Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XC0908(01)

    Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY) van oorsprong uit India

    PB C 210 van 8.9.2007, p. 5–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.9.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 210/5


    Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY) van oorsprong uit India

    (2007/C 210/04)

    De Commissie heeft op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (1) besloten op eigen initiatief een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen, dat uitsluitend betrekking heeft op de mate van subsidiëring voor bepaalde Indiase producenten/exporteurs.

    1.   Product

    Het verzoek heeft betrekking op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY) van oorsprong uit India („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 33 00. Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

    2.   Bestaande maatregelen

    Momenteel is op getextureerd filamentgaren van polyester (PTY) van oorsprong uit India een definitief compenserend recht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2094/2002 van de Raad (2).

    3.   Motivering van het nieuwe onderzoek

    De Commissie beschikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de omstandigheden met betrekking tot subsidiëring op grond waarvan maatregelen werden vastgesteld, zijn gewijzigd en dat deze wijziging van blijvende aard is.

    De voordelen verkregen uit twee subsidieregelingen (het Duty Entitlement Passbook Scheme („DEPBS”) en de Income Tax Exemption under Section 80 HHC of the Income Tax Act („ITES”) lijken namelijk aanzienlijk kleiner geworden te zijn. Dit komt doordat de Indiase wetgeving waarop die regelingen gebaseerd zijn, is gewijzigd.

    Als gevolg hiervan is de mate van subsidiëring waarschijnlijk gedaald voor de ondernemingen ten aanzien waarvan de maatregelen geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op voordelen die zij uit een of beide bovengenoemde subsidieregelingen hebben verkregen in het tijdvak dat in aanmerking werd genomen voor het onderzoek op grond waarvan de hoogte van de huidige maatregelen is vastgesteld.

    Dat betekent dat de in de vorige alinea genoemde maatregelen op de invoer van het betrokken product mogelijk niet langer op hun huidige niveau gehandhaafd hoeven te blijven om de subsidiëring te compenseren. Voor de ondernemingen in kwestie moeten die maatregelen dan ook opnieuw worden onderzocht.

    Dit betreft de in de bijlage vermelde ondernemingen en andere producenten van het betrokken product die binnen de in punt 5, onder b) i), genoemde termijn contact met de Commissie opnemen en binnen die termijn ook aantonen 1) dat zij tijdens het onderzoektijdvak dat in aanmerking werd genomen voor het onderzoek dat heeft geleid tot de vaststelling van de hoogte van de voor hen geldende maatregel (1 oktober 2000- 30 september 2001) van een of beide bovengenoemde subsidieregelingen voordeel verkregen hebben en 2) dat dit voordeel als gevolg van de structurele wijzigingen in die regelingen inmiddels kleiner geworden is.

    Als bovendien uit het nieuwe onderzoek blijkt of als belanghebbenden binnen de in punt 5, onder a) i), genoemde termijn voldoende voorlopig bewijsmateriaal verstrekken dat exporteurs van het betrokken product die bij dit nieuwe onderzoek betrokken zijn, profijt trekken van andere dan de bovengenoemde subsidieregelingen, kunnen die regelingen in het kader van dit nieuwe onderzoek ook worden onderzocht.

    Voor zover de gewijzigde subsidiemarges die in dit onderzoek worden vastgesteld van invloed zijn op de maatregelen die gelden voor ondernemingen die hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de vaststelling van de hoogte van de maatregelen heeft geleid, en/of op de residuele maatregel die geldt voor alle andere ondernemingen, kunnen de desbetreffende maatregelen dienovereenkomstig worden herzien.

    Voor ondernemingen ten aanzien waarvan zowel antidumpingmaatregelen als compenserende maatregelen zijn genomen, kan bij wijziging van de compenserende maatregel de antidumpingmaatregel dienovereenkomstig worden aangepast.

    4.   Procedure

    Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om ambtshalve een procedure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 19 van de basisverordening een onderzoek.

    Bij dit onderzoek zal worden nagegaan of de huidige maatregelen ten aanzien van ondernemingen die van een of beide bovengenoemde subsidieregelingen voordeel hebben verkregen, moeten worden gehandhaafd, ingetrokken of gewijzigd, en of er voldoende bewijsmateriaal is verstrekt, als bedoeld in punt 3, zesde alinea, dat er andere regelingen zijn waarvan die ondernemingen voordeel hebben verkregen. Afhankelijk van de bevindingen van het huidige onderzoek zal ook worden nagegaan of de maatregelen die gelden voor andere ondernemingen die hebben meegewerkt aan het onderzoek op grond waarvan de huidige maatregelen zijn vastgesteld, en/of op de residuele maatregel die geldt voor alle overige ondernemingen, moeten worden herzien.

    a)   Steekproeven

    Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie gebruikmaken van steekproeven overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening.

    i)   Steekproef van producenten/exporteurs

    Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 5, onder b) i), genoemde termijn contact met de Commissie op te nemen en haar op de in punt 6 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

    naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer, faxnummer en contactpersoon;

    de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007 naar de Gemeenschap is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta;

    de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta;

    of de onderneming van plan is om een individueel subsidiepercentage te verzoeken (alleen voor producenten) (3);

    een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming in verband met de productie van het betrokken product, de geproduceerde hoeveelheid (in ton) van het betrokken product, de productiecapaciteit en de investeringen in productiecapaciteit in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007;

    de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (4) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product;

    of de onderneming voordelen heeft verkregen uit hoofde van het DEPBS en/of de ITES gedurende i) het tijdvak dat in aanmerking werd genomen voor het onderzoek op grond waarvan de hoogte van de huidige maatregelen is vastgesteld (1 oktober 2000- 30 september 2001) en/of ii) de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007;

    alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

    Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 7.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het land van uitvoer en met alle bekende verenigingen van producenten/exporteurs.

    ii)   Definitieve samenstelling van de steekproef

    Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moet binnen de in punt 5, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.

    De Commissie zal de steekproef pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproef te worden opgenomen.

    De in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 5, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking bij het onderzoek verlenen.

    Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 27, lid 4, en artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn (zie punt 7).

    b)   Vragenlijsten

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie de in de steekproef opgenomen ondernemingen en de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer een vragenlijst toezenden.

    c)   Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

    Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 5, onder a) i), genoemde termijn ontvangen.

    Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 5, onder a) ii), vermelde termijn worden ingediend.

    5.   Termijnen

    a)   Algemene termijnen

    i)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie toe te zenden

    Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst indienen, wat met name geldt voor de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer, of andere informatie verstrekken, met inbegrip van de in punt 3, zesde alinea, bedoelde informatie. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

    ii)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

    Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

    b)   Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef

    (i)

    De Commissie moet de in punt 4, onder a) i), bedoelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de ondernemingen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.

    (ii)

    Alle andere informatie die voor het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn, als bedoeld in punt 4, onder a) ii), moet uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

    (iii)

    De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

    6.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie

    Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited (5) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 29, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer: J-79 4/23

    B-1049 Brussel

    Fax (32-2) 295 65 05

    7.   Niet-medewerking

    Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    8.   Tijdschema voor het onderzoek

    Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

    9.   Andere tussentijdse nieuwe onderzoeken op grond van artikel 19 van de basisverordening

    In punt 4 is beschreven wat dit nieuwe onderzoek omvat. Indien betrokken partijen om andere redenen om een nieuw onderzoek willen verzoeken, kunnen zij dit doen overeenkomstig artikel 19 van de basisverordening.

    10.   Verwerking van persoonsgegevens

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6).


    (1)  PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

    (2)  PB L 323 van 28.11.2002, blz. 21.

    (3)  Niet in de steekproef opgenomen ondernemingen kunnen om de vaststelling van een individueel subsidiepercentage verzoeken op grond van artikel 27, lid 3, van de basisverordening.

    (4)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

    (5)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van de basisverordening en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen.

    (6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


    BIJLAGE

    Indo Rama Synthetics Limited, 51-A, Industrial Area, Sector III, Pithampur, 453 001, Dist. Dhar, Madhya Pradesh

    Welspun Syntex Limited, Kamani Wadi, 1st floor, 542, Jaganath Shankar Sheth Road, Chira Bazar, Mumbai 400 002


    Top