51996AG1024(04)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 55/96 door de Raad vastgesteld op 25 juni 1996 met het oog op de aanneming van Richtlijn 96/. . ./EG van het Europees Parlement en de Raad van . . . houdende wijziging van Richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (96/C 315/04)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (1),

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (2),

Gelet op Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (3), inzonderheid op artikel 3, lid 2,

Overwegende dat sinds de vaststelling van Richtlijn 94/35/EG (4) zich op het gebied van de zoetstoffen tal van technische ontwikkelingen hebben voorgedaan;

Overwegende dat die richtlijn aan deze ontwikkelingen moet worden aangepast;

Overwegende dat het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding dat bij Besluit 95/273/EG van de Commissie (5) werd ingesteld, geraadpleegd is voordat is overgegaan tot goedkeuring van bepalingen die van invloed kunnen zijn op de volksgezondheid,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 94/35/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:

"5. Deze richtlijn is ook van toepassing op de overeenkomstige levensmiddelen die voor bijzondere voeding bestemd zijn in de zin van Richtlijn 89/398/EEG.";

2. artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. Zoetstoffen mogen niet worden gebruikt in de in Richtlijn 89/398/EEG bedoelde levensmiddelen die voor zuigelingen en peuters of kleuters zijn bestemd, met inbegrip van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters of kleuters die niet in goede gezondheid verkeren, tenzij ter zake bijzondere bepalingen gelden.";

b) het volgende lid wordt toegevoegd:

"5. In de bijlage bij deze richtlijn betekent "quantum satis" dat geen maximum-hoeveelheid wordt aangegeven. Zoetstoffen dienen echter toegepast te worden overeenkomstig goede produktiemethoden, in hoeveelheden die niet groter zijn dan voor het beoogde doel nodig is en op voorwaarde dat de consument niet wordt misleid.";

3. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 2 bis

Onverminderd andere communautaire bepalingen is de aanwezigheid van een zoetstof in een levensmiddel toegestaan:

- in een samengesteld levensmiddel zonder toegevoegde suikers of met verminderde verbrandingswaarde, in voor een hypocalorisch dieet bestemde samengestelde levensmiddelen en in samengestelde levensmiddelen met een verlengde houdbaarheid, voor zover deze niet voorkomen in artikel 2, lid 3, en mits de zoetstof in één van de ingrediënten van het samengestelde levensmiddel is toegestaan, of

- indien het levensmiddel uitsluitend bestemd is voor gebruik bij de bereiding van een samengesteld levensmiddel, voor zover het samengestelde levensmiddel beantwoordt aan deze richtlijn.";

4. in de bijlage wordt de tekst van de categorie "vitaminen en dieetprodukten" vervangen door de volgende tekst: "voedingssupplementen/integratiesubstanties voor dieetprodukten op basis van vitaminen en/of mineraalelementen in de vorm van siroop of kauwtabletten";

5. de tabel in de bijlage wordt aangevuld met de tekst van de bijlage van deze richtlijn.

Artikel 2

De Lid-Staten wijzigen zo nodig hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om:

- de handel in produkten die aan deze richtlijn voldoen, uiterlijk op [. . .] (*) toe te staan,

- de handel in produkten die niet aan deze richtlijn voldoen, vanaf [. . .] (**) te verbieden. Produkten die vóór deze datum in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd en die niet aan deze richtlijn voldoen, mogen echter worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.

Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te . . .

Voor het Europees Parlement De Voorzitter Voor de Raad De Voorzitter

(1) PB nr. C 174 van 17. 6. 1996, blz. 1.

(2) Advies van het Europees Parlement van 12 maart 1996 (PB nr. C 96 van 1. 4. 1996, blz. 24), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 25 juni 1996 (nog niet verschenen in het Publikatieblad) en besluit van het Europees Parlement van . . . (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 27. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 94/34/EG (PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 1).

(4) PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 3.

(5) PB nr. L 167 van 18. 7. 1995, blz. 22.

(*) 12 maanden na de datum van aanneming van deze richtlijn.

(**) 18 maanden na de datum van aanneming van deze richtlijn.

BIJLAGE

Noten:

1. Voor stof E 952, cyclaamzuur en Na- en Ca-zouten daarvan, worden de maximale gebruiksdoses uitgedrukt in vrije zuren.

2. Voor stof E 954, sacharine en Na-, K- en Ca-zouten daarvan, worden de maximale gebruiksdoses uitgedrukt in vrije imiden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

MOTIVERING VAN DE RAAD

I. INLEIDING

1. De Commissie heeft op 20 oktober 1995 een voorstel ingediend voor een, op artikel 100 A van het EG-Verdrag gebaseerde richtlijn inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt.

2. Het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's hebben hun adviezen respectievelijk op 12 maart 1996 (1) en 27 maart 1996 (2) uitgebracht. Het Europees Parlement heeft het voorstel van de Commissie ongewijzigd goedgekeurd.

3. Overeenkomstig artikel 189 B van het Verdrag heeft de Raad op 25 juni 1996 het gemeenschappelijk standpunt vastgesteld.

II. DOEL

Richtlijn 94/35/EG werd aangenomen op 21 juni 1994. Uitgangspunt voor deze richtlijn was Richtlijn 89/107/EEG, waarin de aanneming van specifieke richtlijnen voor de harmonisatie van het gebruik van de diverse categorieën levensmiddelenadditieven wordt beoogd. Het onderhavige voorstel heeft de aanpassing van laatstgenoemde richtlijn aan de ontwikkelingen op technisch en wetenschappelijk gebied tot doel.

III. ANALYSE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

1. Het gemeenschappelijk standpunt komt in grote trekken overeen met het voorstel van de Commissie. Toch heeft de Raad de tekst aangepast, enerzijds om concordantie tussen de richtlijn "zoetstoffen" en de richtlijn "additieven" te bewerkstelligen en, anderzijds om rekening te houden met de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen in de Europese Gemeenschap.

De Commissie is akkoord gegaan met alle wijzigingen van haar voorstel.

2. De Raad heeft de draagwijdte van de richtlijn uitgebreid tot voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen in de zin van Richtlijn 89/398/EEG (artikel 1, lid 5).

3. Gezien de noodzakelijke bescherming van zuigelingen en peuters of kleuters, als bedoeld in Richtlijn 89/398/EEG, heeft de Raad niettemin gepreciseerd dat in de voor deze groep bestemde levensmiddelen geen zoetstoffen mogen worden gebruikt (artikel 2, lid 3).

4. Voor wat betreft samengestelde levensmiddelen die zoetstoffen mogen bevatten (artikel 2 bis), benadrukte de Raad dat deze bepaling van toepassing is, onverminderd andere communautaire bepalingen. Teneinde het gebruik van zoetstoffen in de betrokken produkten zo veel mogelijk te beperken heeft de Raad bovendien de draagwijdte van de bepaling beperkt door te stipuleren dat de aanwezigheid van een zoetstof alleen is toegestaan:

- in een samengesteld levensmiddel zonder toegevoegde suiker of met verminderde verbrandingswaarde;

- in een voor een hypocalorisch dieet bestemd samengesteld levensmiddel;

- in een samengesteld levensmiddel met een verlengde houdbaarheid.

5. Met betrekking tot de additieven acesulfaam K (E 950), aspartaam (E 951), sacharine en Na-, K- en Ca-zouten daarvan (E-954) en neohesperidine DC (E 959) heeft de Raad gepreciseerd dat het vezelgehalte van granen voor het ontbijt ten minste 15 % moet bedragen en dat deze granen ten minste 20 % zemelen moeten bevatten. Rekening houdend met de produktiemethoden en met de wens om de betekenis van sommige categorieën levensmiddelen te verminderen heeft de Raad een aantal preciseringen aangebracht en de omschrijving van "bier met verminderde verbrandingswaarde", "hoorntjes en wafeltjes zonder toegevoegde suikers voor ijs", en "Feinkostsalat", gewijzigd.

Voorts heeft de Raad "gedistilleerde dranken met een alcohol-volumegehalte van minder dan 15 %" aan de lijst toegevoegd. Dit produkt is reeds lange tijd op de markt.

Tot slot heeft de Raad "vruchten met verminderde verbrandingswaarde" niet op de lijst opgenomen, omdat deze dranken niet in de Europese Unie worden geproduceerd.

6. Wat acesulfaam (E 950) betreft, heeft de Raad "suikergoed in de vorm van comprimés met verminderde verbrandingswaarde" aan de lijst toegevoegd. Dit produkt is reeds geruime tijd op de markt.

7. Voor wat het additief "aspartaam" (E 951) betreft, heeft de Raad de volgende bewoordingen toegevoegd: "verfrissende sterk gearomatiseerde keelpastilles zonder toegevoegde suikers". Dit produkt is reeds lang verkrijgbaar op de markt van de Europese Unie.

8. Wat betreft het additief "Cyclaamzuur en Na- en Ca-zouten daarvan" (E 952), gaf de Raad de voorkeur aan beperking van het gebruik hiervan tot drie categorieën levensmiddelen. Tegelijkertijd heeft de Raad besloten tot vermindering van de voor deze drie categorieën toegestane doses.

9. Voor het additief "neohesperidine DC", tenslotte, heeft de Raad dezelfde gebruiksvoorschriften willen invoeren als voor andere, soortgelijke additieven en bijgevolg de hiernavolgende levensmiddelen aan de lijst toegevoegd:

- gedistilleerde dranken met een alcohol-volumegehalte van minder dan 15 %;

- hoorntjes en wafeltjes zonder toegevoegde suikers voor ijs;

- bier met verminderde verbrandingswaarde;

- volledige voedselbereidingen en aanvullende voeding die onder medisch toezicht wordt gebruikt;

- "snacks": voorverpakte gezouten, gedroogde hapjes op basis van zetmeel of (hazel)noten, die bepaalde aroma's bevatten.

10. De Raad heeft in grote lijnen rekening gehouden met het door het Europees Parlement goedgekeurde voorstel en heeft preciseringen in de tekst aangebracht teneinde rekening te houden met de huidige produktie en met de toekomstige ontwikkelingen. Hij is daarom van oordeel dat hij erin geslaagd is een evenwichtig compromis te bereiken.

(1) PB nr. C 96 van 1. 4. 1996, blz. 24.

(2) PB nr. C 174 van 17. 6. 1996, blz. 1.