EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0110

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (COM(2001) 110 def. — 2001/0058(CNS))

PB C 180E van 26.6.2001, p. 197–198 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001PC0110

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (COM(2001) 110 def. — 2001/0058(CNS))

Publicatieblad Nr. C 180 E van 26/06/2001 blz. 0197 - 0198


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In het raam van het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) is in 2000 communautaire bijstand verleend voor in totaal ongeveer 80 maatregelen, die door de Commissie na raadpleging van het daartoe opgerichte comité van beheer zijn goedgekeurd. Met de goedgekeurde maatregelen is een kostenbedrag van 2,9 miljard EUR gemoeid. Het aandeel van de ISPA-bijstand daarin bedraagt 1,9 miljard EUR, waarvan meer dan een miljard EUR in het kader van de begroting 2000 vastgelegd is. De voor 2000 vastgelegde begrotingsmiddelen zijn gelijkmatig verdeeld over de twee betrokken sectoren, namelijk vervoersinfrastructuur en milieu.

2. Op grond van de Raadsverordening tot instelling van het ISPA moeten de voor communautaire bijstand uit het instrument in aanmerking komende maatregelen voldoende omvangrijk zijn om een aanzienlijke impact te hebben op het gebied van de milieubescherming of de verbetering van de vervoersinfrastructuurnetten. Uit de ervaring die de Commissie heeft opgedaan bij de beoordeling van de door de begunstigde landen ingediende financieringsaanvragen, blijkt dat het voor deze landen vaak moeilijk is om deze maatregelen uitsluitend met de nu beschikbare overheidsmiddelen te helpen financieren. Om een maximale economische impact van het ISPA in de begunstigde landen te bewerkstelligen, moet derhalve worden bereikt dat de EIB of de overige internationale financiële instellingen (EBWO, Wereldbank, NIB, NEFCO, enz.) en eventueel de particuliere sector, een zo hoog mogelijk bedrag meefinancieren. In 2000 b.v. heeft het ISPA voor ongeveer 40% van de goedgekeurde maatregelen een financiële bijdrage van deze instellingen verkregen, waardoor een "hefboomeffect" van ongeveer 25% kon worden bereikt.

3. Blijkens de Raadsverordening is de bevordering van medefinanciering door internationale financiële instellingen of door de particuliere sector overigens een van de aspecten waarmee rekening moet worden gehouden bij de toekenning van communautaire bijstand uit het ISPA. Door samenwerking met de overige financieringsbronnen, wil de Gemeenschap de aangewende middelen in de sectoren waarvoor pretoetredingssteun verleend wordt, verhogen, de financiële opzet van de maatregelen verbeteren en het hefboomeffect van het ISPA in de volgende jaren versterken.

4. De beoogde medefinanciering wordt echter bemoeilijkt, door het feit dat in de verordening van de Raad tot instelling van het ISPA, geen specifieke bepalingen opgenomen zijn op grond waarvan kan worden afgeweken van artikel 114, lid 1, van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen. Op grond van deze bepaling, die geldt voor de hulp aan derde landen, staan inschrijvingen voor door de Gemeenschap gefinancierde opdrachten uitsluitend open voor natuurlijke en rechtspersonen uit de lidstaten van de Europese Unie en van de in het kader van het ISPA begunstigde landen.

5. Aangezien de internationale financiële instellingen mogelijk andere regels voor de toewijzing van overheidsopdrachten in acht moeten nemen dan die waarin het Financieel Reglement voorziet, vormt de toepassing van artikel 114, lid 1, in bepaalde gevallen voor die instellingen een onoverkomelijke hinderpaal om deel te nemen in de financiering van maatregelen die voor financiële bijstand uit het ISPA in aanmerking komen. Wel kunnen op grond van artikel 114, lid 2, van het Financieel

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Reglement, in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen onderdanen van

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

derde landen aan aanbestedingen deelnemen. Voor toepassing van deze afwijking van lid 1 gelden echter twee voorwaarden : enerzijds moeten daartoe specifieke bepalingen in de basisbesluiten, in dit geval de verordening van de Raad tot instelling van het ISPA, opgenomen zijn, en anderzijds moeten deze voldoen aan passende goedkeuringsprocedures.

6 Daarom en met het oog op een vlottere toegang voor de begunstigde landen tot de middelen die hun door de internationale financiële instellingen of de particuliere sector verschaft kunnen worden, wordt voorgesteld in de ISPA-verordening specifieke bepalingen op te nemen die het mogelijk maken af te wijken van de voorschriften van titel IX van het Financieel Reglement voor het plaatsen van overheidsopdrachten. Bovendien wordt voorgesteld dat deze nieuwe bepalingen in de ISPA-verordening worden overgenomen van de PHARE-verordening. De Commissie zou dan om technische of economische redenen in verband met de beoogde uitvoering van een uit het ISPA gesubsidieerde maatregel, na onderzoek van elk afzonderlijk geval en bij wijze van uitzondering kunnen toestaan dat de begunstigden de inschrijvingen geheel of gedeeltelijk openstellen voor onderdanen van derde landen.

7. Bij medefinanciering van een maatregel door financiële instellingen die eigen regels voor de toewijzing van overheidsopdrachten (en niet de voorschriften van titel IX van het Financieel Reglement) hanteren, moeten de door die instellingen gefinancierde uitgaven meegerekend worden in de totale voor financiering uit het ISPA in aanmerking te nemen uitgaven. Wanneer de Commissie dit deel van de financiering namelijk in de lijst van goedgekeurde uitgaven opneemt, geldt dit bedrag als aanvullende ISPA-bijstand en moet het derhalve in aanmerking worden genomen voor de berekening van de binnen het ISPA te financieren uitgaven. Deze nieuwe definitie van de te financieren uitgaven laat de toepassing van het bepaalde in titel IX van het Financieel Reglement voor de uitvoering van het rechtstreeks uit het ISPA gefinancierde gedeelte van de maatregel onverlet.

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Maatregel met bijstand uit het ISPA

Financiering door een IFI

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Financiering door het ISPA

Derhalve wordt voorgesteld dat de Raad het bijgevoegde voorstel voor een verordening aanneemt.

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ... van ..., blz. ..

Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

[2] PB C ... van ..., blz. ..

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],

[3] PB C ... van ..., blz. ..

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [4],

[4] PB C ... van ..., blz. ..

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In 2000 zijn door de Commissie de eerste maatregelen beoordeeld en goedgekeurd waarvoor bijstand van de Gemeenschap is verleend uit het bij Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad [5] ingestelde pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid, hierna "ISPA" genoemd.

[5] PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73.

(2) Uit de ervaring die intussen is opgedaan bij de beoordeling en goedkeuring van uit het ISPA te financieren maatregelen, blijkt dat een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1267/1999 moet worden gewijzigd.

(3) Medefinanciering van de maatregelen, met name met internationale financiële instellingen, en de inbreng van particuliere financiële middelen zijn belangrijk voor het functioneren van het ISPA. In bepaalde gevallen is de toegang tot andere financieringsbronnen dan de bijstand van de Gemeenschap onontbeerlijk om de begunstigde landen in staat te stellen te zorgen voor medefinanciering van maatregelen die ten volle aan de bijstandverleningsvoorwaarden en de doelstellingen van het ISPA beantwoorden.

(4) Om gezamenlijke medefinanciering met internationale financiële instellingen en/of uit particuliere financieringsbronnen mogelijk te maken of te vergemakkelijken, moet worden voorzien in de mogelijkheid om na onderzoek van elk afzonderlijk geval af te wijken van de algemene voorschriften inzake de deelneming aan aanbestedingen, gunningen, opdrachten en contracten die uit het ISPA worden medegefinancierd.

(5) Artikel 114, lid 2, van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen [6] bepaalt dat onderdanen van derde landen in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen aan de aanbestedingen kunnen deelnemen overeenkomstig de specifieke bepalingen in de basisbesluiten betreffende de samenwerking en de passende goedkeuringsprocedures. Verordening (EG) nr. 1267/1999 is een dergelijk basisbesluit.

[6] PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Reglement laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

(6) Hierbij is het dienstig uit te gaan van een aantal bepalingen van het bij Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp aan bepaalde landen in Midden- en Oost-Europa [7] ingestelde PHARE-programma.

[7] PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2666/2000 (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

(7) Om medefinanciering van ISPA-maatregelen uit andere externe financieringsbronnen mogelijk te maken is een nadere omschrijving van de voor financiering in aanmerking komende uitgaven noodzakelijk..

(8) De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1267/1999 moeten overigens worden aangepast om rekening te houden met Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [8].

[8] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(9) Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van deze verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 308.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1267/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1) Het onderstaande artikel 6bis wordt ingevoegd:

"Artikel 6bis

Plaatsing van opdrachten

1. Bij maatregelen waarvoor de Gemeenschap de enige bron van externe hulp is, staat de deelneming aan aanbestedingen, gunningen, opdrachten en contracten onder dezelfde voorwaarden open voor iedere natuurlijke of rechtspersoon uit de lidstaten en uit de in artikel 1, lid 1, tweede alinea, bedoelde landen.

2. Lid 1 is eveneens van toepassing bij medefinanciering.

In geval van medefinanciering kan de deelneming van derde landen aan aanbestedingen, gunningen, opdrachten en contracten door de Commissie evenwel worden toegestaan na een onderzoek van ieder geval afzonderlijk."

2) Aan artikel 7 wordt het onderstaande lid 8 toegevoegd:

"8. Bij medefinanciering van een maatregel door internationale financiële instellingen kunnen ter berekening van de totale voor financiering in aanmerking komende uitgaven voor de maatregel ook de uitgaven worden meegeteld die aan de in lid 7 bedoelde regels inzake het in aanmerking komen voor financiering voldoen, maar worden gedaan volgens procedures die eigen zijn aan andere externe financieringsbronnen dan de bijstand van de Gemeenschap en door de betrokken financiële instellingen worden gefinancierd."

3) In artikel 14 komen de leden 1, 2 en 3 als volgt te luiden:

"1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie, hierna "het comité" genoemd. De Europese Investeringsbank wijst een vertegenwoordiger aan, die niet aan de stemmingen deelneemt.

2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van artikel 7 van dat besluit van toepassing.

3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op een maand vastgesteld."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

Top