This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006XC0802(06)
Publication of an application in accordance with Article 6(2) of Council Regulation (EC) No 510/2006 on the protection of geographical indications and designations of origin for agricultural products and foodstuffs
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
PB C 180 van 2.8.2006, p. 94–97
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
2.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 180/94 |
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2006/C 180/09)
Naar aanleiding van deze bekendmaking kan een bezwaar tegen de aanvraag worden aangetekend op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad. Een eventueel bezwaarschrift moet binnen de zes maanden te rekenen vanaf de datum van bekendmaking bij de Commissie worden ingediend.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
Registratieaanvraag overeenkomstig artikel 5 en 17, lid 2
„OSCYPEK”
EG-nummer: PL/0451/21.02.2005
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting is uitsluitend ter informatie opgesteld. Belangstellenden worden verzocht om voor volledige informatie kennis te nemen van de volledige versie van het productdossier, die verkrijgbaar is op nationaal niveau waarnaar wordt verwezen in punt 1 of bij de Europese Commissie (1).
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi |
||
Adres: |
|
||
Tel.: |
(48) 22 623 27 07 |
||
Fax: |
(48) 22 623 25 03 |
||
E-mail: |
Jakub.Jasinski@minrol.gov.pl |
2. Groepering:
Naam: |
Regionalny Związek Hodowców Owiec i Kóz |
||
Adres: |
|
||
Tel.: |
(48) 18 266 46 21 |
||
Fax: |
(48) 18 266 46 21 |
||
E-mail: |
rzhoik@kr.home.pl |
||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers (X) Andere samenstelling ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie: 1.3 Kaas
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)
4.1 Naam: „Oscypek”
De naam „Oscypek” voldoet aan de in artikel 2, lid 2, van de Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad vermelde voorwaarden. De naam „Oscypek” is etymologisch verbonden aan de terminologie van het productieproces. „Oscypek” is afgeleid van twee woorden: van het werkwoord oszczypywać, wat „herhaaldelijk snoeien” in de betekenis van in stukken snijden (stap zes in het productieproces) betekent en van oszczypek, een verkleinvorm van oszczep, wat „speer” betekent en sterk verwijst naar de karakteristieke vorm van de kaas „Oscypek” die onder 4.3 verder wordt beschreven. Dit wordt meermaals bevestigd door verwijzingen in de literatuur, door alles wat oorspronkelijk met deze kaas verband houdt en door de vakkundigheid van de lokale producenten.
4.2 Beschrijving: „Oscypek” heeft de vorm van een dubbele kegel of een spoel. De kaas is tussen 17 en 23 cm lang, tussen 6 en — in het breedste punt — 10 cm breed en weegt tussen 0,6 en 0,8 kg. Wanneer de kaas is gesneden, is hij licht crèmekleurig, donkerder aan de randen, maar een eerder wit uitzicht is ook toegestaan. De korst is strokleurig, licht bruin en heeft een zachte glans. „Oscypek” wordt alleen gemaakt van mei tot september en mag enkel ongesneden worden verkocht.
De chemische samenstelling van de kaas is afhankelijk van de rookduur en het seizoen: het watergehalte bedraagt ten hoogste 44 %, het drogestofgedeelte ten minste 56 % en het vetgehalte ten minste 38 % in de droge stof.
4.3 Geografisch gebied: De volgende gebieden van het woiwodschap Silezië:
Gemeenten (gmina) in het district (powiat) Cieszyński: Istebna
Gemeenten in het district Żywiecki: Milówka, Węgierska Górka, Rajcze, Ujsoły, Jeleśnia and Koszarawa
De volgende gebieden van het woiwodschap Klein-Polen:
Het hele district Nowotarski en het hele district Tatrzański
Gemeenten in het district Suski: Zawoja en Bystra Sidzina.
Gemeenten in het Limanowski-district: Niedźwiedź en het deel van de gemeente Kamienica dat binnen de grenzen van het Nationaal Park van Gorczański ligt of ten zuiden van de rivier Kamienica en de aangrenzende sołectwa (deel van een gemeente) in de gemeente Mszana Dolna: Olszówka, Raba Niżna, Łostówka, Łętowe en Lubomierz
Gemeenten in het district Nowosądecki: Piwniczna, Muszyna and Krynica
4.4 Bewijs van de oorsprong: De echtheid en de kwaliteit van de „Oscypek”-kaas worden getest in verschillende stadia, van de melkproductie tot de afzet van het eindproduct. Omdat de kwaliteit in de verschillende stadia wordt getest, is er een coherent controlesysteem dat de kwaliteit van het eindproduct waarborgt.
Er wordt een lijst bijgehouden van alles wat met het productieproces te maken heeft en ook de producenten komen op een lijst voordat zij met de vervaardiging beginnen. Op de productieplaats houdt elke producent alle informatie betreffende het productieproces bij in een register. Hierdoor kan men de geschiedenis van een product reconstrueren zodat elke kaas retraceerbaar is.
De controlestructuur gaat na of de huidige productiemethodes in overeenkomst zijn met de specificaties. Alle producenten en de unie van producentenverenigingen kunnen worden gecontroleerd overeenkomstig het controleplan dat de controlestructuur bijhoudt en goedkeurt.
4.5 Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
|
Fase 1: — Oorsprong van de grondstof: de melk die voor de productie van „Oscypek” wordt gebruikt, is afkomstig van de „Poolse Bergschaap”. Indien koemelk wordt gebruikt voor de productie, dan is die afkomstig van de „Poolse rode koe”. |
|
Fase 2 — Koude rijping van de melk (verzuring): De melk wordt op kamertemperatuur bewaard om het zuurgehalte te doen stijgen. |
|
Fase 3 — Warme rijping van de melk (verzuring): In deze fase wordt zure melk vermengd met verse melk. Het percentage schapenmelk in de productie van „Oscypek” mag niet minder dan 60 % zijn. |
|
Fase 4 — Toevoegen van stremsel: Stremsel wordt aan de melk toegevoegd. |
|
Fase 5 — Stremming: In deze fase vormt zich wrongel. |
|
Fase 6 — Snijden van de wrongel: door gebruik te maken van traditioneel materieel. |
|
Fase 7 — Bezinking: Stukken kaas zinken naar de bodem van het vat. |
|
Fase 9 — Aftappen van de wei: tot 50 % van de massa. |
|
Fase 9 — Afnemen van de kaas: persen van de stukken en afnemen van kaas. |
|
Fase 10 — Persen: De kaasmassa wordt met de hand geperst tot een bol en in een vat met wei gelegd. |
|
Fase 11 — Kneden van de kaasbol: De bol wordt gevormd en dan doorstoken (geopend) met een spies. |
|
Fase 12 — Vorming: De bol wordt rond de spies gekneed tot hij de vorm van een dubbele kegel aanneemt. Een ring wordt rond het breedste punt van de kaas geplaatst. |
|
Fase 13 — De laatste gladstrijking: De ring wordt weggehaald en de kaas wordt samengedrukt en met de hand gladgestreken. Vervolgens wordt de kaas in koud water gelegd om de vorm te behouden. |
|
Fase 14 — Weken in pekelwater: Gedurende minstens 24 uur. |
|
Fase 15 — Droging: Het drogen van de kaas duurt tussen 12 en 24 uur. |
|
Fase 16 — Roken en rijpen: Het koudroken van kaas duurt tussen 3 en 7 dagen. |
4.6 Verband: Het „Poolse bergschaap” waarvan de melk wordt gebruikt voor de productie van „Oscypek” is een veredelde variëteit van de primitieve schapensoort (cakli) die in de Oostelijke Karpaten en de Balkan voorkwam. Het ras is nauw verwant met de geschiedenis en de traditie van de regio Podhale en de lokale bevolking in die regio, en heeft zich bijzonder goed aangepast aan de klimatologische omstandigheden en aan de traditionele fokmethodes in bergstreken. Bovendien grazen de Poolse bergschapen op de diverse en unieke vegetatie van Podhale, wat de samenstelling en de smaak van de melk beïnvloedt en alle producten die van dergelijke melk worden gemaakt een typische smaak en aroma geeft.
Als in de productie koemelk wordt gebruikt, dan is die enkel afkomstig van de Poolse rode koe, het oudste Poolse runderras. Eeuwenlang werd het ras geassocieerd met Slavische volkeren en tot het einde van de 18de eeuw was de Poolse rode koe het meest voorkomende ras in Polen. De eerste kuddes rode runderen werden gevormd in 1876 in Stróża in het district Limanowa. In 1895 werd de Poolse unie voor fokkers van de rode koe gesticht bij de landbouwersvereniging van Krakau. Dit gaf aanleiding tot het systematisch fokken van de rode koe waardoor er tussen 1884 en 1934 een beter ras ontstond. Het ras werd erkend als het enige inheemse runderras in Polen.
De typische vegetatie in de streek waar de „Oscypek” wordt gemaakt, heeft ook een belangrijk gevolg voor de uiteindelijke smaak van de schapenmelk die bij de productie van de kaas wordt gebruikt. Het gaat om inheemse variëteiten die alleen op graslanden, weiden en bergweiden in Podhale groeien.
„Oscypek” werd van oudsher vervaardigd door de herders van Walachije die hun schapen lieten grazen in de hoger gelegen graslanden. De kaas kwam samen met de Walachijse cultuur, graasmethodes en de traditionele inrichting van bacówka-chalets waar melk wordt geproduceerd, naar Podhale. Het eerste bewijs dat in Podhale en de aangrenzende gebieden kaas werd gemaakt, werd teruggevonden in het charter van Ochotnika in de Gorce. In 1416 werd de naam Dawid Wołoch aan de charter verbonden.
De eerste exacte beschrijving van de kaasproductie in de chalets kan worden teruggevonden in de voorschriften van de „ślemień-staat”. Deze voorschriften werden in 1748 opgesteld en in 1773 herschreven en aanbevolen voor gebruik. In 1830 vermeldde Ambroży Grabowski in zijn beschrijving van de bewoners van het berglandschap dat zij chalets bouwden in de bergen voor de hele zomer „waar ze vanuit de streek hun schapen naartoe brachten en kaas maakten (oszczypek).” Een gedetailleerdere beschrijving van het weiden van schapen, de inrichting van de chalets en de kaasproductie (zoals oszczypek) kan worden teruggevonden bij Maria Steczkowska (1858). Dit was ook de eerste gedetailleerde beschrijving van de vaten die de herders in de Tatra gebruikten om kaas te maken.
De productie van de „Oscypek” is ook nauw verbonden met de specifieke en uitzonderlijke vaardigheden van de producenten. Hun ervaring en kennis wordt van generatie op generatie doorgegeven zodat de juiste manier om de kaas te produceren niet verloren gaat.
4.7 Controlestructuur:
Naam: |
Inspekcja Jakości Handlowej Artykułów Rolno — Spożywczych |
||
Adres: |
|
||
Tel.: |
(48) 22 623 29 00 |
||
Fax: |
(48) 22 623 29 98 |
||
E-mail: |
— |
4.8 Etikettering: Op de verpakkingen van de voor verkoop bestemde producten mag de naam „OSCYPEK” worden vervangen door of aangevuld met het dialectwoord „OSZCZYPEK”.
Op de verpakking staat het logo of het logo en de woorden „Chroniona Nazwa Pochodzenia” (Beschermde oorsprongsbenaming). Het gebruik van de afkorting „Ch.N.P” (BOB) op de verpakking is toegestaan. De gebruikte namen moeten in het Pools geschreven zijn. Verkoop zonder verpakking is toegestaan.
4.9 Nationale eisen: —
(1) Europese Commissie — Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling — Eenheid Kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten, B-1049 Brussel.