EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0075

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken

/* COM/2000/0075 def. - CNS 99/0102 */

PB C 311E van 31.10.2000, p. 112–124 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52000PC0075

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken /* COM/2000/0075 def. - CNS 99/0102 */

Publicatieblad Nr. C 311 E van 31/10/2000 blz. 0112 - 0124


Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken

(door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

Inhoud

1. ACHTERGROND

2. HET GEWIJZIGDE VOORSTEL

2.1. Volledig aanvaarde wijzigingen

2.2. Wijzigingen die gedeeltelijk kunnen worden aanvaard

2.3. Wijzigingen die niet kunnen worden aanvaard

1. ACHTERGROND

Op 4 mei 1999 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken [1]. Rekening houdend met de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam en de communautarisering van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken, is in dit voorstel voor een richtlijn de inhoud opgenomen van het verdrag dat op 27 mei 1997 door de lidstaten werd ondertekend op basis van artikel K3, lid 2, onder c), en dat niet in werking is getreden.

[1] COM(1999)219, PB

Het voorstel is aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité toegezonden. Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 20-21 oktober 1999 zijn advies uitgebracht. Bij brief van 14 juli 1999 heeft de Raad overeenkomstig artikel 61 van het EG-Verdrag het Europees Parlement geraadpleegd. Het Europees Parlement heeft zijn commissie Vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (verslag) en zijn commissie Juridische zaken en interne markt (advies) belast met het onderzoek van het voorstel van de Commissie. De commissie Vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken heeft, nadat zij het op ... goedgekeurde advies van de commissie Juridische zaken en interne markt heeft ontvangen en onderzocht, op 9 november 1999 haar eigen verslag goedgekeurd. Op 17 november 1999 heeft het Parlement, in plenaire vergadering bijeen, overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag zijn advies [2] aangenomen houdende goedkeuring, onder voorbehoud van de door het Parlement aangebrachte wijzigingen, van het voorstel van de Commissie, waarbij deze werd uitgenodigd haar voorstel dienovereenkomstig te wijzigen.

[2] PB C

2. HET GEWIJZIGDE VOORSTEL

Over het algemeen steunt het Parlement de aanpak en de voornaamste richtsnoeren van het voorstel van de Commissie. Bijzonder belangrijk is de krachtige steun voor de versterking van de justitiële samenwerking en de snelheid en veiligheid van de procedures. Met uitzondering van amendement 1, dat betrekking heeft op de keuze van het rechtsinstrument, is het grootste deel van de amendementen van technische aard. De Commissie aanvaardt het merendeel hiervan volledig of gedeeltelijk.

2.1. Volledig aanvaarde wijzigingen

De volgende door het Parlement voorgestelde wijzigingen worden door de Commissie volldedig aanvaard en in haar gewijzigde voorstel opgenomen:

Gehele tekst:

De term "richtlijn" is in de gehele tekst vervangen door de term "verordening" om tegemoet te komen aan amendement 1 van het Parlement, dat van oordeel is dat een verordening in tegenstelling tot een richtlijn het voordeel biedt van een snelle, duidelijke en homogene tenuitvoerlegging van de communautaire tekst, hetgeen in overeenstemming is met de doelstelling. In verband met de keuze voor een ander rechtsinstrument zijn tevens enkele andere kleine wijzigingen aangebracht.

Artikel 3

Om rekening te houden met amendement 4 is aan artikel 3, lid 1, onder b), toegevoegd dat de centrale instantie bijstand moet verlenen indien het adres van degene voor wie het stuk bestemd is, onjuist is.

Artikel 6

Aan artikel 6, lid 2, is een nieuwe alinea toegevoegd waarin in overeenstemming met amendement 7 is bepaald dat in geval van gegronde twijfel waarbij geen sprake is van een klaarblijkelijke fout (amendement 8), het oordeel van de verzendende instantie inzake de vraag of het stuk valt onder "burgerlijke en handelszaken" prevaleert boven dat van de ontvangende instantie.

Artikel 6, lid 3, is enigszins aangepast in verband met amendement 8. Dit amendement is eerder van redactionele aard.

Artikel 9

Artikel 9, lid 3 is geschrapt om rekening te houden met amendement 9 van het Parlement, dat van oordeel is dat de mogelijkheid voor de lidstaten om van de leden 1 en 2 af te wijken, een beperking van de reikwijdte van de tekst zou betekenen.

Artikel 11

In overeenstemming met amendement 11 is aan artikel 11, lid 2, toegevoegd dat de regel inzake de terugbetaling van de kosten veroorzaakt door het optreden van een deurwaarder of een bevoegde instantie of door de inachtneming van een bijzondere vorm van betekening of kennisgeving, uitsluitend van toepassing is indien de wet van de aangezochte lidstaat hierin voorziet.

Artikel 13

Amendement 12 is overgenomen; in artikel 13, lid 1, is dan ook bepaald dat uitsluitend in uitzonderlijke omstandigheden betekening of kennisgeving door de zorg van diplomatieke of consulaire ambtenaren plaatsvindt.

Artikel 15

Artikel 15, lid 2, wordt geschrapt in overeenstemming met amendement 13, dat is gebaseerd op de wens om de reikwijdte regel niet door verschillende regelingen in de lidstaten te verzwakken.

Artikel 17

Artikel 17, onder c), wordt aangepast in overeenstemming met amendement 14, dat van louter redactionele aard is.

Artikel 21

Artikel 21 wordt aangepast in overeenstemming met het louter redactionele amendement 15.

Artikel 24

In overeenstemming met amendement 16 is de bepaling toegevoegd dat het verslag betrekking moet hebben op de aspecten van de kennisgeving van stukken langs elektronische weg, met het oog op de opstelling van een regelgevingskader op Europees niveau.

Bijlage

De bijlage wordt gewijzigd in overeenstemming met amendement 17.

2.2. Wijzigingen die gedeeltelijk kunnen worden aanvaard

Artikel 1

Artikel 1, lid 2, is gewijzigd in verband met amendement 2, dat toevoegt dat het adres van degene voor wie het stuk bestemd is, het adres van zijn woon- of verblijfplaats is. De Commissie stelt evenwel voor het begrip "gebruikelijke" verblijfplaats te hanteren, omdat dit begrip in het internationaal privaatrecht gebruikelijker is dan "hoofdverblijfplaats".

2.3. Wijzigingen die niet kunnen worden aanvaard

De Commissie kan niet instemmen met de wijzigingen die het Europees met de amendementen 3, 5, 6 en 10 voorstelt.

Amendement 3

Dit amendement voegt niets toe. Men mag ervan uitgaan dat de lidstaten die slechts één (en dus gecentraliseerde) instantie zouden aanwijzen, rechtstreekse toezending niet zouden toestaan.

Amendementen 5 en 6

Deze amendementen zouden de centrale autoriteiten, die slechts een ondersteunende functie hebben, te zwaar belasten. Dit is in strijd met de algemene doelstelling van het voorstel, namelijk een maximale "decentralisatie" van de toezending en de kennisgeving/betekening. De belanghebbenden, namelijk de aanvrager en degene voor wie het stuk bestemd is, kunnen zich voor informatie over de vertalingen wenden tot de verzendende en de ontvangende instantie.

Amendement 10

Dit amendement is in tegenspraak met artikel 11, lid 2. De lidstaten mogen deurwaarders, particulieren, als verzendende of ontvangende instantie aanwijzen. Deze deurwaarders moeten voor hun diensten uiteraard een vergoeding kunnen ontvangen.

1999/0102(CNS)

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c),

Gezien het voorstel van de Commissie [3],

[3] PB

Gezien het advies van het Europees Parlement [4],

[4] PB

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [5],

[5] PB

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. De Gemeenschap neemt met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van een dergelijke ruimte onder meer de maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken die nodig zijn voor de goede werking van de interne markt.

(2) Het is voor de goede werking van de interne markt nodig de verzending tussen de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, met het oog op betekening of kennisgeving ervan, te verbeteren en te versnellen.

(3) Dit onderwerp valt onder het gebied justitiële samenwerking in burgerlijke zaken zoals bedoeld in artikel 65 van het Verdrag.

(4) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag, kunnen de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. De onderhavige verordening beperkt zich tot het vereiste minimum om deze doelstellingen te bereiken en gaat niet verder dan hiertoe nodig is.

(5) De Raad heeft bij de Akte van 26 mei 1997 [6] de tekst van een verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van de Europese Unie van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken vastgesteld en aanbevolen dat de lidstaten dit verdrag overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aannemen. Dit verdrag is niet in werking getreden. De continuïteit van de bij het sluiten van het verdrag behaalde resultaten moet worden gewaarborgd. De inhoud van dit Verdrag wordt derhalve grotendeels in deze verordening overgenomen.

[6] PB C 261 van 27.8.1997, blz. 1.

(6) Het is met het oog op de doelmatigheid en de snelheid van de gerechtelijke procedures in burgerlijke zaken nodig dat de verzending van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken tussen de door de lidstaten aangewezen instanties rechtstreeks en op snelle wijze geschiedt. De lidstaten moeten evenwel hun voornemen kenbaar kunnen maken hun centrale autoriteiten voorlopig gedurende vijf jaar te behouden. Deze overgangsregeling is gerechtvaardigd gezien de noodzaak de huidige verzendingsstelsels van de lidstaten aan te passen.

(7) De verzending kan met het oog op de snelheid ervan langs elke passende weg geschieden, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan inzake de leesbaarheid en de betrouwbaarheid van het ontvangen stuk. De beveiliging van de verzending vereist dat het te verzenden stuk vergezeld gaat van een formulier dat moet worden ingevuld in de taal van de plaats waar de betekening of kennisgeving geschiedt dan wel in een andere taal die door de aangezochte lidstaat wordt aanvaard.

(8) De mogelijkheid de betekening of kennisgeving van stukken te weigeren, moet tot buitengewone gevallen worden beperkt teneinde de doeltreffendheid van de verordening te waarborgen.

(9) Het is met het oog op de snelheid van de verzending gerechtvaardigd dat de betekening of kennisgeving van een stuk binnen enkele dagen na ontvangst van het stuk geschiedt. Indien de betekening of de kennisgeving echter niet binnen een maand heeft kunnen plaatsvinden, deelt de ontvangende instantie dit aan de verzendende instantie mede. Het verstrijken van deze termijn betekent niet dat de aanvraag aan de verzendende instantie moet worden teruggezonden, wanneer binnen een redelijke termijn aan deze aanvraag kan worden voldaan.

(10) De betekening of kennisgeving moet, teneinde de belangen van de geadresseerde te beschermen, worden verricht in de taal van de plaats waar zij moet geschieden of in een taal van de verzendende lidstaat die de geadresseerde begrijpt.

(11) Gezien de in de onderscheiden lidstaten bestaande verschillen in procedureregels, verschilt de gebeurtenis waarvan de datum voor de betekening of kennisgeving in aanmerking wordt genomen, van lidstaat tot lidstaat. De onderhavige verordening moet in een dergelijke situatie in een dubbele datum voorzien, daar deze datum wordt bepaald door de wet van de aangezochte lidstaat tenzij het om stukken gaat waarvan de betekening of kennisgeving binnen een bepaalde termijn moet worden verricht. Aldus wordt beoogd de rechten van zowel de geadresseerde als de aanvrager te beschermen.

(12) De onderhavige verordening heeft voorrang op de bepalingen inzake door haar bestreken gebieden in door de lidstaten gesloten internationale overeenkomsten, met name het Protocol bij het Verdrag van Brussel van 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken [7] en het Verdrag van 's-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken, in de betrekkingen tussen de lidstaten die partij zijn bij deze verdragen. De verordening belet de lidstaten niet bepalingen te behouden of vast te stellen om de toezending van de stukken te versnellen, mits deze met de bepalingen van de verordening verenigbaar zijn.

[7] PB C 27 van 26.1.1998, blz.17.

(13) De krachtens de onderhavige verordening verzonden gegevens moeten van een beschermingsregeling genieten. De materie valt binnen de werkingssfeer van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [8] en Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector [9].

[8] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

[9] PB L 24 van 30.1.1998, blz. 1.

(14) De Commissie moet de bepalingen voor toepassing van deze verordening ten uitvoer leggen. Zij wordt hiertoe bijgestaan door een comité van raadgevende aard bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten.

(15) De Commissie moet uiterlijk drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening de toepassing ervan onderzoeken en, in voorkomend geval, de nodige wijzigingen voorstellen.

(16) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, hebben deze twee lidstaten kennis gegeven van hun beslissing om aan de aanneming van deze verordening deel te nemen. Overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken neemt deze lidstaat niet deel aan de aanneming van deze verordening. Deze verordening is derhalve niet verbindend voor Denemarken en is niet op deze lidstaat van toepassing,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Werkingssfeer

1. Deze verordening is van toepassing in burgerlijke en in handelszaken, waarin een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk van een lidstaat naar een andere lidstaat moet worden verzonden ter betekening of kennisgeving aldaar.

2. Deze verordening is niet van toepassing indien het adres van de woonplaats of de gebruikelijke verblijfplaats van degene voor wie het stuk is bestemd, onbekend is.

Artikel 2 - Verzendende en ontvangende instanties

1. Elke lidstaat wijst de deurwaarders, autoriteiten of andere personen aan, hierna "verzendende instanties" genoemd, die bevoegd zijn gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te verzenden ter betekening of kennisgeving in een andere lidstaat.

2. Elke lidstaat wijst de deurwaarders, autoriteiten of andere personen aan, hierna "ontvangende instanties" genoemd, die bevoegd zijn van een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken in ontvangst te nemen.

3. Elke lidstaat kan één verzendende instantie en één ontvangende instantie aanwijzen, dan wel een instantie die beide functies vervult. Een federale staat, een staat waarin verschillende rechtsstelsels gelden of een staat met autonome territoriale structuren kan meer dan een van dergelijke instanties aanwijzen. De aanwijzing is vijf jaar geldig en kan telkens met vijf jaar worden verlengd.

4. Elke lidstaat verstrekt de Commissie de volgende gegevens:

a) de naam en het adres van de in de leden 2 en 3 bedoelde ontvangende instanties,

b) hun territoriale bevoegdheid,

c) de wijze waarop zij stukken kunnen ontvangen,

d) de talen die kunnen worden gebruikt voor het invullen van het formulier waarvan het model in de bijlage is opgenomen.

De lidstaten stellen de Commissie van alle wijzigingen van deze gegevens in kennis.

Artikel 3 - Centrale instantie

Elke lidstaat wijst een centrale instantie aan die tot taak heeft:

a) de verzendende instanties informatie te verschaffen;

b) oplossingen te zoeken voor de problemen die zich bij de verzending van stukken ter betekening of kennisgeving kunnen voordoen en bijstand te verlenen in geval van een onjuist adres;

c) in buitengewone omstandigheden, op verzoek van een verzendende instantie, aan de bevoegde ontvangende instantie een aanvraag om betekening of kennisgeving te doen toekomen.

Een federale staat, een staat waarin verschillende rechtsstelsels gelden of een staat met autonome territoriale structuren kan meer centrale instanties aanwijzen.

Hoofdstuk II - Gerechtelijke stukken

Afdeling 1 - Verzending en betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken

Artikel 4 - Verzending van stukken

1. De op grond van artikel 2 aangewezen instanties zenden elkaar de gerechtelijke stukken zo spoedig mogelijk rechtstreeks toe.

2. De verzendende en ontvangende instanties kunnen elkaar de stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en alle overige documenten langs elke passende weg toezenden, mits de inhoud van het ontvangen stuk met die van het verzonden document overeenstemt en alle informatie daarin goed leesbaar is.

3. Het te verzenden stuk gaat vergezeld van een aanvraag die volgens het modelformulier in de bijlage is opgesteld. Het formulier wordt in de officiële taal van de aangezochte lidstaat ingevuld of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat zijn, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht, of in een andere taal die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te kunnen aanvaarden. Elke lidstaat doet opgave van de officiële taal of talen van de Europese Unie, andere dan zijn eigen taal of talen, die hij voor de invulling van het formulier aanvaardt.

4. Alle verzonden stukken en overige documenten zijn vrijgesteld van legalisatie of een daarmee gelijk te stellen formaliteit.

5. Wanneer de verzendende instantie teruggave verlangt van een afschrift van het stuk vergezeld van het in artikel 10 bedoelde certificaat, zendt zij het stuk in tweevoud op.

Artikel 5 - Vertaling van stukken

1. De aanvrager wordt door de verzendende instantie waaraan hij het stuk ter verzending overdraagt, in kennis gesteld van het feit dat degene voor wie het stuk is bestemd kan weigeren het stuk in ontvangst te nemen omdat het niet in een van de in artikel 8 bedoelde talen is gesteld.

2. De aanvrager draagt de eventuele kosten van vertaling vóór de verzending van het stuk, onverminderd een eventuele latere verwijzing in die kosten door de rechter of bevoegde autoriteit.

Artikel 6 - Ontvangst van stukken door de ontvangende instantie

1. Bij de ontvangst van een stuk zendt de ontvangende instantie de verzendende instantie zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen zeven dagen na de ontvangst van het stuk langs de snelst mogelijke weg een ontvangstbewijs, overeenkomstig het modelformulier in de bijlage.

2. Indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving niet aan de hand van de toegezonden gegevens of stukken kan worden uitgevoerd, neemt de ontvangende instantie langs de snelst mogelijke weg contact met de verzendende instantie op om de ontbrekende gegevens of stukken te verkrijgen.

In geval van gegronde twijfel over de vraag of het stuk binnen het toepassingsgebied van deze verordening valt, prevaleert het oordeel van de verzendende instantie boven dat van de ontvangende instantie, behoudens de in lid 3 bedoelde uitzondering.

3. Indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving wegens een klaarblijkelijke fout buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt of indien de betekening of kennisgeving niet mogelijk is omdat niet aan de vormvoorschriften is voldaan, worden de aanvraag en de toegezonden stukken na ontvangst aan de verzendende instantie teruggezonden, samen met het bericht van teruggave, overeenkomstig het modelformulier in de bijlage.

4. Een ontvangende instantie die een stuk ontvangt maar voor de betekening of kennisgeving ervan niet territoriaal bevoegd is, zendt het stuk, evenals de aanvraag, aan de bevoegde ontvangende instantie in dezelfde lidstaat door indien de aanvraag aan de in artikel 4, lid 3, bedoelde voorwaarden voldoet en stelt de verzendende instantie daarvan door middel van het modelformulier in de bijlage in kennis. De laatstgenoemde ontvangende instantie stelt de verzendende instantie op de in lid 1 beschreven wijze van de ontvangst in kennis.

Artikel 7 - Betekening of kennisgeving van stukken

1. De ontvangende instantie zorgt voor de betekening of kennisgeving van het stuk, hetzij overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat, hetzij in de specifieke, door de verzendende instantie gewenste vorm, mits deze met het recht van die aangezochte lidstaat verenigbaar is.

2. Alle handelingen ter betekening of kennisgeving van het stuk worden zo spoedig mogelijk verricht. In ieder geval deelt de ontvangende instantie, indien de betekening of de kennisgeving niet binnen een maand na de datum van ontvangst heeft kunnen plaatsvinden, dit aan de verzendende instantie mee door middel van het certificaat in het modelformulier in de bijlage, dat volgens de in artikel 10, lid 2, opgenomen regels wordt ingevuld. De termijn wordt volgens het recht van de aangezochte lidstaat berekend.

Artikel 8 - Weigering van ontvangst van een stuk

1. De ontvangende instantie deelt degene voor wie het stuk is bestemd mee dat hij kan weigeren het stuk dat moet worden betekend of waarvan kennis moet worden gegeven, in ontvangst te nemen indien het in een andere dan een van de volgende talen is gesteld:

a) de officiële taal van de aangezochte lidstaat of, indien er verscheidende officiële talen in de aangezochte lidstaat zijn, de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht;

b) een taal van de lidstaat van verzending die degene voor wie het stuk is bestemd, begrijpt.

2. Indien de ontvangende instantie ervan op de hoogte is gesteld dat de persoon voor wie het stuk is bestemd dit overeenkomstig lid 1 weigert in ontvangst te nemen, stelt zij de verzendende instantie daarvan onmiddellijk door middel van het in artikel 10 bedoelde certificaat in kennis en zendt zij de aanvraag alsmede de stukken waarvan de vertaling wordt gevraagd terug.

Artikel 9 - Datum van betekening of kennisgeving

1. Onverminderd artikel 8 is de datum van betekening of kennisgeving in de zin van artikel 7 de datum waarop de betekening of kennisgeving overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat is geschied.

2. Wanneer in het raam van een in de lidstaat van herkomst in te leiden of hangende procedure de betekening of kennisgeving van een stuk binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, wordt de datum die ten aanzien van de aanvrager in aanmerking moet worden genomen, bepaald door het recht van deze lidstaat.

Artikel 10 - Certificaat van betekening of kennisgeving en afschrift van het stuk waarvan de betekening of kennisgeving is verricht

1. Wanneer alle formaliteiten met betrekking tot de betekening of kennisgeving van het stuk zijn verricht, wordt door middel van het modelformulier in de bijlage een certificaat betreffende de voltooiing van deze handelingen opgesteld en aan de verzendende instantie toegezonden. In geval van toepassing van artikel 4, lid 5, gaat het certificaat vergezeld van een afschrift van het stuk waarvan de betekening of kennisgeving is verricht.

2. Het certificaat wordt in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat van herkomst ingevuld of in een andere taal die de lidstaat van herkomst heeft meegedeeld te kunnen aanvaarden. Elke lidstaat doet opgave van de officiële taal of talen van de Europese Unie, andere dan zijn eigen taal of talen, die hij voor de invulling van het formulier aanvaardt.

Artikel 11 - Kosten van betekening of kennisgeving

1. De betekening of kennisgeving van uit een lidstaat afkomstige gerechtelijke stukken geeft geen aanleiding tot betaling of terugbetaling van heffingen of kosten voor de door de aangezochte lidstaat verleende diensten.

2. Wanneer de wet van de aangezochte lidstaat hierin voorziet, is de aanvrager gehouden de kosten te betalen of terug te betalen, veroorzaakt door:

a) het optreden van een deurwaarder of van een volgens de wet van de aangezochte lidstaat bevoegde persoon,

b) de inachtneming van een bijzondere vorm van betekening of kennisgeving.

Afdeling 2 - Andere wijzen van verzending en betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken

Artikel 12 - Toezending langs consulaire of diplomatieke weg

In buitengewone omstandigheden is elke lidstaat bevoegd gerechtelijke stukken langs consulaire of diplomatieke weg aan de krachtens artikel 2 of 3 aangewezen instanties van een andere lidstaat ter betekening of kennisgeving toe te zenden.

Artikel 13 - Betekening of kennisgeving door de zorg van diplomatieke of consulaire ambtenaren

In buitengewone omstandigheden is elke lidstaat bevoegd de betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken aan zich in een andere lidstaat bevindende personen rechtstreeks, zonder rechtsdwang, door de zorg van zijn diplomatieke of consulaire ambtenaren te doen verrichten.

Elke lidstaat kan verklaren dat hij zich tegen de uitoefening van deze bevoegdheid op zijn grondgebied verzet, tenzij van het stuk betekening of kennisgeving moet worden gedaan aan een onderdaan van de lidstaat van herkomst van dat stuk.

Artikel 14 - Betekening of kennisgeving per post

1. Elke lidstaat is bevoegd de betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken aan zich in een andere lidstaat bevindende personen rechtstreeks per post te doen verrichten.

2. Elke lidstaat kan bepalen onder welke voorwaarden hij de betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken per post aanvaardt.

Artikel 15 - Rechtstreekse betekening of kennisgeving

Deze verordening laat de bevoegdheid van iedere belanghebbende onverlet bij een rechtsgeding de betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken rechtstreeks te doen verrichten door de deurwaarders, ambtenaren of andere bevoegde personen in de aangezochte lidstaat.

Hoofdstuk III - Buitengerechtelijke stukken

Artikel 16 - Verzending

Buitengerechtelijke stukken kunnen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening ter betekening of kennisgeving in een andere lidstaat worden verzonden.

Hoofdstuk IV - Slotbepalingen

Artikel 17 - Toepassing

De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 18 maatregelen vast met het oog op:

a) de opstelling en jaarlijkse bijwerking van een handleiding met de door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 4, verstrekte gegevens;

b) de opstelling van een lijst in de officiële talen van de Europese Unie van de stukken waarvan de betekening of kennisgeving op grond van deze verordening mogelijk is;

c) het aanbrengen van aanpassingen in het modelfiguur in de bijlage;

d) de tenuitvoerlegging van de toepassingsbepalingen ten behoeve van een snellere toezending, betekening en kennisgeving van stukken.

Artikel 18 - Comité

De Commissie wordt bijgestaan door een comité van raadgevende aard bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen. Voorts heeft iedere lidstaat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

Artikel 19 - Niet-verschenen verweerder

1. Wanneer een stuk dat het geding inleidt of een daarmee gelijk te stellen stuk overeenkomstig de bepalingen van deze verordening ter betekening of kennisgeving naar een andere lidstaat moest worden gezonden en de verweerder niet is verschenen, houdt de rechter de beslissing aan totdat is gebleken dat:

a) hetzij van het stuk betekening of kennisgeving is gedaan met inachtneming van de in de wetgeving van de aangezochte lidstaat voorgeschreven vormen voor de betekening of kennisgeving van stukken die in dat land zijn opgemaakt en voor zich op het grondgebied van dat land bevindende personen bestemd zijn;

b) hetzij het stuk aan de verweerder in persoon of aan zijn woonplaats is afgegeven op een andere in deze verordening geregelde wijze,

en dat de betekening of kennisgeving, respectievelijk de afgifte, zo tijdig is geschied dat de verweerder gelegenheid heeft gehad verweer te voeren.

2. Elke lidstaat is bevoegd te verklaren dat zijn rechters in afwijking van het bepaalde in lid 1 een beslissing kunnen geven, ook wanneer geen bewijs, hetzij van betekening of kennisgeving, hetzij van afgifte is ontvangen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a) het stuk is op één van de in deze verordening geregelde wijzen toegezonden;

b) sedert het tijdstip van toezending van het stuk is een termijn verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval wordt vastgesteld, doch die ten minste zes maanden zal bedragen;

c) in weerwil van alle redelijke inspanningen die daartoe bij de bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat zijn aangewend, kon geen bewijs worden verkregen.

3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 belet niet dat de rechter in spoedeisende gevallen voorlopige of bewarende maatregelen kan nemen.

4. Wanneer een stuk dat het geding inleidt of een daarmee gelijk te stellen stuk overeenkomstig de bepalingen van deze verordening ter betekening of kennisgeving naar een andere lidstaat moest worden gezonden en de verweerder bij verstek is veroordeeld, kan de rechter, indien de termijn waarbinnen een rechtsmiddel had moeten worden aangewend is verstreken, de verweerder een nieuwe termijn toestaan waarbinnen hij het rechtsmiddel alsnog kan aanwenden, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de verweerder heeft niet de gelegenheid gehad zich te verweren of een rechtsmiddel aan te wenden, doordat het stuk respectievelijk de beslissing hem, buiten zijn schuld, niet tijdig heeft bereikt;

b) de grieven van de verweerder zijn, naar het aanvankelijke oordeel van de rechter, niet van elke grond ontbloot.

Een verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel is slechts ontvankelijk indien het is ingediend binnen een redelijke termijn na het tijdstip waarop de verweerder van de beslissing kennis heeft gekregen.

Elke lidstaat kan verklaren dat het verzoek niet ontvankelijk is, indien het is ingediend na het verstrijken van een in die verklaring genoemde termijn, die echter niet korter mag zijn dan één jaar te rekenen vanaf de dag waarop de beslissing is gegeven.

5. Het bepaalde in lid 4 is niet van toepassing op beslissingen betreffende de staat van personen.

Artikel 20 - Verband met overeenkomsten of regelingen waarbij de lidstaten partij zijn

1. Voor het gebied dat tot haar werkingssfeer behoort, heeft deze verordening voorrang op de bepalingen in door de lidstaten gesloten internationale overeenkomsten, met name artikel IV van het protocol bij het Verdrag van Brussel van 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en het Verdrag van 's-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken.

2. Deze verordening belet de lidstaten niet voorschriften te behouden of vast te stellen om de toezending van de stukken te versnellen, mits deze met de bepalingen van deze verordening verenigbaar zijn. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de desbetreffende ontwerp-bepalingen die zij beogen aan te nemen.

Artikel 21 - Rechtshulp

De geldende wetgeving op het gebied van rechtshulp, met name artikel 23 van het Verdrag van 17 juli 1905 betreffende de burgerlijke rechtsvordering, artikel 24 van het Verdrag van 1 maart 1954 betreffende de burgerlijke rechtsvordering en artikel 13 van het Verdrag van 25 oktober 1980 inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen, blijft onverminderd van toepassing tussen de lidstaten welke partij zijn bij die verdragen.

Artikel 22 - Bescherming van verzonden gegevens

1. Gegevens, waaronder met name begrepen persoonsgegevens, die krachtens deze verordening worden verzonden, worden door de ontvangende instantie alleen gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn verzonden.

2. De ontvangende instanties beschermen de vertrouwelijkheid van die gegevens overeenkomstig hun nationale wetgeving.

3. De leden 1 en 2 laten onverlet dat de toepasselijke nationale wetgeving degenen wier gegevens het betreft, in staat stelt te worden ingelicht omtrent het gebruik van overeenkomstig deze verordening verzonden gegevens.

4. Deze verordening doet geen afbreuk aan de toepassing van de Richtlijnen 95/46/EG en 97/66/EG .

Artikel 23 - Bekendmaking

De Commissie maakt de in de artikelen 2, 3, 4, 9, 10, 13, 14, 15 en 19 bedoelde gegevens die haar door de lidstaten worden meegedeeld, in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend.

Artikel 24 - Nieuw onderzoek

Uiterlijk drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening, en vervolgens om de vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening, waarbij zij met name toeziet op de doeltreffendheid van de overeenkomstig artikel 2 aangewezen instanties en op de praktische toepassing van artikel 3, onder c), en artikel 9. Dit verslag heeft tevens betrekking op de betrekkingen van juridische aard die langs elektronische weg tot stand komen en op de betekening en kennisgeving die langs deze weg geschieden; op dit gebied moet snel een regelgevingskader op Europees niveau worden opgesteld.

Artikel 25 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing vanaf 1 oktober 2000.

Artikel 26 - Adressaten

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

AANVRAAG OM BETEKENING OF KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 4, lid 3, van de verordening)

Referentie nr.: . (*) Facultatief.

1. VERZENDENDE INSTANTIE

1.1. Naam: .

1.2. Adres:

1.2.1. straat + nummer/postbus: .

1.2.2. postcode + plaats: .

1.2.3. land: .

1.3. Telefoon: .

1.4. Fax (*): .

1.5. E-Mail (*): .

2. ONTVANGENDE INSTANTIE

2.1. Naam: .

2.2. Adres:

2.2.1. straat + nummer/postbus: .

2.2.2. postcode + plaats: .

2.2.3. land: .

2.3. Telefoon: .

2.4. Fax (*): .

2.5. E-Mail (*): .

3. AANVRAGER

3.1. Naam: .

3.2. Adres:

3.2.1. straat + nummer/postbus: .

3.2.2. postcode + plaats: .

3.2.3. land: .

3.3. Telefoon (*): .

3.4. Fax (*): .

3.5. E-Mail (*): .

4. GEADRESSEERDE

4.1. Naam: .

4.2. Adres:

4.2.1. straat + nummer/postbus: .

4.2.2. postcode + plaats: .

4.2.3. land: .

4.3. Telefoon (*): .

4.4. Fax (*): .

4.5. E-Mail (*): .

4.6. Persoonlijk identificatienummer, socialezekerheidsnummer, organisatienummer of gelijkwaardig kenmerk (*):.

5. WIJZE VAN BETEKENING OF KENNISGEVING

5.1. Volgens de wet van de aangezochte staat

5.2. Op de volgende bijzondere wijze:

5.2.1. Indien deze wijze onverenigbaar is met de wet van de aangezochte lidstaat, moet van het/de stuk(ken) betekening of kennisgeving geschieden in overeenstemming met die wet:

5.2.1.1. Ja

5.2.1.2. Neen

6. STUK WAARVAN BETEKENING OF KENNISGEVING MOET GESCHIEDEN

a) 6.1. Soort stuk

6.1.1. Gerechtelijk

6.1.1.1. procesinleidend stuk

6.1.1.2. rechterlijke beslissing

6.1.1.3. hoger beroep, cassatie, verzet

6.1.1.4. overige: .

6.1.2 Buitengerechtelijk

b) 6.2. In het stuk genoemde datum of uiterste termijn (*):

c) 6.3. Taal van het stuk:

6.3.1. origineel D EN DK ES FIN FR GR IT NL P S Andere: .

6.3.2. vertaling (*) D EN DK ES FIN FR GR IT NL P S Andere: .

d) 6.4. Aantal bijgevoegde documenten: .

7. TERUGZENDING VAN EEN KOPIE VAN HET STUK MET HET CERTIFICAAT (artikel 4, lid 5, van de verordening)

7.1. Ja (in dit geval moet het stuk waarvan betekening of kennisgeving moet plaatsvinden in tweevoud worden toegezonden)

7.2. Neen

1. Op grond van artikel 7, lid 2, van de verordening dient u zo spoedig mogelijk het nodige te doen voor de betekening of kennisgeving van het stuk. Indien de betekening of kennisgeving echter niet binnen een maand na ontvangst kan geschieden, moet u deze instantie daarvan met het in punt 13 bedoelde certificaat in kennis stellen.

2. Indien u niet kunt voldoen aan deze aanvraag om betekening of kennisgeving met behulp van de toegezonden informatie of stukken, dient u op grond van artikel 6, lid 2, van de verordening langs de snelst mogelijke weg contact op te nemen met deze instantie om de ontbrekende informatie of stukken te verkrijgen.

Gedaan te: . (plaats),

(datum)

Ondertekening en/of stempel: .

Referentienummer van de ontvangende instantie:

ONTVANGSTBEVESTIGING

(Artikel 6, lid 1, van de verordening)

Deze bevestiging moet zo spoedig mogelijk na ontvangst van het stuk, doch in ieder geval binnen zeven dagen na ontvangst, langs de snelst mogelijke weg worden toegezonden.

8. DATUM VAN ONTVANGST: .

Gedaan te: . (plaats),

(datum)

Ondertekening en/of stempel: .

VERKLARING VAN TERUGZENDING VAN AANVRAAG EN STUK

(Artikel 6, lid 3, van de verordening)

Aanvraag en stuk moeten na ontvangst worden teruggezonden.

9. REDEN VOOR TERUGZENDING: .

9.1. De aanvraag valt duidelijk buiten het toepassingsgebied van de verordening:

9.1.1. het stuk heeft geen betrekking op een burgerlijke of handelszaak

9.1.2. de betekening of kennisgeving vindt niet plaats vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat

9.2. Betekening of kennnisgeving kan niet plaatsvinden omdat niet voldaan is aan de vormvoorschriften:

9.2.1. vermeldingen zijn niet goed leesbaar

9.2.2. de taal waarin het formulier is ingevuld, is onjuist

9.2.3. het ontvangen stuk is geen eensluidend afschrift

9.2.4. ondere (bijzonderheden vermelden a.u.b.):

9.3. De wijze van betekening of kennisgeving is onverenigbaar met de wet van die lidstaat (artikel 7, lid 1, van de verordening)

Gedaan te: . (plaats),

(datum)

Ondertekening en/of stempel: .

VERKLARING VAN DOORZENDING VAN AANVRAAG EN STUK NAAR DE JUISTE ONTVANGENDE INSTANTIE

(Artikel 6, lid 4, van de verordening)

Aanvraag en stuk zijn doorgezonden aan de volgende ontvangende instantie, die territoriaal voor de betekening of de kennisgeving bevoegd is:

10.1. NAAM: .

10.2. Adres:

10.2.1. straat + nummer/postbus: .

10.2.2. postcode + plaats: .

10.2.3. land: .

10.3. Telefoon: .

10.4. Fax (*): .

10.5. E-Mail (*): .

Gedaan te: . (plaats),

(datum)

Ondertekening en/of stempel: .

Referentienummer van de juiste ontvangende instantie:

VERKLARING VAN ONTVANGST VAN DE JUISTE ONTVANGENDE INSTANTIE AAN DE VERZENDENDE INSTANTIE

(Artikel 6, lid 4, van de verordening)

Deze verklaring moet zo spoedig mogelijk na ontvangst van het stuk, doch in ieder geval binnen zeven dagen na ontvangst, langs de snelst mogelijke weg worden toegezonden.

11. DATUM VAN ONTVANGST: .

Gedaan te: . (plaats),

(datum)

Ondertekening en/of stempel: .

CERTIFICAAT VAN BETEKENING OF KENNISGEVING DAN WEL NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 10 van de verordening)

De betekening of kennisgeving dient zo spoedig mogelijk te geschieden. Indien de betekening of kennisgeving niet binnen een maand na ontvangst heeft kunnen worden verricht, moet de ontvangende instantie de verzendende instantie daarvan in kennis stellen (overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de verordening).

12. VOLTOOIING VAN BETEKENING OF KENNISGEVING

a) 12.1. Datum en plaats van betekening of kennisgeving: .

b) 12.2. Het stuk is

A) 12.2.1. betekend of daarvan is kennis gegeven in overeenstemming met de wet van de aangezochte lidstaat, namelijk:

12.2.1.1. afgegeven aan:

12.2.1.1.1. de geadresseerde persoonlijk

12.2.1.1.2. een andere persoon

12.2.1.1.2.1. Naam: .

12.2.1.1.2.2. Adres: .

12.2.1.1.2.2.1. straat + nummer/postbus : .

12.2.1.1.2.2.2. postcode + plaats: .

12.2.1.1.2.2.3. land: .

12.2.1.1.2.3. Betrekking tot de geadresseerde:

familie werknemer andere

12.2.1.1.3. het huisadres van de geadresseerde

12.2.1.2. per post bezorgd

12.2.1.2.1. zonder ontvangstbevestiging

12.2.1.2.2. met de bijgevoegde ontvangstbevestiging

12.2.1.2.2.1. van de geadresseerde

12.2.1.2.2.2. van een andere persoon

12.2.1.2.2.2.1. Naam: .

12.2.1.2.2.2.2. Adres: .

12.2.1.2.2.2.2.1. straat + nummer/postbus: .

12.2.1.2.2.2.2.2. postcode + plaats: .

12.2.1.2.2.2.2.3. land: .

12.2.1.2.2.2.3. Betrekking tot de geadresseerde:

familie werknemer andere

12.2.1.3. op andere wijze (omschrijven a.u.b.): .

B) 12.2.2. betekend of daarvan is kennis gegeven op de volgende bijzondere wijze (omschrijven a.u.b.): .

C) 12.2.3. betekend door (hoedanigheid, adres, telefoon- of faxnummer):

c) 12.3. Aan de geadresseerde van het stuk is [mondeling] [schriftelijk] medegedeeld dat hij het stuk mag weigeren indien het niet gesteld is in een officiële taal van de plaats van betekening of kennisgeving of in een officiële taal van de staat van toezending die hij begrijpt

13. MEDEDELING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 7, LID 2

De betekening of kennisgeving van het stuk heeft niet binnen een maand na de datum van ontvangst kunnen plaatsvinden.

14. WEIGERING VAN HET STUK

De geadresseerde heeft het stuk in verband met de gebruikte taal geweigerd. De stukken zijn bij dit certificaat gevoegd.

15. REDEN VOOR DE NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING VAN HET STUK

15.1. Adres onbekend

15.2. Geadresseerde onvindbaar

15.3. Het stuk kon niet worden betekend of daarvan kon niet worden kennis gegeven voor de in punt 6.2 genoemde datum of uiterste termijn.

15.4. Andere (omschrijven a.u.b.): .

De stukken zijn bij dit certificaat gevoegd.

Gedaan te: . (plaats),

(datum)

Ondertekening en /of stempel: .

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN DE MAATREGEL

Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken

2. BETROKKEN BEGROTINGSPLAATS

B5-800 (1999) - B5-820 (2000)

3. RECHTSGRONDSLAG

Artikel 61, onder c)

4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL:

4.1. Algemene doelstelling

Het voorstel heeft ten doel het systeem voor betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken binnen de interne markt te verbeteren en te vereenvoudigen. Deze doelstellingen liggen in het verlengde van de doelstelling van de Europese Unie om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen.

4.2. Looptijd en verlenging

Onbepaald

5. INDELING VAN DE UITGAVEN

5.1. NVU (niet-verplichte uitgaven)

5.2. GK (gesplitste kredieten)

6. AARD VAN DE UITGAVEN

Overheidsopdracht

7. FINANCIËLE GEVOLGEN VOOR DEEL B

(in duizend euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De geldende bepalingen voor de toekenning van en de controle op overheidsopdrachten zijn van toepassing.

9. KOSTEN-BATENANALYSE

9.1. Specifieke en kwantificeerbare doelstellingen, doelgroep

Alle ondernemers en burgers hebben voordeel van de bepalingen van de verordening, omdat deze verordening beoogt een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen waarbinnen het vrije verkeer van personen is gewaarborgd en rechtzoekenden hun rechten kunnen laten gelden met dezelfde waarborgen als voor de rechtbanken van hun land.

9.2. Motivering van de maatregel

De toezending van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken van een lidstaat naar een andere ter betekening of kennisgeving, een onmisbaar onderdeel voor het goede verloop van een procedure, moet op bevredigende wijze plaatsvinden.

Om ervoor te zorgen dat de instanties die bevoegd zijn voor het verzenden en ontvangen van gerechtlijke stukken naar respectievelijk uit een andere lidstaat, zich in de praktijk gemakkelijk en zonder oponthoud van hun taak kunnen kwijten, voorziet de verordening in de opstelling van een handleiding met alle door de lidstaten medegedeelde gegevens en een lijst in de officiële talen van de Europese Unie van de stukken waarvan betekening of kennisgeving mogelijk is.

De voorgestelde verordening voorziet in de oprichting van een raadgevend comité om de Commissie, die de toepassingsbepalingen moet vaststellen, bij te staan.

9.3. Follow-up en evaluatie van de maatregel

In artikel 23 van het voorstel voor een verordening is bepaald dat de Commissie uiterlijk drie jaar na de datum van goedkeuring van de verordening over de toepassing ervan verslag uitbrengt aan het Europees Parlement en de Raad.

10. HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (AFDELING III, DEEL A VAN DE ALGEMENE BEGROTING)

De terbeschikkingstelling van de benodigde administratieve middelen geschiedt op grond van het jaarlijkse besluit van de Commissie betreffende de toewijzing van middelen, waarbij rekening zal worden gehouden met het extra personeel en de extra bedragen die de begrotingsautoriteit heeft toegekend.

10.1. Gevolgen voor het aantal posten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.2. Totale financiële gevolgen voor de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.3. Andere uitgaven als gevolg van de maatregel

(in duizend euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze uitgaven worden gedekt door het gebruik van middelen binnen het betrokken directoraat-generaal.

Top