EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003XC1119(01)

Kennisgeving overeenkomstig artikel 95, leden 4 en 5, van het EG-Verdrag — Verzoek om toestemming voor de invoering van nationale bepalingen die afwijken van een harmonisatiemaatregel van de Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst)

PB C 278 van 19.11.2003, p. 2–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52003XC1119(01)

Kennisgeving overeenkomstig artikel 95, leden 4 en 5, van het EG-Verdrag — Verzoek om toestemming voor de invoering van nationale bepalingen die afwijken van een harmonisatiemaatregel van de Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. C 278 van 19/11/2003 blz. 0002 - 0003


Kennisgeving overeenkomstig artikel 95, leden 4 en 5, van het EG-Verdrag

Verzoek om toestemming voor de invoering van nationale bepalingen die afwijken van een harmonisatiemaatregel van de Gemeenschap

(2003/C 278/02)

(Voor de EER relevante tekst)

(Kennisgeving nr. 2003/A/9171)

1. Per brief van 23 september 2003 heeft de Republiek Oostenrijk de Commissie in kennis gesteld van de regionale bepalingen van het Salzburgse besluit houdende een verbod op gentechnologie, waarvan Oostenrijk de invoering in afwijking van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu(1) noodzakelijk acht. De Commissie heeft de Oostenrijkse kennisgeving op 24 september 2003 ontvangen.

2. Artikel 95, lid 4, van het Verdrag luidt als volgt: "Wanneer een lidstaat het, nadat de Raad of de Commissie een harmonisatiemaatregel heeft genomen, noodzakelijk acht nationale bepalingen te handhaven die hun rechtvaardiging vinden in gewichtige eisen als bedoeld in artikel 30 of verband houdend met de bescherming van het milieu of het arbeidsmilieu, geeft hij zowel van die bepalingen als van de redenen voor het handhaven ervan kennis aan de Commissie".

3. Artikel 95, lid 5, luidt: "Wanneer een lidstaat het na het nemen van een harmonisatiemaatregel door de Raad of de Commissie noodzakelijk acht nationale bepalingen te treffen die gebaseerd zijn op nieuwe wetenschappelijke gegevens die verband houden met de bescherming van het milieu of het arbeidsmilieu vanwege een specifiek probleem dat zich in die lidstaat heeft aangediend nadat de harmonisatiemaatregel is genomen, stelt hij de Commissie [...] in kennis van de voorgenomen bepalingen en de redenen voor het vaststellen ervan".

4. Artikel 95, lid 6, luidt: "Binnen zes maanden na de [...] kennisgevingen keurt de Commissie de betrokken nationale bepalingen goed of wijst die af, nadat zij heeft nagegaan of zij al dan niet een middel tot willekeurige discriminatie, een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten of een hinderpaal voor de werking van de interne markt vormen".

5. Het ontwerp-besluit(2) heeft hoofdzakelijk betrekking op de bescherming van natuur en milieu, biodiversiteit en biologische productie. Het is er in de eerste plaats op gericht de teelt van genetisch gemodificeerd zaaigoed (inclusief genetisch gemodificeerd zaaigoed waarvoor een communautaire vergunning is verleend) en het gebruik van transgene dieren voor de fok en met name het uitzetten daarvan ten behoeve van jacht en visvangst, te verbieden. Het besluit staat dergelijke activiteiten evenwel toe wanneer zij plaatsvinden in installaties voor ingeperkt gebruik. Voorts voorziet het besluit in regelingen ter compensatie van financiële verliezen die het gevolg zijn van de aanwezigheid van genetisch gemodificeerde organismen in conventionele producten. Het besluit is bedoeld als tijdelijke maatregel met een looptijd van drie jaar.

6. De regionale regering van Salzburg acht het noodzakelijk maatregelen te treffen ter bescherming van de biologische en traditionele landbouwproductie en ter voorkoming van hybridisering van plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen met genetisch gemodificeerde organismen. Als argument voor de invoering van deze maatregelen wordt door de Salzburgse autoriteiten aangevoerd dat het vraagstuk van de coëxistentie van teeltmethodes op basis van gemodificeerde respectievelijk niet-gemodificeerde organismen nog grotendeels onopgelost is. Het ontwerp-besluit is gebaseerd op drie studies die, naar wordt beweerd, de stelling ondersteunen dat een verbod op GGO's in Salzburg noodzakelijk is omdat maatregelen ter waarborging van de coëxistentie in de praktijk onuitvoerbaar zijn en omdat een gedetailleerd inzicht in alle potentiële risico's die met GGO's samenhangen, ontbreekt(3). Daarnaast wordt in een aan het ontwerp-besluit toegevoegde toelichting een beknopte omschrijving gegeven van de specificiteit van het ecosysteem en de landbouwmethodes in de regio Salzburg. Volgens de regionale autoriteiten gaat het hier om specifieke elementen die een afwijking van Richtlijn 2001/18/EG rechtvaardigen.

7. De Commissie wijst de belanghebbende partijen erop dat op- en aanmerkingen over de Oostenrijkse kennisgeving slechts in behandeling worden genomen indien zij binnen een maand na de bekendmaking van deze kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ontvangen. Verder behoudt de Commissie zich het recht voor om de bij haar ingediende op- en aanmerkingen aan de Republiek Oostenrijk door te geven.

8. Nadere informatie over deze kennisgeving kan worden verkregen bij: Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit Abteilung C2/1 A - 1010 Wien, Stubenring 1 Tel. (43-1) 711 00 58 96 fax (43-1) 715 96 51 of (43-1) 712 06 80 e-mail: post@tbt.bmwa.gv.at

Het contactpunt bij de Commissie is: Hervé Martin Europese Commissie Directoraat-generaal Milieu

Eenheid C4

BU5 02/137 B - 1049 Brussel Tel. (32-2) 296 54 44 fax (32-2) 299 10 67 e-mail: herve.martin@cec.eu.int

(1) PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1-39.

(2) Ontwerp-besluit houdende een verbod op de teelt van genetisch gemodificeerd zaai- en plantgoed, het gebruik van transgene dieren voor de fok en het uitzetten van transgene dieren, met nam voor de jacht en de visvangst (Salzburgs besluit houdende een verbod op gentechnologie (Benaming in het Duits: GTVG)).

(3) De drie studies zijn: "GVO-freie Bewirtschaftungsgebiete: Konzeption und Analyse von Szenarien und Umsetzungsschritten", Werner Müller, 28 april 2002 (in opdracht van het departement Milieu van de deelstaat Opper-Oostenrijk en van het Bondsministerie van sociale zekerheid en generatiebeleid); "Scenario of coexistence of genetically modified, conventional and organic crops in European agriculture", Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, mei 2002; "Report from the Working Group on the co-existence of genetically modified crops with conventional and organic crops", Deens Instituut voor Landbouwwetenschappen, 10 januari 2003.

Top