31 december 2008.

Image

HOOFDSTUK II –   

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING VAN DE REKENKAMER OVER DE EOF'S

Betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer over het zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor het begrotingsjaar 2008

I.

Krachtens het bepaalde in artikel 248 van het Verdrag heeft de Rekenkamer gecontroleerd:

a)

de „definitieve jaarrekening voor het begrotingsjaar 2008 van het 7e, 8e, 9e en 10e Europees Ontwikkelingsfonds”, die de geconsolideerde financiële staten  (10) en het geconsolideerde verslag over de financiële uitvoering van het zevende, achtste, negende en tiende EOF omvat, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen binnen het wettelijk kader van de EOF's ten aanzien van het gedeelte van de EOF-middelen waarvan het financieel beheer onder de verantwoordelijkheid van de Commissie valt  (11).

Verantwoordelijkheid van de leiding

II.

Overeenkomstig het financieel reglement van toepassing op het zevende, achtste, negende en tiende EOF is het management  (12) verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de definitieve jaarrekening van de EOF's en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

a)

de verantwoordelijkheid van de leiding inzake de definitieve jaarrekening van de EOF's omvat het opzetten, invoeren en in stand houden van de interne controle met betrekking tot de voorbereiding en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van door de rekenplichtige van het EOF vastgestelde boekhoudregels  (13) , en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De definitieve jaarrekening van de EOF's wordt door de Commissie goedgekeurd;

b)

de wijze waarop de leiding haar verantwoordelijkheid voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen uitoefent, is afhankelijk van de voor de uitvoering van de EOF's gevolgde methode. In het geval van gecentraliseerd direct beheer worden uitvoeringstaken door de diensten van de Commissie verricht, onder gedecentraliseerd beheer worden uitvoeringstaken gedelegeerd aan derde landen en onder gecentraliseerd indirect beheer aan andere organen. In geval van gezamenlijk beheer worden de uitvoeringstaken gedeeld door de Commissie en internationale organisaties. Uitvoeringstaken moeten verenigbaar zijn met het beginsel van goed financieel beheer, dat vereist dat een doeltreffende en doelmatige interne controle wordt opgezet, uitgevoerd en in stand gehouden, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, vervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen. Ongeacht de toegepaste uitvoeringsmethode draagt de Commissie uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen van de EOF's.

Verantwoordelijkheid van de controle

III.

Het is de verantwoordelijkheid van de Rekenkamer om op basis van haar controle het Europees Parlement en de Raad een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verrichtte haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en INTOSAI. Deze standaarden schrijven voor dat de Rekenkamer de controle zodanig plant en uitvoert dat redelijke zekerheid wordt verkregen over de vraag of de definitieve jaarrekening van de EOF's geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn.

IV.

In de context zoals omschreven in paragraaf III houdt een controle in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de definitieve geconsolideerde rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures wordt aan de controleur overgelaten, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de definitieve geconsolideerde rekeningen en van niet-conformiteit in materieel opzicht van de onderliggende verrichtingen met de voorschriften van de regelgeving van de EOF's, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risicobeoordelingen kijkt de controleur naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de definitieve geconsolideerde rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. In deze context houdt een controle tevens het beoordelen van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen in, alsmede het beoordelen van de algemene presentatie van de definitieve geconsolideerde rekeningen en de jaarlijkse activiteitenverslagen.

V.

De Rekenkamer verkreeg niet alle nodige informatie en documentatie betreffende tien in een steekproef opgenomen betalingen aan internationale organisaties. Om die reden kan de Rekenkamer geen oordeel uitspreken over de regelmatigheid van uitgaven ten belope van 190 miljoen euro, ofwel 6,7 % van de uitgaven van het jaar.

VI.

Met het in paragraaf V beschreven voorbehoud is de Rekenkamer van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

VII.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de definitieve jaarrekening van het zevende, achtste, negende en tiende EOF een in elk materieel opzicht getrouw beeld van de financiële situatie van de EOF's per 31 december 2008, en van de resultaten van hun verrichtingen en kasstromen voor het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig de bepalingen van het financieel reglement en de door de rekenplichtige vastgestelde boekhoudregels.

VIII.

Zonder een voorbehoud te maken bij het in paragraaf VII gegeven oordeel, vestigt de Rekenkamer de aandacht op het feit dat de methode die werd gehanteerd om de voorziening voor gemaakte kosten te ramen niet geldig is voor bepaalde soorten contracten, alsook op het besluit van de Commissie om deze methode vanaf het begrotingsjaar 2009 te verfijnen.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

IX.

Naar het oordeel van de Rekenkamer bevatten de ontvangsten en vastleggingen van het zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds voor het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar geen materiële onjuistheden.

X.

Zonder iets af te doen aan het in paragraaf IX gegeven oordeel, vestigt de Rekenkamer de aandacht op het hoge aantal niet-kwantificeerbare fouten die voorkwamen in de vastleggingen voor begrotingssteun, maar niet zijn meegeteld in de schatting van het totale foutenpercentage.

XI.

Naar het oordeel van de Rekenkamer bevatten de betalingen uit het zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds voor het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar fouten van materieel belang.

XII.

De Rekenkamer heeft aanzienlijke verbeteringen in de toezicht- en controlesystemen van de Commissie geconstateerd. Zij stipt aan dat er duidelijker conclusies mogelijk zijn over de wijze waarop de resultaten van diverse controles bijdragen tot de zekerheid van de directeur-generaal en over een verbetering van de opzet en/of de uitvoering van bepaalde systemen. De Rekenkamer vestigt ook de aandacht op het feit dat verdere inspanningen van de Commissie nodig zijn ter onderbouwing van haar besluiten over het in aanmerking komen voor begrotingssteun. Dit vereist dat structureel en formeel wordt aangetoond dat de ontvangende landen beschikken over een relevant hervormingsprogramma.

16 en 17 september 2009

Vítor Manuel da Silva Caldeira

President

Europese Rekenkamer

12, rue Alcide De Gasperi, L-1615 Luxemburg

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

Reikwijdte en aanpak van de controle

9.

De opmerkingen over de betrouwbaarheid van de rekeningen van de EOF's in de paragrafen VII en VIII van de betrouwbaarheidsverklaring zijn gebaseerd op een controle van de geconsolideerde financiële staten (14)en het geconsolideerde verslag over de financiële uitvoering van het zevende, achtste, negende en tiende EOF (15). De controle omvatte een passende reeks controleprocedures die ten doel hadden de bewijsstukken met betrekking tot de bedragen en de toelichtingen steekproefsgewijs te onderzoeken. Tevens werden de gehanteerde boekhoudbeginselen, door de leiding gemaakte relevante ramingen en de algehele presentatie van de geconsolideerde rekeningen beoordeeld.

 

10.

De opmerkingen over de regelmatigheid (16)van de verrichtingen in de paragrafen IX-XII van de betrouwbaarheidsverklaring zijn gebaseerd op de volgende componenten:

a)

gegevensgerichte controles van een representatieve statistische steekproef van 225 items, in verband met 45 financiële en individuele juridische verbintenissen en 180 betalingen door de centrale diensten van EuropeAid en de delegaties, waarvan 40 voorschotbetalingen. Zo nodig werden uitvoerende organisaties en eindbegunstigden ter plaatse bezocht om de in de financiële verslagen of kostendeclaraties genoemde onderliggende verrichtingen te verifiëren;

b)

een beoordeling van de toezicht- en controlesystemen bij de centrale diensten van EuropeAid en bij de delegaties, inclusief de follow-up van de belangrijkste opmerkingen in eerdere betrouwbaarheidsverklaringen (zie bijlage 2 ):

i)

controles vooraf van contracten en betalingen door ordonnateurs,

ii)

monitoring van uitvoerende organisaties,

iii)

externe audits,

iv)

toezicht door de centrale diensten van EuropeAid,

v)

interne controle;

c)

een beoordeling van het jaarlijks activiteitenverslag en de verklaring van de directeur-generaal van EuropeAid.

 

11.

In het kader van de audit werden vijf landen ter plaatse bezocht voor een gedetailleerde controle van de verrichtingen: Angola, de Republiek Congo, Malawi, Mozambique en Mauritanië.

 

12.

De controle van de Rekenkamer omvatte ook een onderzoek van de bestaande procedures voor de boeking en monitoring van de afgegeven invorderingsopdrachten.

 

Betrouwbaarheid van de rekeningen

13.

De jaarrekening 2008 is de vierde die werd opgesteld volgens de regels voor de boekhouding op transactiebasis. Zoals de Rekenkamer in haar eerdere jaarverslagen reeds opmerkte, bevat het EOF-boekhoudsysteem niet alle elementen die nodig zijn voor een efficiënte en doeltreffende rapportage van economische informatie op transactiebasis. Het risico op boekhoudfouten neemt dus toe wegens de uitvoerige handmatige omzetting van gegevens op kasbasis in een jaarrekening op transactiebasis. Toch bleek uit de controle van de Rekenkamer dat de jaarrekening ondanks dit risico geen materiële fouten bevatte.

13.

De invoering van het nieuwe boekhoudsysteem met ingang van 2009 heeft de vroegere beperkingen ondervangen. Het nieuwe systeem vertoont alle kenmerken die nodig zijn voor een doeltreffende en efficiënte rapportage op transactiebasis. In het begrotingsjaar 2008 wordt als in voorgaande jaren de manuele verwerking streng gecontroleerd om risico’s te verminderen.

14.

Het nieuwe boekhoudsysteem op transactiebasis ABAC FED werd in februari 2009 ingevoerd. Alle operationele, financiële en boekhoudgegevens van de EOF's werden overgebracht naar het nieuwe systeem. Dit zou de boekhoudkundige omgeving van de EOF's verder moeten verbeteren.

 

15.

De jaarrekening bevat een voorziening van 2 113 miljoen euro voor de in de verslagperiode gemaakte kosten waarvoor aan het eind van het jaar nog geen rekeningen zijn ontvangen. Deze voorziening wordt geraamd op basis van een aantal veronderstellingen, met name de lineariteit van de contractuele uitgaven. Zoals de Commissie heeft aangekondigd in haar antwoord op het Jaarverslag van de Rekenkamer over de EOF's betreffende het begrotingsjaar 2007 (17), heeft zij een studie uitgevoerd die bevestigde dat deze veronderstelling niet opgaat bij bepaalde soorten contracten. Zoals aangegeven in de toelichtingen bij de jaarrekening heeft de Commissie besloten haar methode vanaf het begrotingsjaar 2009 te verfijnen.

15.

Er is onderzoek gedaan om de geldigheid na te gaan van de methode die wordt gebruikt voor het ramen van de voorziening voor te ontvangen rekeningen. De conclusie was dat de methode voor de grote meerderheid van de gevallen voldeed. In het licht van de conclusies van de studie zal de Commissie de methode voor de afsluiting voor 2009 verfijnen.

Regelmatigheid van de verrichtingen

16.

De voornaamste kenmerken en resultaten van de steekproefsgewijze gegevensgerichte controles zijn weergegeven in bijlage 1 .

 

Ontvangsten

17.

Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de ontvangstenverrichtingen geen materiële fouten bevatten.

 

Vastleggingen voor projecten

18.

Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de vastleggingen voor projecten gaan materiële fouten bevatten.

 

Vastleggingen voor begrotingssteun

19.

Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de vastleggingen voor begrotingssteun een groot aantal niet-kwantificeerbare fouten bevatten. De Rekenkamer constateerde dat de beoordelingen door de Commissie van de naleving van de Cotonou-voorschriften in vergelijking met voorgaande jaren zijn verbeterd; de bewijsvoering is beter gestructureerd en geformaliseerd, met name bij de contracten betreffende de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen. Toch trof de Rekenkamer nog talrijke gevallen aan waarin de Commissie niet op gestructureerde en geformaliseerde wijze had aangetoond dat het beheer van de overheidsmiddelen voldoende transparant, verantwoord en doeltreffend was (zie de paragrafen 44-46).

19.

De Commissie verheugt zich over de erkenning van de Rekenkamer dat haar voortdurende en nog lopende inspanningen om de evaluatie van de naleving van de Overeenkomst van Cotonou betreffende het in aanmerking komen voor begrotingssteun (artikel 61 van de overeenkomst) duidelijker te structureren, goede vruchten hebben afgeworpen. De Commissie heeft bijzondere aandacht voor de voortzetting van het proces tot verbetering, teneinde alzo alle onduidelijkheid in haar evaluaties weg te nemen. Dit moet worden bereikt door een verdere verfijning van de richtsnoeren voor begrotingssteun, voor opleiding en een grotere bewustmaking van het belang om de subsidiabiliteit op een gestructureerde en formele manier te staven.

Ter verbetering van de analyse van de geloofwaardigheid van de hervormingprogramma’s voor het beheer van de overheidsfinanciën van de begunstigden ontwikkelt de Commissie een evaluatiemethode ten behoeve van de delegaties.

Betalingen voor projecten

20.

Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de voorschotbetalingen geen materiële fouten bevatten.

 

21.

Ondanks de tussenkomst van de Commissie om het te verrichten controlewerk te vergemakkelijken, verkreeg de Rekenkamer niet alle nodige informatie en documentatie betreffende tien door internationale organisaties beheerde verrichtingen (18). De Rekenkamer is dan ook niet in staat een oordeel uit te spreken over de regelmatigheid van deze verrichtingen. Zij merkt op dat de verificateur die van de Commissie opdracht had gekregen om een verificatiebezoek aan een van deze organisaties (19)te brengen, een soortgelijk probleem had gemeld.

21.

De Commissie ondersteunt de verzoeken om informatie van de Rekenkamer ten volle. Zij erkent dat voor twee organisaties (vijf verrichtingen) de vereiste documentatie te laat is gearriveerd ondanks de tussenkomst van de Commissie. Deze organisaties zijn echter wel steeds meer bereid om samen te werken. De Commissie heeft deze organisaties intussen gewezen op het belang om de vereiste documentatie tijdig in te dienen vanwege de strikte uiterste termijnen die de Rekenkamer hanteert.

22.

De controle van de Rekenkamer bracht een materieel foutenpercentage in het bedrag van de gecontroleerde betalingen aan het licht (20). De frequentie en aard van de fouten alsmede de impact van de kwantificeerbare fouten zijn weergegeven in bijlage 1 (deel 1, 1.3 en 1.4 ).

22.

De Commissie heeft een controlesysteem ingesteld op basis van de werkzaamheden van externe controleurs, toezichthouders en interne controles waarmede talrijke vergissingen worden voorkomen, ontdekt en gecorrigeerd alvorens de betalingen worden verricht. Er dient echter te worden erkend dat sommige delegaties onder bijzonder moeilijke omstandigheden moeten werken, zoals in Angola dat onderdeel was van de audit van de Rekenkamer. De Commissie brengt verder verbeteringen aan in haar controlesysteem waarbij zij kosteneffectiviteit en een redelijke zekerheid tracht te combineren.

23.

De voornaamste ontdekte soorten kwantificeerbare fouten zijn:

a)

subsidiabiliteit: uitgaven die werden gedaan buiten de toepassingsperiode, het toegewezen budget overschreden of betrekking hadden op niet-subsidiabele objecten;

b)

realiteit: ontbreken van facturen of andere bewijsstukken;

c)

juistheid: rekenfouten.

 

24.

De ontdekte niet-kwantificeerbare fouten hebben voornamelijk betrekking op de naleving van de wettelijk voorgeschreven bankgaranties, het gehanteerde contracttype, de zichtbaarheid van de financiële steun van het EOF, de goedkeuring vooraf van aanbestedingsdocumenten en de contractuele termijnen voor de indiening van financiële verslagen.

24.

Na de aanbevelingen van de Rekenkamer heeft de Commissie maatregelen genomen om de controles op de bankgaranties te versterken en er wordt thans de laatste hand gelegd aan nieuwe richtsnoeren inzake de zichtbaarheid. De andere punten die de Rekenkamer aanhaalt, hebben vooral te maken met de uitvoering van de projecten en bijgevolg met beperkingen op lokaal vlak.

25.

De meeste fouten hadden moeten worden ontdekt en gecorrigeerd door de lokale toezichthouders of door de ordonnateurs voordat de betalingen werden goedgekeurd (zie de paragrafen 33 en 34). De meeste gevallen van ontbrekende bewijsstukken betreffen de afsluiting van oude projecten van het zevende EOF in Angola, die waren uitgevoerd in een periode van gewapend conflict en politieke beroering. Door die moeilijke omstandigheden en het grote tijdsverloop sinds het einde van de projecten was het voor de delegatie — die bovendien destijds niet verantwoordelijk was geweest voor het beheer van deze projecten — uiterst moeilijk alle nodige bewijsstukken terug te vinden.

25.

Er zijn specifieke risico’s verbonden aan de samenwerking met landen in bijzondere moeilijkheden, zoals oorlogen, rellen, enz. zoals het geval was in Angola. Het probleem van de ontbrekende documentatie als vastgesteld door de Rekenkamer in het geval van Angola mag in geen geval worden veralgemeend voor de ACS-samenwerking als zodanig, zoals blijkt uit de uitstekende resultaten van de andere geauditeerde organen.

Betalingen voor begrotingssteun

26.

Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de betalingen voor begrotingssteun een hoog percentage niet-kwantificeerbare fouten bevatten. De aangetroffen gevallen betroffen onder meer: onvoldoende bewijs dat de overmakingen van deviezen waren geboekt volgens de toepasselijke regels; de Commissie verifieerde de naleving van de voorwaarden op basis van verouderde gegevens of helemaal niet; onvoldoende feitenanalyse belette de uitvoering van het programma ter hervorming van de overheidsfinanciën, en toepassing van een onjuiste referentieperiode om de verwezenlijking van de indicatoren te beoordelen (zie de paragrafen 44-46).

26.

De Commissie noteert dat in een aantal gevallen deze niet-kwantificeerbare fouten te wijten zijn aan een gebrek aan duidelijkheid in de financieringsovereenkomsten die werden opgesteld alvorens de meest recente richtsnoeren werden goedgekeurd in 2007. De recentere financieringsovereenkomsten overeenkomstig de richtsnoeren van 2007 zijn duidelijker gestructureerd. Er wordt verwacht dat de betalingen die op basis van de recentere overeenkomsten worden gedaan, aanleiding zullen zijn tot duidelijkere evaluaties en aanzienlijk minder fouten. Daarnaast bevordert de Commissie via haar diensten op grote schaal de bewustwording van de noodzaak om de betalingen in het kader van de begrotingssteun op een meer gestructureerde en formele manier te evalueren.

Voorts herzag de Commissie in februari 2009 de financiële kanalen voor betalingen in het kader van de begrotingssteun teneinde de rol van de financiële verificatie in het goedkeuringsproces te versterken. Het is de bedoeling dat aldus de evaluatie van de betalingen nog strenger kan verlopen en de naleving van de voorwaarden van de financieringsovereenkomsten beter wordt gewaarborgd.

Jaarlijks activiteitenverslag en verklaring van de directeur-generaal van EuropeAid

27.

Bij haar onderzoek van het jaarlijks activiteitenverslag en de verklaring van de directeur-generaal van EuropeAid over het begrotingsjaar 2008 onderzocht de Rekenkamer in hoeverre deze een getrouw beeld geven (dus zonder significante vertekeningen) van de doeltreffendheid van de bestaande procedures. Met name werd onderzocht of de toezicht- en controlesystemen de noodzakelijke zekerheid bieden wat betreft de regelmatigheid van de verrichtingen.

 

28.

Zoals aangegeven in paragraaf 4 is EuropeAid belast met de uitvoering van de meeste instrumenten voor externe bijstand (21)gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschap en de EOF's. Het jaarlijks activiteitenverslag en de verklaring maken geen onderscheid tussen verrichtingen die zijn gefinancierd uit de algemene begroting of uit het EOF, die dezelfde inherente risico's vertonen en onder goeddeels soortgelijke uitvoeringsbepalingen vallen. Tenzij anders vermeld, gelden de opmerkingen van de Rekenkamer over het jaarlijks activiteitenverslag en de verklaring, alsmede over de toezicht- en controlesystemen derhalve voor het hele bevoegdheidsterrein van EuropeAid.

 

29.

Het jaarlijks activiteitenverslag komt overeen met de bevindingen van de Rekenkamer over de toepassing en resultaten van de bestaande toezicht- en controlesystemen. In vergelijking met voorgaande jaren constateert de Rekenkamer dat de kwaliteit van het jaarlijks activiteitenverslag aanzienlijk is verbeterd: het is beter gestructureerd, duidelijker en informatiever, met name doordat meer gebruik wordt gemaakt van kwantitatieve indicatoren. Toch zouden er meer expliciete conclusies kunnen worden getrokken over de wijze waarop de resultaten van de diverse controles bijdragen tot de zekerheid van de directeur-generaal. Een essentiële indicator voor de geschatte financiële impact van restfouten na de toepassing van alle controles vooraf en achteraf zou de directeur-generaal ook een hechtere grondslag bieden om te bepalen of die fouten onder de vastgestelde materialiteitsdrempel blijven.

29.

De Commissie erkent dat in het kader van de aan de gang zijnde inspanningen om het interne controlesysteem in zijn geheel te verbeteren, verdere werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met de structuur van de controlesystemen voor externe bijstand en hun bijdrage aan de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur-generaal. Tot dit doel, en in samenwerking met de initiatieven van de Commissie inzake aanvaardbare risico’s, zal EuropeAid in 2010 zijn controlestrategie herzien.

30.

Het jaarlijks activiteitenverslag meldt significante personeelsproblemen (22). Gesteld wordt dat het grote aantal personeelsleden met een kort dienstverband in de centrale diensten van EuropeAid en het daaruit voortvloeiende personeelsverloop leiden tot een verlies van institutioneel geheugen, hetgeen nadelig is voor de continuïteit en zichtbaarheid van het operationele beheer en voor een efficiënt gebruik van de middelen. Het aantal vacatures in de delegaties wordt gevaarlijk hoog genoemd en zou een stijgende lijn vertonen.

30.

De kwestie van het personeelsverloop hangt samen met de regel dat contractanten in Brussel maximaal drie jaar in dienst kunnen zijn. Om het risico van verlies van institutioneel geheugen ingevolge het personeelsverloop te verminderen, heeft EuropeAid een aantal maatregelen genomen: debriefing, verplichte overdracht van notities in het kader van de internecontrolenormen, systematisch toezicht op contractanten door ambtenaren in de delegatie.

31.

In haar Jaarverslag over de EOF's betreffende het begrotingsjaar 2007 beval de Rekenkamer aan te onderzoeken of de centrale diensten van EuropeAid en de delegaties over het niveau en type personeelsleden beschikken dat nodig is om de kwaliteit van de controles te verzekeren (23). Tevens beval zij aan, in het licht van het toenemende belang van begrotingssteun een personeelsbeleid te ontwikkelen op basis van een analyse van de vereiste vaardigheden en kennis inzake het beheer van begrotingssteun (24).

31.

In het kader van het nulgroeibeleid voor het personeelsbestand van de Commissie tot 2013 biedt EuropeAid aan personeelsproblemen het hoofd op de volgende drie manieren:

 

gedetailleerde evaluatie van de behoeften op basis van de werklast op jaarbasis voor de operationele, financiële, contractuele en auditsecties in de delegaties; selectie en aanwerving van personeel met kwalificaties en bekwaamheden die aan de behoeften beantwoorden, waarbij de selectiepanels worden samengesteld uit alle relevante geografische en thematische diensten; een uitgebreid opleidingsprogramma dat beantwoordt aan de bestaande behoeften van het beheer van de externe bijstand in de delegaties en op centraal niveau.

 

Kandidaten voor posten die in verband staan met begrotingssteun worden getest en geselecteerd op basis van hun bewezen kennis en vaardigheden ter zake. De opleiding inzake begrotingssteun ter plaatse is gestegen van 7 beschikbare cursussen in 2006 tot 14 in 2007 en 24 in 2008. Hierbij komt de opleiding op centraal niveau waar de gemiddelde deelname van de delegaties 40 % bedraagt. Voorts worden jaarlijks regionale seminars gehouden voor wie zich met begrotingssteun bezighoudt.

32.

De directeur-generaal van EuropeAid verklaart, redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de ingevoerde controleprocedures de nodige waarborgen bieden betreffende de regelmatigheid van de verrichtingen, terwijl de controle van de Rekenkamer een materieel foutenniveau aan het licht bracht. De Rekenkamer stelde vast dat, hoewel nog steeds aanzienlijke vooruitgang werd geboekt, het effect van bepaalde recente maatregelen in 2008 nog niet volledig merkbaar was en dat de opzet of de uitvoering van bepaalde controles voor verbetering vatbaar is (zie de paragrafen 33-43). De resultaten van de follow-up door de Rekenkamer van de voornaamste opmerkingen uit de betrouwbaarheidsverklaring zijn samengevat in bijlage 2 .

32.

EuropeAid vat zijn controles zo op dat de volledige levensduur van zijn meerjarige projecten erdoor wordt bestreken zodat de meeste financiële vergissingen tijdens het normale verloop van de controles kunnen worden voorkomen of ontdekt en gecorrigeerd. De controles achteraf van de Commissie bevestigen en reduceren verder dit zeer lage niveau van restfouten zoals blijkt uit de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur-generaal.

De Commissie accepteert echter wel dat de gevolgen van de recente verbeteringen in de algemene controlestructuur in 2008 nog niet volledig zichtbaar waren en dat er nog ruimte is voor verdere verbeteringen.

Doeltreffendheid van de systemen

Controles vooraf door de ordonnateurs

33.

De Rekenkamer oordeelde dat controles vooraf deels doeltreffend zijn om fouten te ontdekken en te corrigeren, met name waar het gaat om de berekening van de gedeclareerde bedragen, de beschikbaarheid van de vereiste bewijsstukken en de naleving van de aanbestedingsregels. Zoals aangegeven in paragraaf 25 zijn de in Angola geconstateerde fouten te wijten aan uitzonderlijke omstandigheden en stellen ze niet het systeem van controles vooraf van de delegatie ter discussie.

 

Toezicht op de uitvoerende organisaties

34.

Evenals in voorgaande jaren werden significante gebreken ontdekt in de financiële procedures en controles van de uitvoerende organisaties, de toezichthouders en de nationale ordonnateurs (NAO's):

a)

de voornaamste gebreken bij de uitvoerende organisaties waren: ontoereikende procedures betreffende de bewijsstukken en klasseer- en boekhoudsystemen die geen correcte registratie en rapportage van uitgaven garanderen;

b)

in sommige gevallen was de kwaliteit van de door de toezichthouders verrichte controles van de werkcontracten ontoereikend;

c)

het gebrek aan capaciteit of „ownership” in de meeste NAO-diensten leidt tot slecht gedocumenteerde en ondoeltreffende controles.

34.

De steun voor organisaties die belast zijn met de tenuitvoerlegging van door het EOF gesteunde projecten is reeds aanzienlijk en behelst de verstrekking van richtsnoeren in gedrukte vorm, een goed onderhouden website van EuropeAid inzake financiën en contracten, opleiding ter plaatse en advies ter plaatse van het personeel in de delegaties dat bevoegd is voor financiën en contracten. In de ACS-regio werden in 2008 ter plaatse 150 dagen opleiding inzake financiën en contracten en 20 audit-opleidingen aangeboden, waarin 94 % van de plaatsen werden ingenomen door personeel van de NAO’s, technische ministeries en projectpersoneel.

a)

De Commissie heeft ettelijke informatie- en beheershulpmiddelen ontwikkeld, met name bestemd voor technische assistenten (specifieke richtsnoeren) en ngo’s (een seminar op 23 en 24 maart 2009 met de Concorde-groep was aan deze kwesties gewijd). De Commissie zet haar inspanningen voort om in de nabije toekomst aan begunstigde organisaties een hulpmiddelenpakket voor financieel beheer te bezorgen.

b)

De Commissie heeft specifieke taakomschrijvingen vastgesteld voor de technische audit van infrastructuur die sinds 2009 voor de delegaties beschikbaar zijn.

c)

In 2009 werd een nieuw opleidingscontract getekend om de continuïteit van de opleidingen voor NAO-diensten te garanderen. Voorts werd er een groot aantal programma’s opgezet ten behoeve van NAO’s teneinde hun capaciteit te stimuleren.

35.

In het algemeen waren de delegaties op de hoogte van deze gebreken en stelden zij slechts een beperkt vertrouwen in deze controles. Ze hadden ook passende maatregelen getroffen om de vastgestelde gebreken aan te pakken, met name door verplichte audits en uitgavenverificaties vóór de financiële afsluiting van projecten voor te schrijven, door technische audits van lopende contracten in opdracht te geven en door technische bijstand te bieden om de capaciteit van de NAO-diensten te versterken. In 2008 legde EuropeAid ook de basis voor betere begeleidings- en communicatiemiddelen ter ondervanging van de permanente gebreken die waren geconstateerd op het niveau van de eindbegunstigden en de uitvoerende organisaties.

35.

De Commissie is verheugd over de lof van de Rekenkamer van de maatregelen van de delegaties om zwakke punten in de NAO-diensten aan te pakken en steun te bieden aan de begunstigden en de uitvoerende organisaties.

Externe controles

36.

Financiële en systeemgerichte controles van projecten vóór de saldobetaling vormen een belangrijk onderdeel van de toezicht- en controlesystemen van EuropeAid (25). Hoewel de nieuwe gestandaardiseerde taakomschrijvingen nog niet helemaal operationeel waren in 2008 — het eerste toepassingsjaar — vormden het gebruik ervan bij ongeveer tweederde van de ondernomen controles en de invoering van een beheersinformatiesysteem voor de audit (CRIS Audit) belangrijke stappen op weg naar een consistentere rapportage door de controleurs, een deugdelijke monitoring van de controlewerkzaamheden en een passende analyse van de controleresultaten (26).

36.

Het veralgemeende gebruik van gestandaardiseerde taakomschrijvingen en van de CRIS Audit zal bijdragen tot een betere consistentie van de kwaliteit van de audits en een consolidering van de auditresultaten.

37.

Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de delegaties de operationele richtsnoeren van EuropeAid niet consistent volgden bij het opstellen van hun jaarlijkse controleplan voor 2008 en dat onduidelijk was hoe de op risico gebaseerde controles waren geselecteerd — en dus ook in hoeverre deze bijdroegen aan de zekerheid van de directeur-generaal. EuropeAid beseft echter terdege dat op dit punt verbeteringen nodig zijn: in zijn jaarlijkse beheersplan voor 2008 gaf de dienst voorrang aan internecontrolenorm 6 „Risicobeheer” en er werden een aantal acties — in het bijzonder personeelsopleiding — vastgesteld om een doeltreffender toepassing van deze norm te verzekeren.

37.

Om een grotere consistentie van de bijdrage van de delegaties aan het jaarlijkse auditplan mogelijk te maken, zal met ingang van het jaarlijkse auditplan 2010 een geharmoniseerd formaat worden opgelegd. De risicoanalyse voorziet in een zekere flexibiliteit die nodig is in de complexe en voortdurend wijzigende context van de externe bijstand. Toch moeten de basisbeginselen van de methode worden gerespecteerd. De Commissie is van oordeel dat deze herziening de transparantie en consistentie van het jaarlijkse auditplan zal vergroten.

38.

De uitvoeringsgraad van de jaarlijkse controleplannen was laag: 56 % van de controles in het plan voor 2008 werd ook in dat jaar gestart; de andere werden uitgesteld of soms geschrapt, en 67 % van de controles in het plan voor 2007 was pas eind 2008 voltooid. Dit is deels te wijten aan een ontoereikende voorbereiding van het jaarlijks controleplan, aan de duur van het controleproces en aan de beperkte capaciteit van de delegaties om controles te organiseren en er follow-up aan te geven.

38.

De Commissie wijst op de gestage vooruitgang die is gemaakt met de tenuitvoerlegging van de jaarlijkse auditplannen. In 2008 werden namelijk 455 audits verricht, hetgeen een toename is met 35 % tegenover 2007 (337).

Sinds juni 2008 werd de uitvoering van de jaarlijkse auditplannen door het bestuur van EuropeAid regelmatig gecontroleerd.

De centrale diensten van EuropeAid zullen verder assistentie blijven bieden aan de delegaties om hun auditplanning te verbeteren. In de context van de voorbereiding van het jaarlijkse auditplan voor 2009 werd de delegaties verzocht speciaal aandacht te hebben voor de beschikbaarheid van middelen.

39.

Ondanks herhaalde aanmaningen van de centrale diensten van EuropeAid zorgden vele delegaties niet voor een tijdige en volledige registratie van hun gegevens in CRIS Audit, hetgeen het nut van dit IT-systeem ondermijnt. De richtsnoeren voor controletaakbeheerders die EuropeAid in november 2008 heeft uitgebracht, dienen dit gebrek te ondervangen.

39.

2008 was het eerste jaar van de verplichte CRIS Audit. Over het algemeen is de CRIS Audit correct toegepast. De Commissie erkent evenwel dat er vooruitgang dient te worden geboekt met het tijdige uploaden van documenten.

Toezicht door de centrale diensten van EuropeAid

40.

De controles die de centrale diensten van EuropeAid krachtens de kaderovereenkomst in opdracht geven, zijn onderworpen aan een kwaliteitscontrole. EuropeAid analyseert ook de resultaten van deze controles en geeft follow-up aan herhaalde bevindingen op het niveau van de eindbegunstigden en de uitvoerende partners, zoals vermeld in paragraaf 35. De dienst verrichtte ook een kwaliteitscontrole op een steekproef van controles in opdracht van de delegaties. Er is nog geen algehele analyse verricht van de bevindingen en aanbevelingen van de door de delegaties in opdracht gegeven controles.

40.

Vanaf 2009 zullen de centrale diensten van EuropeAid de kwaliteitscontrole van auditverslagen speciaal richten op niet-kadercontractanten. Voorts zullen een aantal verbeteringen die aan de CRIS Audit zullen worden aangebracht, de analyse van de bevindingen van controleurs buiten het kadercontract vergemakkelijken.

41.

De invoering van CRIS Audit is toe te juichen, al zijn nog bepaalde verfijningen nodig zodat de reikwijdte van de controle inzake uitgaven kan worden beoordeeld en het systeem efficiënter kan worden gebruikt voor de toetsing, analyse en benutting van de controlebevindingen en aanbevelingen.

41.

De functiemogelijkheden van CRIS Audit worden voortdurend verbeterd om een optimaal gebruik van de gegevensbank mogelijk te maken.

42.

In 2008 legden de centrale diensten van EuropeAid acht toezichtsbezoeken af. Deze waren goed georganiseerd en leidden tot relevante aanbevelingen om de interne controle van de onderzochte delegaties te verbeteren.

 

43.

Zoals aangegeven in het Jaarverslag van de Rekenkamer over de EOF's betreffende het begrotingsjaar 2007 (27), is het systeem voor controles achteraf van verrichtingen van EuropeAid een effectief mechanisme voor het vaststellen van nalevingsfouten die van invloed zijn op de verrichtingen, maar is het minder effectief in het vaststellen van fouten die doorwerken in het bedrag van de betaling. De Rekenkamer nam nota van het feit dat het verantwoordelijke directoraat in 2008 de reikwijdte van deze controles had uitgebreid: het verrichtte systematische controles op een steekproef van bewijsstukken betreffende de gedeclareerde uitgaven en naar de juistheid van de berekeningen bij prijsherzieningen. Het directoraat introduceerde ook een halfjaarlijkse follow-up van de maatregelen die de delegaties troffen als reactie op de bevindingen van deze controles. Een dergelijke aanpak zal waarschijnlijk de relevantie en doeltreffendheid verbeteren van de controles achteraf van verrichtingen, zowel bij het onderzoek van de regelmatigheid van de verrichtingen als bij de beoordeling van de kwaliteit van de door de ordonnateurs verrichte controles vooraf.

43.

Wat de controles achteraf van de verrichtingen betreft, evalueert EuropeAid momenteel of de controles van het directoraat dat verantwoordelijk is voor de ACS-landen naar andere regio’s kunnen worden uitgebreid. Dit hangt echter af van de prioritaire toekenning en de beperking van middelen.

Begrotingssteun

44.

De Overeenkomst van Cotonou bepaalt dat begrotingssteun wordt verleend indien het beheer van de overheidsuitgaven op voldoende transparante, verantwoordelijke en doeltreffende wijze geschiedt (28). De Commissie interpreteert deze voorwaarde op een dynamische wijze (29). Zij is van mening dat ten tijde van het financieringsbesluit in het beheer van de overheidsfinanciën voorkomende gebreken niet hoeven te beletten dat een programma voor begrotingssteun wordt gestart, mits er een verbintenis tot hervormingen bestaat en de geplande hervormingen toereikend worden geacht. Het Europees Parlement heeft vraagtekens geplaatst bij de „dynamische interpretatie” door de Commissie van de criteria om in aanmerking te komen voor begrotingssteun en stelde dat begrotingssteun alleen mag worden verleend aan landen met een minimumniveau aan geloofwaardigheid op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën (30).

44.

De Commissie heeft haar aanpak voor de evaluatie van de subsidiabiliteit voor begrotingssteun uitvoerig toegelicht in haar antwoord op de standpunten van de Rekenkamer en het Parlement. In de brief van commissaris Michel van 9 januari 2009 aan de Rekenkamer (met een afschrift voor het Europees Parlement) wordt het standpunt van de Commissie in detail uiteengezet. Er wordt met aandrang op gewezen dat de aanpak van de Commissie overeenstemt met die van andere belangrijke donoren (zoals het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank). Tegelijk wordt erop gewezen dat een aanpak die stoelt op minimumnormen niet overeenstemt met de OESO-richtsnoeren inzake steun voor de hervorming van het beheer van de overheidsfinanciën, en evenmin met de beginselen van Parijs en Accra inzake doeltreffendheid van de hulp.

45.

In haar Jaarverslagen over de EOF's betreffende de begrotingsjaren 2006 (31)en 2007 (32)beval de Rekenkamer aan, de naleving van de Overeenkomst van Cotonou te toetsen aan basisvereisten. De Commissie accepteerde deze aanbeveling niet omdat zij het als onwenselijk beschouwt om gemeenschappelijke minimumstandaarden vast te stellen die uniform voor alle landen gelden. Zoals het Europees Parlement in zijn verslag over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2007 aangaf (33)geeft deze aanpak de Commissie een grote discretionaire bevoegdheid waar een even grote mate van transparantie tegenover moet staan. Zoals de Rekenkamer stelde in haar Speciaal verslag nr. 2/2005 over de begrotingssteun uit het EOF aan de ACS-staten (34)vereist dit dat de beoordeling van de naleving van de voorschriften van de Overeenkomst van Cotonou op geformaliseerde en gestructureerde wijze wordt gepresenteerd.

45.

De Commissie heeft begrip voor en aanvaardt het verzoek om nog grotere transparantie bij de behandeling van begrotingssteun. In deze context stelt de Commissie voor de kwestie van begrotingssteun in de toekomstige jaarverslagen over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand uitvoeriger te behandelen.

De Commissie erkent dat er verbeteringen kunnen worden aangebracht door een meer gestructureerde en formele aanpak van de evaluatie van de subsidiabiliteit van de begrotingssteun, overeenkomstig de Overeenkomst van Cotonou. Daarom is de Commissie doende haar richtsnoeren inzake begrotingssteun verder te verfijnen teneinde haar aanpak te versterken.

46.

Zoals gezegd in het Jaarverslag van de Rekenkamer over de EOF's betreffende het begrotingsjaar 2007 (35)zijn de financieringsovereenkomsten voor uit het negende EOF gefinancierde begrotingssteunprogramma's vaak onvolledig of onduidelijk en bieden ze dus geen kader dat voldoende duidelijk is voor zo'n gestructureerde en geformaliseerde beoordeling. In 2008 constateerde de Rekenkamer een aanzienlijke verbetering in de financieringsovereenkomsten voor de uit het tiende EOF gefinancierde begrotingssteunprogramma's. In sommige gevallen is er nog verdere verbetering mogelijk bij de vaststelling van de door het ontvangende land prioritair te treffen maatregelen betreffende het beheer van de overheidsfinanciën en van de bronnen van informatie om de naleving van de overeengekomen voorwaarden te verifiëren.

46.

De Commissie is verheugd over de erkenning van de Rekenkamer dat de duidelijkheid van de recente financieringsovereenkomsten is verbeterd. Tegelijk erkent de Commissie ook dat nog verdere verbeteringen kunnen worden gedaan en zij is daarom doende haar richtsnoeren te verfijnen om tegemoet te komen aan de punten van zorg van de Rekenkamer met betrekking tot de vaststelling van duidelijke hervormingsverwachtingen op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën en het toezicht op de vooruitgang op deze gebieden.

Interne audit

47.

De interne-auditfunctie (IAF) werkt effectief en overeenkomstig haar primaire doelstelling, de directeur-generaal zekerheid te verschaffen over de doeltreffendheid en efficiëntie van de processen betreffende risicobeheer, controle en intern bestuur binnen EuropeAid. Naar het oordeel van de IAF blijkt uit de resultaten van het in 2008 verrichte werk dat er geen grote gebreken in de systemen voorkomen die een negatief effect zouden kunnen hebben op de werking van het internecontrolesysteem als geheel. De Rekenkamer vestigt de aandacht op het feit dat met de IAF-audit geen volledige zekerheid kon worden verkregen dat het systeem CRIS-EOF in staat was, vanaf januari 2009 betrouwbare en juiste operationele informatie te verschaffen.

47.

Toen de IAC-audit werd doorgevoerd, was het nieuwe CRIS-systeem nog in een ontwikkelingsfase. Toch waren alle noodzakelijke maatregelen genomen om mogelijk te maken dat het systeem begin 2009 van start zou gaan. De migratie naar het nieuwe CRIS/ABAC-systeem werd volgens plan doorgevoerd en de verrichtingen gingen normaal van start begin 2009.

48.

De dienst Interne audit (DIA) van de Commissie verrichtte met de IAF een gezamenlijke audit betreffende de procedures voor financieel beheer in het voor de ACS-staten verantwoordelijke directoraat ten aanzien van de verleende delegaties, en een andere audit aangaande terugvorderingen (36). De controlebevindingen komen overeen met die van de Rekenkamer wat betreft het beheer van de bankgaranties (zie paragraaf 24), het gebruik van CRIS Audit (zie paragraaf 39) en de gecentraliseerde follow-up van controles in opdracht van de delegaties (zie paragraaf 40).

 

49.

De DIA verrichtte een follow-upcontrole van de uitvoering van de FAFA (37). Hierin werd geconcludeerd dat de controleomgeving moest worden versterkt, zowel op partnerniveau als op projectniveau, met name door het verbeteren van de coördinatie en de verstandhouding met de organen van de VN inzake verificatie- en zekerheidskwesties.

49.

Het verslag erkende de geboekte vooruitgang inzake de tenuitvoerlegging van het grootste deel van de aanbevelingen. De verificatiekwestie werd besproken op de zesde FAFA-vergadering in Brussel (april 2009). De taakomschrijvingen worden door de Commissie tijdens de verificatiemissies naar de VN-partners consequent toegepast.

Conclusies en aanbevelingen

50.

Op basis van haar controlewerkzaamheden concludeert de Rekenkamer dat de EOF-rekeningen van het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar een in elk materieel opzicht getrouw beeld geven van de financiële situatie van de EOF's en van de resultaten van hun verrichtingen en kasstromen voor het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig de bepalingen van het financieel reglement en de door de rekenplichtige vastgestelde boekhoudregels. De Rekenkamer vestigt de aandacht op de opmerking in paragraaf 15 betreffende de voorziening voor gemaakte kosten.

 

51.

Wegens de in paragraaf 21 beschreven omstandigheden was de Rekenkamer niet in staat de steekproef van tien betalingen aan bepaalde internationale organisaties volledig te controleren. Zij kan dan ook geen oordeel uitspreken over de regelmatigheid van uitgaven ten bedrage van 190 miljoen euro, ofwel 6,7 % van de uitgaven van het jaar.

 

52.

Behoudens de in de vorige paragraaf genoemde beperking en op basis van haar controlewerkzaamheden concludeert de Rekenkamer dat voor het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar:

52.

a)

de ontvangsten en vastleggingen van de EOF's geen fouten van materieel belang bevatten;

 

b)

de betalingen van de EOF's fouten van materieel belang bevatten. Het meest waarschijnlijke foutenpercentage ligt tussen 2 en 5 %.

b)

De Commissie wijst erop dat de algemene foutenmarge erg beïnvloed werd door het feit dat één delegatie in een post-conflictsituatie moest werken.

53.

Op basis van haar controlewerkzaamheden concludeert de Rekenkamer dat de toezicht- en controlesystemen van EuropeAid deels doeltreffend zijn om de regelmatigheid van de betalingen te garanderen. Bijlage 1, deel 2 geeft een overzicht van de beoordeling van de toezicht- en controlesystemen van EuropeAid door de Rekenkamer (38).

 

54.

In 2008 bracht EuropeAid wederom aanzienlijke verbeteringen aan in zijn toezicht- en controlesystemen. De dienst begon te werken met een nieuwe taakomschrijving voor controles en introduceerde een beheersinformatiesysteem, CRIS Audit, dat de capaciteit van EuropeAid moet verbeteren om audits te plannen en te monitoren, maar ook om controlebevindingen en aanbevelingen te analyseren en er follow-up aan te geven. Het jaarlijks activiteitenverslag is beter gestructureerd, duidelijker en informatiever, met name omdat meer gebruik wordt gemaakt van kwantitatieve indicatoren. Er zouden duidelijker conclusies kunnen worden getrokken over de wijze waarop de resultaten van de diverse controles bijdragen tot de zekerheid van de directeur-generaal en om een essentiële indicator te ontwikkelen voor de geschatte financiële impact van restfouten na de toepassing van alle controles vooraf en achteraf.

54.

De Commissie erkent dat in het kader van de aan de gang zijnde inspanningen om het interne controlesysteem in zijn geheel te verbeteren, verdere werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met de structuur van de controlesystemen voor buitenlandse hulp en hun bijdrage aan de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur-generaal. Tot dit doel, en in samenwerking met de initiatieven van de Commissie inzake aanvaardbare risico’s, zal EuropeAid in 2010 zijn controlestrategie herzien.

55.

EuropeAid heeft een alomvattende controlestrategie opgezet en blijft zich inspannen voor een meer efficiënte en doeltreffende uitvoering van controles. De volgende aanbevelingen moeten in deze context worden gezien:

55.

a)

de controles vooraf moeten worden verbeterd door ze nog sterker te richten op essentiële risico's;

a)

Controles vooraf van elke verrichting vóór autorisatie zijn het voornaamste verzekeringsmechanisme voor de regelmatigheid. Controles vooraf zijn belangrijk omdat daardoor vergissingen worden voorkomen en de noodzaak van corrigerende maatregelen achteraf wordt vermeden. Het risiconiveau wordt bij de controles in rekening gebracht. EuropeAid heeft een aantal maatregelen uitgevoerd meer bepaald wat betreft de opleiding teneinde terugkerende risico’s beter op te vangen.

b)

de jaarlijkse controleplannen moeten worden opgesteld op basis van een meer gestructureerde risicoanalyse en een realistischer beoordeling van de voor dit doel beschikbare middelen;

b)

De risicoanalyse die als voorbereiding op het jaarlijkse auditplan moet worden gedaan, voorziet in een zekere flexibiliteit die nodig is in de complexe en voortdurend wijzigende context van de externe bijstand. Toch moeten de basisbeginselen van de methode worden gerespecteerd.

In de context van de voorbereiding van het jaarlijkse auditplan voor 2009 werd de delegaties verzocht speciaal aandacht te hebben voor de beschikbaarheid van middelen.

c)

de uitvoering van de jaarlijkse controleplannen moet het hele jaar door nauwlettend worden gevolgd om tijdig belangrijke afwijkingen te ontdekken en corrigerende maatregelen te treffen;

c)

Sinds juni 2008 werd de uitvoering van de jaarlijkse auditplannen op bestuurvergaderingen regelmatig gecontroleerd en gepresenteerd. De opsplitsing van de tenuitvoerlegging per geografisch gebied en volgens het niveau (centraal/delegaties) maakt het mogelijk de passende corrigerende maatregelen te nemen.

d)

de functiemogelijkheden van CRIS Audit moeten verder worden ontwikkeld om een meer efficiënte en doeltreffende monitoring van de controleactiviteiten mogelijk te maken alsook een analyse en follow-up van de controlebevindingen en aanbevelingen;

d)

CRIS Audit wordt regelmatig verbeterd.

Sinds begin 2009 wordt bijvoorbeeld elke audit die aan CRIS wordt toevertrouwd, automatisch verbonden met een CRIS-auditnummer, waardoor het registratieproces in CRIS Audit wordt voltooid.

De komende maanden worden andere verbeteringen gepland, zoals een meer accurate registratie van de auditbevindingen en van niet-subsidiabele uitgaven.

e)

EuropeAid moet ervoor zorgen dat de delegaties hun gegevens tijdig uitvoerig in CRIS Audit registreren;

e)

Begin 2008 werd door de directeur-generaal een instructie gezonden waarin van de betrokken diensten (centraal niveau en delegaties) werd verlangd alle audits in CRIS Audit in te voeren. Dit werd in 2009 gecontroleerd en de verantwoordelijke diensten hebben de audit-taskmanagers herhaaldelijk aan deze verplichting herinnerd.

f)

in het licht van de resultaten van de aanpak die het voor de ACS-staten verantwoordelijke directoraat volgt, moet EuropeAid het systeem van controles achteraf van de verrichtingen opnieuw bezien om te beoordelen of het nodig en haalbaar is de reikwijdte van die controles uit te breiden.

f)

Wat de controles achteraf van de verrichtingen betreft, evalueert EuropeAid momenteel of de controles van het directoraat dat verantwoordelijk is voor de ACS-landen naar andere directoraten kunnen worden uitgebreid. Dit hangt echter af van de prioritaire toekenning en de beperking van middelen.

56.

Ten aanzien van begrotingssteun beveelt de Rekenkamer EuropeAid aan:

56.

a)

zich te blijven inspannen om zijn besluiten betreffende het in aanmerking komen voor begrotingssteun te onderbouwen door op gestructureerde, formele wijze aan te tonen dat het ontvangende land een relevant hervormingsprogramma heeft om binnen afzienbare tijd alle significante zwakheden aan te pakken en dat het betrokken land zich ertoe verbindt dit programma uit te voeren;

a)

De Commissie is het daarmee eens en herziet verder haar richtsnoeren om dit punt op te lossen. Naar verwachting zal dit eind 2009 afgesloten zijn. De Commissie is ook van plan de transparantie van haar begrotingssteun verder te verbeteren door betere rapportage.

b)

ervoor te zorgen dat alle toekomstige financieringsovereenkomsten een alomvattende en duidelijke basis vormen om de naleving van de betalingsvoorwaarden te kunnen beoordelen.

b)

De Commissie herziet verder haar richtsnoeren om dit punt op te lossen. Naar verwachting zal dit eind 2009 afgesloten zijn.

(1)  De Overeenkomst van Yaoundé I dateert van 1964. Het meest recente akkoord (Cotonou) dateert van 23 juni 2000 en werd op 25 juni 2005 herzien.

(2)  Artikelen 118, 125 en 134 van het financieel reglement van 18 februari 2008 avan toepassing op het tiende EOF (PB L 78 van 19.3.2008). In haar Advies nr. 9/2007 over het voorstel voor deze verordening (PB C 23 van 28.1.2008) benadrukt de Rekenkamer dat deze artikelen de reikwijdte van de kwijting van het Europees Parlement inperken.

(3)  De controle van deze verrichtingen door de Rekenkamer is geregeld in een tripartiete overeenkomst tussen de EIB, de Commissie en de Rekenkamer (artikel 134 van voornoemd financieel reglement van 18 februari 2008 van toepassing op het tiende EOF).

(4)  Artikelen 21 29 van het financieel reglement van toepassing op het tiende EOF.

(5)  Akkoord van Cotonou, bijlage IV, artikel 35.

(6)  Zie hoofdstuk 8 van het Jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2008.

(7)  Goed voor 0,6 % van de betalingen in 2008.

(8)  Besluit PE/2008/4803 van de Commissie van 29.8.2008.

(9)  Artikelen 118 en 124.

(10)  De geconsolideerde financiële staten omvatten de balans, de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen en een staat van de vorderingen van de Europese Ontwikkelingsfondsen. De onderhavige verklaring heeft geen betrekking op de door de EIB verschafte financiële staten en gegevens (zie voetnoot 11).

(11)  Overeenkomstig artikel 1 en artikel 103, lid 3, van het financieel reglement van toepassing op het negende EOF en de artikelen 2, 3, 4 en 125, lid 3, van het financieel reglement van toepassing op het tiende EOF heeft de betrouwbaarheidsverklaring geen betrekking op het deel van de middelen van het negende en tiende EOF dat wordt beheerd door, en onder de verantwoordelijkheid valt van de EIB.

(12)  Op het niveau van de Commissie omvat het management de leden van de instelling, de gedelegeerde en gesubdelegeerde ordonnateurs, de rekenplichtige en de leidinggevenden van financiële, audit of controle eenheden. Op het niveau van de begunstigde staten omvat het management de nationale ordonnateurs, rekenplichtigen, betalingsgemachtigden en de leidinggevenden van de uitvoerende organisaties.

(13)  De door de rekenplichtige van het EOF vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS) uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants (IFAC), of, bij ontbreken daarvan, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board (IASB). Overeenkomstig het financieel reglement worden de „geconsolideerde financiële staten” over het begrotingsjaar 2008 opgesteld op basis van deze door de rekenplichtige van het EOF vastgestelde boekhoudregels, waarin de periodetoerekeningsbeginselen zijn aangepast aan de specifieke context van de Gemeenschappen, terwijl de geconsolideerde verslagen over de EOF uitvoering nog steeds hoofdzakelijk op kasstromen zijn gebaseerd.

(14)  Zie artikel 122 van het financieel reglement van 18 februari 2008 van toepassing op het tiende EOF: de financiële staten omvatten de balans, de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen en een staat van de vorderingen van het EOF.

(15)  Zie artikel 123 van het financieel reglement van 18 februari 2008 van toepassing op het tiende EOF: de verslagen over de financiële uitvoering omvatten tabellen met vermelding van de kredieten, de vastleggingen en de betalingen.

(16)  Kortheidshalve wordt in dit verslag de uitdrukking „regelmatigheid van de verrichtingen” gebruikt ter aanduiding van de „wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen”.

(17)  Paragraaf 17.

(18)  Afrikaanse Unie, Wereldbank, Wereldgezondheidsorganisatie.

(19)  Wereldgezondheidsorganisatie.

(20)  De Rekenkamer past een materialiteitsdrempel van 2 % toe.

(21)  Behalve pretoetredingssteun, bijstand voor de westelijke Balkan, humanitaire hulp, macrofinanciële steun, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en de snelle interventiemacht.

(22)  Bladzijde 43.

(23)  Paragraaf 55 b).

(24)  Paragraaf 56 f).

(25)  De controles omvatten betrouwbaarheidscontroles en andere soorten controletaken, met name controles (de „vier pijlers”) of de boekhouding, de interne controle, de audit en de aanbestedingsprocedures van internationale organisaties voldoen aan de internationaal aanvaarde standaarden, alsook latere verificatiebezoeken.

(26)  Meer recente verbeteringen, die vanaf 2009 van kracht zijn, betreffen een gewijzigd planningsproces voor het jaarlijks controleplan en nieuwe, in november 2008 uitgebrachte richtsnoeren voor de controletaakbeheerders.

(27)  Paragraaf 46.

(28)  Artikel 61, lid 2, onder a).

(29)  Zie de paragrafen 28 en 29 van Speciaal verslag nr. 2/2005 over de begrotingssteun uit het EOF aan de ACS staten (PB C 249 van 7.10.2005).

(30)  Resolutie van het Europees Parlement van 22 april 2008 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2006, punt 32 (PB L 88 van 31.3.2009).

(31)  Paragraaf 55 (PB C 259 van 31.10.2007).

(32)  Paragraaf 56, onder a) (PB C 286 van 10.11.2008).

(33)  Resolutie van het Europees Parlement van 23 april 2009 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2007, punten 46 en 47.

(34)  Paragraaf 85.

(35)  Paragraaf 27.

(36)  Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de in 2008 uitgevoerde interne controles (COM(2009) 419 def. van 5.8.2009).

(37)  Financiële en administratieve kaderovereenkomst.

(38)  Zie hoofdstuk 8 „Externe steun, ontwikkeling en uitbreiding” van het Jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2008 voor een beoordeling van de toezicht en controlesystemen van DG ECHO.

(39)  Aanvankelijke toewijzingen voor het 7e, 8e, 9e en 10e EOF, rente, diverse middelen en overdrachten van eerdere EOF's.

(40)  Als percentage van de middelen.

(41)  Cijfers exclusief een bedrag van 9 818 miljoen euro voor het 7e EOF, dat in de loop van het jaar werd afgesloten.

Bron: Europese Rekenkamer, op basis van de EOF-overzichten van de financiële uitvoering en de jaarrekening per 31 december 2008.


BIJLAGE 1

DEEL 1:   HOOFDKENMERKEN VAN DE STEEKPROEFSGEWIJZE TOETSING VAN VERRICHTINGEN

1.1 —   Omvang van de steekproef

Jaar

Aantal geteste vastleggingen

Aantal geteste betalingsverrichtingen

2008

45

170

2007

60

148


1.2 —   Opzet van de steekproef

Percentage van de geteste verrichtingen bestaande uit

2008

2007

Projecten

Begrotingssteun

TOTAAL

Vastleggingen

Globale vastleggingen

33 %

22 %

56 %

50 %

Individuele juridische verbintenissen

44 %

0 %

44 %

50 %

Totaal

78 %

22 %

100 %

100 %

Betalingen

Voorschotten

24 %

0 %

24 %

0 %

Tussentijdse/saldobetalingen

65 %

12 %

76 %

100 %

Totaal

88 %

12 %

100 %

100 %


1.3 —   Frequentie en geschatte impact van fouten in de steekproef van tussentijdse/saldobetalingen

Fouten

2008

2007

Projecten

Begrotingssteun

TOTAAL

Frequentie van fouten:

25 %

{27}

40 %

{8}

27 %

{35}

37 %

{55}

Frequentie van kwantificeerbare fouten:

38 %

{15}

9 %

{1}

31 %

{16}

53 %

{31}

Impact van de kwantificeerbare fouten:

het meest waarschijnlijke foutenpercentage ligt (1)

tussen 2 % en 5 %

onder 2 %

tussen 2 % en 5 %

tussen 2 % en 5 %


1.4 —   Soorten fouten in de steekproef van tussentijdse/saldobetalingen

Foutenpercentage in de geteste verrichtingen betreffende

2008

2007

Projecten

Begrotingssteun

TOTAAL

Kwantificeerbare fouten

Subsidiabiliteit

47 %

0 %

44 %

68 %

Realiteit

47 %

0 %

44 %

23 %

Juistheid

7 %

100 %

13 %

10 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

100 %

Niet-kwantificeerbare fouten

Niet-kwantificeerbare fout die een financiële impact kan hebben

20 %

60 %

31 %

79 %

Niet-kwantificeerbare fout waarvan de financiële impact niet kwantificeerbaar is

32 %

40 %

34 %

0 %

Niet-kwantificeerbare fout zonder financiële impact

48 %

0 %

34 %

21 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

100 %

DEEL 2:   BEOORDELING VAN GESELECTEERDE TOEZICHT- EN CONTROLESYSTEMEN

Betrokken systeem

Controles vooraf

Exteerne audit

Monitoring

Interne audit

Algehele beoordeling

 

Kwaliteit

Kwantiteit/uitvoering van het controleplan

Monitorbezoeken

Controles achteraf

Audit

 

 

Kwaliteit

Kwantiteit

 

Follow-up van afzonderlijke controlebevindingen/doeltreffende invorderingsprocedures

Algeheel toezicht door centrale diensten op door de delegaties in opdracht gegeven audits

Centrale diensten EuropeAid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delegaties

 

 

 

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

n.v.t.

 

 


Verklaring:

 

Doeltreffend

 

Deels doeltreffend

 

Niet doeltreffend

n.v.t.

Niet van toepassing of niet beoordeeld


(1)  De Rekenkamer onderscheidt drie niveaus bij het meest waarschijnlijke foutenpercentage: onder 2 %, tussen 2 en 52 %, boven 52 %.

De cijfers tussen {} zijn absolute aantallen verrichtingen.


BIJLAGE 2

FOLLOW-UP VAN DE VOORNAAMSTE OPMERKINGEN UIT DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

 

Opmerking van de Rekenkamer

Analyse van de Rekenkamer

Aanbevelingen van de Rekenkamer

Antwoord van de Commissie

1.

De controlestrategie van EuropeAid dient de voornaamste indicatoren ter onderbouwing van de zekerheid die door de directeur-generaal moet worden geboden, de reikwijdte van bepaalde controles en de coördinatie tussen de controles vooraf en de controles achteraf te bevatten en in de vereiste personele middelen te voorzien.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder a))

In 2008 bracht EuropeAid wederom aanzienlijke verbeteringen aan in zijn toezicht- en controlesystemen. De dienst begon te werken met een nieuwe taakomschrijving voor controles en introduceerde een beheersinformatiesysteem, CRIS Audit, dat de capaciteit van EuropeAid moet verbeteren om audits te plannen en te monitoren, maar ook om controlebevindingen en aanbevelingen te analyseren en er follow-up aan te geven. Het jaarlijks activiteitenverslag is beter gestructureerd, duidelijker en informatiever, met name omdat meer gebruik wordt gemaakt van kwantitatieve indicatoren.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 54)

EuropeAid heeft een alomvattende controlestrategie opgezet en blijft zich inspannen voor een meer efficiënte en doeltreffende uitvoering van controles.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 55)

Er zouden duidelijker conclusies kunnen worden getrokken over de wijze waarop de resultaten van de diverse controles bijdragen tot de zekerheid van de directeur-generaal en om een essentiële indicator te ontwikkelen voor de geschatte financiële impact van restfouten na de toepassing van alle controles vooraf en achteraf.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 54)

De Commissie erkent dat in het kader van de aan de gang zijnde inspanningen om het interne controlesysteem in zijn geheel te verbeteren, verdere werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met de structuur van de controlesystemen voor externe bijstand en hun bijdrage aan de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur-generaal. Tot dit doel, en in samenwerking met de initiatieven van de Commissie inzake aanvaardbare risico’s, zal EuropeAid in 2010 zijn controlestrategie herzien.

2.

Onderzocht moet worden of de centrale diensten van EuropeAid en de delegaties over het niveau en type personeelsleden beschikken dat nodig is om de kwaliteit van de controles te verzekeren.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder b))

Het jaarlijks activiteitenverslag meldt significante personeelsproblemen. Gesteld wordt dat het grote aantal personeelsleden met een kort dienstverband in de centrale diensten van EuropeAid en het daaruit voortvloeiende personeelsverloop leiden tot een verlies van institutioneel geheugen, hetgeen nadelig is voor de continuïteit en zichtbaarheid van het operationele beheer en voor een efficiënt gebruik van de middelen. Het aantal vacatures in de delegaties wordt gevaarlijk hoog genoemd en zou een stijgende lijn vertonen.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 30)

In het kader van het nulgroeibeleid voor het personeelsbestand van de Commissie tot 2013 biedt EuropeAid aan personeelsproblemen het hoofd op de volgende drie manieren:

gedetailleerde evaluatie van de behoeften op basis van de werklast op jaarbasis voor de operationele, financiële, contractuele en auditsecties in de delegaties; selectie en aanwerving van personeel met kwalificaties en bekwaamheden die aan de behoeften beantwoorden, waarbij de selectiepanels worden samengesteld uit alle relevante geografische en thematische diensten; een uitgebreid opleidingsprogramma dat beantwoordt aan de bestaande behoeften van het beheer van de externe bijstand in de delegaties en op centraal niveau.

(Antwoord van de Commissie op paragraaf 31 van het Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008)

Er zijn bevredigende maatregelen getroffen in het kader van de nulgroeiomgeving.

 

3.

Het beheer van de uitvoerende organisaties moet beter worden ondersteund. Dit vereist meer aanwezigheid ter plaatse van delegatiepersoneel, ondersteunende boekhoudsystemen en opleiding, in het bijzonder voor projecten die via programmaramingen worden uitgevoerd.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder c))

In het algemeen waren de delegaties op de hoogte van deze gebreken en stelden zij slechts een beperkt vertrouwen in deze controles. Ze hadden ook passende maatregelen getroffen om de vastgestelde gebreken aan te pakken, met name door verplichte audits en uitgavenverificaties vóór de financiële afsluiting van projecten voor te schrijven, door technische audits van lopende contracten in opdracht te geven en door technische bijstand te bieden om de capaciteit van de NAO-diensten te versterken. In 2008 legde EuropeAid ook de basis voor betere begeleidings- en communicatiemiddelen ter ondervanging van de permanente gebreken die waren geconstateerd op het niveau van de eindbegunstigden en de uitvoerende organisaties.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 35)

Er zijn bevredigende maatregelen getroffen.

 

4.

Bij de controles die de delegaties uitvoeren voordat zij betalingen autoriseren, moeten de betalingsaanvragen grondiger worden onderzocht en dient de aandacht nog sterker te worden gericht op de realiteit, subsidiabiliteit en juistheid van de uitgaven. De kwaliteit van het door de toezichthouders en controleurs verrichte werk moet beter in het oog worden gehouden.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder d))

De Rekenkamer oordeelde dat controles vooraf deels doeltreffend zijn om fouten te ontdekken en te corrigeren, met name waar het gaat om de berekening van de gedeclareerde bedragen, de beschikbaarheid van de vereiste bewijsstukken en de naleving van de aanbestedingsregels. Zoals aangegeven in paragraaf 25 zijn de in Angola geconstateerde fouten te wijten aan uitzonderlijke omstandigheden en stellen ze niet het systeem van controles vooraf van de delegatie ter discussie.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 33)

De controles vooraf moeten worden verbeterd door ze nog sterker te richten op essentiële risico’s.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 55, onder a))

Controles vooraf van elke verrichting vóór autorisatie zijn het voornaamste verzekeringsmechanisme voor de wettigheid en regelmatigheid. Controles vooraf zijn belangrijk omdat daardoor vergissingen worden voorkomen en de noodzaak van corrigerende maatregelen achteraf wordt vermeden. Het risiconiveau wordt bij de controles in rekening gebracht.

De Commissie heeft specifieke taakomschrijvingen vastgesteld voor de technische audit van infrastructuur die sinds 2009 voor de delegaties beschikbaar zijn.

De centrale diensten van EuropeAid verrichten bovendien momenteel een kwaliteitscontrole van de auditverslagen.

5.

De invoering van CRIS-Audit moet een beter toezicht op de reikwijdte van de controle en de controleresultaten mogelijk maken. Kwalitatieve informatie over de aanbevelingen en de verbeteringen die moeten worden doorgevoerd om werk te maken van de bevindingen, is cruciaal om ervoor te zorgen dat de uiteindelijke doelstellingen van het laten uitvoeren van controles worden gerealiseerd.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder e))

Hoewel de nieuwe gestandaardiseerde taakomschrijvingen nog niet helemaal operationeel waren in 2008 — het eerste toepassingsjaar — vormden het gebruik ervan bij ongeveer tweederde van de ondernomen controles en de invoering van een beheersinformatiesysteem voor de audit (CRIS Audit) belangrijke stappen op weg naar een consistentere rapportage door de controleurs, een deugdelijke monitoring van de controlewerkzaamheden en een passende analyse van de controleresultaten.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 36)

De functiemogelijkheden van CRIS Audit moeten verder worden ontwikkeld om een meer efficiënte en doeltreffende monitoring van de controleactiviteiten mogelijk te maken alsook een analyse en follow-up van de controlebevindingen en aanbevelingen.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 55, onder d))

CRIS Audit wordt regelmatig verbeterd en nieuwe functiemogelijkheden worden operationeel met ingang van 2009 (verbinding van een CRIS-auditcontract met een CRIS-auditnummer). De komende maanden worden nieuwe verbeteringen gepland, zoals een meer accurate registratie van de auditbevindingen en van niet-subsidiabele uitgaven.

6.

Controles achteraf van verrichtingen dienen een beter onderzoek van de bewijsstukken te omvatten om te waarborgen dat de verrichtingen geen fouten inzake subsidiabiliteit en realiteit bevatten, en om na te gaan of de controles die werden uitgevoerd voordat de betaling werd geautoriseerd, toereikend waren.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder f))

Het systeem voor controles achteraf van verrichtingen van EuropeAid is een effectief mechanisme voor het vaststellen van nalevingsfouten die van invloed zijn op de verrichtingen, maar het is minder effectief in het vaststellen van fouten die doorwerken in het bedrag van de betaling. De Rekenkamer nam nota van het feit dat het voor ACS-staten verantwoordelijke directoraat in 2008 de reikwijdte van deze controles op de EOF-verrichtingen had uitgebreid: het verrichtte systematische controles op een steekproef van bewijsstukken betreffende de gedeclareerde uitgaven en naar de juistheid van de berekeningen bij prijsherzieningen. Het directoraat introduceerde ook een halfjaarlijkse follow-up van de maatregelen die de delegaties troffen als reactie op de bevindingen van deze controles. Een dergelijke aanpak zal waarschijnlijk de relevantie en doeltreffendheid verbeteren van de controles achteraf van verrichtingen, zowel bij het onderzoek van de regelmatigheid van de verrichtingen als bij de beoordeling van de kwaliteit van de door de ordonnateurs verrichte controles vooraf.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 43)

In het licht van de resultaten van de aanpak die het voor de ACS-staten verantwoordelijke directoraat volgt moet EuropeAid het systeem van controles achteraf van de verrichtingen opnieuw bezien om te beoordelen of het nodig en haalbaar is de reikwijdte van die controles uit te breiden.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 55, onder f))

Wat de controles achteraf van de verrichtingen betreft, evalueert EuropeAid momenteel of de controles van het directoraat dat verantwoordelijk is voor de ACS-landen naar andere regio’s kunnen worden uitgebreid. Dit hangt echter af van de prioritaire toekenning en de beperking van middelen.

7.

De gestandaardiseerde methodologie voor controlebezoeken moet worden afgerond en het aantal van dergelijke bezoeken moet stijgen. In de nieuwe methodologie dient de aandacht gericht te blijven op het onderzoek van de opzet en het functioneren van de toezicht- en controlesystemen.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 55, onder g))

In 2008 legden de centrale diensten van EuropeAid acht toezichtsbezoeken af. Deze waren goed georganiseerd en leidden tot relevante aanbevelingen om de interne controle van de onderzochte delegaties te verbeteren.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 42)

Er zijn bevredigende maatregelen getroffen.

 

8.

Naleving van de Overeenkomst van Cotonou dient te worden getoetst aan basisvereisten, zoals de beschikbaarheid van tijdig gepubliceerde en gecontroleerde rekeningen, waaraan moet worden voldaan voordat begrotingssteun wordt verleend.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 56, onder a))

Voor de start van een begrotingssteunprogramma dient EuropeAid zich ervan te vergewissen dat er een duidelijke en volledige beoordeling van het beheer van de overheidsfinanciën is verricht en dat het ontvangende land een geloofwaardig en relevant hervormingsprogramma heeft om alle aanzienlijke tekortkomingen binnen een afzienbaar tijdschema aan te pakken.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 56, onder d))

In haar Jaarverslagen over de EOF's betreffende de begrotingsjaren 2006 en 2007 beval de Rekenkamer aan, de naleving van de Overeenkomst van Cotonou te toetsen aan basisvereisten. De Commissie accepteerde deze aanbeveling niet omdat zij het als onwenselijk beschouwt om gemeenschappelijke minimumstandaarden vast te stellen die uniform voor alle landen gelden. Zoals het Europees Parlement in zijn verslag over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2007 aangaf geeft deze aanpak de Commissie een grote discretionaire bevoegdheid waar een even grote mate van transparantie tegenover moet staan. Zoals de Rekenkamer stelde in haar Speciaal verslag nr. 2/2005 over de begrotingssteun uit het EOF aan de ACS-staten vereist dit dat de beoordeling van de naleving van de voorschriften van de Overeenkomst van Cotonou op geformaliseerde en gestructureerde wijze wordt gepresenteerd.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 45)

EuropeAid moet zich blijven inspannen om zijn besluiten betreffende het in aanmerking komen voor begrotingssteun te onderbouwen door op gestructureerde, formele wijze aan te tonen dat het ontvangende land een relevant hervormingsprogramma heeft om binnen afzienbare tijd alle significante zwakheden aan te pakken en dat het betrokken land zich ertoe verbindt dit programma uit te voeren.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 56, onder a))

De Commissie is het daarmee eens en herziet verder haar richtsnoeren om dit punt op te lossen. Naar verwachting zal dit eind 2009 afgesloten zijn.

9.

Met de gehanteerde prestatie-indicatoren dient duidelijk te kunnen worden aangetoond dat er waar nodig vooruitgang wordt geboekt op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën. Dit kan worden bereikt door indicatoren te versterken die de voortgang van de resultaten in de tijd meten en die te combineren met procesindicatoren die gebaseerd zijn op eenmalige gebeurtenissen.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 56, onder b))

De Rekenkamer zal follow-up geven aan deze opmerkingen tijdens haar controles die geen verband houden met de DAS

 

10.

Wil de Commissie haar conclusies over de vorderingen in het beheer van de overheidsfinanciën op gestructureerde wijze formuleren, dan dient zij ervoor te zorgen dat de gegevens waarop de betalingsbesluiten worden gebaseerd, betrouwbaar zijn en meer berusten op de beoordeling van gebeurtenissen die reeds hebben plaatsgevonden dan op prognoses van toekomstige gebeurtenissen.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 56, onder c))

De Rekenkamer zal follow-up geven aan deze opmerkingen tijdens haar controles die geen verband houden met de DAS

 

11.

De kwaliteit van de financieringsovereenkomsten dient te worden verbeterd door in alle gevallen algemene voorwaarden op te nemen, alsmede ondubbelzinnige bedingen en duidelijke vereisten inzake vooruitgang op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 56, onder e))

Zoals gezegd in het Jaarverslag van de Rekenkamer over de EOF's betreffende het begrotingsjaar 2007 zijn de financieringsovereenkomsten voor uit het negende EOF gefinancierde begrotingssteunprogramma's vaak onvolledig of onduidelijk en bieden ze dus geen kader dat voldoende duidelijk is voor zo'n gestructureerde en geformaliseerde beoordeling. In 2008 constateerde de Rekenkamer een aanzienlijke verbetering in de financieringsovereenkomsten voor de uit het tiende EOF gefinancierde begrotingssteunprogramma’s. In sommige gevallen is er nog verdere verbetering mogelijk bij de vaststelling van de door het ontvangende land prioritair te treffen maatregelen betreffende het beheer van de overheidsfinanciën en van de bronnen van informatie om de naleving van de overeengekomen voorwaarden te verifiëren.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 46)

EuropeAid moet ervoor zorgen dat alle toekomstige financieringsovereenkomsten een alomvattende en duidelijke basis vormen om de naleving van de betalingsvoorwaarden te kunnen beoordelen.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008, paragraaf 56, onder b))

De Commissie is verheugd over de erkenning van de Rekenkamer van het feit dat haar inspanningen om de klaarheid en de structuur van de subsidiabiliteitscontroles te vergroten, goede vruchten afwerpen. De Commissie heeft bijzondere aandacht voor de voortzetting van het proces tot verbetering teneinde alzo alle onduidelijkheid in haar evaluaties weg te nemen. Dit moet worden bereikt door een verdere verfijning van de richtsnoeren voor begrotingssteun, voor opleiding en een grotere bewustmaking van het belang om de subsidiabiliteit op een gestructureerde en formele manier te staven.

12.

In het licht van het toenemende belang van begrotingssteun dient een personeelsbeleid te worden ontwikkeld op basis van een analyse van de vereiste vaardigheden en kennis inzake het beheer van begrotingssteun.

(Jaarverslag over het begrotingsjaar 2007, paragraaf 56, onder f))

Kandidaten voor posten die in verband staan met begrotingssteun worden getest en geselecteerd op basis van hun bewezen kennis en vaardigheden ter zake. De opleiding inzake begrotingssteun ter plaatse is gestegen van 7 beschikbare cursussen in 2006 tot 14 in 2007 en 24 in 2008. Hierbij komt de opleiding op centraal niveau waar de gemiddelde deelname van de delegaties 40 % bedraagt. Voorts worden jaarlijks regionale seminars gehouden voor wie zich met begrotingssteun bezighoudt.

(Antwoord van de Commissie op paragraaf 31 van het Jaarverslag over het begrotingsjaar 2008)

Er zijn bevredigende maatregelen getroffen.

 


Sus