EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0021

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft

/* COM/2009/0021 def. - CNS 2009/0009 */

52009PC0021




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 28.1.2009

COM(2009) 21 definitief

2009/0009 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

110 | Motivering en doel van het voorstel Bij Richtlijn 2001/115/EG van de Raad ("de factureringsrichtlijn") zijn gemeenschappelijke EU-regels voor btw-facturen ingevoerd, omdat deze noodzakelijk werden geacht voor de goede werking van de interne markt. De beoogde vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de btw-factureringsregels werd evenwel niet ten volle gerealiseerd: de talrijke keuzemogelijkheden waarover de lidstaten thans beschikken, hebben ertoe geleid dat de factureringsregels allerminst geharmoniseerd zijn. De uiteenlopende regels ten aanzien van e-facturering zijn hiervan een duidelijke illustratie en dit gebrek aan harmonisatie wordt algemeen beschouwd als een van de obstakels voor het gebruik van e-facturering. Krachtens de factureringsrichtlijn, die is opgenomen in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad ("de btw-richtlijn"), moet de Commissie uiterlijk op 31 december 2008 bij de Raad een verslag indienen over de technologische ontwikkelingen op het gebied van e-facturering, in voorkomend geval samen met een voorstel. Aangezien de factureringsrichtlijn haar doelen niet ten volle heeft bereikt, is het voorstel bij het verslag aan de Raad breder opgezet om ook de tekortkomingen van de bepalingen op het gebied van facturering te verhelpen. |

120 | Algemene context Onnodige administratieve lasten belemmeren de groei en staan innovatie in de weg. De factureringsregels van de btw-richtlijn leggen aan nagenoeg alle bedrijven in Europa informatieverplichtingen op. Een vereenvoudiging van deze regels kan dus de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in aanzienlijke mate helpen te verlichten. De naleving van de btw-verplichtingen belemmert ook het gebruik van e-facturering, waardoor bedrijven potentieel grote kostenbesparingen mislopen. Om bedrijven ertoe aan te zetten zich efficiënter te organiseren, moeten belemmeringen voor het gebruik van nieuwe technologieën worden weggenomen. De invoering van een modern regelgevingskader dat een grotere vereenvoudiging en harmonisatie bewerkstelligt, mag niet afdoen aan de strijd tegen de btw-fraude. Er zijn aanzienlijke inspanningen geleverd om de btw-fraude aan te pakken en wijzigingen van de factureringsregels moeten deze inspanningen aanvullen en zeker niet ondermijnen. |

130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Richtlijn 2006/112/EG van de Raad. |

140 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Het hoofddoel van dit voorstel bestaat erin een modern kader van geharmoniseerde regels tot stand te brengen, dat de factureringsverplichtingen voor het bedrijfsleven vereenvoudigt terwijl de belastingdiensten effectieve handhavingsmiddelen krijgen. Hiermee worden vier zwaartepunten in het programma van de Commissie ondersteund. Lastenverlichting voor het bedrijfsleven In januari 2007 heeft de Commissie een ambitieus actieprogramma gepresenteerd dat tot doel heeft de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in de EU in 2012 met 25 % te verlichten. De Europese Raad heeft dit actieprogramma op zijn voorjaarsbijeenkomst van maart 2007 goedgekeurd. De btw-richtlijn is een van de 42 wetsbesluiten die onder het actieprogramma vallen. De factureringsregels van deze richtlijn zijn een belangrijk gebied waarop informatieverplichtingen aan het bedrijfsleven worden opgelegd. Dit voorstel strekt ertoe de uit deze regels voortvloeiende lasten te verlichten. Het wil met name bewerkstelligen dat de belastingautoriteiten elektronische facturen onder dezelfde voorwaarden aanvaarden als papieren facturen. Voorts wil het de factureringregels sterker harmoniseren door de keuzemogelijkheden waarover de lidstaten beschikken, te beperken. Bedrijven noemen een gemeenschappelijk kader van standaardregels betreffende facturering van cruciaal belang voor een lastenverlichting. De Groep van onafhankelijke belanghebbenden op hoog niveau inzake administratieve lasten heeft in zijn advies van 22 oktober 2008 gewezen op het grote potentieel voor lastenverlichting dat op het gebied van facturering aanwezig is, en het beginsel dat belastingautoriteiten elektronische en papieren facturen op gelijke voet dienen te behandelen, bekrachtigd. Ondersteuning van het mkb Op 25 juni 2008 heeft de Commissie de "Small Business Act" (SBA) aangenomen. Deze omvat een lijst van maatregelen die door de lidstaten en de Commissie moeten worden genomen met het gezamenlijke doel om het mkb te ondersteunen. Dit voorstel vormt een aanvulling op de SBA in die zin dat het toepassingsgebied van vereenvoudigde facturen wordt uitgebreid, onder meer tot facturen met lage waarde, die bijzonder belangrijk zijn voor het mkb, en dat alle lidstaten de mogelijkheid krijgen om midden- en kleinbedrijven toe te staan de btw aan te geven op kasbasis in het kader van een kasstelselregeling. Het gebruik van e-facturering verspreiden De Lissabon-agenda, die op groei en werkgelegenheid is gericht, is een topprioriteit voor de Commissie. Het aanmoedigen van het gebruik van e-facturering door het opheffen van wettelijke obstakels voor het verzenden en bewaren van e-facturen, kan bedrijven helpen om hun kosten te verlagen en hun efficiency te verhogen, en zo bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabon-agenda. Een bij besluit van de Commissie ingestelde deskundigengroep inzake e-facturering heeft de btw-richtlijn aangewezen als een cruciale, zij het geenszins de enige, wettekst met een directe invloed op het gebruik van e-facturering. De gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA), die begin 2008 op de rails is gezet om het elektronische betalingsverkeer in Europa te harmoniseren, en de beoogde ondersteuning van e-facturering kunnen elkaar wederzijds tot voordeel strekken gelet op het inherente verband tussen facturen en betalingen. Ter bevordering van e-facturering wil dit voorstel de obstakels voor e-facturering in de btw-richtlijn opheffen door de verschillen tussen langs elektronische weg en op papier verzonden facturen weg te nemen en zo de verzendingswijze neutraal te maken. Ondersteuning van de bestrijding van fraude Op 31 mei 2006 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de noodzaak om een gecoördineerde strategie te ontwikkelen ter verbetering van de bestrijding van belastingfraude (COM(2006) 254). Bij sommige van de in de mededeling genoemde vormen van btw-fraude, zoals onterechte aftrek en carrouselfraude, wordt gebruik gemaakt van de factuur om te frauderen. Ofschoon de factuur kan worden gebruikt om te frauderen, is zij in vele gevallen het belangrijkste document voor de belastingautoriteiten om toe te zien op de betaling van de belasting. Tegen deze achtergrond heeft Commissielid Kovacs in zijn mondeling verslag aan de Ecofin-Raad op 14 mei 2008 verklaard dat "bij de actualisering van de factureringsregels ook de verbetering van de controlemogelijkheden voor de belastingdiensten een aspect is dat moet worden bekeken." Dit voorstel omvat maatregelen die de belastingautoriteiten de btw-fraude beter helpen te bestrijden. Zo worden onder meer strengere eisen gesteld aan de factuur bij de aftrek van btw en zullen gegevens over intracommunautaire leveringen sneller kunnen worden uitgewisseld. Laatstgenoemde maatregel is een aanvulling op het voorstel van de Commissie om de termijn voor de gegevensuitwisseling tussen de lidstaten in verband met de opgaaf van intracommunautaire leveringen te verkorten. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Openbare raadpleging. |

212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Uitgaande van een selectie van de aanbevelingen die in de studie over facturering zijn gedaan, en de algemene beginselen inzake e-facturering die door de desbetreffende deskundigengroep zijn ontwikkeld, is het publiek om commentaar verzocht. In het algemeen konden de in de openbare raadpleging voorgelegde aanbevelingen op veel steun rekenen bij de bedrijven en brancheverenigingen. Deze aanbevelingen zijn in dit voorstel grotendeels overgenomen. |

213 | Van 24 juli 2008 tot 19 september 2008 heeft op het internet een openbare raadpleging plaatsgevonden. De Commissie heeft 64 reacties ontvangen. De resultaten zijn beschikbaar op http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/consultations/tax/index_en.htm. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

221 | Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden Op 25 juli 2007 heeft de Commissie een openbare aanbesteding voor een studie op het gebied van facturering uitgeschreven. De uiterste datum voor inschrijving was 7 september 2007. De overeenkomst voor de studie is met de opdrachtnemer op 17 december 2007 ondertekend. |

222 | Gebruikte methode Het doel van de studie was drieledig. In de eerste plaats moesten de verschillende regels in elk van de 27 lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de factureringsrichtlijn in kaart worden gebracht en gegevens over het gebruik van e-facturering in de EU worden verzameld. Vervolgens moest een analyse worden verricht van de moeilijkheden waarmee bedrijven te kampen hebben om aan de diverse factureringsverplichtingen te voldoen, met name op het gebied van e-facturering, alsook een evaluatie van het belang van de factureringsverplichtingen als controlemaatregel voor de nationale overheid. Tot slot moesten aanbevelingen worden gedaan voor wijzigingen van de wetgeving op de gebieden waar de lidstaten hun aanpak sterker kunnen harmoniseren of waar de wetgeving gemoderniseerd kan worden. |

223 | Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen Belastingadviseurs en btw-deskundigen van de lidstaten. |

2249 | Ontvangen en gebruikte adviezen Er zijn geen mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd. |

225 | Het ontvangen advies had de vorm van een studie over facturering, die als basis voor de openbare raadpleging is gebruikt. De lidstaten zijn geraadpleegd op een vergadering van Working Party No. 1 op 25 september 2008. De btw-deskundigen van de lidstaten hebben een standpunt ingenomen ten aanzien van in dit voorstel op te nemen maatregelen. |

226 | Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek De studie over facturering is op de website van de Commissie gepubliceerd en een reeks van aanbevelingen is voor de openbare raadpleging gebruikt. De studie over facturering is beschikbaar op http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/publications/studies/index_en.htm |

230 | Effectbeoordeling Krachtens artikel 237 van de btw-richtlijn moet de Commissie uiterlijk op 31 december 2008 een verslag indienen, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijziging van de voorwaarden inzake elektronische facturering teneinde rekening te houden met de technologische ontwikkelingen op dit gebied. Ofschoon er zich in wezen geen technologische ontwikkelingen hebben voorgedaan die een voorstel van de Commissie vereisen, kunnen de obstakels voor e-facturering het best worden opgeheven met behulp van een wijzigingsrichtlijn, omdat deze obstakels zelf deel uitmaken van de btw-richtlijn. Ook andere beleidsdoelen zoals lastenverlichting voor het bedrijfsleven en ondersteuning van het mkb kunnen alleen worden verwezenlijkt door een wijziging van de in de btw-richtlijn vastgestelde regels. Ofschoon de in de btw-richtlijn vastgestelde termijn het niet toeliet om een volledige effectbeoordeling te verrichten, zijn er toch vele aspecten van een effectbeoordeling in dit voorstel en de bijgaande mededeling meegenomen. Volgens de kostenmeting in het kader van het Actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie (http://ec.europa.eu/enterprise/admin-burdens-reduction/action_program_en.htm), die is verricht volgens het EU-standaardkostenmodel, kan met het opheffen van de btw-obstakels voor e-facturering op de middellange termijn naar schatting een lastenverlichting van maximaal 18 miljard euro worden bereikt als alle facturen elektronisch worden verzonden. Volgens een conservatievere benadering van het kostenverschil tussen papieren en elektronische facturen, die rekening houdt met het aantal btw-facturen dat moeten worden uitgereikt en het tempo waarmee e-facturering zich thans verspreidt in de lidstaten die papieren en elektronische facturen al vergelijkbaar behandelen, zou de besparing in het bedrijfsleven weliswaar lager, maar nog altijd zeer aanzienlijk zijn. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel De voorgestelde maatregel behelst een wijziging van de btw-richtlijn. De voorgestelde wetswijziging omvat de volgende elementen: Verschuldigdheid van btw op intracommunautaire leveringen Dit voorstel is een aanvulling op het voorstel van de Commissie (COM(2008) 147) tot verkorting van het tijdvak waarop lijsten (opgaaf intracommunautaire leveringen) betrekking hebben, in die zin dat het de regels betreffende de verschuldigdheid van de belasting op intracommunautaire leveringen vereenvoudigt. Doel is één enkele datum voor het verschuldigd worden van de belasting vast te stellen, namelijk de datum van het belastbare feit, die wordt bepaald door het tijdstip waarop de levering werd verricht. Door te eisen dat de factuur wordt uitgereikt uiterlijk de vijftiende van de maand volgende op het belastbare feit, blijft de factuur nog altijd het belangrijkste document ter staving van een intracommunautaire levering. Voorts wordt de datum waarop de belasting op intracommunautaire verwervingen verschuldigd wordt, aangepast om deze in overeenstemming te brengen met die waarop de belasting op intracommunautaire leveringen verschuldigd wordt. Recht op aftrek Er worden twee wijzigingen voorgesteld in verband met de regels inzake het recht op aftrek. Verplichting om in het bezit te zijn van een factuur voor de uitoefening van het recht op aftrek Het voorstel voorziet in een gelijke behandeling wat betreft de verplichting van de leverancier of dienstverrichter om een factuur uit te reiken en die van de afnemer om in het bezit te zijn van een factuur als hij zijn recht op aftrek wil uitoefenen. De bestaande regels daarentegen creëren ongelijkwaardige situaties omdat de afnemer in bepaalde gevallen, zoals bij transacties onder de verleggingsregeling, niet in het bezit van een geldige factuur moet zijn als hij zijn recht op aftrek wil uitoefenen. Het voorstel staat de lidstaten evenwel nog altijd toe, zoals ook thans het geval is, om het recht op aftrek te verlenen op voorlegging van andere bewijsstukken wanneer er geen geldige factuur voorhanden is. Kasstelsel Aan sommige lidstaten is een derogatie toegestaan met betrekking tot het tijdstip waarop het recht op aftrek kan worden uitgeoefend door belastingplichtigen die de btw aangeven op basis van een facultatieve kasstelselregeling, die de betaling van de btw voor kleine bedrijven vereenvoudigt. Krachtens deze derogatie wordt het recht op aftrek van belastingplichtigen die de kasstelselregeling toepassen, uitgesteld totdat zij hun leverancier of dienstverrichter effectief betaald hebben, mits zij zelf ook het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt, mogen uitstellen totdat ze hun betaling ontvangen. Er wordt voorgesteld deze vereenvoudigingsmaatregel van het facultatieve kasstelsel uit te breiden tot alle lidstaten. De regeling moet kunnen worden toegepast door alle micro-ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 2 miljoen euro, zoals omschreven in de aanbeveling van de Commissie (2003/361/EG) betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Daarenboven zou, wanneer leveranciers of dienstverrichters de btw pas aangeven bij ontvangst van de betaling, aan de afnemers moeten worden toegestaan om toch onmiddellijk een recht op aftrek uit te oefenen. Dit voorstel creëert voor de lidstaten een rechtsgrondslag op basis waarvan zij bedrijven die het kasstelsel toepassen, verder kunnen steunen. Er wordt ook een wijziging aangebracht in de gegevens die op een volledige btw-factuur moeten worden vermeld, waardoor de leverancier of dienstverrichter voortaan de datum van de verschuldigdheid van de belasting op de factuur dient te vermelden. Zonder deze verplichting kan de afnemer momenteel in bepaalde gevallen niet weten wanneer het recht op aftrek kan worden uitgeoefend. Uitreiking van een factuur Lidstaat wiens regels van toepassing zijn Er heerst momenteel enige onduidelijkheid over de vraag wiens factureringsregels van toepassing zijn. Ofschoon algemeen wordt aanvaard dat de factureringsregels moeten worden gevolgd van de lidstaat waar de belasting verschuldigd is, is dit nergens uitdrukkelijk vastgelegd. Hierdoor krijgen de bedrijven met bepaalde problemen te maken. Een belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht ter zake waarvan de btw in een andere lidstaat verschuldigd is, moet aan de daar geldende factureringsverplichtingen voldoen en deze kunnen verschillen van de lidstaat waar hijzelf gevestigd is. Het voorstel wil dit probleem oplossen door geharmoniseerde regels voor b2b-facturen (business-to-business) te creëren, zodat een belastingplichtige die een factuur uitreikt vanuit de lidstaat waar hij voor de btw geïdentificeerd is, de rechtszekerheid krijgt dat zijn factuur in de hele EU geldig is. Deze regels zullen ook van toepassing zijn in de lidstaat van de leverancier of dienstverrichter, waarmee wordt voortgebouwd op het idee van het eenloketsysteem, dat bedrijven de mogelijkheid biedt hun verplichtingen na te komen vanuit de lidstaat waar zij gevestigd zijn. Het voorstel strekt er met name toe de factureringsregels te harmoniseren op gebieden waar er momenteel verschillen zijn, namelijk vrijgestelde prestaties, termijnen voor de uitreiking van facturen, periodieke facturen, selfbilling en outsourcing naar derde partijen. Voor b2c-prestaties (business-to-consumer) blijven de huidige regels betreffende de plaats van belastingheffing als voorheen van toepassing, maar zij worden ten behoeve van de bedrijven sterker geharmoniseerd en transparanter gemaakt. Door de lidstaten de keuzemogelijkheid te geven een factuur te eisen voor b2c-prestaties – een verplichting die op gelijke wijze voor in het binnenland en het buitenland gevestigde bedrijven moet gelden – , zij het dat dit slechts een vereenvoudigde factuur hoeft te zijn, probeert het voorstel een evenwicht te vinden tussen de controlebehoeften van de lidstaten en de gewenste lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Transparantie voor de bedrijven kan worden gerealiseerd door van de lidstaten te eisen dat zij op een website nadere informatie ter beschikking stellen over de factureringsregels voor b2c-prestaties. In feite omvat het voorstel van de Commissie (COM(2004) 728 definitief – artikel 34 septies van Verordening (EG) nr. 1798/2003) al deze verplichting in het kader van het eenloketsysteem en in het goedgekeurde mini-eenloketsysteem is een soortgelijke verplichting opgenomen. Inhoud van een factuur Een factuur moet gewoonlijk voor btw-doeleinden worden uitgereikt om het bewijs te leveren van de btw die aan de schatkist is verschuldigd, en om de afnemer in staat te stellen zijn recht op aftrek uit te oefenen. Het is duidelijk dat het belang van een factuur groter is wanneer er een recht op aftrek kan worden uitgeoefend dan wanneer er alleen btw is verschuldigd door de leverancier of dienstverrichter. Hiermee rekening houdende beoogt het voorstel een factureringssysteem met twee niveaus te creëren. Het ene niveau is dat van de volledige btw-factuur, die uitgereikt moét worden en een uitgebreide reeks van gegevens bevat voor b2b-prestaties wanneer het aannemelijk is dat de afnemer een recht op aftrek zal uitoefenen, de leverancier of dienstverrichter een recht op aftrek van de voorbelasting heeft, of wanneer er sprake is van een grensoverschrijdende prestatie. Het andere niveau is dat van de vereenvoudigde factuur, die uitgereikt mág worden, maar in sommige gevallen uitgereikt moét worden. Volledige btw-factuur Wat de volledige btw-factuur betreft, blijven de huidige verplichtingen van artikel 226 van de btw-richtlijn grotendeels behouden. Er zijn drie belangrijke wijzigingen. De eerste wijziging betreft de vereiste dat de leverancier of dienstverrichter het btw-identificatienummer van zijn afnemer op de factuur vermeldt. Dit zal de belastingdienst meer zekerheid geven dat het btw-nummer van de afnemer op de factuur overeenstemt met dat waaronder het recht op aftrek wordt uitgeoefend. Ook wordt een einde gemaakt aan het onderscheid tussen binnenlandse facturen en facturen voor prestaties aan afnemers in een andere lidstaat. Tot slot helpt deze vereiste bij de eenduidige identificatie van de afnemer wanneer, naar wordt gehoopt, de verzending van facturen langs elektronische weg ruimer ingang vindt. De tweede wijziging houdt in dat de datum van levering van de goederen of de diensten wordt vervangen door de datum waarop de btw verschuldigd wordt. Zo weet de afnemer in welk tijdvak hij zijn recht op aftrek kan uitoefenen. De derde wijziging betreft leveringen van goederen of diensten onder de verleggingsregeling. De leverancier of dienstverrichter, die niet tot voldoening van de btw is gehouden, hoeft niet langer het btw-tarief en het te betalen btw-bedrag op de volledige factuur te vermelden wanneer de prestatie in een andere lidstaat wordt geleverd. In vele gevallen is het voor hem moeilijk om het btw-tarief te kennen als de afnemer zich in een andere lidstaat bevindt. Vereenvoudigde btw-factuur De lidstaten hebben de keuzemogelijkheid om van belastingplichtigen te verlangen dat zij een factuur uitreiken in het geval van b2c-prestaties. Aangezien het in deze gevallen evenwel niet aannemelijk is dat er btw wordt afgetrokken, mag uitsluitend een vereenvoudigde factuur worden verlangd. Voor b2b-prestaties heeft een bedrijf de mogelijkheid om een vereenvoudigde factuur uit te reiken voor creditnota's en binnenlandse vrijgestelde prestaties waarbij de leverancier of dienstverrichter geen recht op aftrek van de voorbelasting heeft. Ook wanneer het factuurbedrag minder dan 200 euro beloopt, mag slechts een vereenvoudigde factuur worden verlangd. Aangezien er slechts een gering btw-bedrag in mindering zou kunnen worden gebracht, is ook het daaruit voortvloeiende risico voor de begrotingen van de lidstaten gering. Hoe dan ook hebben de meeste lidstaten het btw-comité al geraadpleegd om gebruik te maken van vereenvoudigde facturen voor onbeduidende bedragen. De gegevens die op een vereenvoudigde factuur moeten worden vermeld, zijn de gegevens die thans in artikel 238 van de btw-richtlijn zijn opgesomd. De enige wijziging is de vereiste dat ook de waarde van het soort geleverde goederen of diensten wordt vermeld. E-facturering Op grond van de diverse keuzemogelijkheden waarover zij beschikken, hebben de lidstaten de regels inzake e-facturering op uiteenlopende wijze ten uitvoer gelegd. Dit heeft geleid tot een onsamenhangend geheel van e-factureringsregels die de bedrijven moeilijk kunnen naleven, met name wanneer ze e-facturen naar het buitenland verzenden. Het voorstel strekt ertoe de in de btw-richtlijn aanwezige wettelijke obstakels voor e-facturering weg te nemen door te voorzien in een gelijke behandeling van de verzending van een factuur, zowel op papier als langs elektronische weg. Daarom wordt de verwijzing naar het feit dat de e-factuur een geavanceerde elektronische handtekening moet hebben of via EDI moet worden verzonden, geschrapt. Tegelijkertijd is het zaak dat beste praktijken zich ontwikkelen zodat de standaarden, de behoeften van het bedrijfsleven en alle wettelijke verplichtingen zich uiteindelijk tot een onlosmakelijk geheel verweven. In die zin kan de btw-richtlijn slechts een faciliterende rol spelen bij het wegnemen van de obstakels op het gebied van de btw-wetgeving en de werkzaamheden van de deskundigengroep inzake e-facturering zullen hier te pas komen. Bewaren van facturen In het voorstel wordt een gemeenschappelijke periode van zes jaar vastgesteld tijdens welke facturen in de EU moeten worden bewaard. Dit maakt een uniforme uitwisseling van facturen tussen de lidstaten mogelijk en sluit veelal aan bij de huidige bewaartermijnen in de verschillende lidstaten. Dit voorstel zorgt ervoor dat nu duidelijk in de wetgeving wordt omschreven van welke lidstaat de regels van toepassing zijn. Voor de leverancier of dienstverrichter zijn dat de regels van de lidstaat waar hij voor de btw is gevestigd. Voor de afnemer gelden de regels van de lidstaat waartoe hij behoort. Eveneens belangrijk is dat bedrijven papieren facturen zullen mogen omzetten in elektronische vorm om deze te bewaren. |

310 | Rechtsgrondslag Artikel 93 van het EG-Verdrag. |

329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

331 | Aangezien de huidige regels die vereenvoudigd, gemoderniseerd en geharmoniseerd moeten worden, zijn vastgelegd in een richtlijn, is de keuze voor een richtlijn ook de eenvoudigste en meest voor de hand liggende maatregel. |

332 | De maatregelen strekken ertoe de lasten voor het bedrijfsleven te verlichten, het mkb te ondersteunen en het gebruik van e-facturering te vergemakkelijken, wat in het algemeen een positief effect zou moeten sorteren op de bedrijven terwijl ook de lidstaten nog voldoende controlemiddelen in handen houden voor een effectief en efficiënt toezicht op de belastingen. |

Keuze van instrumenten |

341 | Voorgesteld instrument: richtlijn. |

342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn. De wetgeving die wordt gewijzigd, is neergelegd in een richtlijn en dus zou een ander wetsbesluit niet dienstig zijn. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

AANVULLENDE INFORMATIE |

510 | Vereenvoudiging |

511 | Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving en vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en voor private partijen. |

512 | Het voorstel strekt ertoe wettelijke obstakels op de interne markt op te heffen voor btw-facturen. Dit voorstel past in de strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving die de Commissie in oktober 2005 op de rails heeft gezet (COM(2005) 535) om het concurrentievermogen van het bedrijfsleven te helpen versterken. De vereenvoudigingsmaatregelen behelzen met name de uitreiking van een factuur binnen een geharmoniseerd EU-regelgevingskader, een vereenvoudigde factuur voor b2c-prestaties, de gelijke behandeling van elektronische en papieren facturen, een gemeenschappelijke bewaartermijn voor facturen in de EU en het schrappen van de keuzemogelijkheid die de lidstaten hebben om voorwaarden te stellen aan selfbilling (waarbij de facturen door de afnemer zelf worden opgesteld). |

513 | Het voorstel zal de kwaliteit van de door de lidstaten uitgewisselde gegevens over de intracommunautaire goederenleveringen verbeteren. |

514 | De vaststelling van geharmoniseerde regels op EU-niveau verschaft bedrijven de rechtszekerheid dat een factuur die voldoet aan de regels in één lidstaat, ook voldoet aan de regels in alle andere lidstaten. Thans moeten bedrijven rekening houden met factureringsregels die tot 27 maal verschillend kunnen zijn. |

550 | Transponeringstabel De lidstaten delen de Commissie de tekst van de nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn. |

E-28891 |

2009/0009 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Gezien het advies van het Europees Parlement[2],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[4] zijn voorwaarden en regels inzake btw-facturen vastgesteld om de goede werking van de interne markt te garanderen. Overeenkomstig artikel 237 van deze richtlijn heeft de Commissie een verslag gepresenteerd waarin zij enkele problemen in verband met elektronische facturering beschrijft tegen de achtergrond van de technologische ontwikkelingen, evenals enkele andere gebieden waarop een vereenvoudiging van de btw-regels geboden is, teneinde de werking van de interne markt te verbeteren.

(2) Aangezien er een boekhouding moet worden bijgehouden die voldoende gegevens bevat om de lidstaten toe te staan controle uit te oefenen op goederen die tijdelijk naar een andere lidstaat worden gebracht, dient te worden verduidelijkt dat in die boekhouding gegevens moeten worden opgenomen over expertises betreffende goederen die tijdelijk naar een andere lidstaat worden gebracht. Ook dient te worden verduidelijkt dat de overbrenging van goederen naar een andere lidstaat voor expertisedoeleinden niet mag worden aangemerkt als een levering van goederen voor btw-doeleinden.

(3) De regels betreffende het verschuldigd worden van de btw op intracommunautaire leveringen van goederen moeten worden vereenvoudigd om de uniformiteit en de tijdige uitwisseling van de gegevens die op de desbetreffende lijsten worden vermeld, te garanderen. De afwijkende bepaling van artikel 67, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG op grond waarvan de belasting wordt verschuldigd bij de uitreiking van de factuur, moet worden geschrapt; de btw mag alleen verschuldigd worden op het tijdstip van de levering. Voorts moet de belasting op een doorlopende levering van goederen van de ene naar een andere lidstaat over een periode van meer dan een kalendermaand verschuldigd worden op het einde van iedere kalendermaand. De regels betreffende het verschuldigd worden van de btw op intracommunautaire verwervingen moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4) Ter ondersteuning van midden- en kleinbedrijven die het moeilijk hebben om de btw aan de bevoegde autoriteit te voldoen voordat zij door hun afnemers zijn betaald, moeten de lidstaten kunnen toestaan dat de btw wordt aangegeven volgens een kasstelselregeling, waarbij de leverancier of dienstverrichter de btw aan de bevoegde autoriteit mag voldoen wanneer hij de betaling voor een levering of dienst ontvangt, en het recht op aftrek krijgt wanneer hij de betaling voor een levering of dienst verricht. Op die manier kunnen de lidstaten een facultatieve kasstelselregeling invoeren die geen negatieve gevolgen heeft voor de cashflow van hun btw-inkomsten.

(5) Een geldige factuur die is uitgereikt overeenkomstig Richtlijn 2006/112/EG, is een belangrijk document voor de controle op de btw, met name wat het recht op aftrek betreft. Dit geldt voor alle transacties, ongeacht de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden. Daarom moeten regels worden vastgesteld die de lidstaten toestaan een geldige btw-factuur te eisen in alle gevallen dat er een recht op aftrek bestaat.

(6) Teneinde bedrijven rechtszekerheid te bieden in verband met hun factureringsverplichtingen, dient duidelijk te worden bepaald van welke lidstaat de factureringsregels van toepassing zijn. De toepasselijke regels moeten de regels zijn van de lidstaat waar de belastingplichtige die de goederenleveringen of diensten verricht, voor de btw geïdentificeerd of anderszins gevestigd is.

(7) Teneinde de lasten voor het bedrijfsleven verder te helpen verlichten, moet het gebruik van vereenvoudigde facturen worden uitgebreid tot gebieden waar het fiscale risico minimaal is, zoals creditnota's, prestaties met lage waarde en bepaalde vrijgestelde prestaties.

(8) Gelet op de uiteenlopende factureringsregels van de lidstaten voor prestaties aan niet-belastingplichtigen en de noodzaak om fraudebestrijdingsmaatregelen te handhaven, dient de mogelijkheid om van belastingplichtigen te eisen dat zij een factuur uitreiken aan niet-belastingplichtigen, te worden behouden. Teneinde dit evenwel in evenwicht te brengen met de behoefte aan lastenverlichting voor het bedrijfsleven, mag slechts een vereenvoudigde factuur met minimale gegevens worden verlangd.

(9) Teneinde de regels voor facturering aan belastingplichtigen en niet-belastingplichtige rechtspersonen te harmoniseren ter verbetering van de werking van de interne markt, moeten de desbetreffende keuzemogelijkheden waarover de lidstaten beschikken, worden geschrapt of door geharmoniseerde regels worden vervangen. Dit is het geval voor vrijgestelde prestaties, de termijn voor het uitreiken van een factuur, periodieke facturen, selfbilling en outsourcing naar derde partijen buiten de Gemeenschap.

(10) De vereisten betreffende de gegevens die op een factuur moeten worden vermeld, moeten worden gewijzigd teneinde een betere controle op de btw mogelijk te maken, een gelijke behandeling van grensoverschrijdende en binnenlandse prestaties te bewerkstelligen en e-facturering te bevorderen.

(11) Aangezien e-facturering bedrijven kan helpen hun kosten te verlagen en hun concurrentievermogen te verhogen, is een gelijke behandeling van papieren en elektronische facturen van essentieel belang. Een technologieneutrale aanpak is slechts mogelijk indien wordt gegarandeerd dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen papieren en elektronische facturen op basis van inhoud, uitreiking of bewaring.

(12) Aangezien de uiteenlopende regels van de lidstaten met betrekking tot de termijn, het medium en de plaats voor het bewaren van facturen aanzienlijke lasten veroorzaken voor het bedrijfsleven, dient een gemeenschappelijke bewaartermijn te worden vastgesteld en moeten facturen in elektronische vorm kunnen worden bewaard, ook buiten de lidstaat waar de belastingplichtige is gevestigd, mits die facturen zonder onnodig uitstel ter beschikking kunnen worden gesteld. Voorts dient te worden bepaald dat de regels die van toepassing zijn op het bewaren van facturen, de regels zijn van de lidstaat waar de belastingplichtige is gevestigd.

(13) Met betrekking tot de regels inzake de toegang die de bevoegde autoriteit voor controledoeleinden tot facturen heeft, moet worden verduidelijkt dat door een belastingplichtige uitgereikte of ontvangen facturen die online worden bewaard, toegankelijk moeten zijn voor de lidstaat waar de btw verschuldigd is.

(14) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden ten behoeve van de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de btw-factureringsregels niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(15) Richtlijn 2006/112/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2006/112/EG

Richtlijn 2006/112/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 17, lid 2, onder f), wordt vervangen door:

"f) de verrichting van een dienst voor de belastingplichtige in verband met expertises of werkzaamheden betreffende dat goed, die daadwerkelijk worden uitgevoerd binnen het grondgebied van de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van het goed, voor zover het goed na expertise of bewerking opnieuw wordt verzonden naar deze belastingplichtige in de lidstaat waarvandaan het oorspronkelijk was verzonden of vervoerd;"

(2) Artikel 64, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Leveringen van goederen die over een langere periode dan een kalendermaand doorlopend worden verricht, waarbij de goederen naar een andere lidstaat dan de lidstaat van vertrek van de verzending of het vervoer worden verzonden of vervoerd en met vrijstelling van btw worden geleverd of met vrijstelling van btw door een belastingplichtige voor bedrijfsdoeleinden naar een andere lidstaat worden overgebracht, onder de in artikel 138 vastgestelde voorwaarden, worden geacht te zijn voltooid bij het verstrijken van iedere kalendermaand totdat deze leveringen worden stopgezet.

Diensten ter zake waarvan de btw overeenkomstig artikel 196 door de afnemer verschuldigd is, die over een langere periode dan een jaar doorlopend worden verricht en gedurende die periode geen aanleiding tot afrekeningen of betalingen geven, worden geacht te zijn voltooid bij het verstrijken van ieder kalenderjaar totdat deze diensten worden stopgezet.

De lidstaten kunnen bepalen dat in bepaalde gevallen, anders dan bedoeld in de leden 1 en 2, leveringen van goederen en diensten die gedurende een zekere periode doorlopend worden verricht, worden geacht ten minste eenmaal per jaar te zijn voltooid."

(3) Artikel 66, onder c), wordt vervangen door:

"c) wanneer de factuur niet of niet tijdig wordt uitgereikt, uiterlijk op de vijftiende van de maand volgende op die waarin het belastbare feit zich heeft voorgedaan."

(4) Artikel 67 wordt geschrapt.

(5) In hoofdstuk 2 van titel VI wordt het volgende artikel 67 bis ingevoegd:

"Artikel 67 bis

Artikel 64, lid 1, artikel 64, lid 2, derde alinea, en de artikelen 65 en 66 zijn niet van toepassing wanneer, onder de in artikel 138 vastgestelde voorwaarden, goederen die worden verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat dan de lidstaat van vertrek van de verzending of het vervoer, met vrijstelling van btw worden geleverd of wanneer goederen met vrijstelling van btw door een belastingplichtige voor bedrijfsdoeleinden naar een andere lidstaat worden overgebracht."

(6) Artikel 68, tweede alinea, wordt vervangen door:

"De intracommunautaire verwerving van goederen wordt geacht te zijn verricht, en de btw wordt verschuldigd, op het tijdstip waarop de levering van soortgelijke goederen binnen het grondgebied van de lidstaat is verricht."

(7) Artikel 69 wordt geschrapt.

(8) Het volgende artikel 167 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 167 bis

1. Wanneer de aftrekbare belasting verschuldigd wordt bij de ontvangst van de betaling, kunnen de lidstaten bepalen dat het recht op aftrek ontstaat op het tijdstip dat de goederenleveringen of diensten worden verricht of dat de factuur wordt uitgereikt.

2. De lidstaten kunnen bepalen dat belastingplichtigen, in het kader van een facultatieve regeling, het recht op aftrek moeten uitstellen totdat de btw aan de leverancier of dienstverrichter is betaald, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de belastingplichtige geeft de op zijn prestaties drukkende btw pas aan wanneer hij de betaling van zijn afnemers heeft ontvangen;

b) de jaaromzet van de belastingplichtige is niet hoger dan EUR 2 000 000.

De lidstaten stellen het btw-comité in kennis van de nationale maatregelen die zij uit hoofde van de eerste alinea hebben genomen."

(9) Artikel 178 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Punt a) wordt vervangen door:

"a) voor de in artikel 168, punt a), bedoelde aftrek met betrekking tot goederenleveringen en diensten: in het bezit zijn van een overeenkomstig titel XI, hoofdstuk 3, afdelingen 3 tot en met 6, opgestelde factuur;"

(b) Punt c) wordt vervangen door:

"c) voor de in artikel 168, punt c), bedoelde aftrek met betrekking tot intracommunautaire verwerving van goederen: op de in artikel 250 bedoelde btw-aangifte alle gegevens hebben vermeld die nodig zijn om het bedrag van de wegens zijn verwerving van goederen verschuldigde btw vast te stellen, en in het bezit zijn van een overeenkomstig titel XI, hoofdstuk 3, afdelingen 3, 4 en 5, opgestelde factuur;"

(c) Punt f) wordt vervangen door:

"f) wanneer hij als afnemer tot voldoening van de belasting is gehouden, in geval van toepassing van de artikelen 194 tot en met 197 en artikel 199: in het bezit zijn van een overeenkomstig titel XI, hoofdstuk 3, afdelingen 3 tot en met 6, opgestelde factuur en de door de respectieve lidstaten voorgeschreven formaliteiten vervullen."

(10) Artikel 180 wordt vervangen door:

"Artikel 180

De lidstaten kunnen een belastingplichtige een aftrek toestaan die niet overeenkomstig de artikelen 178 en 179 is toegepast.

De lidstaten stellen de voorwaarden en regels vast waaronder een dergelijke aftrek kan worden toegestaan."

(11) De artikelen 181 en 182 worden geschrapt.

(12) Artikel 197, lid 1, onder c), wordt vervangen door:

"c) de factuur die is uitgereikt door de belastingplichtige die niet gevestigd is in de lidstaat van degene voor wie de levering bestemd is, is opgesteld overeenkomstig de afdelingen 3, 4 en 5 van hoofdstuk 3."

(13) Het volgende artikel 218 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 218 bis

De lidstaten mogen de belastingplichtigen geen andere dan de in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 vastgestelde verplichtingen of formaliteiten opleggen met betrekking tot het uitreiken en bewaren van facturen, ongeacht of deze langs elektronische weg zijn verzonden of ter beschikking gesteld dan wel op papier zijn verzonden."

(14) In titel XI, hoofdstuk 3, afdeling 3, wordt het volgende artikel 219 bis ingevoegd:

"Artikel 219 bis

1. Met betrekking tot de uitreiking van facturen gelden de regels die van toepassing zijn in de lidstaat die aan de betrokken belastingplichtige het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder deze de levering of dienst heeft verricht.

Wanneer geen dergelijk nummer is toegekend, gelden de regels die van toepassing zijn in de lidstaat waar de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd vanwaaruit hij de levering of dienst verricht, of, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, waar hij zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats heeft gevestigd of anderszins voor btw-doeleinden geïdentificeerd moet zijn.

2. Wanneer een afnemer van goederen of diensten is gevestigd in een andere lidstaat dan die vanwaaruit de leveringen of diensten zijn verricht en hij de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is, gelden met betrekking tot de uitreiking van facturen de regels die van toepassing zijn in de lidstaat die het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder de afnemer de goederen of diensten heeft ontvangen."

(15) Artikel 220 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Punt 2) wordt geschrapt.

(b) Punt 4) wordt vervangen door:

"4) de vooruitbetalingen die aan hem worden gedaan voordat de in punt 1) bedoelde levering van goederen is verricht of voltooid;"

(16) Het volgende artikel 220 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 220 bis

De lidstaten staan de belastingplichtige toe een vereenvoudigde factuur uit te reiken in de volgende gevallen:

a) wanneer de maatstaf van heffing voor de goederenlevering of dienst minder dan EUR 200 bedraagt;

b) wanneer de uitgereikte factuur een document of bericht is dat overeenkomstig artikel 219 als factuur geldt;

c) wanneer de goederenlevering of dienst is vrijgesteld zonder recht op aftrek van voorbelasting en de belastingplichtige op wie de factureringsplicht rust, voor de btw is geïdentificeerd in dezelfde lidstaat als die van de plaats van belastingheffing.

Punt c) van de eerste alinea is niet van toepassing wanneer de levering van goederen in kwestie ook is vrijgesteld uit hoofde van artikel 138."

(17) De artikelen 221, 222 en 223 worden vervangen door:

"Artikel 221

De lidstaten kunnen de belastingplichtige de verplichting opleggen een vereenvoudigde factuur uit te reiken voor andere dan de in artikel 220 bedoelde goederenleveringen of diensten wanneer de plaats waar de levering of dienst wordt verricht, op hun grondgebied is gelegen.

Artikel 222

Een factuur moet worden uitgereikt uiterlijk op de vijftiende van de maand volgende op die waarin het belastbare feit zich heeft voorgedaan.

Artikel 223

De lidstaten staan de belastingplichtige toe een periodieke factuur op te maken waarop de gegevens van verscheidene afzonderlijke goederenleveringen of diensten zijn vermeld, mits de belasting op de op deze periodieke factuur vermelde goederenleveringen of diensten in dezelfde kalendermaand verschuldigd wordt."

(18) De artikelen 224 en 225 worden geschrapt.

(19) Artikel 226 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Punt 4) wordt vervangen door:

"4) het in artikel 214 bedoelde btw-identificatienummer van de afnemer;"

(b) Punt 7) wordt vervangen door:

"7) de datum waarop de btw verschuldigd wordt voor zover die datum verschilt van de uitreikingsdatum van de factuur, of, wanneer de datum waarop de btw verschuldigd wordt, niet bekend is, een verwijzing naar het belastbare feit in kwestie;"

(c) Het volgende punt 7 bis) wordt ingevoegd:

"7 bis) wanneer de btw verschuldigd wordt bij de ontvangst van de betaling, de datum waarop de goederenleveringen of diensten worden verricht indien die datum de datum van betaling voorafgaat;"

(d) Het volgende punt 10 bis) wordt ingevoegd:

"10 bis) wanneer de afnemer de factuur uitreikt in plaats van de leverancier of dienstverrichter, de vermelding "factuur opgemaakt door de afnemer";"

(e) Punt 11) wordt vervangen door:

"11) in geval van een vrijstelling de vermelding "EX";"

(f) Het volgende punt 11 bis) wordt ingevoegd:

"11 bis) wanneer de afnemer tot voldoening van de belasting is gehouden, de vermelding "RC";"

(g) Punt 13) wordt vervangen door:

"13) wanneer de bijzondere regeling voor reisbureaus wordt toegepast, een verwijzing naar artikel 306;"

(h) Punt 14) wordt vervangen door:

"14) wanneer een van de bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten wordt toegepast, een verwijzing naar artikel 313, 326 of 323 naar gelang van het geval;"

(20) De volgende artikelen 226 bis en 226 ter worden ingevoegd:

"Artikel 226 bis

Wanneer de factuur wordt uitgereikt door de belastingplichtige die de goederenlevering of dienst verricht, aan een afnemer die tot voldoening van de belasting is gehouden, kan de belastingplichtige de in de punten 8), 9) en 10), van artikel 226 bedoelde vermeldingen weglaten en in plaats daarvan, door te verwijzen naar de hoeveelheid of de omvang alsook de aard van de geleverde goederen of verrichte diensten, de waarde van die goederen of diensten opgeven.

Artikel 226 ter

Op overeenkomstig de artikelen 220 bis en 221 uitgereikte vereenvoudigde facturen zijn alleen de volgende vermeldingen verplicht:

a) de datum van uitreiking van de factuur;

b) de identificatie van de belastingplichtige die de goederenlevering of dienst verricht;

c) de identificatie van de aard van de geleverde goederen of de verrichte diensten alsook de waarde ervan;

d) het te betalen of te crediteren btw-bedrag of de gegevens aan de hand waarvan dat bedrag kan worden berekend."

(21) De artikelen 227 en 228 worden geschrapt.

(22) Artikel 230 wordt vervangen door:

"Artikel 230

Op een factuur kunnen bedragen in willekeurig welke munteenheid voorkomen, mits het te betalen of te crediteren btw-bedrag is uitgedrukt in de nationale munteenheid van de lidstaat waar de plaats van de goederenlevering of de plaats van de diensten is gelegen en mits daarbij gebruik wordt gemaakt van de omrekeningskoers die de Europese Centrale Bank heeft bekendgemaakt voor de dag waarop de belasting verschuldigd wordt of, wanneer die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de voorgaande dag van bekendmaking."

(23) Artikel 231 wordt geschrapt.

(24) Artikel 232 wordt als volgt gewijzigd:

"Artikel 232

De overeenkomstig afdeling 2 uitgereikte facturen mogen zowel op papier worden verzonden als elektronisch worden verzonden of ter beschikking gesteld."

(25) De artikelen 233, 234, 235 en 237 worden geschrapt.

(26) Artikel 238 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Lid 1 wordt vervangen door:

"1. Na raadpleging van het btw-comité kunnen de lidstaten onder de door hen te stellen voorwaarden bepalen dat op de facturen betreffende op hun grondgebied verrichte goederenleveringen of diensten in de volgende gevallen alleen de krachtens artikel 226 ter voorgeschreven vermeldingen behoeven te worden opgenomen:

a) wanneer het bedrag van de factuur hoger is dan EUR 200 doch niet hoger dan EUR 400;

b) wanneer de handels- of administratieve praktijken van de betrokken bedrijfssector of de technische voorwaarden waaronder die facturen uitgereikt worden, de naleving van alle in artikel 226 bedoelde verplichtingen in sterke mate bemoeilijken."

(b) Lid 2 wordt geschrapt.

(c) Lid 3 wordt vervangen door:

"3. De vereenvoudiging waarin lid 1 voorziet, wordt niet toegepast wanneer de facturen moeten worden uitgereikt overeenkomstig artikel 220, punt 3), of wanneer de belastbare goederenlevering of de belastbare dienst wordt verricht door een belastingplichtige die niet is gevestigd in de lidstaat waar de btw verschuldigd is, en de tot voldoening van de belasting gehouden persoon degene is voor wie de goederenlevering of dienst wordt verricht."

(27) De artikelen 239 en 240 worden geschrapt.

(28) Artikel 243 wordt vervangen door:

"Artikel 243

1. Iedere belastingplichtige moet een register bijhouden van de goederen die door hemzelf of voor zijn rekening zijn verzonden of vervoerd buiten het grondgebied van de lidstaat van vertrek, maar binnen de Gemeenschap, ten behoeve van de in artikel 17, lid 2, punten f), g) en h), bedoelde handelingen bestaande uit expertises of werkzaamheden betreffende die goederen of uit het tijdelijke gebruik ervan.

2. Iedere belastingplichtige moet een boekhouding voeren die voldoende gegevens bevat om de goederen te kunnen identificeren die vanuit een andere lidstaat naar hem verzonden zijn door of voor rekening van een in die andere lidstaat voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige en die het voorwerp zijn van diensten bestaande uit expertises of werkzaamheden betreffende die goederen."

(29) Artikel 244 wordt vervangen door:

"Artikel 244

Iedere belastingplichtige die er zorg voor moet dragen dat facturen door hemzelf of door zijn afnemer of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een derde worden uitgereikt, moet erop toezien dat kopieën van deze facturen worden bewaard.

Iedere belastingplichtige die een factuur ontvangt, draagt er zorg voor dat deze wordt bewaard.

Met betrekking tot het bewaren van facturen gelden de regels die van toepassing zijn in de lidstaat waar de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd vanwaaruit of ten behoeve waarvan hij de levering of dienst verricht, of, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, waar hij zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats heeft gevestigd of anderszins voor btw-doeleinden geïdentificeerd moet zijn."

(30) In artikel 245, lid 2, wordt de tweede alinea geschrapt.

(31) In artikel 246, wordt de tweede alinea geschrapt.

(32) Artikel 247 wordt vervangen door:

"Artikel 247

De belastingplichtige draagt er zorg voor dat de facturen gedurende een periode van zes jaar worden bewaard."

(33) Artikel 248 wordt geschrapt.

(34) In titel XI, hoofdstuk 4, afdeling 3, wordt het volgende artikel 248 bis ingevoegd:

"Artikel 248 bis

Voor controledoeleinden kunnen de lidstaten waar de belasting verschuldigd is, eisen dat bepaalde facturen in hun officiële taal worden vertaald."

(35) Artikel 249 wordt vervangen door:

"Artikel 249

Wanneer een belastingplichtige de door hem verzonden of ontvangen facturen elektronisch bewaart waarbij een onlinetoegang tot de gegevens in kwestie wordt gewaarborgd, hebben de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar deze belastingplichtige gevestigd is en, wanneer de btw in een andere lidstaat verschuldigd is, de bevoegde autoriteiten van die lidstaat, voor controledoeleinden het recht van toegang tot alsmede downloading en gebruik van deze facturen."

(36) In artikel 272, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

"De lidstaten mogen de in de eerste alinea, punt b), bedoelde belastingplichtigen geen ontheffing verlenen van de in de afdelingen 3 tot en met 6 van hoofdstuk 3 en afdeling 3 van hoofdstuk 4 vastgestelde verplichtingen inzake facturering."

Artikel 2Omzetting

1. De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 31 december 2012 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2013.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB C […] van […], blz. […].

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

Top