EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IR0149

Advies van het Comité van de Regio's Een Europese strategie voor het Donaugebied

PB C 79 van 27.3.2010, p. 1–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 79/1


81E PLENAIRE ZITTING OP 5-7 OKTOBER 2009

Advies van het Comité van de Regio's „Een Europese strategie voor het Donaugebied”

(2010/C 79/01)

I.   ALGEMENE OPMERKINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

1.

heeft tijdens zijn zitting van oktober 2008 (vergadering van 8 oktober) met voldoening kennisgenomen van het voornemen van de Europese Commissie om een Europese strategie voor het Donaugebied te laten opstellen, naar analogie van de Europese strategie voor het Oostzeegebied (1);

2.

heeft tot zijn genoegen vastgesteld dat de Europese Raad de Europese Commissie op de Top van 18 en 19 juni 2009 heeft verzocht om vóór eind 2010 een Europese strategie voor het Donaugebied te presenteren;

3.

juicht het toe dat een aantal CvdR-leden uit het Donaugebied op 27 november 2008 een interregionale groep „Donau” hebben gevormd, en zegt deze groep zijn volledige steun toe;

4.

stelt tot zijn voldoening vast dat het Europees Parlement zich eveneens voor het Donaugebied interesseert en van plan is om een intergroep „Donau” in het leven te roepen (2);

5.

wijst erop dat een strategie voor het Donaugebied tot doel heeft meer welvaart, veiligheid en vrede in deze regio te brengen, en dat de hele EU, incl. de lokale en regionale overheden, daar wel bij zal varen;

6.

stelt vast dat macroregio's in het Europa van 27 lidstaten een steeds belangrijkere rol gaan spelen, met name met het oog op het streven naar een versterking van de territoriale samenhang;

7.

merkt op dat het Donaugebied een amalgaam is van oever- en stroomgebiedstaten en van EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en„"nabuurschapslanden”;

8.

wijst op het Europees perspectief van het Donaugebied, maar vestigt ook de aandacht op de externe dimensie van deze regio, die maakt dat het Donaugebied model kan staan voor de manier waarop de samenwerking met derde landen het best kan worden aangepakt;

9.

wijst erop dat het Donaugebied sinds de val van het IJzeren Gordijn ingrijpende politieke, economische en sociale hervormingen heeft doorgemaakt en dat de Europese Commissie deze veranderingen in haar werkprogramma voor 2009 (3) en haar Mededeling De EU vijf jaar na de uitbreiding  (4) als thema voor 2009 heeft gekozen;

10.

is zich bewust van het belang van het Donaugebied voor de EU en van de inspanningen die in deze regio worden geleverd om de democratie en de rechtsstaat verder te consolideren, en steunt met name de niet-EU-lidstaten in het Donaugebied in hun streven naar verdere democratisering;

11.

wijst op het belang van lokale en regionale samenwerking voor het uitdragen van de Europese beginselen van subsidiariteit, burgernabijheid, partnerschap en goed bestuur in derde landen, en met name op het belang van lokale en regionale samenwerking in het Donaugebied voor de verdere integratie van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten in de EU;

12.

benadrukt nogmaals de traditionele culturele en historische banden tussen de Donaulanden en wijst op de bijdrage die de lokale en regionale overheden daaraan hebben geleverd;

13.

vestigt de aandacht op de internationale, nationale, regionale en lokale samenwerkingsverbanden, netwerken en instellingen die in het Donaugebied actief zijn of zich ervoor inzetten, en dringt erop aan dat deze expertise in de dialoog met de EU-instellingen wordt benut;

14.

vindt het een goede zaak dat de Europese Commissie een 'doeltreffende en brede relatie' met Europa's buurlanden tot stand wil brengen en 'aan de specifieke situatie aangepaste' politieke en economische betrekkingen met de diverse regio's en partners aldaar wil onderhouden;

15.

benadrukt de bijzondere betekenis, rol en verantwoordelijkheid van het Donaugebied, dat als amalgaam van EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en 'nabuurschapslanden' EU-steun ontvangt uit hoofde van programma's in het kader van het cohesiebeleid, van maatregelen voor kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten en van programma's ten behoeve van landen die onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallen;

16.

ziet voor zichzelf een belangrijke politieke rol weggelegd in het strategische kader dat het Europees Nabuurschapsbeleid en de Europese Donaustrategie met elkaar in overeenstemming moet helpen brengen, omdat het de behoeften in de regio goed kent en het effect van dergelijke maatregelen en programma's dan ook goed kan inschatten;

17.

vindt het zeer belangrijk – ook met het oog op de verdere territoriale ontwikkeling van de lidstaten en buurlanden van de EU – dat het Donaugebied in het kader van het Europese cohesiebeleid als macroregio wordt erkend, naar het voorbeeld van het Oostzeegebied en de Zwarte Zeeregio;

18.

is van oordeel dat de Europese strategie voor het Oostzeegebied model kan staan voor de Donaustrategie, omdat in beide macroregio's ernaar wordt gestreefd de integratie van voormalige communistische landen in de EU te bevorderen, de samenwerking met derde landen te stimuleren en interne EU-strategieën te combineren met vormen van samenwerking met landen buiten de EU; merkt in dit verband ook op dat de ervaringen uit het Europees Nabuurschapsbeleid goed van pas zijn gekomen bij de samenwerking tussen ultraperifere regio's en nabijgelegen derde landen.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

Europese strategie voor het Donaugebied

19.

ziet het verzoek van de Europese Raad aan de Europese Commissie om vóór eind 2010 een Europese strategie voor het Donaugebied voor te stellen als een erkenning van het belang van deze regio voor de toekomstige ontwikkeling van Europa en voor de betrekkingen van de EU met haar buurlanden; dringt er bij de Europese Commissie op aan dat zij ook de regionale en lokale overheden en instanties bij het opstellen van die strategie betrekt, dat zij bij de tenuitvoerlegging ervan rekening houdt met de bevoegdheden van de nationale, regionale en lokale overheden en met de interne bevoegdheidsverdeling binnen de lidstaten, en dat zij gebruik maakt van al bestaande instellingen, rapportageprocedures en monitoringprocessen;

20.

beschouwt lokale en regionale overheden en regionale ontwikkelingsorganisaties vanwege hun belangrijke bijdrage aan de concretisering van de concepten 'territoriale samenhang' en 'grensoverschrijdende samenwerking' als onmisbare partners in een Europese Donaustrategie en ziet daarnaast ook voor stakeholders uit de economische, wetenschappelijke, culturele, maatschappelijke en milieusector een belangrijke rol weggelegd;

21.

merkt op dat lokale en regionale overheden en regionale ontwikkelingsorganisaties, die dicht bij de burgers staan en daardoor goed weten wat er onder de bevolking leeft, een centrale rol toebedeeld moeten krijgen bij de planning, tenuitvoerlegging en verdere uitbouw van de door de Europese Commissie aangekondigde Donaustrategie;

22.

acht het met het oog op de integratie van de betrokken landen, regio's, gemeenten en burgers in de EU van groot belang dat het Donaugebied zich verder kan ontwikkelen, en steunt het Europees Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie in hun streven om de integratie van het Donaugebied in de EU te bevorderen;

23.

staat achter de omvorming van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa tot een regionaal samenwerkingsverband („Regionale Samenwerkingsraad”) in het kader van het Samenwerkingsproces voor Zuidoost-Europa (SEECP), omdat daarmee beter tegemoet kan worden gekomen aan de specifieke behoeften en verwachtingen van het Donaugebied;

Strategische beleidsterreinen

24.

vindt dat de strategische beleidsterreinen vervoer, milieubescherming/energiezekerheid, economie, veiligheid, opleiding/cultuur en werkgelegenheid/gezondheid/sociale zaken de pijlers van de uit te werken strategie moeten vormen;

25.

vestigt de aandacht op de sterk uiteenlopende economische prestaties van de landen binnen het Donaugebied en vindt het voor de duurzame economische ontwikkeling van deze regio en de verdere integratie ervan in de EU van groot belang dat dit gebied als één grote macroregio wordt beschouwd en wordt opgenomen in de lijst van prioriteiten van de Europese Commissie voor 2010;

Vervoer

26.

dringt er bij de Europese Commissie op aan om, in het licht van het Europese duurzaamheidsbeleid, rekening te houden met het feit dat de Donau als pan-Europese transport- en waterwegverbinding de andere Europese verkeersverbindingen aanzienlijk kan ontlasten, en wijst erop dat de uitbouw van een adequate infrastructuur – zowel waterwegen als wegverbindingen – deze regio beter in staat zal stellen haar functie als brug tussen Oost en West en tussen Noord en Zuid naar behoren te vervullen, en vooral ook haar eigen concurrentievermogen te versterken;

27.

stelt voor om de TEN-T-infrastructuurprojecten zo spoedig mogelijk uit te voeren, omdat deze van groot belang zijn voor de aansluiting van het Donaugebied op de bestaande Europese verkeerswegen en voor de verbindingen tussen de Donaulanden onderling; dringt er daarom bij de betrokken lokale en regionale overheden op aan om ook voor al lang bestaande problemen en knelpunten een duurzame oplossing te zoeken;

28.

benadrukt dat vervoer en milieubescherming elkaar niet mogen uitsluiten maar juist hand in hand dienen te gaan, en dat alles in het werk moet worden gesteld om een duurzame ontwikkeling van het Donaugebied te bewerkstelligen en de richtsnoeren uit de Gemeenschappelijke verklaring over de binnenscheepvaart en de milieubescherming in het Donaugebied van de Donaucommissie, de Internationale Commissie ter Bescherming van de Donau (ICPDR) en de Internationale Commissie voor het Savabekken (ISRBC) in praktijk te brengen;

Milieubescherming en energiezekerheid

29.

merkt op dat milieubescherming, bestrijding van de gevolgen van de klimaatverandering en bescherming tegen overstromingen niet mogelijk zijn zonder grensoverschrijdende samenwerking;

30.

wijst op de belangrijke rol van de Donaulanden als het gaat om het veiligstellen van Europa's energievoorziening, en met name op het feit dat het Donaugebied dankzij de Donau over een waardevolle natuurlijke hernieuwbare energiebron en een aanzienlijk waterkrachtpotentieel beschikt, dat vooral dáár moet worden benut waar ecologie en economie harmonisch kunnen samengaan;

31.

vestigt in dit verband de aandacht op het in 1998 in werking getreden Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau  (5) (het „Donauverdrag”), waarbij de Internationale Commissie ter Bescherming van de Donau is opgericht, en het Kaderverdrag voor de bescherming en duurzame ontwikkeling van de Karpaten (het „Karpatenverdrag”), alsmede op de succesvolle samenwerking op basis van de Gemeenschappelijke verklaring over de binnenscheepvaart en de milieubescherming in het Donaugebied  (6);

32.

roept de nationale, regionale en lokale overheden en de regionale ontwikkelingsorganisaties in het Donaugebied op om deel te nemen aan door de Europese Commissie opgezette milieuprogramma's, zoals het LIFE +-programma (herstel van rivieren en waterlopen), de programma's in het kader van de doelstelling„Europese territoriale samenwerking” en het „Intelligente energie voor Europa”-programma (opzetten van lokale energienetwerkprojecten door lokale overheden);

33.

wijst erop dat maatregelen in het kader van de Kaderrichtlijn Water ook moeten zijn gericht op het behoud van de visstand, omdat de waterlopen in het Donaugebied vanwege de grote soortenrijkdom en met name het grote aantal endemische soorten speciale bescherming behoeven;

34.

pleit voor gemeenschappelijke initiatieven ter bevordering van duurzaam toerisme en wijst in dit verband op de mogelijkheden tot samenwerking bij de tenuitvoerlegging van de Verdragen van Espoo (7), Aarhus (8) en Bern (9), en op de voordelen van een dergelijke samenwerking voor alle partijen, zoals de Donaufietsroute duidelijk heeft aangetoond;

35.

is van oordeel dat lokale en regionale overheden en regionale ontwikkelingsorganisaties de algemene ontwikkeling van het Donaugebied kunnen stimuleren door hun ervaringen op deze twee gebieden met elkaar te delen, omdat hun expertise en hun kennis van de plaatselijke situatie garant staan voor een succesvolle uitvoering van gemeenschappelijke initiatieven; merkt verder op dat de vele verdragen en samenwerkingsverbanden tussen landen en regio's in het Donaugebied concrete mogelijkheden voor een meer doelgerichte samenwerking bieden;

Economie

36.

wijst erop dat de Donau als verbinding tussen waterlopen en wegen en tussen havens en economische centra ook als een vector voor de verdere economische ontwikkeling van de regio moet worden gezien;

37.

wijst op het belang van grensoverschrijdende projecten voor het doorbreken van het economische isolement van grensgebieden, en daarmee ook voor het verbeteren van hun concurrentievermogen en stabiliteit;

38.

ziet voor regio's en gemeenten een centrale rol weggelegd als tussenschakel naar kleine en middelgrote bedrijven toe;

39.

is van oordeel dat sterker moet worden ingezet op grensoverschrijdende en transnationale projecten – ook van ngo's, sociaaleconomische actoren en lokale en regionale overheden – en dat daarbij moet worden gestreefd naar synergie tussen de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale programma's uit hoofde van doelstelling 3 (Europese territoriale samenwerking) en de programma's in het kader van de doelstellingen 1 en 2, een en ander met als doel niet tot de EU behorende landen, regio's en gemeenten meer vertrouwd te maken met de EU, en met name met de beginselen van de democratie en de rechtsstaat; acht het voor een duurzame economische ontwikkeling van het Donaugebied ook belangrijk dat de samenwerking op het gebied van onderzoek en technologieoverdracht wordt opgevoerd en dat daarbij gebruik wordt gemaakt van het in de regio aanwezige potentieel (menselijk kapitaal, infrastructuur);

40.

dringt er bij de nationale overheden van de Donaulanden op aan erop toe te zien dat de regionale en lokale overheden overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 een rol krijgen toebedeeld in toekomstige Europese groeperingen voor territoriale samenwerking;

Veiligheid

41.

pleit voor maatregelen ter bevordering van de veiligheid van het scheepvaartverkeer omdat de Donau een drukbevaren rivier is en waarschijnlijk nog meer scheepvaartverkeer te verwerken zal krijgen;

42.

verwijst in dit verband naar het Verdrag van Belgrado (10), dat het scheepvaartverkeer op de Donau in goede banen moet helpen leiden;

43.

dringt er bij de Donau-oeverstaten op aan dat zij hun samenwerking bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, en met name de georganiseerde misdaad, illegale migratie, drugssmokkel en mensenhandel, voortzetten;

44.

onderstreept het belang van milieuveiligheid, en met name van beschermende maatregelen tegen grensoverschrijdende vervuiling en overstromingen, voor de algemene veiligheid;

Opleiding en cultuur

45.

benadrukt nogmaals de rol van de lokale en regionale overheden op het vlak van de interculturele dialoog, en met name het feit dat steden en regio's met hun vaak heterogene bevolking het best in staat zijn om als motor van de interculturele en interreligieuze dialoog te fungeren;

46.

wijst op het belang van regionale culturele samenwerking met de Donau-oeverstaten voor de integratie van deze landen in Europa;

47.

vestigt de aandacht op de belangrijke functie van samenwerkingsverbanden tussen steden (zoals het netwerk DonauHanse®), die dankzij de directe betrokkenheid van de burgers het Europese devies „in verscheidenheid verenigd” in praktijk helpen brengen en niet alleen bijdragen tot het verdwijnen van interculturele vooroordelen, maar ook een kader voor economische en sociale samenwerking en duurzame ontwikkeling vormen en op die manier de doelstellingen van de Lissabonstrategie helpen realiseren;

48.

merkt op dat instituten als de Europese Donau-academie, de Duitstalige universiteit Andrássy Gyula in Boedapest of het Instituut voor het Donaugebied en Midden-Europa (IDM) een belangrijke rol kunnen spelen doordat zij het beschikbare potentieel bundelen en nieuwe doelgroepen bereiken;

Werkgelegenheid, gezondheid en sociale zaken

49.

vestigt er met het oog op het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) en het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011) de aandacht op dat de EU niet alleen de economische maar ook de sociale ontwikkeling van het Donaugebied moet stimuleren om duidelijk te maken dat de EU álle burgers voordelen biedt;

50.

dankt alle actoren die regelmatig ervaringen uitwisselen met overheidsinstanties en ngo's in het Donaugebied om de sociale en gezondheidssituatie aldaar sneller te verbeteren, en dringt erop aan dat zij deze ondersteuning op alle niveaus voortzetten;

Eén groot stimuleringsgebied

51.

merkt op dat het vanwege de globalisering en de doelstellingen van de Lissabonstrategie steeds belangrijker wordt het concurrentievermogen van de regio's te versterken en hen in staat te stellen het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de toekomst;

52.

wijst erop dat het Donaugebied in de huidige programmeringsperiode (2007-2013) in twee elkaar ten dele overlappende transnationale stimuleringsgebieden (Midden- en Zuidoost-Europa) is opgedeeld, dat de splitsing van het vroegere stimuleringsgebied CADSES (dat reikte van de Oostzee tot de Egeïsche Zee) blijvende nadelige gevolgen voor de territoriale, sociale en economische samenhang in het Donaugebied kan hebben, dat het Donaugebied vanwege zijn bijzondere geografische en cultuurhistorische betekenis (met name als brug tussen Oost- en West-Europa) van groot politiek-strategische belang is en dat het vanwege deze grote geopolitieke betekenis beter is om deze regio om te vormen tot één groot samenwerkingsgebied;

53.

is dan ook van oordeel dat de EU het Donaugebied tot één groot transnationaal Europees stimuleringsgebied moet uitroepen om het in staat te stellen zijn economisch, sociaal, cultureel en milieupotentieel ten volle te benutten, en met name:

doeltreffende maatregelen te nemen op strategische terreinen als infrastructuur, waterwegen, bescherming tegen overstromingen, energie/energiezekerheid, duurzame economische ontwikkeling en milieu;

zijn gemeenschappelijk economisch potentieel volledig en op duurzame wijze te benutten;

de samenwerking op nationaal, regionaal en lokaal niveau op te voeren;

uit te groeien tot een homogeen onderdeel van Europa's culturele, natuurlijke en historische erfgoed;

54.

roept de EU-instellingen daarom op om het Donaugebied in de volgende programmeringsperiode als één groot transnationaal Europees stimuleringsgebied te behandelen; vestigt er in dit verband de aandacht op dat de EU met het IPA en het ENPI over twee flexibele instrumenten beschikt waarmee kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en derde landen volledig in dat éne grote stimuleringsgebied kunnen worden geïntegreerd; wijst er voorts op dat voor een coherente ontwikkeling van de regio nog verdergaande steunmaatregelen nodig zijn; roept tot slot de Commissie op om na te gaan of de verantwoordelijkheid voor het EFRO, het IPA, het ENPI en de ETS-programma's niet bij één enkele dienst kan worden ondergebracht.

Brussel, 7 oktober 2009

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Luc VAN DEN BRANDE


(1)  Europees commissaris Hübner pleit voor Europese Donaustrategie, IP/08/1461

(2)  Schriftelijke verklaring ingediend (…) door Victor Boştinaru en Daciana Sârbu over de oprichting van een werkgroep met het oog op de uitwerking en tenuitvoerlegging van een strategie voor het Donau-gebied, PE422.681v01-00, 23 maart 2009

(3)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2009 – Nu handelen voor een beter Europa, COM(2008) 712 final

(4)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Centrale Bank De EU vijf jaar na de uitbreiding - Economische prestaties en uitdagingen, COM(2009) 79 final

(5)  Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau, Sofia, 29 juni 1994

(6)  http://www.icpdr.org/icpdr-pages/navigation_and_ecology_process.htm

(7)  Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, Espoo, 25 februari 1991

(8)  Verdrag inzake toegang tot informatie, inspraak voor de bevolking en mogelijkheid van verhaal in milieuzaken, Aarhus, 25 juni 1998

(9)  Verdrag inzake het behoud van in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en de daarbij behorende grensoverschrijdende natuurlijke leefmilieus, Bern, 19 september 1979

(10)  Verdrag betreffende de scheepvaart op de Donau, Belgrado, 18 augustus 1948


Top