Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003XC0225(01)

Bekendmaking van een registratieaanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 45 van 25.2.2003, pp. 2–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52003XC0225(01)

Bekendmaking van een registratieaanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Publicatieblad Nr. C 045 van 25/02/2003 blz. 0002 - 0005


Bekendmaking van een registratieaanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2003/C 45/02)

Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 van benoemde verordening. Elk bezwaar tegen deze registratieaanvraag moet via de bevoegde autoriteit van een lidstaat binnen zes maanden na deze bekendmaking, worden ingediend. De bekendmaking houdt verband met de hiernavolgende gegevens, met name punt 4.6, die de reden zijn voor de registratieaanvraag in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92.

VERORDENING (EEG) Nr. 2081/92 VAN DE RAAD

REGISTRATIEAANVRAAG: ARTIKEL 5

BOB (x) BGA ( )

Nationaal nummer van het aanvraagdossier: 12/2001

1. Bevoegde dienst van de lidstaat Naam: Ministero delle Politiche agricole e forestali

Adres: Via XX Settembre n. 20

I-00187 Roma

Tel. (39) 06 481 99 68

Fax (39) 06 42 01 31 26.

2. Aanvragende groepering 2.1. Naam: Associazione Castanicoltori del Monte Baldo Veronese

2.2. Adres: C/o Municipio del Comune di San Zeno di Montagna

Via Cà Montagna n. 11

I-37010 San Zeno di Montagna (VR)

2.3. Samenstelling: producenten/verwerkers (x) anderen ( ).

3. Productcategorie: klasse 1.6 Groenten, fruit en granen, vers of verwerkt - Kastanje.

4. Overzicht van het productdossier

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2 voorgeschreven gegevens)

4.1. Naam: "Marrone di San Zeno".

4.2. Beschrijving: De beschermde oorsprongsbenaming "Marrone di San Zeno" wordt gegeven aan kastanjes van kastanjebomen van de variëteit locale Marrone die in de streek zelf door selectie is ontstaan, die deel uitmaakt van een reeks ecotypen van de soort "Castanea Sativa Mill", en die in de loop der tijd door de plaatselijke telers door stekken is vermeerderd.

De kastanjes moeten de volgende kenmerken vertonen:

- het aantal kastanjes per bolster mag niet meer bedragen dan 3 (drie);

- veranderlijke afmetingen, ofwel een aantal kastanjes per kilo dat niet meer bedraagt dan 120 (honderdtwintig), maar niet minder dan 50 (vijftig);

- ellipsvorm met een weinig geprononceerde punt, voornamelijk bolle zijkanten, die echter worden gekenmerkt door een variabele bolling, de zaadnavel lijkt op een platgedrukte cirkel die naar een rechthoek neigt, en loopt niet op de zijkanten door, met een lichtere kleur dan de vruchtwand;

- dunne vruchtwand, glimmend, lichtbruin van kleur met donkerder strepen, die naar het midden toe duidelijker worden;

- zeer dunne zaadhuid die enigszins aan de vrucht vastzit, maar die bij het pellen gemakkelijk loslaat;

- de vrucht neigt wat kleur betreft naar strogeel, is lichtjes gerimpeld, zacht van consistentie en zoet van smaak.

4.3. Geografisch gebied: Het productie- en verwerkingsgebied van de "Marrone di San Zeno" ligt tussen 250 en 900 meter boven zeeniveau, en behoort tot het gebied van Monte Baldo, een gebied tussen het Gardameer en het dal van de rivier de Adige. Het gebied omvat delen van de volgende gemeenten: Brentino-Belluno, Brenzone, Caprino Veronese, Costermano, Ferrara di Monte Baldo en San Zeno di Montagna, die alle deel uitmaken van het homogene berggebied Comunità Montana del Monte Baldo.

4.4. Bewijs van oorsprong: De gegevens waaruit de oorsprong van het product blijkt, zijn historische verwijzingen waaruit blijkt dat de kastanjeboom reeds in de Middeleeuwen in het betrokken gebied werd geteeld. De eerste geschreven getuigenis is een perkament uit 1285, waarin gesproken wordt over een "bosco cum castagnariis iacente in curia Lubiarae in ora ubì dicitur castagnarius banconus", en aan het document uit 1352 over een geschil tussen het klooster van de heilige Anastasia van Verona en de familie Malaspina, waarin wordt benadrukt dat niet alleen de "salgariis, pertegariis et stropegariis", maar ook de "castagnariis" het er goed deden. Deze historische documenten maken gewag van de aanwezigheid van kastanjebomen op de Zuidoostelijke flank van de Monte Baldo, op het grondgebied van de gemeente Caprino Veronese.

Aan het einde van de 19e eeuw gedijden in de hele vallei van de Tasso (Oostflank van de Monte Baldo) "schitterende en weelderige kastanjebomen"; de kastanjebomen verspreidden zich over het hele gebied, te weten de gemeenten Malcesine, Brenzone en Castion di Costermano, maar vooral in de omgeving van San Zeno di Montagna.

De oorsprong van het product wordt concreet gecontroleerd, met name door middel van inschrijving van de kastanjebomen in een register dat daartoe speciaal wordt bijgehouden en bijgewerkt door het controleorgaan.

Bovenbedoeld register moet de kadastrale gegevens bevatten van de percelen waar kastanjes worden geteeld, en bovendien voor elk perceel: de eigenaar, de beheerder, de plaats, het aantal bomen, de maximumproductie aan kastanjes en de leeftijd van de kastanjeboomgaard.

De indiening van aanvragen om inschrijving in het register, of van eventuele wijzigingsaanvragen door reeds ingeschreven kastanjetelers, moet plaatsvinden uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaande aan dat waarin men van plan is de betrokken kastanjes met beschermde oorsprongsbenaming op de markt te brengen.

De producenten waarvan de kastanjeboomgaarden in het register zijn ingeschreven zijn verplicht om aan het controleorgaan mee te delen hoeveel kastanjes met BOB ze daadwerkelijk hebben geproduceerd en op de markt willen brengen; dat moeten ze binnen 30 dagen na het einde van de oogst doen.

4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De kastanjebomen moeten worden aangeplant in de traditionele vegetatiezone van de "Castanetum", dat wil zeggen tussen 250 en 900 meter boven zeeniveau.

De teeltmethoden, met name een bepaalde plantafstand en bepaalde snoeiwijzen, moeten ervoor zorgen dat de bijzondere kenmerken van de "Marrone di San Zeno" dezelfde blijven.

Het aantal bomen in productie per hectare kan variëren van minimaal 30 (dertig) tot maximaal 120 (honderdtwintig) bomen.

De oogst volgt het natuurlijke patroon van het openbarsten van de bolsters en kan met de hand of met mechanische middelen worden gedaan, welke laatste evenwel de bomen en de kastanjes intact moeten laten.

De maximumopbrengst is 30 kg kastanjes per boom en 3,6 ton per hectare.

De geoogste kastanjes worden gesorteerd aan de hand van de bijzondere criteria waaraan de betrokken kastanjes moeten beantwoorden, waaronder de grootte.

De kastanjes worden, vóórdat ze op de markt worden gebracht, met behulp van traditionele methoden behandeld, waaronder de zogenaamde "novena" en de zogenaamde "rissara". "Novena" betekent dat de kastanjes negen dagen lang in het water worden gelegd, waarbij het water om de andere dag geheel of gedeeltelijk wordt ververst, zonder toevoegingen. "Rissara" ("bolsterhoop") is het op hopen verzamelen van de kastanjes met hun bolster gedurende één tot twee weken.

De "Marrone di San Zeno" wordt vers in de handel gebracht in zakken van voor levenmiddelen geschikt materiaal, in verpakkingen van 0,3 kg, 0,5 kg, 1 kg, 2 kg, 3 kg, 4 kg, 5 kg en 10 kg; grotere verpakkingen (25 kg en 50 kg) moeten in juten zakken of zakken van een ander geschikt materiaal in de handel worden gebracht. Alle verpakkingen worden verzegeld zodat geen kastanjes uit de verpakking kunnen worden gehaald zonder het zegel te verbreken.

4.6. Verband: Het productiegebied van de betrokken kastanjes ligt op de hellingen van de Monte Baldo Veronese, tussen de rivier de Adige en het Gardameer.

De kastanjebomen bevinden zich in de vegetatiezone van de "Castanetum", tussen 250 en 900 meter boven zeeniveau. Het gaat om een gebied dat de gunstige invloed van het Gardameer ondergaat, een gebied in Noord-Italië waar een Mediterraan klimaat heerst.

De kastanjeboomgaarden bevinden zich op zure, van nature losse bodems, en zijn als het ware ondergedompeld in dit gematigd-vochtige klimaat, die het product zijn bijzondere eigenschappen verlenen.

Voor de landbouwers van San Zeno di Montagna is de kastanjeteelt eeuwenlang een belangrijke bron van inkomsten geweest, hetgeen ook in een historische studie over het gebied van de hand van Clara Campagnari en Gina Scardoni wordt vermeld.

In een studie die is gepubliceerd in de "Atti dell'Accademia di Agricoltura, Scienze e Lettere" (Akten van de Hogeschool voor landbouw, wetenschappen en literatuur) van Verona wordt nader ingegaan op de oogst, de bewaring en de afzet van kastanjes aan het einde van de vorige eeuw. Die werden toen via handelaren of rechtstreeks door de producenten op de markt van Caprino Veronese verkocht. Het knuppelen werd door mannen gedaan, omdat vrouwen nu eenmaal zeer bedreven waren in het rapen van de bolsters, die ze met een speciale knijper van elastisch hout, de "giova" genaamd, oppakten en in grote rieten manden deden; die manden werden vervolgens leeggegooid in korven en die werden weer in de "rissare" gegooid die vandaag nog worden gebruikt. (C. Corazzin en M. Biasi).

Sinds de jaren '20 werd in de gemeente San Zeno di Montagna in de maand november het traditionele kastanjefeest gevierd, getuige de fotodocumentatie die bij de gemeente is gedeponeerd. Na de Tweede Wereldoorlog is dit de "Mostra Mercato del Marrone" ("markt annex tentoonstelling van de kastanje") geworden, waarvan we dit jaar de 29e editie beleefd hebben.

De kastanjes komen alleen van de traditionele variëteit "Marrone" die in het oorsprongsgebied is geselecteerd.

4.7. Controlestructuur Naam: CSQA

Adres: Via San Gaetano, 74

I-36016 Thiene (VI).

4.8. Etikettering: Op elke verpakkingseenheid moet een etiket met het logo zijn aangebracht.

Het logo bestaat uit twee cirkels met daarin enerzijds een zegenende heilige Zeno en anderzijds twee gestileerde, gedeeltelijk over elkaar liggende en half geopende bolsters, waar de kastanjes uitkomen. In de linkercirkel staat een onderschrift: "San Zeno", en in de rechtercirkel een bovenschrift "Marrone", en een onderschrift: "di San Zeno". De letters "DOP" komen als het ware als een wapenspreuk op een lint aan de basis tussen de twee cirkels in te staan.

De twee cirkels hebben elk een doorsnede van 26 mm. Het lint waarop de "wapenspreuk" staat, is 2,5 mm hoog en maximaal 20 mm lang.

In de linkercirkel, op een wit veld, staat de zegenende San Zeno met een bruine huid (pantone 478 C) tot vlak onder zijn borstkas in het water (blauw; pantone 299 C); hij heeft een rood hoofddeksel (pantone 193 C) en een gele bisschopsstaf (pantone 124 C). Zijn habijt is boven geel (pantone 124 C) en onder rood (pantone 193 C). Tot slot is er een vis afgebeeld, groen (pantone 576 C), opgehangen aan de vislijn die weer aan de bisschopsstaf is vastgemaakt, die op zijn beurt wordt vastgehouden door de linkerhand van de heilige die uit het water opduikt. In de rechtercirkel, op een blauw veld, staan de kastanjes afgebeeld, die bruin van kleur zijn (pantone 478 C), gehuld in groene bolsters (pantone 576 C).

Alle bijschriften zijn zwart op een wit veld. De letters hebben de volgende afmetingen:

- het opschrift "San Zeno" in de linkercirkel heeft letters van 1,6 mm

- het opschrift "Marrone di San Zeno" in de rechtercirkel heeft letters van 1,8 mm

- de "wapenspreuk" "DOP" is 1,9 mm hoog.

Op het etiket moeten bovendien gewicht, productiejaar en plaats van verpakking worden vermeld.

Het is verboden behalve DOP "Marrone di San Zeno" nog andere kwalificaties te vermelden dan die welke in het productdossier zijn voorgeschreven, dat wil zeggen welke andere, lovende, aanduiding dan ook, waardoor de consument misleid zou kunnen worden.

4.9. Nationale eisen: -

EG-nummer: IT/00209/2001.10.09.

Datum van ontvangst van het volledige aanvraagdossier: 6 november 2002.

Top