EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002XC0508(04)

Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van elektroplaten en -strippen met georiënteerde korrel (gewalste platte producten), met een breedte van niet meer dan 500 mm, uit Polen en Rusland

PB C 111 van 8.5.2002, p. 5–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52002XC0508(04)

Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van elektroplaten en -strippen met georiënteerde korrel (gewalste platte producten), met een breedte van niet meer dan 500 mm, uit Polen en Rusland

Publicatieblad Nr. C 111 van 08/05/2002 blz. 0005 - 0007


Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van elektroplaten en -strippen met georiënteerde korrel (gewalste platte producten), met een breedte van niet meer dan 500 mm, uit Polen en Rusland

(2002/C 111/05)

Op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(2) (hierna "de basisverordening" genoemd), werd bij de Commissie de klacht ingediend dat elektroplaten en -strippen met georiënteerde korrel, met een breedte van niet meer dan 500 mm, uit Polen en Rusland met dumping in de Gemeenschap worden ingevoerd waardoor de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade lijdt.

1. Indiener van de klacht

De klacht werd op 26 maart 2002 ingediend door de "European Confederation of Iron and Steel Industries (Eurofer)" namens producenten die de gehele productie van genoemde elektroplaten en -strippen met georiënteerde korrel in de Gemeenschap vertegenwoordigen.

2. Product

De klacht heeft betrekking op elektroplaten en -strippen met georiënteerde korrel van siliciumstaal (transformatorstaal), met een breedte van niet meer dan 500 mm, ingedeeld onder de GN-code 7226 11 90 (hierna ook "het betrokken product" genoemd), van oorsprong uit Polen en Rusland. De GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

3. Dumping

De bewering dat het betrokken product met dumping uit Polen wordt ingevoerd is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde van dit product, vastgesteld aan de hand van de prijzen op de binnenlandse markt, met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a) van de basisverordening, heeft de indiener van de klacht de normale waarde voor Rusland vastgesteld aan de hand van de prijs in een derde land met markteconomie (zie punt 5.1 c)). De bewering dat dumping plaatsvindt is gebaseerd op een vergelijking tussen de aldus vastgestelde normale waarde van het betrokken product en de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.

De aldus berekende berekende dumpingmarges zijn aanzienlijk.

4. Schade

De indiener van de klacht heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit Polen en Rusland, zowel absoluut als in termen van marktaandeel, aanzienlijk is gestegen.

De omvang van de invoer en de prijzen van de ingevoerde producten zouden, onder meer, een negatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, de omzet en het prijsniveau van de producenten in Gemeenschap, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.

5. Procedure

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klacht door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

5.1. Procedure voor de vaststelling van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit Polen en Rusland met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.

a) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de producenten in de Gemeenschap, aan de organisaties van producenten in de Gemeenschap, de producenten/exporteurs in Polen en Rusland, aan organisaties van producenten/exporteurs, aan importeurs en organisaties van importeurs die in de klacht zijn genoemd alsook aan de Poolse en Russische autoriteiten.

Belanghebbenden dienen zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen de onder punt 6 a) i) vermelde termijn, per fax contact op te nemen met de Commissie om te vernemen of zij in de klacht zijn genoemd zodat zij zo nodig een vragenlijst kunnen aanvragen. Er wordt op gewezen dat de onder punt 6 a) ii) vermelde termijn op alle partijen van toepassing is.

b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen

Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de onder punt 6 a) ii) vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Voorts zal de Commissie alle partijen horen die dit schriftelijk aanvragen, mits deze kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Deze aanvraag moet binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn worden ingediend.

c) Selectie van een derde land met markteconomie

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a) van de basisverordening wordt overwogen Brazilië te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor Rusland. Eventuele op- of aanmerkingen over de keuze van dit land dienen binnen de onder punt 6 b) vermelde termijn te worden toegezonden.

d) Status van marktgericht bedrijf

Voor producenten/exporteurs in Rusland die kunnen aantonen dat zij op marktvoorwaarden werken, dat wil zeggen dat zij aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c) van de basisverordening voldoen, zal de normale waarde, op hun verzoek, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b) van de basisverordening worden vastgesteld. Dergelijke aanvragen, van bewijsmateriaal vergezeld, moeten binnen de onder 6 c) vermelde termijn worden ingediend. De Commissie zal aanvraagformulieren toezenden aan de in de klacht genoemde producenten/exporteurs en organisaties van producenten/exporteurs in Rusland en aan de Russische autoriteiten.

5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is antidumpingmaatregelen te nemen indien dumping en schade worden aangetoond. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn ook een mondeling onderhoud aanvragen onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6. Termijnen

a) Algemene termijn

i) Om een vragenlijst of aanvraagformulier aan te vragen

Vragenlijsten dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, te worden aangevraagd.

ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procesrechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b) Bijzondere termijn voor de keuze van het derde land met markteconomie

Partijen bij het onderzoek die opmerkingen wensen te maken over het voornemen van de Commissie, als in punt 5.1 c) genoemd, Brazilië te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor Rusland, moeten ervoor te zorgen dat deze opmerkingen binnen 10 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie zijn ontvangen.

c) Bijzondere termijn voor het indienen van aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld

De in punt 5.1 d) bedoelde aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld, moeten, met voldoende bewijsmateriaal, binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht door de Commissie zijn ontvangen.

7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.

Correspondentieadres van de Commissie Europese Commissie Kamer: TERV - 0/13 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex COMEU B 21877.

8. Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken.

9. Tijdschema van het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen uiterlijk negen maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen voorlopige maatregelen worden genomen.

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

Top