Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008XR0379

    Resolutie van het Comité van de Regio's over de financiële crisis

    PB C 76 van 31.3.2009, p. 63–65 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    31.3.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 76/63


    Resolutie van het Comité van de Regio's over de financiële crisis

    (2009/C 76/13)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    1.

    maakt zich zorgen over de ernstige sociale gevolgen van de financiële crisis en de impact ervan op de economie in haar geheel en met name de lokale en regionale gemeenschappen en de burgers. Het dringt bijgevolg aan op kordate actie ter ondersteuning van de vraagzijde van de economie alsook op maatregelen voor het MKB en de lokale en regionale overheden, teneinde de samenhang te behouden en cruciale investerings- en infrastructuurprojecten te vrijwaren.

    2.

    In de Europese Unie moet worden gestreefd naar een veilige interne financiële markt die is gebaseerd op hoge transparantie-eisen en een geavanceerd en snel reagerend systeem van toezicht op de passende bestuursniveaus. Maatregelen en reguleringen die de financiële markten belemmeren, moeten worden vermeden en de krachten moeten worden gebundeld om een gezond financieel beheer te verzekeren en het vertrouwen in de economie te herstellen.

    Met betrekking tot EU-initiatieven om de financiële crisis aan te pakken en te overwinnen

    3.

    verheugt het CvdR zich over de door de Europese Raad op 15 en 16 oktober 2008 bereikte overeenkomst die een voorwaarde is om het vertrouwen in de financiële markten te herstellen. Ondanks de daarmee gepaard gaande kosten voor begrotingen en belastingbetalers worden aldus belangrijke stappen gezet om het vertrouwen in de financiële sector weer op te bouwen en de gevolgen van de crisis voor de economie te beperken.

    4.

    Het besluit om de minimumgaranties voor spaarrekeningen van burgers op EU-grondgebied te verhogen is een goede zaak. Het is een passende maatregel om de spaardeposito's van burgers in de EU te beschermen en het vertrouwen in het banksysteem op korte termijn te herstellen zonder de belastingbetalers met extra kosten op te zadelen of de concurrentie te verstoren. Het Comité is het ermee eens dat ernaar moet worden gestreefd faillissementen van grote Europese banken te voorkomen.

    5.

    Hoewel dit slechts een eerste stap is om de economie weer op het goede spoor te krijgen, valt toe te juichen dat lidstaten hebben aangekondigd dat zij via de Europese Investeringsbank vóór 2011 30 miljard euro ter beschikking zullen stellen om het MKB in Europa te helpen.

    6.

    Het Comité vestigt de aandacht op de belangrijke rol die wordt gespeeld door het Europees Sociaal Fonds en de programma's die de negatieve gevolgen van de huidige crisis moeten ondervangen en verzoekt de Europese Commissie na te gaan hoe de bestaande instrumenten aan de huidige omstandigheden kunnen worden aangepast; daarbij zij ook gedacht aan een hervorming van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, dat makkelijker hanteerbaar moet worden.

    7.

    Het Comité steunt de recente initiatieven van de Europese Commissie om richtlijnen ter regulering van de financiële markten aan te passen teneinde meer aandacht te schenken aan toezichtmaatregelen, risico- en crisisbeheer, en verzoekt de Commissie rekening te houden met de rol van lokale en regionale overheden.

    8.

    De Europese Commissie zou met een richtlijn moeten komen om de door financiële instellingen verstrekte informatie over financiële producten te harmoniseren, die instellingen te verplichten de betreffende risico's op een begrijpelijke manier te classificeren, de contracten te vereenvoudigen en voor bankdiensten duidelijke transparantie-eisen te stellen.

    9.

    De Commissie moet ervoor zorgen dat een gedragscode wordt overeengekomen om te verzekeren dat winstgerichte activiteiten van financiële instellingen niet indruisen tegen het algemeen openbaar belang.

    10.

    Voorts mogen de gevolgen van de financiële crisis voor de economie de vastgestelde EU-beleidsprioriteiten op lange termijn niet in het gedrang brengen, met name de inspanningen voor meer en betere banen, de bevordering van onderzoek en innovatie, de verbetering van het concurrentievermogen, de versterking van de territoriale samenhang en de bestrijding van de oorzaken en gevolgen van de opwarming van de aarde.

    11.

    Bijzondere aandacht moet gaan naar particuliere schuldratio's en met name via kredietkaarten opgebouwde schulden die snel oplopen en ertoe leiden dat kredietnemers hun schulden niet kunnen terugbetalen.

    12.

    Het Comité is ingenomen met de oprichting van een groep op hoog niveau die zich buigt over een EU-toezichtsysteem voor de financiële markten en samengesteld is uit deskundigen van financiële instellingen, nationale ministeries van financiën, banken en het bedrijfsleven. Daar lokale en regionale overheden in de groep De Larosière helaas niet vertegenwoordigd zijn, dringt het Comité erop aan dat een CvdR-vertegenwoordiger wordt aangewezen.

    13.

    Er moet een degelijk reguleringskader komen met doeltreffende regels en instrumenten voor rechtshandhaving.

    14.

    Het internationale financiële systeem moet opnieuw worden bekeken; daarbij moet de transparantie van financiële verrichtingen worden verhoogd, moeten de bedrijfseconomische en boekhoudnormen voor financiële instellingen worden herzien, de verantwoordelijkheid van beheerders worden versterkt en de voorzieningen in het systeem die aanzetten tot het nemen van buitensporige risico's (bv. effectisering, loonbeleid) worden beperkt. Ten slotte is ook betere coördinatie geboden tussen de verschillende nationale controle-instanties die toezicht moeten houden op grensoverschrijdende financiële groepen.

    Lokale dimensie van het financiële systeem

    15.

    Lokale en regionale overheden zijn verantwoordelijk voor een derde van de overheidsuitgaven en ruim twee derde van de overheidsinvesteringen in de EU en moeten daarom als actieve partners kunnen meewerken aan een oplossing van de crisis en het behoud van toekomstige economische groei. Lokale en regionale overheden moeten daarom worden ondersteund in hun investeringsactiviteiten in bv. infrastructuur, om te vermijden dat er een gevaarlijke spiraal ontstaat waarbij het uitblijven van investeringen leidt tot banenverlies, krediettekort en uiteindelijk weer verder uitblijven van investeringen.

    16.

    Lokale en regionale overheden zijn rechtstreeks betrokken bij de financiële crisis daar spaarbanken in vele landen stevige regionale wortels hebben. Zij staan zeer dicht bij de lokale bevolking en het lokale bedrijfsleven, dragen bij aan de economische, sociale en territoriale samenhang en zijn drijvende krachten achter startende bedrijven en MKB.

    17.

    Raad, Commissie en lidstaten moeten daarom de belangrijke rol van het lokale en regionale niveau in de werking van openbare financiële intermediairs erkennen. Lokale en regionale overheden zouden moeten worden geraadpleegd bij de uitstippeling en tenuitvoerlegging van een nieuw financieel stelsel voor de EU, zodat uitwisseling van ervaringen en overdracht van know-how bottom-up en top-down worden verzekerd in het belang van de economie, het MKB en de burgers.

    Mededingingsbeleid

    18.

    Het Comité is ingenomen met de Mededeling van de Commissie over „De toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen” (1) en roept de Commissie op nauwlettend toe te zien op de gevolgen van de krachtens artikel 87(3)b toegekende staatssteun aan individuele banken teneinde deze steun tot een strikt minimum te beperken en concurrentieverstoring te voorkomen.

    19.

    De overeenkomst betreffende een minimumgarantie van 50 000 euro voor spaarrekeningen is een goede zaak. Voorts moeten er voor het grote publiek passende fiscale stimuli komen met een minimale verstoring van de concurrentie en gelijke voorwaarden voor alle financiële instellingen. Dergelijke maatregelen zijn belangrijk om het vertrouwen van de burgers in het financiële systeem te herstellen.

    20.

    Het ratingsysteem moet worden herzien zodat voortaan kan worden gewerkt met eenvoudige codes en/of categorieën op basis waarvan banken met een voorzichtig investeringsbeleid kunnen worden onderscheiden van andere die meer risicovolle praktijken hanteren. De oprichting van een Europese credit-ratinginstelling zou erg dienstig zijn.

    21.

    Het Comité steunt de inspanningen van de Europese Commissie om een halt toe te roepen aan verstoringen van de interne financiële markt (verslag over het onderzoek van de sector retailbanking van 31 januari 2007), de blijvende fragmentering langs nationale scheidslijnen en de verschillen inzake winstmarges, tariefpraktijken, verkooppatronen en informatieverstrekking. Het onderschrijft het streven van de Commissie naar voltooiing van de gemeenschappelijke financiële markt, die transparanter en gezonder moet zijn en beter op wereldwijde uitdagingen moet kunnen inspelen.

    Begrotingskwesties

    22.

    Lokale en regionale overheden zijn belangrijke actoren op beleids- en begrotingsgebied bij de aanpak van de uitdagingen die de komende decennia voor Europa van cruciaal belang zijn.

    23.

    De financiële crisis en de negatieve gevolgen daarvan voor de economische groei en de werkgelegenheid zullen de vraag naar steun, sociale bijstand, openbare voorzieningen en preferentiële tarieven doen toenemen en met betrekking tot deze verwachtingen staan lokale en regionale overheden in de frontlijn.

    24.

    De financieringsvoorwaarden voor economische actoren, met inbegrip van lokale en regionale overheden, zullen naar verwachting verslechteren, zodat zij minder leningen zullen kunnen krijgen voor nieuwe investeringen.

    25.

    Er moet dan ook speciale aandacht gaan naar financieringsmogelijkheden voor lokale en regionale overheden, die ook passend moeten worden ondersteund ingeval de tijdige uitvoering van overigens gezonde projecten die voor de regio's en de EU-economie in haar geheel van belang zijn, door hogere financieringskosten en een hogere schuldenlast in het gedrang komen.

    Cohesiebeleid

    26.

    In deze tijd zou soepeler gebruik moeten kunnen worden gemaakt van de structuurfondsen. Zo zou o.m. de periode waarin de structuurfondsen kunnen worden ingezet, moeten worden verlengd van referentiejaar plus 2 (n+2) tot referentiejaar plus 3 (n+3), zodat wordt verzekerd dat kwaliteitsvolle projecten die naar verwachting doeltreffende oplossingen zullen bieden, geen EU-financiering dreigen te verliezen.

    27.

    Financiële instellingen, Europese overheden en banken moeten in passende financiering en/of garanties voorzien voor infrastructuurinvesteringen en innoverende projecten van deugdelijke kwaliteit die het concurrentievermogen en de doeltreffendheid bevorderen. Indien dergelijke investeringen niet tijdig gebeuren, kan dit niet alleen rechtstreeks voor de betrokken regio's en hun MKB maar ook voor de EU-industrie negatieve gevolgen hebben die de economische groei kunnen aantasten en de werkgelegenheid kunnen bedreigen.

    28.

    Het deel cofinanciering door lokale en regionale overheden mag — net als het aandeel van EFRO en ESF in de operationele programma's — niet worden meegerekend bij de middelen die worden ingezet voor de nationale stabiliteitspacten van de afzonderlijke landen. Zo zullen lokale overheden projecten kunnen lanceren om groei en ontwikkeling van lokale economieën en de arbeidsmarkt te stimuleren zonder te moeten vrezen voor restricties die in sommige landen worden opgelegd aan lokale overheden die dit pact schenden (belemmering van toegang tot leningen, blokkering van aanwervingen en besnoeiingen in overheidsfinanciering).

    29.

    Er moet nauwere institutionele samenwerking komen tussen CvdR en EIB, overeenkomstig haar doelstellingen inzake versterking van de economische en sociale samenhang zoals is vastgelegd in de bepalingen van het EG-Verdrag en met name Protocol nr. 28 betreffende economische en sociale samenhang.

    30.

    Het Comité steunt de hervormingsmaatregelen die het EIB heeft aangekondigd m.b.t. vereenvoudiging van de procedures voor toegang tot leningen, uitbreiding van leningen tot immateriële investeringen (licenties, onderzoek, enz.), risicodeling tussen EIB en banken en transparantie van aan MKB verleende financiële voordelen. De interventiecapaciteit van de EIB voor infrastructuurprojecten zou moeten worden versterkt, met name door gebruik te maken van investeringsfondsen op lange termijn (aandelen) om de slagkracht van het EIB te verhogen. Ten slotte zou er, naar analogie met de voorzieningen ter ondersteuning van het MKB, een mechanisme in het leven moeten worden geroepen waarbij de EIB betrokken is en dat erop gericht is de mogelijkheden van lokale en regionale overheden inzake cofinanciering van projecten voor territoriale samenhang te vergroten.

    Een duurzaam Europa

    31.

    Het CvdR bevestigt zijn inzet m.b.t. de klimaatdoelstellingen en hoopt dat zij ook ondanks de economische moeilijkheden zullen worden verwezenlijkt. Er moet dan ook werk worden gemaakt van Europese investeringen in technologieën voor hernieuwbare energie via financieringsprogramma's (voor vervoer, de bouwsector, enz.) en financiering van onderzoek, met name in MKB.

    32.

    Het Comité herbevestigt te streven naar dynamische duurzame economische groei binnen een gezond Europees sociaal model, alsook naar energie-efficiëntie en vermindering van het milieueffect. Zelfs onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden mogen deze doelstellingen geenszins door communautaire, nationale, lokale of regionale maatregelen op de helling worden geplaatst. De bevoegde actoren moeten integendeel het voortouw nemen en deze risico's ombuigen tot nieuwe kansen door steun te geven aan onderzoek en investeringen in doeltreffende technologieën die kunnen zorgen voor economisch herstel op lange termijn met duurzame milieupraktijken.

    33.

    Het Comité geeft zijn voorzitter opdracht deze resolutie toe te sturen aan de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad en de voorzitterschappen van de Europese Unie.

    Brussel, 27 november 2008

    De voorzitter

    van het Comité van de Regio's

    L. VAN DEN BRANDE


    (1)  PB C 270 van 25.10.2008.


    Top