EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 41990A0728(01)

Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Luxemburg, 3 juni 1971 /* Geconsolideerde versie */

PB C 189 van 28.7.1990, p. 25–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/01/1998

41990A0728(01)

Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Luxemburg, 3 juni 1971 /* Geconsolideerde versie */

Publicatieblad Nr. C 189 van 28/07/1990 blz. 0025 - 0034


PROTOCOL

betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1)

(90/C 189/03)

DE HOGE PARTIJEN BIJ HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

Verwijzende naar de Verklaring gehecht aan het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Brussel op 27 september 1968,

Hebben besloten een Protocol te sluiten waarbij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bepaalde bevoegdheden worden toegekend om genoemd Verdrag uit te leggen en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN:

de heer Alfons VRANCKX,

minister van Justitie;

DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

de heer Gerhard JAHN,

Bondsminister van Justitie;

DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK:

de heer René PLEVEN,

Grootzegelbewaarder, minister van Justitie;

DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK:

de heer Erminio PENNACCHINI,

Staatssecretaris van Justitie;

ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG:

de heer Eugène SCHAUS,

minister van Justitie;

Vice-Minister-President;

HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN:

de heer C.H.F. POLAK,

minister van Justitie;

DIE, in het kader van de Raad bijeen, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OVER DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is bevoegd om uitspraak te doen over de uitlegging van het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en van het aan het Verdrag gehechte Protocol, beide ondertekend te Brussel op 27 september 1968, alsmede van het onderhavige Protocol.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is ook bevoegd om uitspraak te doen over de uitlegging van het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland tot het Verdrag van 27 september 1968 en tot dit Protocol (1).

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is ook bevoegd om uitspraak te doen over de uitlegging van het Verdrag inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag van 27 september 1968 en tot dit Protocol, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag van 1978 (2).

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is ook bevoegd om uitspraak te doen over de uitlegging van het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot het Verdrag van 27 september 1968 en tot dit Protocol, zoals deze zijn gewijzigd bij de Verdragen van 1978 en 1982 (3).

Artikel 2

De volgende rechterlijke instanties kunnen het Hof van Justitie verzoeken, bij wijze van prejudiciële beslissing, een uitspraak te doen over een vraagstuk van uitlegging:

1. in België: het Hof van Cassatie (la Cour de Cassation) en de Raad van State (le Conseil d`État);

in Denemarken: Hoejesteret;

in de Bondsrepubliek Duitsland: die obersten Gerichtshoefe des Bundes;

in Griekenland: ta anvtata dikasthria;

in Spanje: el Tribunal Supremo;

in Frankrijk: la Cour de Cassation alsmede le Conseil d`État;

in Ierland: the Supreme Court;

in Italië: la Corte Suprema di Cassazione;

in Luxemburg: la Cour supérieure de Justice siégeant comme Cour de Cassation;

in Nederland: de Hoge Raad;

in Portugal: o Supremo Tribunal de Justiça en o Supremo Tribunal Administrativo;

in het Verenigd Koninkrijk: the House of Lords en de rechterlijke instanties die op grond van artikel 37, tweede alinea, of artikel 41 van het Verdrag zijn aangeroepen (4);

2. de rechterlijke instanties van de verdragsluitende Staten, wanneer zij recht spreken in hoger beroep;

3. in de gevallen, bedoeld in artikel 37 van het Verdrag, de in dat artikel genoemde rechterlijke instanties.

Artikel 3

1. Indien een vraag betreffende de uitlegging van het Verdrag en van de andere in artikel 1 genoemde teksten wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een rechterlijke instantie genoemd in punt 1 van artikel 2, is deze instantie, indien zij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis, gehouden het Hof van Justitie te verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen.

2. Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een in de punten 2 en 3 van artikel 2 genoemde rechterlijke instantie, kan deze instantie, onder de in lid 1 bepaalde voorwaarden, het Hof van Justitie verzoeken uitspraak te doen.

Artikel 4

1. De bevoegde autoriteit van een verdragsluitende Staat kan aan het Hof van Justitie verzoeken zich uit te spreken over een vraagstuk betreffende de uitlegging van het Verdrag en van de andere in artikel 1 genoemde teksten, indien de door de rechterlijke instanties van deze Staat gegeven beslissingen in strijd zijn met de door het Hof van Justitie of in een uitspraak van een rechterlijke instantie van een andere verdragsluitende Staat, genoemd in de punten 1 en 2 van artikel 2, gegeven uitlegging. De bepalingen van dit lid zijn slechts van toepassing op uitspraken die kracht van gewijsde hebben verkregen.

2. De door het Hof van Justitie naar aanleiding van een dergelijk verzoek gegeven uitlegging heeft geen gevolg ten aanzien van de uitspraken ter gelegenheid waarvan het Hof om uitlegging is verzocht.

3. De Procureurs-generaal bij de Hoven van Cassatie van de verdragsluitende Staten of elke andere door een verdragsluitende Staat aangewezen autoriteit zijn bevoegd, zich met een verzoek om uitlegging als bedoeld in lid 1 tot het Hof van Justitie te wenden.

4. De griffier van het Hof van Justitie geeft kennis van het verzoek aan de verdragsluitende Staten, aan de Commissie en aan de Raad van de Europese Gemeenschappen, die het recht hebben binnen twee maanden, te rekenen vanaf deze kennisgeving, bij het Hof memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen.

5. De in het onderhavige artikel omschreven procedure geeft geen aanleiding tot inning noch tot vergoeding van kosten of uitgaven.

Artikel 5

1. Voor zover dit Protocol niet anders bepaalt, zijn de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en die van het daaraan gehechte Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie, die van toepassing zijn waneer het Hof bij wijze van prejudiciële beslissing een uitspraak dient te doen, tevens van toepassing op de procedure inzake de uitlegging van het Verdrag en van de andere in artikel 1 genoemde teksten.

2. Het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie zal zo nodig worden aangepast en aangevuld overeenkomstig artikel 188 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap.

Artikel 6

. . . (1)

Artikel 7 (2)

Dit Protocol wordt door de ondertekenende Staten bekrachtigd. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Secretaris-generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 8 (3)

Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende Staat, die als laatste deze handeling verricht. Het Protocol treedt evenwel niet eerder in werking dan het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.

Artikel 9

De verdragsluitende partijen erkennen dat elke Staat die lid wordt van de Europese Economische Gemeenschap en waarop artikel 63 van het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van toepassing is, de bepalingen van het onderhavige Protocol dient te aanvaarden onder voorbehoud van de noodzakelijke aanpassingen.

Artikel 10 (4)

De Secretaris-generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen stelt de ondertekenende Staten in kennis van:

a) het nederleggen van iedere akte van bekrachtiging;

b) de datum van inwerkingtreding van dit Protocol;

c) de ingevolge artikel 4, lid 3, ontvangen verklaringen;

d) . . . (5)

Artikel 11

De verdragsluitende Staten doen aan de Secretaris-generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen mededeling van de teksten van hun wettelijke bepalingen die een wijziging van de lijst van de in artikel 2, punt 1, genoemde rechterlijke instanties met zich brengen.

Artikel 12

Dit Protocol wordt voor onbeperkte tijd gesloten.

Artikel 13

Iedere verdragsluitende Staat kan verzoeken om herziening van dit Protocol. In dat geval roept de Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen een conferentie voor de herziening bijeen.

Artikel 14 (6)

Dit Protocol, opgesteld in één exemplaar, in de Duitse, de Franse, de Italiaanse en de Nederlandse taal, welke vier teksten gelijkelijk authentiek zijn, zal worden nedergelegd in het archief van het Secretariaat van de Raad van de Europese Gemeenschappen. De Secretaris-generaal zendt een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toe aan de Regering van elke ondertekenende Staat. (7)

Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmaechtigten ihre Unterschrift unter dieses Protokoll gesetzt.

En foi de quoi les plénipotentiaires soussignés ont apposé leur signature au bas du présent protocole.

In fede i che di plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente protocollo.

Ten blijke waarvan de onderscheiden gevolmachtigden hun handtekening onder dit Protocol hebben gesteld.

Geschehen zu Luxemburg am dritten Juni neunzehnhunderteinundsiebzig.

Fait à Luxembourg, le trois juin mil neuf cent soixante et onze.

Fatto a Lussemburgo, addì tre giugno millenovecentosettantuno.

Gedaan te Luxemburg, de derde juni negentienhonderd eenenzeventig.

Pour Sa Majesté le roi des Belges

Voor Zijne Majesteit de Koning der BelgenAlfons VRANCKX

Fuer den Praesidenten der Bundesrepublik DeutschlandGerhard JAHN

Pour le président de la République françaiseRené PLEVEN

Per il presidente della Repubblica italianaErminio PENNACCHINI

Pour Son Altesse Royale le grand-duc de LuxembourgEugène SCHAUS

Voor Hare Majesteit de Koningin der NederlandenC. H. F. POLAK

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,

Op het ogenblik van de ondertekening van het Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken,

Geleid door de wens een zo doeltreffend en uniform mogelijke toepassing van de bepalingen van dit Protocol te verzekeren,

Verklaren zich bereid om in verbinding met het Hof van Justitie een uitwisseling van inlichtingen te bewerkstelligen betreffende de uitspraken van de rechterlijke instanties genoemd in punt 1 van artikel 2 van voornoemd Protocol ter uitvoering van het Verdrag en van het Protocol van 27 september 1968.

Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmaechtigten ihre Unterschrift unter diese Gemeinsame Erklaerung gesetzt.

En foi de quoi les plénipotentiaires soussignés ont apposé leur signature au bas de la présente Déclaration commune.

In fede di che i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce alla presente Dichiarazione comune.

Ten blijke waarvan de onderscheiden gevolmachtigden hun handtekening onder deze Gemeenschappelijke Verklaring hebben gesteld.

Geschehen zu Luxemburg am dritten Juni neunzehnhunderteinundsiebzig.

Fait à Luxembourg, le trois juin mil neuf cent soixante et onze.

Fatto a Lussemburgo, addi tre giugno millenovecentosettantuno.

Gedaan te Luxemburg, de derde juni negentienhonderd eenenzeventig.

Pour Sa Majesté le roi des Belges

Voor Zijne Majesteit de Koning der BelgenAlfons VRANCKX

Fuer den Praesidenten der Bundesrepublik DeutschlandGerhard JAHN

Pour le président de la République françaiseRené PLEVEN

Per il presidente della Repubblica italianaErminio PENNACCHINI

Pour Son Altesse Royale le grand-duc de LuxembourgEugène SCHAUS

Voor Hare Majesteit de Koningin der NederlandenC. H. F. POLAK

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING van 9 oktober 1978 (90/C 189/04)

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Verlangende om in de geest van het Verdrag van 27 september 1968 er zorg voor te dragen dat de eenvormigheid van de rechterlijke bevoegdheden ook op het gebied van het zeerecht zoveel mogelijk wordt verwezenlijkt,

Overwegende dat het op 10 mei 1952 te Brussel ondertekende internationale Verdrag tot eenmaking van enkele bepalingen inzake conservatoir beslag op zeeschepen bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid bevat;

Overwegende dat niet alle Lid-Staten partij zijn bij genoemd Verdrag;

Spreken de wens uit dat de aan zee gelegen Lid-Staten die nog geen partij zijn bij het Verdrag van 10 mei 1952, genoemd Verdrag zo spoedig mogelijk bekrachtigen dan wel ertoe toetreden.

Udfaerdiget i Luxembourg, den niende oktober nitten hundrede og otteoghalvfjerds.

Geschehen zu Luxemburg am neunten Oktober neunzehnhundertachtundsiebzig.

Done at Luxembourg on the ninth day of October in the year one thousand nine hundred and seventy-eight.

Fait à Luxembourg, le neuf octobre mil neuf cent soixante-dix-huit.

Arna dhéanamh i Lucsamburg, an naoú lá de Dheireadh Fómhair sa bhliain míle naoi gcéad seachtó a hocht.

Fatto a Lussemburgo, addì nove ottobre millenovecentosettantotto.

Gedaan te Luxemburg, de negende oktober negentienhonderd achtenzeventig.

Pour Sa Majesté le roi des Belges

Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen

Renaat VAN ELSLANDE

For Hendes Majestaet Danmarks Dronning

Nathalie LIND

Fuer den Praesidenten der Bundesrepublik Deutschland

Dr. Hans-Jochen VOGEL

Pour le président de la République française

Alain PEYREFITTE

Thar ceann Uachtarán na hEireann

Gerard COLLINS

Per il presidente della Repubblica italiana

Paolo BONIFACIO

Pour Son Altesse Royale le grand-duc de Luxembourg

Robert KRIEPS

Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

Prof. Mr. J. de RUITER

For Her Majesty the Queen of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

The Right Honourable the Lord ELWYN-JONES, C. H.,

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING van 26 mei 1989 betreffende de bekrachtiging van het Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en van de Portugese Republiek tot het Verdrag van Brussel van 1968 (90/C 189/05)

Op het tijdstip van de ondertekening van het Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en van de Portugese Republiek tot het Verdrag van Brussel van 1968, gedaan te Donostia - San Sebastián op 26 mei 1989,

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

VERLANGEND om, met name in het vooruitzicht van de voltooiing van de interne markt, de toepassing van het Verdrag van Brussel en van het Protocol van 1971 snel tot de gehele Gemeenschap uit te breiden,

ZICH VERHEUGEND over de sluiting, op 16 september 1988, van het Verdrag van Lugano, waarbij de beginselen van het Verdrag van Brussel worden uitgebreid tot de Staten die partij zullen zijn bij het Verdrag van Lugano, dat voornamelijk bestemd is tot regeling van de betrekkingen tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap en de Lid-Staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) ten aanzien van de rechtsbescherming van de in al deze Staten gevestigde personen en van de vereenvoudiging van de formaliteiten voor de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen,

OVERWEGENDE dat het Verdrag van Brussel als rechtsgrond artikel 220 van het Verdrag van Rome heeft en wordt uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen,

ZICH BEWUST van het feit dat het Verdrag van Lugano de toepassing van het Verdrag van Brussel onverlet laat voor wat betreft de betrekkingen tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap, aangezien deze betrekkingen door het Verdrag van Brussel moeten worden geregeld,

ER AKTE VAN NEMEND dat het Verdrag van Lugano in werking zal treden nadat twee Staten, waarvan er een lid is van de Europese Gemeenschappen en een lid van de Europese Vrijhandelsassociatie, hun instrumenten van bekrachtiging hebben neergelegd,

VERKLAREN ZICH BEREID alle dienstige maatregelen te nemen opdat de nationale procedures ter bekrachtiging van het Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en van de Portugese Republiek tot het Verdrag van Brussel, dat heden is ondertekend, binnen de kortste tijd en zo mogelijk uiterlijk op 31 december 1992 worden afgewikkeld.

En fe de lo cual, los abajo firmantes suscriben la presente Declaración común.

Til bekraeftelse heraf har undertegnede underskrevet denne erklaering.

Zu Urkund dessen haben die Unterzeichneten diese Erklaerung unterschrieben.

Se pistvsh tvn anvterv, oi katvui ypegracan thn paroysa dhlvsh.

In witness whereof the undersigned have signed this declaration.

En foi de quoi, les soussignés ont signé la présente déclaration.

Dá fhianú sin, chuir na daoine thíos-sínithe a lámh leis an Dearbhú seo.

In fede di che, i sottoscritti hanno firmato la presente dichiarazione.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden hun handtekening onder deze Verklaring hebben gesteld.

Em fé do que, os abaixo-assinados apuseram a sua assinatura no final da presente declaração comum.

Hecho en Donostia- San Sebastián, a veintiseis de mayo de mil novecientos ochenta y nueve.

Udfaerdiget i Donostia - San Sebastián, den seksogtyvende maij nitten hundrede og niogfirs.

Geschehen zu Donostia - San Sebastián am sechsundzwanzigsten Mai neunzehnhundertneunundachtzig.

Egine sth Donostia- San Sebastián, stiss eikosi eji Maioy xilia enniakosia ogdonta ennea.

Done at Donostia - San Sebastián on the twenty-sixth day of May in the year one thousand nine hundred and eight-nine.

Fait à Donostia - San Sebastián, le vingt-six mai mil neuf cent quatre-vingt-neuf.

Arna dhéanamh in Donostia - San Sebastián, an séú lá ís fiche de Bhealtaine sa bhliain míle gcéad ochtó a naoi.

Fatto a Donostia - San Sebastián, addì ventisei maggio millenovecentottantanove.

Gedaan te Donostia - San Sebastián, de zesentwintigste mei negentienhonderd negenentachtig.Feito em Donostia - San Sebastián, em vinte e seis de Maio de mil novecentos e oitenta e nove.

Pour le gouvernement du royaume de Belgique

Voor de Regering van het Koninkrijk BelgiëJacques de LENTDECKER

For regeringen for Kongeriget Danmark (1) Jette Birgitte SELSOE

Fuer die Regierung der Bundesrepublik DeutschlandDr. Georg TREFFTZ

Dr. Klaus KINKEL

Gia thn Kybernhsh thss Ellhnikhss DhmokratiassGiannh SKOYLARIKH

Por el Gobierno del Reino de EspañaEnrique MUGICA HERZOG

Pour le gouvernement de la République françaisePierre ARPAILLANGE

Thar ceann Rialtas na hEireannPatrick WALSHE

Per il governo della Repubblica italianaGiuliano VASSALLI

Pour le gouvernement du grand-duché de LuxembourgRonald MAYER

Voor de Regering van het Koninkrijk der NederlandenFrits KORTHALS ALTES

J. SPOORMAKER

Pelo Governo da República PortuguesaFernando NOGUEIRA

For the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern IrelandJohn PATTEN

(1)Met voorbehoud voor de Faeroeer en Groenland.

Top