EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008DC0329

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité - Naar een Europese strategie inzake e-justitie SEC(2008)1947 SEC(2008)1944

/* COM/2008/0329 def. */

52008DC0329

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité - Naar een Europese strategie inzake e-justitie SEC(2008)1947 SEC(2008)1944 /* COM/2008/0329 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 30.5.2008

COM(2008) 329 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Naar een Europese strategie inzake e-justitie

SEC(2008)1947SEC(2008)1944

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Naar een Europese strategie inzake e-justitie

1. INLEIDING

Sedert de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam is de Europese rechtsruimte een onomstotelijk feit geworden. De rechtsruimte is gebaseerd op een geheel van wetgevingsinstrumenten die de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen garanderen, een samenwerkingscultuur tussen nationale gerechtelijke autoriteiten tot stand brengen en het vrije verkeer van burgers in een Europese ruimte zonder grenzen aanvullen.

Tegelijkertijd wordt overal in Europa steeds vaker een beroep gedaan op het rechtsstelsel, waardoor de werklast van de rechtbanken stijgt en de werkmethoden voortdurend moeten worden aangepast in vaak moeilijke begrotingsomstandigheden.

De invoering van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in de rechtspraak kan mogelijke oplossingen aanreiken om de werking van justitie te verbeteren en kan bijdragen tot rationalisering van de procedures en vermindering van de kosten.

„E-justitie”, een nieuwe term, is een eerste reactie op het gegeven dat zowel de toegang tot justitie als de samenwerking tussen gerechtelijke autoriteiten en de doeltreffendheid van justitie zelf moeten worden verbeterd. Maar ICT-toepassingen op justitieel gebied zijn niet alleen wenselijk en onvermijdelijk, zij doen ook bepaalde verwachtingen en vragen rijzen.

In deze mededeling wordt een globale strategie voorgesteld om tussen de Europese dimensie en de inspanningen op nationaal vlak synergieën tot stand te brengen, die als toegevoegde waarde schaalvoordelen moeten opleveren.

Voor de Commissie moeten de werkzaamheden in het kader van e-justitie:

- voorrang geven aan operationele projecten;

- de voorkeur geven aan gedecentraliseerde architecturen, zonder de noodzaak van Europese coördinatie uit het oog te verliezen;

- bij voorkeur het bestaande rechtskader eerbiedigen, wanneer IT-instrumenten worden gebruikt om de doeltreffendheid van goedgekeurde rechtsinstrumenten te verbeteren.

In antwoord op een herhaald verzoek van de Europese Raad[1] en van het Europees Parlement wordt in deze mededeling een strategie inzake e-justitie gepresenteerd die tot doel heeft de burgers meer vertrouwen te geven in de Europese rechtsruimte, die een belangrijke bron van legitimiteit is in een Unie waarin de rechtsstaat een belangrijke identiteitsverlenende waarde vormt.

2. WAT IS E-JUSTITIE?

E-justitie kan worden gedefinieerd als het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën om de toegang van burgers tot justitie te verbeteren en het justitiële optreden, dat wil zeggen alle activiteiten om een geschil te regelen of een gedraging strafrechtelijk te sanctioneren, doeltreffender te maken.

De ontwikkeling van e-justitie is een belangrijk onderdeel van de modernisering van de gerechtelijke stelsels en het gebruik van ICT in de justitiële samenwerking is steeds door de Commissie aangemoedigd.

Sedert 2003 heeft de Commissie het portaal van het justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken[2] ontwikkeld en heeft zij steun verleend voor de verwezenlijking van de justitiële atlassen voor burgerlijke zaken en voor strafzaken, waarin beoefenaars van juridische beroepen kunnen opzoeken welke gerechtelijke autoriteiten territoriaal bevoegd zijn. Voorts heeft zij steeds het gebruik van videoconferentie en de elektronische verzending van stukken tussen gerechtelijke autoriteiten aangemoedigd en is zij actief betrokken bij het project voor de onderlinge koppeling van strafregisters.

E-justitie is een specifiek gebied van het ruimere kader van e-overheid, dat wil zeggen het gebruik van ICT in het geheel van administratieve procedures. De deskundigheid die op het gebied van beveiligde infrastructuren en authenticatie van documenten is opgebouwd, moet worden aangesproken. In het kader van het IDABC-programma (interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers)[3] zal de Commissie een Europees interoperabiliteitskader aanmoedigen. De Europese werkzaamheden voor de projecten e-handtekening en e-identiteit [4] zijn bijzonder relevant op justitieel gebied, waar de authenticatie van akten van essentieel belang is.

Het toepassingsgebied van e-justitie is zeer ruim en zal geleidelijk aan evolueren volgens de vooruitgang die met de Europese rechtsruimte wordt geboekt en de technologische ontwikkelingen. Niettemin moeten er snel concrete projecten worden opgestart. Om te voorkomen dat een te ruim werkgebied de doeltreffendheid en de geloofwaardigheid van de maatregelen van de Europese Unie in het gedrang brengt, moeten toekomstige maatregelen duidelijk worden afgebakend.

Sommige projecten betreffen niet justitie, maar passen meer in het kader van e-overheid. Zo zijn sommige activiteiten waarbij gerechtelijke instellingen zijn betrokken veeleer van administratieve aard (bijvoorbeeld het kadaster of het Europese ondernemingsregister)[5]. Anderzijds zouden activiteiten als arbitrage of alternatieve wijzen van geschillenbeslechting voor e-justitie in aanmerking kunnen komen, ook al worden zij door niet-gerechtelijke organen beheerd.

De Commissie is van oordeel dat de eerste doelstelling van e-justitie erin bestaat dat de doeltreffendheid van justitie overal in Europa ten voordele van de burgers wordt versterkt. De prioritaire projecten zullen dus in de eerste plaats een positieve invloed op de doeltreffendheid van justitie moeten hebben en de toegang van de burgers tot justitie moeten vergemakkelijken. Voorts moeten zij bijdragen tot de tenuitvoerlegging van de bestaande Europese teksten op het gebied van justitie en potentieel alle of ten minste een groot aantal lidstaten betreffen.

3. NATIONALE EN EUROPESE SYNERGIEËN BEVORDEREN

3.1. Versterken van de uitwisseling van beproefde methoden op nationaal niveau

De ontwikkeling van e-justitie berust in de eerste plaats op de wens van de lidstaten. Uit een recente studie[6] van de Duitse Academie voor e-justitie blijkt dat het gebruik van ICT in de rechtspraak in de Europese Unie steeds meer toeneemt. Recentelijk heeft ook de Europese Commissie voor efficiëntie in justitie (CEPEJ) een verslag over dit onderwerp[7] gepubliceerd, waarvan de bevindingen gelijkluidend zijn.

Op nationaal niveau zorgen heel wat projecten voor een verbetering van de informatie voor rechtzoekenden: informatie over het rechtsstelsel, de wetgeving en de jurisprudentie is online beschikbaar, er zijn systemen voor elektronische communicatie tussen de partijen en de rechtbanken in ontwikkeling en bepaalde procedures worden volledig elektronisch afgewikkeld. Voor de registratie van zittingen worden steeds meer elektronische middelen gebruikt.

Op Europees niveau ontwikkelen verschillende beroepsorganisaties bijzonder interessante projecten op het gebied van uitwisseling van informatie of onderlinge koppeling, bijvoorbeeld de website van de Vereniging van de Raden van State[8], het gemeenschappelijke portaal van de jurisprudentie van de Hooggerechtshoven[9] en het Europese testamentenregister[10].

De Commissie is van oordeel dat deze projecten moeten worden aangemoedigd en dat geslaagde ervaringen moeten worden verspreid en nagevolgd. In dit verband biedt de oprichting van het Forum voor justitie[11] interessante vooruitzichten. Binnen dit forum zal een subgroep „e-justitie” worden opgericht die zal dienen als de plaats bij uitstek voor de uitwisseling van beproefde methoden tussen nationale gerechtelijke stelsels en tussen beoefenaars van juridische beroepen.

3.2. Versterken van de Europese coördinatie en e-justitie ten dienste stellen van de opbouw van de Europese rechtsruimte

Momenteel zijn heel wat projecten inzake e-justitie in ontwikkeling. Naast de reeds besproken projecten moeten ook alle projecten met betrekking tot juridische documentatie worden vermeld die door de Europese Unie[12] of door institutionele of particuliere marktdeelnemers[13] zijn ontwikkeld.

De Commissie ondersteunt deze projecten, doch is van mening dat het belangrijk is dat de leesbaarheid, de toegankelijkheid en de doeltreffendheid van de maatregelen van de Europese Unie op het gebied van justitie worden versterkt en dat de klemtoon wordt gelegd op de projecten die voor de Europese rechtsruimte concrete toegevoegde waarde zullen opleveren. De wetgeving op het gebied van justitie heeft weliswaar een aanzienlijke ontwikkeling gekend, doch het effect ervan blijft vaak beperkt, door moeilijkheden bij de omzetting (zeker op strafrechtelijk gebied) en doordat de beoefenaars van juridische beroepen vaak geen rekening houden met deze wetgeving. Een van de grote uitdagingen van de opbouw van het justitiële Europa is thans de invoering van instrumenten waarmee de praktische doeltreffendheid van de goedgekeurde rechtsinstrumenten kan worden verbeterd. E-justitie opent in dit verband opmerkelijke vooruitzichten.

Daarom wil de Europese Commissie in nauwe coördinatie met de lidstaten en met de verschillende betrokken partners – in de eerste plaats Eurojust en de justitiële netwerken in burgerlijke zaken en strafzaken – op Europees niveau bijdragen aan de versterking en de ontwikkeling van de instrumenten voor e-justitie. De Commissie wil de inspanningen van de lidstaten ondersteunen, maar ook zelf bepaalde IT-instrumenten ontwikkelen. Hierdoor kan de interoperabiliteit van de systemen worden versterkt[14], kunnen de burgers gemakkelijker toegang tot justitie krijgen, kan de communicatie tussen gerechtelijke autoriteiten worden versterkt en kunnen aanzienlijke schaalvoordelen op Europees niveau tot stand worden gebracht.

4. WELKE MAATREGELEN ZIJN PRIORITAIR (2008-2013)?

De maatregelen van de Europese Unie op het gebied van e-justitie moeten burgers in staat stellen, met name wanneer zij het slachtoffer van een misdrijf zijn geworden, toegang te krijgen tot informatie en de taalkundige, culturele en juridische belemmeringen die het gevolg zijn van de diversiteit van de stelsels, te overbruggen. Daarnaast moet de Europese Unie mechanismen ondersteunen die samenwerking tussen gerechtelijke autoriteiten aanmoedigen.

4.1. Een Europees portaal voor e-justitie waardoor burgers en ondernemingen gemakkelijker toegang tot justitie in Europa krijgen

De oprichtin g van een portaal voor e-justitie, dat voor burgers en ondernemingen is bestemd, moet de Europese maatregelen meer zichtbaarheid verlenen en bijdragen tot de verbetering van de toegang tot justitie in Europa. Op termijn moet dit portaal voor de burgers het gezicht van de Europese rechtsruimte vormen en moet het een onderdeel vormen van een algemeen communicatiebeleid op internet[15].

Het portaal moet ten minste drie functies vervullen.

a) Toegang tot informatie

Het portaal moet de Europese burgers in hun taal informatie verstrekken over de gerechtelijke stelsels en procedures. Onbekendheid met de regelgeving in andere lidstaten is immers een van de belangrijke factoren die beletten dat de burgers hun rechten doen gelden in een ander land van de Unie.

Het portaal moet met name:

- Europese en nationale informatie bevatten over de rechten van slachtoffers in het strafproces en hun rechten op schadevergoeding;

- de grondrechten van de burgers in elke lidstaat (rechten van beklaagden in een strafproces);

- de fundamentele beginselen in verban d met de wijze waarop burgers een zaak bij een rechtbank in een andere lidstaat aanhangig kunnen maken, of de wijze waarop zij zich kunnen verweren indien zij gedagvaard zijn voor een rechtbank in een andere lidstaat.

Het portaal zal ook praktische informatie verstrekken, met name over de bevoegde autoriteiten, over de middelen om zich tot deze autoriteiten te wenden, over het inschakelen (verplicht of facultatief) van een advocaat en over de procedures om rechtsbijstand te verkrijgen.

Bepaalde informatie kan reeds worden gevonden op de website van het justitiële netwerk in burgerlijke zaken. Die informatie zal op het portaal worden opgenomen en worden aangevuld met informatie over strafzaken en de rechten van slachtoffers.

b) Doorverwijzing

Het portaal moet doorverwijzen naar bestaande websites (Eur-Lex, PreLex, SCADPlus, Eurovoc en IATE), naar de Europese gerechtelijke instellingen en naar de verschillende bestaande justitiële netwerken en de door die netwerken gecreëerde instrumenten.

Voorts kan het portaal de gebruikers doorverwijzen naar bepaalde registers die op Europees niveau onderling gekoppeld zijn, door middel van links naar de organisaties die deze projecten beheren[16].

c) Directe toegang tot bepaalde Europese procedures

Op termijn zullen volledig elektronische Europese procedures tot stand worden gebracht. Hiervoor zijn reeds rechtsgrondslagen voorhanden, zoals bijvoorbeeld de verordening inzake geringe vorderingen[17] of de verordening inzake de betalingsbevelprocedure[18].

Voorts zal moeten worden onderzocht of het mogelijk is om voor bepaalde handelingen (betaling van procedurekosten bijvoorbeeld) betalingen via het portaal te verrichten, alsook dat burgers online een uittreksel uit hun strafregister opvragen en dat dit uittreksel in een taal naar keuze wordt afgegeven.

[pic]

4.2. E-justitie ten dienste van een doeltreffender justitiële samenwerking

De tenuitvoerlegging van de instrumenten voor justitiële samenwerking van de Unie moet gepaard gaan met de invoering van elektronische instrumenten. Om deze instrumenten te ontwikkelen, wil de Commissie een beroep doen op de twee bestaande justitiële netwerken en op Eurojust. Bij de invoering van de instrumenten moet er in voldoende informatie en opleiding worden voorzien. Teneinde de opleiding van de beoefenaars van juridische beroepen in verband met de ingevoerde instrumenten van e-justitie te versterken, zal de Commissie samenwerken met de bevoegde nationale en Europese opleidingsstructuren, en inzonderheid het Europees netwerk voor justitiële opleiding.

4.2.1. Voortzetting van de onderlinge koppeling van strafregisters

De onderlinge koppeling van strafregisters is het gebied waarop de werkzaamheden op het gebied van e-justitie het meeste vooruitgang hebben geboekt. De onderlinge koppeling is een voorbeeld van hoe een project dat door enkele lidstaten wordt opgezet, geleidelijk aan een werkelijke Europese dimensie kan krijgen.

De Commissie stelt alles in het werk om alle lidstaten snel aan te koppelen. Zij heeft daartoe verschillende wetgevingsvoorstellen[19] ingediend om het wetgevingskader af te bakenen en elektronische onderlinge koppeling mogelijk te maken. Met het oog op de inwerkingtreding van het kaderbesluit betreffende de uitwisseling van gegevens uit het strafregister zal zij twee haalbaarheidsstudies verrichten om de ontwikkeling van het project te sturen en de uitwisseling van gegevens uit te breiden tot onderdanen van derde landen tegen wie strafrechtelijke veroordelingen zijn uitgesproken.

Dit project illustreert de toegevoegde waarde van Europese maatregelen op twee manieren:

- gegevens kunnen slechts worden uitgewisseld indien zij homogeen van aard en wederzijds begrijpelijk zijn. Hiervoor is in het kader van het proefproject[20] heel wat werk verricht, waarvan de resultaten zijn overgenomen in het recente voorstel van de Commissie;

- in 2009 zal de Commissie de lidstaten software ter beschikking stellen waarmee alle strafregisters snel aan de uitwisselingen kunnen deelnemen[21]. Dit referentiesysteem kan samen met het s-TESTA-systeem voor de uitwisseling van gegevens voor schaalvoordelen zorgen, omdat kan worden voorkomen dat elke lidstaat zijn eigen ontwikkelingen verricht, en zal de technische werking van het project vereenvoudigen.

Voor de Commissie vormen deze werkzaamheden de eerste prioriteit van e-justitie, aangezien alle lidstaten erbij betrokken zijn, de justitiële samenwerking concreet wordt verbeterd en het wederzijdse vertrouwen wordt versterkt. Het is echter belangrijk dat deze uitwisseling van gegevens verder reikt dan de justitiële samenwerking en ook andere doelstellingen dient (toegang tot bepaalde beroepen bijvoorbeeld).

4.2.2. Invoering van een beveiligd netwerk voor de uitwisseling van informatie tussen gerechtelijke autoriteiten

De gerechtelijke autoriteiten moeten in alle vertrouwen vertrouwelijke gegevens kunnen uitwisselen. Verschillende Europese teksten maken dit mogelijk voor strafzaken[22] en het is van belang dat nu wordt voortgebouwd op de reeds verrichte werkzaamheden en met name op het project EPOC III dat door Eurojust is ontwikkeld. Een dergelijk mechanisme zou bepaalde functies van de justitiële atlas en het Europees Compendium[23] kunnen integreren, zodat de gerechtelijke autoriteiten kunnen beschikken over een volledig instrument dat de wederzijdse rechtshulp ondersteunt. Op lange termijn kan het mechanisme worden aangevuld met een virtueel uitwisselingsplatform, waarin geautomatiseerde vertaalhulpmiddelen geïntegreerd zijn en waardoor een dossier ter beschikking kan worden gesteld van verschillende nationale gerechtelijke autoriteiten. Bij dit project zal rekening worden gehouden met reeds verrichte werkzaamheden op het gebied van de beveiliging van uitwisselingen en van persoonsgegevens[24].

4.2.3. Gebruik van videoconferentie vergemakkelijken

Verschillende teksten die op Europees niveau zijn goedgekeurd, maken het gebruik van videoconferentie in gerechtelijke procedures mogelijk[25]. Om culturele, taalkundige of technische redenen worden deze mogelijkheden echter maar weinig benut[26]. Uit een recente studie van de Raad[27] blijkt dat videoconferentie in de meeste lidstaten in de wetgeving is opgenomen, ook voor grensoverschrijdende situaties, maar dat er maar zelden van grensoverschrijdende videoconferentie gebruik wordt gemaakt. Nochtans zou een groter gebruik van videoconferentie veel voordelen opleveren: tijdwinst, kostenbesparing, minder verplaatsingen, flexibiliteit.

Er moet dus maatregelen worden genomen om de gerechtelijke autoriteiten warm te maken voor het gebruik van deze nieuwe technologieën in grensoverschrijdende burgerlijke en strafrechtelijke procedures.

De Commissie zal de nationale inspanningen ondersteunen en zal erop toezien dat de technische keuzes Europese interoperabiliteit mogelijk maken. Samen met de justitiële netwerken in burgerlijke en strafzaken zal de Commissie de gebruikers online een handboek ter beschikking stellen, dat zal bestaan uit een algemeen deel en een nationaal deel waarin de juridische en technische gebruiksvoorwaarden worden toegelicht. In de twee justitiële atlassen zal worden vermeld welke rechtbanken met het nodige materiaal zijn uitgerust.

4.2.4. Hulp bij vertaling

Meertaligheid is een belangrijke uitdaging in de ontwikkeling van een werkelijke Europese rechtsruimte. Gerechtelijke procedures worden bijna uitsluitend in de nationale taal gevoerd en slechts in uitzonderlijke gevallen mag een vreemde taal worden gebruikt. De Commissie plant derhalve maatregelen die zijn gericht op de vertaling en vertolking op justitieel gebied.

- Ontwikkeling van geautomatiseerde vertaalhulpmiddelen

Dankzij geautomatiseerde vertaling kan snel een oppervlakkig idee worden gegeven van de inhoud van een document dat in een andere taal is opgesteld. Het staat vast dat dit op justitieel gebied van belang is. Dankzij geautomatiseerde vertaling kan in een omvangrijk dossier snel worden vastgesteld welke elementen voor een andere procedure nuttig zijn en derhalve door een beroepsvertaler moeten worden vertaald. Ook kan op enkele minuten worden gezorgd voor basiskennis over de inhoud van een buitenlandse beslissing of van een belangrijk document voor een procedure.

Dergelijke hulpmiddelen bestaan reeds en staan ter beschikking, maar moeten nog worden verbeterd en op justitieel gebied gespecialiseerd worden. De kosten alsook de juridische voorwaarden waaronder dergelijke hulpmiddelen ter beschikking van de beoefenaars van juridische beroepen en het grote publiek kunnen worden gesteld, moeten worden bestudeerd.

- Databank van gerechtelijke tolken en vertalers

Het is niet altijd gemakkelijk om een tolk of vertaler te vinden wanneer die in een gerechtelijke procedure nodig is, vooral voor weinig gebruikte talen. De oprichting van een Europese databank van gerechtelijke tolken en vertalers zou het gemakkelijker kunnen maken om na te gaan welke middelen voorhanden zijn door de opzoeking tot de hele Unie uit te breiden. Voorts kan dankzij een databank de kwaliteit van gerechtelijke vertalingen globaal genomen worden verbeterd, want er kan worden nagegaan welke tolken of vertalers op justitieel gebied gespecialiseerd zijn. Hiervoor moeten aanvullende studies worden verricht en indien mogelijk een proefproject worden opgezet, waarbij wordt nagegaan of het mogelijk is om door middel van videoconferentie een beroep te doen op een gerechtelijke tolk uit een andere lidstaat.

- Onlineformulieren voor geautomatiseerde vertalingen

De meeste instrumenten van de Unie gaan vergezeld van standaardformulieren om wederzijds begrip te vergemakkelijken. Om de justitiële samenwerking doeltreffender te maken, moeten zowel de formulieren als de daarop ingevulde inlichtingen op volledig geautomatiseerde wijze kunnen worden vertaald. De Commissie zal met de steun van de justitiële netwerken in burgerlijke en strafzaken en Eurojust het gebruik van dynamische formulieren met vooraf vastgestelde tekstsegmenten en terminologie standaardiseren, zodat vragen en inlichtingen snel in alle talen van de Unie kunnen worden overgemaakt.

[pic]

5. NAAR EEN EUROPEES ACTIEPLAN INZAKE E-JUSTITIE

In de bijlage bij deze mededeling is een voorstel van actieplan en tijdschema voor de verschillende projecten opgenomen.

Ten behoeve van de doeltreffendheid moeten de verantwoordelijkheden van de Commissie, de lidstaten en de andere actoren op het gebied van justitiële samenwerking duidelijk worden onderscheiden. Financieel gezien moet e-justitie worden ontwikkeld in het kader van bestaande financiële programma’s: Civiel recht[28] en Strafrecht[29].

De Commissie zal zorgen voor algemene coördinatie en uitwisseling van beproefde methoden aanmoedigen. Volgens de toepasselijke procedures kunnen projecten die door de lidstaten of door bevoegde beroepsorganisaties worden voorgesteld met een subsidie worden ondersteund. Op strafrechtelijk gebied komen nationale projecten om het gebruik van ICT te versterken in zekere mate voor financiering in aanmerking. De financiering van transnationale projecten inzake e-justitie die door de lidstaten of door de betrokken organisaties worden voorgesteld, kan op twee rechtsgrondslagen worden gebaseerd.

De Commissie zal werken aan het concept en de invoering van het portaal voor e-justitie, dat zij in nauwe samenwerking met de lidstaten zal beheren. De lidstaten zullen moeten zorgen voor de bijwerking van de informatie over hun rechtsstelsels die daarin zal worden opgenomen. Voorts zal de Commissie de informatie over de verschillende bestaande sites inzake e-justitie coördineren en zal zij de passende links beheren. Op basis van de resultaten van de haalbaarheidsstudies zullen de nodige IT-instrumenten voor de online Europese procedures door de Commissie worden ontwikkeld. De financiering van het portaal zal in het kader van bestaande programma’s uit de EU-begroting komen.

De Commissie is van plan de werkzaamheden in verband met de onderlinge koppeling van strafregisters voort te zetten en zal daartoe de moderniseringsinspanningen van de lidstaten ondersteunen, een referentiesysteem ontwikkelen waardoor alle partijen aan de uitwisselingen kunnen deelnemen en zorgen voor de studies, de ontwikkelingen en de wetgevingsvoorstellen die nodig zijn voor de ontwikkeling van het systeem en voor de oprichting van een register van veroordeelde onderdanen van derde landen, dat al verschillende jaren wordt onderzocht[30]. Hiervoor zal opnieuw het financiële programma Strafrecht worden aangesproken[31].

De Commissie zal uiteraard rechtstreeks verantwoordelijk blijven voor het justitiële netwerk in burgerlijke zaken en zal het justitiële netwerk in strafzaken ondersteunen. Met het oog op de ontwikkeling van de nodige instrumenten voor een doeltreffender justitiële samenwerking, namelijk geautomatiseerde vertaalhulpmiddelen en een beveiligd systeem voor uitwisseling, zal zij nauw samenwerken met de justitiële netwerken in burgerlijke en strafzaken en met Eurojust.

Bij de evaluatie halverwege de looptijd van de financiële programma’s zal met de ontwikkeling van e-justitie rekening moeten worden gehouden en de financiering zal in voorkomend geval moeten worden gewijzigd[32]. Op middellange termijn kan worden gedacht aan één enkel horizontaal programma dat zowel op burgerlijke als op strafzaken betrekking heeft.

BIJLAGEN

Bijlage 1:

Thematisch | Projecten | Te nemen maatregelen | Termijn |

Portaal e-justitie |

ontwikkeling pagina’s e-justitie | – haalbaarheidsstudie en ontwikkeling portaal – invoering van beheersmethoden – informatie in alle talen van de EU online ter beschikking stellen | 2008-2011 |

Onderlinge koppeling van strafregisters |

onderlinge koppeling van nationale strafregisters | – ondersteuning proefproject – ontwikkeling door de Commissie van een geïnformatiseerd referentiesysteem – haalbaarheidsstudie naar technische aspecten tenuitvoerlegging kaderbesluit – versterking van het systeem om de kwaliteit van uitgewisselde gegevens te garanderen en totstandbrenging van de uitwisseling van informatie voor administratieve doeleinden | 2008-2011 |

oprichting van een Europees register van veroordeelde onderdanen van derde landen | – haalbaarheidsstudie – indiening van een wetgevingsvoorstel | 2009-2010 |

Onderlinge koppeling van nationale databanken | (uitsluitend projecten binnen het bereik van e-justitie) |

onderlinge koppeling van insolvabiliteitsregisters | volgen van de werkzaamheden van de lidstaten | 2009 |

Elektronische uitwisselingen tussen gerechtelijke autoriteiten |

elektronische handtekening | – stand van zaken – studie van het gebruik van de elektronische handtekening in justitiële context | 2009-2011 |

beveiligd netwerk | – haalbaarheidsstudie | 2010-2012 |

platform voor virtuele uitwisselingen | – haalbaarheidsstudie | 2012-2013 |

Hulp bij vertaling |

geleidelijke totstandbrenging van een vergelijkend meertalig juridisch vocabularium | – proefproject | 2009-2013 |

financiering van vertaalmachines op juridisch gebied voor alle paren van Europese talen | – stand van zaken – technische en juridische haalbaarheidsstudie – proefproject | 2009-2013 |

oprichting van een databank van juridische vertalers en tolken | – haalbaarheidsstudie – proefproject – verspreiding op de sites van de Europese justitiële netwerken | 2009 |

Opstellen van dynamische formulieren bij Europese wetgevingsteksten | – haalbaarheidsstudie – ontwikkeling van onlineformulieren | 2008-2011 |

vertaling van de formulieren van het Europees justitieel netwerk in strafzaken en omvorming tot dynamische formulieren | verspreiding op het portaal voor e-justitie of op de sites van de netwerken | 2009-2011 |

opstellen van dynamische formulieren voor burgerlijke procedures | 2010-2012 |

waarvan formulieren voor onlinebetaling (Europees betalingsbevel) | haalbaarheidsstudie van de beveiliging van het platform en het beheer van betalingen | 2010 |

Videoconferentie |

opstellen van praktische informatie en handboeken | – opstellen van handboeken door de lidstaten en de Commissie met steun van de netwerken – online ter beschikking stellen op de sites van de netwerken | 2008-2009 |

opleiding voor het technische en organisatorische gebruik door beoefenaars van juridische beroepen | geen | 2008-2010 |

Uitwisseling van beproefde methoden | in het kader van het forum voor e-justitie | organisatie van jaarlijkse bijeenkomsten in verband met de thema’s van e-justitie | 2008-2013 |

Opleiding in verband met justitiële samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen | • gebruik videoconferentie • aangelegenheden in verband met vertaling en vertolking en opleiding in rechtsterminologie | werkzaamheden met het Europees netwerk voor justitiële opleiding en de lidstaten | 2008-2013 |

[pic][pic]

[1] Conclusies van de Europese Raad van 21 en 22 juni 2007 en van 14 december 2007.

[2] http://ec.europa.eu/civiljustice/

[3] http://ec.europa.eu/idabc/. Preliminary Study on mutual recognition of e-Signatures for e-Government applications (2007) en eID Interoperability for PEGS (2007).

[4] Study on the standardisation aspects of eSignature (2007).http://ec.europa.eu/information_society/eeurope/i2010/docs/esignatures/e_signatures_standardisation.pdf.

[5] COM(2007) 807, punt 4.2. http://www.ebr.org; http://www.briteprojet.net.

[6] Document 9573/07 JURINFO 17.

[7] Utilisation des technologies de l’information et de la communication dans les États européens , werkgroep inzake evaluatie (CEPEJ), Raad van Europa (CEPEJ(2007)22Prov).

[8] http://www.juradmin.eu.

[9] http://www.network-presidents.eu.

[10] http://www.cnue.be.

[11] COM(2008) 38.

[12] EUR-Lex (http://eur-lex.europa.eu), N-Lex (http://eur-lex.europa.eu/n-lex) en de databank JURE.

[13] http://www.caselex.com.

[14] De Commissie zal een actieplan inzake de interoperabiliteit van e-handtekening en e-identiteit voorstellen.

[15] SEC(2007) 1742.

[16] Handelsregisters, Europees ondernemingsregister en kadasters, EULIS. De geplande toegang tot de interconnectie van insolvabiliteitsregisters zal rechtstreeks via het portaal plaatsvinden of onrechtstreeks volgens de gekozen oplossingen.

[17] Verordening (EG) nr. 861/2007 (PB L 199 van 31.7.2007).

[18] Verordening (EG) nr. 1896/2006 (PB L 399 van 30.12.2006).

[19] Voorstel voor een kaderbesluit betreffende uitwisselingen van gegevens uit het strafregister, COM(2005) 690 def./2. Voorstel voor een besluit betreffende het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS).

[20] In april 2008 namen 13 lidstaten aan dit project deel.

[21] Als voorbeeld van het praktische belang van de onderlinge koppeling kan worden vermeld dat Frankrijk en Duitsland tijdens de eerste maand waarin de elektronische onderlinge koppeling tot stand was gebracht, meer gegevens hebben uitgewisseld dan in de loop van de tien voorgaande jaren.

[22] Kaderbesluit 2002/584/JBZ van 13 juni 2002 (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1). Gemeenschappelijk optreden van 29 juni 1998 (PB L 191 van 7.7.1998, blz. 4).

[23] Dankzij het compendium kunnen gestandaardiseerde en eenvormige rogatoire commissies worden opgesteld.

[24] http://cordis.europa.eu/ist/trust-security/index.html

[25] Overeenkomst van 29 mei 2000 (artikel 10). Kaderbesluit 2001/220/JBZ van 15 maart 2001. Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 (artikelen 10 en 17). Richtlijn 2004/80/EG (artikel 9). Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 (artikel 9).

[26] Doc. 14602/07, JURINFO 60.

[27] Doc. 6355/08, JURINFO 11.

[28] Besluit nr. 1149/2007/EG (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

[29] Besluit nr. 126/2007/JBZ (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

[30] COM(2006) 359 def.

[31] In 2008 is voor het strafregister een bedrag van 15 miljoen euro uitgetrokken.

[32] In 2008 belopen de mogelijk beschikbare kredieten voor de twee programma’s bijna 26 miljoen euro.

Top