Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32025R2314

Uitvoeringsverordening (EU) 2025/2314 van de Commissie van 17 november 2025 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China

C/2025/7676

PB L, 2025/2314, 18.11.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2314/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2314/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2025/2314

18.11.2025

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/2314 VAN DE COMMISSIE

van 17 november 2025

tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 7,

Na raadpleging van de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Opening van het onderzoek

(1)

Op 19 maart 2025 heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) op grond van artikel 5 van de basisverordening een antidumpingonderzoek geopend met betrekking tot de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC” of “het betrokken land”). Zij heeft daartoe een bericht van inleiding gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (2) (“het bericht van inleiding”).

(2)

De Commissie heeft het onderzoek ingeleid naar aanleiding van een klacht die op 3 februari 2025 was ingediend door ICL Europe Coöperatief U.A. (“de klager”). De klacht is ingediend namens de bedrijfstak van de Unie voor fosforigzuur in de zin van artikel 5, lid 4, van de basisverordening. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal over dumping en aanmerkelijke schade als gevolg daarvan werd voldoende geacht om een onderzoek te openen.

1.2.   Registratie

(3)

De Commissie heeft de invoer van het betrokken product bij Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1334 (3) (“de registratieverordening”) aan registratie onderworpen.

1.3.   Belanghebbenden

(4)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie belanghebbenden uitgenodigd contact met haar op te nemen om aan het onderzoek mee te werken. Daarnaast heeft de Commissie de klager, andere haar bekende producenten in de Unie, de haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van de VRC alsmede de haar bekende importeurs en gebruikers specifiek in kennis gesteld van de opening van het onderzoek en hen uitgenodigd mee te werken.

(5)

De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over de opening van het onderzoek en een hoorzitting met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures aan te vragen.

1.4.   Samenstelling van een steekproef

(6)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie verklaard dat zij mogelijk een steekproef van de belanghebbenden zou samenstellen overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening.

1.4.1.   Geen steekproef van producenten in de Unie

(7)

Zoals vermeld in het bericht van inleiding heeft de Commissie vragenlijsten beschikbaar gesteld aan de enige twee haar bekende producenten in de Unie, namelijk de klager en Italmatch Chemicals SPA. Een steekproef van de producenten in de Unie werd niet nodig geacht.

1.4.2.   Steekproef van niet-verbonden importeurs

(8)

Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze te kunnen samenstellen, heeft de Commissie niet-verbonden importeurs verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken.

(9)

Geen enkele niet-verbonden importeur heeft de gevraagde informatie verstrekt of ermee ingestemd om in de steekproef te worden opgenomen. De Commissie heeft derhalve geen steekproef van importeurs samengesteld.

1.4.3.   Steekproef van producenten-exporteurs

(10)

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze samen te stellen, is alle producenten-exporteurs in de VRC verzocht de in het bericht van inleiding gevraagde informatie te verstrekken. Bovendien heeft de Commissie de vertegenwoordiging van de VRC bij de Europese Unie verzocht eventuele andere producenten-exporteurs die in deelname aan het onderzoek geïnteresseerd konden zijn te identificeren en/of contact met hen op te nemen.

(11)

Vijf ondernemingen uit het betrokken land hebben de verlangde informatie verstrekt en ermee ingestemd in de steekproef te worden opgenomen:

a)

Hebei Jia’ao Glycerin Chemicals Co., Ltd (“Hebei Jia’ao”);

b)

Jiyuan Qingyuan Water Treatment Co., Ltd (“JQWT”);

c)

Linyi Chunming Chemical Co., Ltd (“Linyi Chunming”);

d)

Yichang Chengkai Chemical Technology Co., Ltd (“YCCT”);

e)

Zibo Tiandan Chemical Co., Ltd (“Zibo Tiandan”).

1.4.3.1.   Brieven krachtens artikel 18

(12)

Met hun antwoorden op de steekproef hebben Linyi Chunming en Zibo Tiandan de Commissie meegedeeld dat zij, naast hun eigen product, door andere niet-verbonden producenten vervaardigd fosforigzuur naar de Unie hebben uitgevoerd. De ondernemingen voerden aan dat zij in hun administratie geen onderscheid konden maken tussen het eigen product en het ingekochte product.

(13)

Op basis daarvan was de Commissie van oordeel dat de ondernemingen niet binnen de gestelde termijn de nodige informatie hadden verstrekt op hun steekproefformulier over de uitvoer naar de Unie van fosforigzuur dat door de ondernemingen was vervaardigd. Op 14 april 2025 heeft de Commissie de ondernemingen in kennis gesteld van haar voornemen om artikel 18 van de basisverordening toe te passen en de bevindingen met betrekking tot de normale waarde, de uitvoerprijs en de dumpingmarge derhalve op de beschikbare gegevens te baseren. De ondernemingen werden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.

(14)

In antwoord op de artikel 18-brieven hebben Linyi Chunming en Zibo Tiandan verduidelijkingen verstrekt waaruit blijkt dat de ondernemingen, in tegenstelling tot hun eerdere beweringen, wel in staat waren de oorsprong (eigen productie of inkoop) van aan de Unie verkocht fosforigzuur te traceren. Deze verduidelijkingen werden in dat stadium voldoende door bewijsstukken gestaafd. In het geval van Linyi Chunming leidde deze exercitie tot een daling van de uitvoer naar de Unie van door de onderneming vervaardigd fosforigzuur met ongeveer een derde.

(15)

Bijgevolg heeft de Commissie besloten artikel 18, lid 1, van de basisverordening niet toe te passen en heeft zij de twee ondernemingen in haar overwegingen opgenomen bij de samenstelling van de voorlopige steekproef van producenten-exporteurs.

(16)

Bovendien heeft Hebei Jia’ao zonder deugdelijke motivering zijn gegevens op het steekproefformulier aangepast, en de hoeveelheid van de verkoop aan de Unie teruggebracht tot een derde van de oorspronkelijk gerapporteerde hoeveelheid. De Commissie heeft de onderneming verzocht aanvullende informatie te verstrekken waaruit de juistheid van de herziene gegevens op het steekproefformulier blijkt. De onderneming heeft de gevraagde bewijsstukken echter niet overgelegd.

(17)

Daarom was de Commissie van oordeel dat de onderneming niet binnen de gestelde termijn de nodige informatie had verstrekt op hun steekproefformulier over de uitvoer naar de Unie van fosforigzuur dat door de onderneming was vervaardigd. Op 14 april 2025 heeft de Commissie de onderneming in kennis gesteld van haar voornemen om artikel 18, lid 1, van de basisverordening toe te passen en de bevindingen met betrekking tot de normale waarde, de uitvoerprijs en de dumpingmarge derhalve op de beschikbare gegevens te baseren, en daarbij ook uitgelegd waarom.

(18)

Hebei Jia’ao werd in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over het voornemen van de Commissie en de in de overwegingen 16 en 17 beschreven onderliggende redenen. De onderneming maakte echter geen opmerkingen. Daarom was de Commissie van oordeel dat de onderneming niet aan het onderzoek heeft meegewerkt.

(19)

Bij nota-verbaal van 14 april 2025 heeft de Commissie de regering van de Volksrepubliek China (“de Chinese overheid”) in kennis gesteld van haar voornemen om de beschikbare gegevens in de zin van artikel 18 van de basisverordening toe te passen op bevindingen met betrekking tot Linyi Chunming, Zibo Tiandan en Hebei Jia’ao, en heeft zij de Chinese overheid in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. Van de Chinese overheid zijn geen opmerkingen ontvangen.

1.4.3.2.   Voorlopige en definitieve besluiten over de steekproef

(20)

Na de gevraagde en gedeeltelijk van de medewerkende Chinese ondernemingen ontvangen verduidelijkingen (zie punt 1.4.3.1) heeft de Commissie twee ondernemingen voorlopig voor de steekproef van producenten-exporteurs geselecteerd op basis van het grootste representatieve uitvoervolume naar de Unie tijdens het onderzoektijdvak dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kon worden onderzocht:

a)

Linyi Chunming;

b)

YCCT.

(21)

Deze ondernemingen vertegenwoordigden 15 % van de geschatte hoeveelheid fosforigzuur die in het onderzoektijdvak vanuit de VRC naar de Unie werd uitgevoerd en 70 % van de uitvoer naar de Unie door de ondernemingen die het steekproefformulier hebben ingevuld.

(22)

Bij nota-verbaal van 30 april heeft de Commissie de Chinese overheid in kennis gesteld van de samenstelling van de voorlopige steekproef van producenten-exporteurs en haar verzocht opmerkingen te maken. Van de Chinese overheid zijn geen opmerkingen ontvangen.

(23)

De Commissie heeft de belanghebbenden ook uitgenodigd om opmerkingen over de samenstelling van de steekproef van producenten-exporteurs kenbaar te maken. Er werden opmerkingen van de klager ontvangen.

(24)

De klager voerde aan dat de twee voor de steekproef geselecteerde ondernemingen niet representatief waren voor de Chinese bedrijfstak die fosforigzuur produceert, aangezien beide ondernemingen fosforigzuur produceerden uit een bijproduct van dimethylfosfiet. De klager voerde aan dat, aangezien beide ondernemingen fosforigzuur uit een bijproduct produceerden, hun productiekosten niet de werkelijke kosten van de belangrijkste grondstof — het bijproduct van dimethylfosfiet — zouden weerspiegelen. De inkoopprijs is veeleer een afspiegeling van de fictieve besparingen die de leverancier heeft gerealiseerd door het bijproduct niet als afval te hoeven verwijderen.

(25)

Naar aanleiding van de opmerkingen van de klager over de voorlopige steekproef van producenten-exporteurs heeft de Commissie alle medewerkende Chinese ondernemingen verzocht hun productieproces in detail toe te lichten en voor elke productiestap een gedetailleerde beschrijving te verstrekken van de respectieve verwerkingshandeling, gebruikte apparatuur/machines, gebruikte basisproducten en verkregen producten en bijproducten.

(26)

Op basis van de antwoorden van de ondernemingen heeft de Commissie vastgesteld dat slechts één van de vier ondernemingen fosforigzuur produceerde volgens het in overweging 47 beschreven productieproces, d.w.z. de hydrolyse van fosfortrichloride (PCl3). Drie ondernemingen gebruikten een of meer van de volgende verwerkingsmethoden:

a)

Zij kochten vloeibaar fosforigzuur in en zetten dit om in een vast product.

b)

Zij verkregen fosforigzuur uit een bijproduct van dimethylfosfiet. De Commissie heeft vastgesteld dat het bijproduct in kwestie een oplossing was die hoofdzakelijk fosforigzuur, wat overtollig water, onzuiverheden en residuen van dimethylfosfiet bevatte. In dit geval verwijderde het bedrijf voornamelijk de onzuiverheden en het water om vast fosforigzuur te verkrijgen. Bovendien produceerde het bedrijf een verwaarloosbare hoeveelheid fosforigzuur uit het residu van dimethylfosfiet.

c)

Zij verkregen fosforigzuur uit een bijproduct dat wordt gegenereerd bij de productie van PCl3. In dit geval bevatte de bijproductoplossing voornamelijk fosforigzuur, wat water en een klein deel waterstofchloride (HCl). Water en HCl werden uit het bijproduct verwijderd om vast fosforigzuur te produceren.

(27)

In de eerste beoordeling van de Commissie kon geen van de drie hierboven beschreven methoden als productie van fosforigzuur worden beschouwd. In alle drie de gevallen werd fosforigzuur in verdunde vorm ingekocht, soms samen met onzuiverheden. Daarna werd het gezuiverd en geconcentreerd.

(28)

Op 12 juni 2025 heeft de Commissie een notitie voor het dossier over de productieprocessen van de medewerkende Chinese ondernemingen gepubliceerd en de partijen om hun standpunt verzocht over de vraag of de in overweging 26 beschreven verwerkingsactiviteiten kunnen worden beschouwd als de productie van fosforigzuur en of de bij die processen gebruikte basisproducten kunnen worden beschouwd als het onderzochte product.

(29)

Alleen de klager heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt. De klager voerde aan dat de basisproducten die bij alle drie de verwerkingsactiviteiten werden gebruikt, het onderzochte product vormden, aangezien het werd gedefinieerd als “fosforigzuur, in vaste of vloeibare (waterige) vormen, ook fosfonzuur genoemd”. Bovendien voerde de klager aan dat geen van de drie processen de productie van fosforigzuur vertegenwoordigde. De klager legde uit dat in alle drie de processen het fosforigzuurmolecuul al was geproduceerd via hydrolyse van PCl3 in een eerdere productiestap. De door de medewerkende Chinese ondernemingen uitgevoerde processen waren louter zuivering en/of droging van vloeibaar fosforigzuur. Alleen in het proces waarbij het bijproduct van dimethylfosfiet betrokken was, werd een verwaarloosbaar volume nieuw fosforigzuur geproduceerd uit het residu van dimethylfosfiet in de oplossing. Bijgevolg voerde de klager aan dat alle Chinese producenten die de in overweging 26 beschreven verwerkingsactiviteiten verrichten, niet als producenten-exporteurs moeten worden beschouwd.

(30)

De Commissie heeft de van de medewerkende Chinese ondernemingen ontvangen informatie en de door de klager ingediende opmerkingen geanalyseerd. Inderdaad vond de chemische reactie die het fosforigzuurmolecuul creëerde plaats in een eerder stadium in de waardeketen. Ondernemingen eerder in de keten produceerden het onderzochte product als bijproduct en leverden aan de medewerkende Chinese producenten een oplossing die voornamelijk fosforigzuur, wat water en onzuiverheden bevatte. De medewerkende Chinese ondernemingen voerden kleine bewerkingsprocessen uit die beperkt waren tot met name zuivering en omzetting van een vloeibaar product in vaste kristallen.

(31)

Bijgevolg heeft de Commissie besloten dat de volgende drie medewerkende Chinese ondernemingen niet als producenten-exporteurs van het onderzochte product moeten worden beschouwd, aangezien zij slechts beperkte verwerkingsactiviteiten verrichten:

a)

Linyi Chunming;

b)

YCCT;

c)

Zibo Tiandan.

(32)

De enige resterende producent-exporteur, JQWT, vertegenwoordigde minder dan 4 % van de geraamde hoeveelheid fosforigzuur die uit de VRC naar de Unie werd uitgevoerd. Deze onderneming was dus niet voldoende representatief om als basis te dienen voor de bevindingen voor het hele land. Hoewel de onderneming aangaf dat zij om een individueel onderzoek zou verzoeken, heeft zij de vragenlijst niet binnen de gestelde termijn ingevuld, d.w.z. dat de individuele informatie van de enige producent-exporteur niet beschikbaar was.

(33)

Bijgevolg heeft de Commissie de belanghebbenden op 10 juli 2025 in kennis gesteld van de resultaten van haar in de overwegingen 30 tot en met 32 beschreven analyse en van haar oordeel dat de mate van niet-medewerking aan dit onderzoek waarschijnlijk wezenlijke gevolgen zou hebben voor de uitkomst van het onderzoek in de zin van artikel 17, lid 4, van de basisverordening, en dat zij derhalve voornemens was de desbetreffende bepalingen van artikel 18 van de basisverordening toe te passen om de bevindingen inzake dumping op het niveau van het gehele land vast te stellen (“het definitieve besluit over de steekproef”).

(34)

Bij nota-verbaal van 10 juli 2025 werd de Chinese overheid eveneens in kennis gesteld van het definitieve besluit over de steekproef. De Chinese overheid heeft geen opmerkingen ingediend.

(35)

Naar aanleiding van het definitieve besluit over de steekproef van de Commissie hebben de drie betrokken ondernemingen verzocht om te worden gehoord. Tijdens de hoorzitting voerden zij aan dat aangezien zij eigenaar waren van productielijnen en vloeibaar fosforigzuur als grondstof verwerkten tot vast fosforigzuur, zij in dit onderzoek als producenten en als zodanig als producenten-exporteurs moesten worden beschouwd. De twee aanvankelijk in de steekproef opgenomen ondernemingen verzochten dat voor hen een individuele dumpingmarge werd vastgesteld.

(36)

De drie ondernemingen bevestigden tijdens de hoorzitting dat zij vloeibaar fosforigzuur als belangrijkste grondstof hebben gebruikt voor de verwerkingsactiviteiten die zij hebben verricht. Bovendien hebben zij geen substantiële argumenten aangevoerd tegen de conclusie van de Commissie dat het onderzochte product in een eerdere fase door hun leveranciers werd vervaardigd. Bijgevolg heeft de Commissie haar conclusies bevestigd over de mate van niet-medewerking en de daaropvolgende toepassing van artikel 18 van de basisverordening om de bevindingen inzake dumping op het niveau van het gehele land vast te stellen.

1.5.   Antwoorden op de vragenlijsten en controlebezoeken

(37)

De Commissie heeft de Chinese overheid een vragenlijst toegezonden over het bestaan van verstoringen van betekenis in de VRC in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening.

(38)

Bovendien verstrekte de klager in de klacht voldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat er op de grondstoffenmarkt voor het betroffen product in de VRC verstoringen zijn. Derhalve had het onderzoek, zoals aangekondigd in het bericht van inleiding, betrekking op deze verstoringen van de grondstoffenmarkt om te bepalen of artikel 7, leden 2 bis en 2 ter, van de basisverordening moesten worden toegepast op de VRC. Daarom heeft de Commissie de Chinese overheid in dit verband aanvullende vragenlijsten gestuurd.

(39)

De Chinese overheid heeft geen van de vragen beantwoord. In een nota-verbaal heeft de Commissie op 10 juli 2025 de Chinese overheid er derhalve van in kennis gesteld dat zij overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voornemens was de beschikbare gegevens te gebruiken om de aanwezigheid van verstoringen van betekenis en verstoringen van de grondstoffenmarkt in de VRC vast te stellen. De Chinese overheid is in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. Van de Chinese overheid zijn geen opmerkingen ontvangen.

(40)

De Commissie heeft vragenlijsten gestuurd naar de twee aanvankelijk in de steekproef opgenomen Chinese ondernemingen.

(41)

Alle vragenlijsten, met inbegrip van een vragenlijst voor niet-verbonden importeurs en een vragenlijst voor gebruikers, werden op de dag van inleiding online (4) beschikbaar gesteld.

(42)

Binnen de gestelde termijnen werden van de klager antwoorden op de vragenlijst ontvangen. De tweede producent in de Unie, Italmatch Chemicals SPA, heeft de vragenlijst aanvankelijk niet beantwoord. De onderneming legde de Commissie uit dat dit te wijten was aan het feit dat zij het onderzochte product niet op de vrije markt verkocht. Op verzoek van de Commissie heeft zij in een later stadium echter antwoorden op de vragenlijst verstrekt op basis waarvan de Commissie de schadeanalyse kon baseren op de gehele bedrijfstak van de Unie voor fosforigzuur (5).

(43)

De Commissie heeft alle gegevens die zij voor de voorlopige vaststelling van schade en het belang van de Unie nodig achtte, verzameld en gecontroleerd. Zoals uiteengezet in punt 1.4.3.2, werd de vaststelling van dumping gebaseerd op de beschikbare gegevens.

(44)

Krachtens artikel 16 van de basisverordening werd een controlebezoek ter plaatse verricht bij de klager, ICL Europe Coöperatief U.A. (Amsterdam, Nederland). De Commissie heeft kruislingse controles op afstand verricht van de antwoorden op de vragenlijst van de tweede producent in de Unie, Italmatch Chemicals SPA (Genua, Italië).

1.6.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

(45)

Het onderzoek naar de dumping en de schade had betrekking op de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 (“het onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar ontwikkelingen die relevant zijn voor de schadebeoordeling had betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot aan het einde van het onderzoektijdvak (“de beoordelingsperiode”).

2.   ONDERZOCHT PRODUCT, BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

2.1.   Onderzocht product

(46)

Het onderzochte product is fosforigzuur, in vaste of vloeibare (waterige) vorm, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2811 19 80 (Taric-code 2811 19 80 60), ook fosfonzuur genoemd, gewoonlijk ingedeeld onder de nummers 13598-36-2 en 10294-56-1 van de Chemical Abstracts Service (“CAS”), van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“VRC”). De CUS-nummers (“Customs and Statistics”) die gewoonlijk met dit product overeenkomen, zijn 0021895-1 en 0043878-8, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“het onderzochte product”).

(47)

Het onderzochte product kan op twee verschillende manieren worden geproduceerd. Verreweg de meest gebruikte methode is de hydrolyse van PCl3. Fosforigzuur kan echter ook worden geproduceerd door de hydrolyse van fosfortrioxide (P4O6). Er zijn twee belangrijke redenen waarom de hydrolyse van PCl3 vaak wordt gebruikt. Ten eerste dient PCL3 als grondstof voor verschillende producten verder in de keten en is het dus gemakkelijker beschikbaar dan P4O6. Ten tweede is P4O6 complexer om te produceren, reactiever en dus minder stabiel.

(48)

Fosforigzuur wordt gebruikt in een breed scala van toepassingen, het is de grondstof bij de productie van fosfonaten en andere speciale chemicaliën, die een breed scala van toepassingen hebben in verschillende bedrijfstakken (waterzuivering, detergenten en reinigingsmiddelen, landbouw, olie en gas, bouw en bouwmaterialen, textiel- en lederindustrie, papier- en pulpindustrie, farmaceutische producten en persoonlijke verzorging, voedingsmiddelen- en drankenindustrie).

2.2.   Betrokken product

(49)

Bij het betrokken product gaat het om het onderzochte product van oorsprong uit de VRC.

2.3.   Soortgelijk product

(50)

Uit het onderzoek is gebleken dat de volgende producten dezelfde fysische, chemische en technische basiseigenschappen hebben en voor dezelfde basisdoeleinden worden gebruikt:

het betrokken product bij uitvoer naar de Unie;

het onderzochte product dat in de VRC wordt geproduceerd en aldaar op de binnenlandse markt wordt verkocht, en

het onderzochte product dat in de Unie door de bedrijfstak van de Unie wordt geproduceerd en aldaar wordt verkocht.

(51)

De Commissie heeft in dit stadium beslist dat die producten derhalve soortgelijke producten zijn in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

2.4.   Argumenten betreffende de productomschrijving

(52)

Linyi Chunming heeft twee opmerkingen ingediend. Met de eerste opmerking werd beoogd een nieuw PCN-criterium toe te voegen om de bij de productie gebruikte grondstoffen te identificeren. In de tweede opmerking werd verzocht om uitsluiting van het fosforigzuur dat de onderneming produceert met behulp van een andere grondstof in vergelijking met de producent in de Unie. Linyi Chunming motiveerde haar verzoek door uit te leggen dat fosforigzuur dat is geproduceerd met behulp van haar eigen specifieke productieproces, waarbij een andere grondstof wordt gebruikt, een iets lagere zuiverheidsgraad heeft, andere productiekosten met zich meebrengt, een laag milieueffect heeft en voor andere toepassingen kan dienen dan fosforigzuur dat door de producenten in de Unie wordt geproduceerd. Om deze redenen moet zijn product van het onderzoek worden uitgesloten.

(53)

In antwoord op het eerste argument van Linyi Chunming over de PCN-structuur betwistte ICL de opmerking van Linyi Chunming, aangevend dat zij deze onvoldoende duidelijk achtte, met name de uitleg van het productieproces. Bovendien bleek de gebruikte grondstof al een bepaald percentage fosforigzuur te bevatten, dat verder werd verwerkt middels drogings- en zuiveringsstappen om de uiteindelijke kristallijne vorm te bereiken. Om deze redenen heeft ICL de Commissie verzocht het verzoek tot wijziging van het PCN af te wijzen.

(54)

Na de argumenten van Linyi Chunming en de opmerkingen van ICL te hebben beoordeeld, concludeerde de Commissie dat er geen rechtvaardiging was om de PCN-structuur te wijzigen of via alternatieve processen geproduceerd fosforigzuur uit te sluiten. In een op 12 juni 2025 gepubliceerde notitie voor het dossier (6) heeft de Commissie verduidelijkt dat bij andere productiemethoden voor fosforigzuur voornamelijk grondstoffen worden gebruikt die al fosforigzuur bevatten. Hoewel deze basisproducten een verwerkingsproces ondergaan, moeten zij reeds als onderzocht product worden beschouwd. Beide argumenten werden derhalve afgewezen.

3.   DUMPING

3.1.   Procedure voor de vaststelling van de normale waarde op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening

(55)

Aangezien er bij de opening van het onderzoek voldoende bewijsmateriaal beschikbaar was dat wees op het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening met betrekking tot de VRC, achtte de Commissie het passend om met betrekking tot de producenten-exporteurs uit dit land het onderzoek te openen uit hoofde van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening.

(56)

Om de benodigde gegevens voor de mogelijke toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening te verzamelen, heeft de Commissie bijgevolg in het bericht van inleiding alle producenten-exporteurs in de VRC verzocht informatie over de basisproducten voor de vervaardiging van het onderzochte product te verstrekken. Zoals uiteengezet in punt 1.4.3.2, zou de mate van niet-medewerking van de Chinese producenten-exporteurs waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitkomst van het onderzoek. Daarom heeft de Commissie de desbetreffende bepalingen van artikel 18 van de basisverordening toegepast om de bevindingen van dumping op het niveau van het gehele land vast te stellen.

(57)

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de vermeende verstoringen van betekenis nodig achtte, heeft de Commissie de Chinese overheid een vragenlijst toegezonden. Bovendien heeft de Commissie in punt 5.3.2 van het bericht van inleiding alle belanghebbenden uitgenodigd om binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dat bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hun standpunt kenbaar te maken, informatie in te dienen en ondersteunend bewijsmateriaal te verstrekken ten aanzien van de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. De Chinese overheid reageerde niet op de vragenlijst, noch diende zij opmerkingen in over de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Vervolgens heeft de Commissie de Chinese overheid ervan in kennis gesteld dat zij overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening de beschikbare gegevens zou gebruiken om de aanwezigheid van verstoringen van betekenis in de VRC vast te stellen.

(58)

In punt 5.3.2 van het bericht van inleiding heeft de Commissie ook vermeld dat zij, gezien het beschikbare bewijsmateriaal, op grond van artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening voorlopig Brazilië had geselecteerd als passend representatief land voor de vaststelling van de normale waarde aan de hand van niet-verstoorde prijzen of benchmarks. De Commissie merkte verder op dat zij andere mogelijk passende representatieve landen zou onderzoeken overeenkomstig de criteria als bedoeld in artikel 2, lid 6 bis, punt a), eerste streepje, van de basisverordening.

(59)

Op 2 september 2025 heeft de Commissie de belanghebbenden door middel van een mededeling (“de mededeling over de bronnen”) op de hoogte gebracht van de relevante bronnen die zij voornemens was te gebruiken voor het vaststellen van de normale waarde. In die mededeling over de bronnen heeft de Commissie een lijst verstrekt van alle productiefactoren zoals grondstoffen, arbeid en energie die bij de productie van fosforigzuur een rol spelen alsook de bijproducten die daarbij worden gegenereerd. Daarnaast heeft de Commissie op basis van de criteria voor de keuze van niet-verstoorde prijzen of benchmarks Brazilië, Indonesië, Maleisië en Servië als mogelijk representatieve landen aangewezen. Op basis van de beschikbaarheid van de nodige informatie in de vier potentiële representatieve landen heeft de Commissie Brazilië als passend representatief land geselecteerd. De Commissie heeft de belanghebbenden ook meegedeeld dat zij overhead-productiekosten, verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (“VAA-kosten”) en winst zou vaststellen op basis van de beschikbare informatie voor twee Braziliaanse fabrikanten van producten in dezelfde algemene categorie, namelijk Nortox SA en Vittia S.A.

(60)

Over de mededeling over de bronnen heeft de Commissie opmerkingen ontvangen van de klager. Deze hadden betrekking op de vaststelling van de niet-verstoorde waarde van het bijproduct. In punt 3.2.5.2 wordt nader op de opmerkingen ingegaan.

3.2.   Normale waarde

(61)

Artikel 2, lid 1, van de basisverordening bepaalt het volgende: “De normale waarde is normaal gebaseerd op de prijzen die door onafhankelijke afnemers in het land van uitvoer in het kader van normale handelstransacties worden betaald of dienen te worden betaald.”

(62)

Artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening bepaalt echter het volgende: “Wanneer […] wordt vastgesteld dat het wegens het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van punt b) in het land van uitvoer niet passend is gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in dat land, wordt de normale waarde uitsluitend berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks tot uitdrukking komen”, en “omvat [deze] een niet-verstoord en redelijk bedrag voor administratiekosten, verkoopkosten en algemene kosten en voor winst” (hierna wordt naar “administratiekosten, verkoopkosten en algemene kosten” verwezen met “VAA-kosten”).

(63)

Zoals hieronder verder wordt toegelicht, heeft de Commissie in dit onderzoek geconcludeerd dat het op basis van het beschikbare bewijs en gezien het gebrek aan medewerking van de Chinese overheid en de producenten-exporteurs juist was artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening toe te passen.

3.2.1.   Bestaan van verstoringen van betekenis

(64)

In recente onderzoeken betreffende de chemische sector in de VRC (7) heeft de Commissie vastgesteld dat er sprake was van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening.

(65)

In die onderzoeken heeft de Commissie vastgesteld dat er in de VRC sprake is van aanzienlijk overheidsingrijpen, wat leidt tot een verstoring van de doeltreffende toewijzing van middelen volgens marktbeginselen (8). De Commissie heeft met name geconcludeerd dat de Chinese overheid niet alleen nog steeds een aanzienlijk deel van de chemische sector in handen heeft als bedoeld in artikel 2, lid 6 bis, punt b), eerste streepje, van de basisverordening (9), maar de Chinese overheid zich ook kan mengen in de prijzen en kosten via overheidsaanwezigheid in ondernemingen zoals bedoeld in artikel 2, lid 6 bis, punt b), tweede streepje, van de basisverordening (10). De Commissie heeft verder vastgesteld dat de aanwezigheid van de staat op de financiële markten en het ingrijpen door de staat op die markten, alsmede bij de verstrekking van grondstoffen en basisproducten, een extra verstorend effect hebben op de markt. In feite leidt het planningssysteem van de VRC er over de gehele linie toe dat er middelen worden geconcentreerd in sectoren die door de Chinese overheid als strategisch of anderszins politiek belangrijk zijn bestempeld, in plaats van dat de allocatie overeenkomstig marktwerking plaatsvindt (11). Bovendien heeft de Commissie geconcludeerd dat de Chinese faillissementswetgeving en eigendomswetgeving niet naar behoren functioneren in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), vierde streepje, van de basisverordening, en dus verstoringen veroorzaken, in het bijzonder wanneer in de VRC insolvente ondernemingen op de been worden gehouden en wanneer grondgebruiksrechten worden toegewezen (12). In dezelfde geest stelde de Commissie vast dat er sprake was van verstoringen van de loonkosten in de chemische sector in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), vijfde streepje, van de basisverordening (13), alsmede van verstoringen op de financiële markten in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), zesde streepje, van de basisverordening, met name wat de toegang tot kapitaal voor ondernemingen in de VRC betreft (14).

(66)

Net als in de voorafgaande onderzoeken met betrekking tot de chemische sector in de VRC is de Commissie in het huidige onderzoek nagegaan of het wegens de aanwezigheid van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening al dan niet passend was om gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in de VRC. Daartoe heeft de Commissie gebruikgemaakt van het beschikbare bewijsmateriaal in het dossier, met inbegrip van het bewijsmateriaal in de klacht, en in het werkdocument van de diensten van de Commissie over verstoringen van betekenis in de economie van de Volksrepubliek China met het oog op handelsbeschermingsonderzoeken (15) (“het rapport”), dat op openbaar beschikbare bronnen is gebaseerd. Bij deze analyse is niet alleen gekeken naar het aanzienlijke overheidsingrijpen in de economie van de VRC in het algemeen, maar ook naar de specifieke marktsituatie in de betrokken sector, met inbegrip van het onderzochte product. De Commissie heeft deze bewijselementen verder aangevuld met haar eigen onderzoek naar de verschillende criteria die relevant zijn om het bestaan van verstoringen van betekenis in de VRC aan te tonen, zoals die ook in het kader van haar eerdere onderzoeken in dit verband zijn vastgesteld.

(67)

In de klacht werd gesteld dat er sprake was van verstoringen van betekenis in de Chinese sector fosforigzuur. In de klacht werd verwezen naar het rapport en met name naar het economische systeem van de VRC als een “socialistische markteconomie” en de actieve rol van de CCP in zowel de publieke als de particuliere sector in de VRC.

(68)

Meer in het bijzonder werd gewezen op het volgende:

er is sprake van overheidsingrijpen in de chemische sector en met name op de markt voor fosforigzuur. In dit verband werd in de klacht verwezen naar het specifieke hoofdstuk over chemische stoffen in het rapport om de aanzienlijke overcapaciteit op de Chinese markt voor chemische stoffen te benadrukken (16);

het belangrijkste wet- en regelgevingsinstrument voor de interventie door de Chinese overheid in de chemische sector is het 14e vijfjarenplan, waarin de strategische visies van de Chinese overheid voor de transformatie en modernisering van traditionele bedrijfstakken en de ontwikkelingsas voor strategische opkomende bedrijfstakken worden uiteengezet, waaronder de bedrijfstakken chemische stoffen, bouwmaterialen, nieuwe materialen en chemische vezels. Daarnaast is het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie gericht op de chemische en petrochemische industrie als onderdeel van de “grondstoffenindustrie” die door het vijfjarenplan wordt beschermd en gestimuleerd. Het geeft ook aan dat belangrijke sectoren, zoals de chemische sector, specifieke uitvoeringsstrategieën moeten hebben op basis van de doelstellingen van het vijfjarenplan. Wat de specifieke planning voor de industriële structuur betreft, voorziet het document duidelijk in een verhoging van de productiecapaciteit voor gele fosfor, de belangrijkste grondstof voor de productie van fosforigzuur. Het doel is om toonaangevende ondernemingen zo groot en sterk mogelijk te maken door middel van overheidsinterventie en -steun. Een van de belangrijkste doelstellingen van het richtinggevend advies over de bevordering van de hoogwaardige ontwikkeling van de chemische en petrochemische industrie is de concentratie van de bulkproductie van chemische stoffen, die moet worden verhoogd tot een bezettingsgraad van meer dan 80 %. In de klacht wordt ook verwezen naar verschillende provinciespecifieke systemen van deelplannen die gericht zijn op het organiseren van overheidsingrijpen in de chemische sector. Bijvoorbeeld het 14e vijfjarenplan van Shandong voor de ontwikkeling van de chemische industrie en het 14e vijfjarenplan van Jiangsu voor de hoogwaardige ontwikkeling van de chemische industrie, die beide gericht zijn op provincies met de sterkste aanwezigheid van ondernemingen die fosforigzuur produceren. Deze provinciale plannen bevorderen sterke financiële steun en de oprichting van chemische industrieparken (17);

de markt voor fosforigzuur wordt voor een groot deel bediend door ondernemingen die in handen zijn van de Chinese overheid, waarover deze zeggenschap heeft, waarop deze beleidstoezicht uitoefent of waarvoor deze beleidsadvies geeft. In de klacht werd aangevoerd dat de Chinese overheid en de CCP zeggenschap uitoefenen over zowel staatsondernemingen als particuliere ondernemingen in de chemische sector. De Chinese overheid heeft het Comité voor toezicht op en beheer van staatsactiva (“SASAC”) opgericht om de aandeelhoudersbelangen van de staat in staatsondernemingen te vertegenwoordigen. Het Comité heeft als basisfuncties het sturen van de hervorming van staatsondernemingen en het dagelijks leiding geven aan de toezichthoudende panels die aan grote staatsondernemingen zijn toegewezen, het benoemen en ontslaan van directeuren en andere hogere leidinggevenden van staatsondernemingen, en het toezicht houden op het behoud en de waardering van de waarde van staatsactiva. Daarnaast heeft de Chinese overheid de wet inzake staatsactiva van ondernemingen aangenomen, die staatscontrole en eigendom van strategische bedrijfstakken, zoals de chemische industrie, verplicht stelt. Volgens de klacht is de verdere versterking van de invloed van de partij op ondernemingen in de VRC het “sociale kredietsysteem”, dat de Chinese overheid gebruikt om het gedrag van alle binnenlandse en buitenlandse ondernemingen in de VRC te monitoren, te beoordelen en te conditioneren. Daarnaast wordt in de klacht ook aangevoerd dat het vijfjarenplan met betrekking tot staatsondernemingen tot doel heeft een sterkere band tot stand te brengen tussen de Chinese overheid en staatsondernemingen. Tot slot stelt de klager dat de Chinese overheid nog steeds in aanzienlijke mate de bedrijfstak voor fosforigzuur in handen heeft. Uit openbaar beschikbare informatie blijkt dat sommige belangrijke producenten van fosforigzuur waarop de klacht in de VRC betrekking heeft, staatsondernemingen zijn. Hubei Xingfa Chemicals Group Co. Ltd maakt bijvoorbeeld onderdeel uit van de Xingfa Group, een staatsonderneming. Bovendien wordt gemeld dat de belangrijkste aandeelhouder (19,5 %) van Hubei Xingfa Chemicals Group Co. Ltd, het SASAC van Xingshan is. De CEO van Hubei Xingfa Chemicals Group Co. Ltd was een afgevaardigde op het 20e Nationale Congres van de CCP en verschillende directeuren, toezichthouders en hogere leidinggevenden van de Hubai Xingfa Group zijn CCP-leden (18);

wat particuliere ondernemingen betreft, wordt in de klacht gesteld dat particuliere ondernemingen hun beleid moeten afstemmen op dat van de centrale overheid en wordt melding gemaakt van recente initiatieven om particuliere ondernemingen onder druk te zetten om te investeren in of te fuseren met staatsondernemingen. De klager verwijst ook naar het jaarverslag 2022 van Henan Qingshuiyuan Technology Co. Ltd, een schijnbaar particuliere onderneming, waarin duidelijk wordt verwezen naar de besluitvorming en de inzet van het partijcomité op hoger niveau en de overheid, en naar de bevordering van een grondige integratie van partijopbouw en productie en exploitatie. Volgens hetzelfde jaarverslag zijn directeuren en leidinggevenden van de onderneming ook lid van de CCP;

de Chinese aanwezigheid in ondernemingen op het gebied van fosforigzuur maakt inmenging van de staat in de prijzen of kosten mogelijk. Volgens de klager handhaaft de Chinese overheid haar invloed in staatsondernemingen door leidinggevend personeel op sleutelposities te benoemen en te ontslaan, hetgeen de hoofdverantwoordelijkheid van het SASAC is. Het SASAC doet dit ook door de productie van kritieke grondstoffen voor de productie van fosforigzuur, met name gele fosfor, sterk te beïnvloeden. Daarnaast profiteren staatsondernemingen in China van preferentiële toegang tot een breed scala van basisproducten zoals land en energie, maar ook tot financieringssystemen. Het sterke overheidsoptreden binnen ondernemingen leidt derhalve tot een verstoorde toewijzing van middelen, wat vervolgens wordt vertaald in verstoorde kosten en verstoorde prijzen voor de vervaardigde producten. In de klacht werd bijvoorbeeld aangevoerd dat Hubei Xingfa Chemicals Group in 2023 overheidssubsidies heeft ontvangen in het kader van de sterke aanwezigheid van de Chinese overheid in de onderneming. Ook wordt gemeld ook dat Henan Qingshuiyuan Technology in 2023 overheidssubsidies heeft ontvangen. De klager verwijst naar eerdere onderzoeken van de Commissie om aan te tonen dat de Chinese overheid een strategie in gang heeft gezet om controle uit te oefenen op en in te grijpen in de productie van gele fosfor. Naast de steun die via overheidsbeleid tot uitdrukking wordt gebracht, handhaaft de Chinese overheid ook een uitvoerbelasting op gele fosfor die is vastgesteld op 20 %, waardoor wordt voorkomen dat deze grondstof wordt uitgevoerd en enorme overcapaciteit in het land ontstaat. Door middel van Chinese uitvoerbelastingen op gele fosfor en de handhaving van het beleid van dubbele beheersing heeft de Chinese overheid niet alleen interne prijsverstoringen voor gele fosfor gecreëerd, maar ook internationale verstoringen die dit product voor kopers in andere landen dan de VRC ongeveer 20 % duurder maken. De Chinese overheid mengt zich bovendien in de prijzen en kosten van energie (19);

de Chinese overheid heeft in haar verschillende beleidsdocumenten consequent sterk de nadruk gelegd op de chemische industrie en haar maatregelen zodanig vormgegeven dat binnenlandse chemische producenten worden bevoordeeld. In dit verband werd in de klacht verwezen naar het besluit van de staatsraad betreffende het afkondigen van de uitvoering van tussentijdse bepalingen ter bevordering van industriële herstructurering, de versie van 2024 van de catalogus van richtsnoeren voor de aanpassing van de industriële structuur, die de basis vormt voor het aansturen van de investeringsrichting van de Chinese overheid en voor het formuleren van het overheidsbeleid, en het uitvoeringsplan ter bevordering van het efficiënte en hoogwaardige gebruik van fosforbronnen. Volgens de klager wordt in de catalogus van richtsnoeren met name gele fosfor genoemd, waaruit de relevantie van deze grondstof voor de Chinese planeconomie blijkt (20). Tot slot blijkt uit de klacht dat de nadruk op fosforchemie niet nieuw is, onder verwijzing naar de richtinggevende adviezen van 2022 over de bevordering van de hoogwaardige ontwikkeling van de petrochemische en chemische industrie tijdens het 14e vijfjarenplan of de kennisgeving van de provincie Jiangsu over het 14e vijfjarenplan inzake industriële groene ontwikkeling en andere plannotities tijdens de 14e vijfjarencyclus;

faillissements-, vennootschaps- en eigendomswetgeving worden niet zonder onderscheid toegepast, of onvoldoende gehandhaafd, in de VRC (21);

de loonkosten worden verstoord omdat zij niet het gevolg zijn van normale marktwerking of vrije collectieve onderhandelingen. De klager stelt dat werknemers en werkgevers worden belemmerd in hun recht op collectieve organisatie en noemt het bestaan van slechts één vakbond die niet onafhankelijk is van de staat, en het feit dat de VRC nog steeds een aantal belangrijke internationale verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie niet heeft geratificeerd. Bovendien wordt de mobiliteit van werknemers in de VRC aangetast door het systeem van registratie van huishoudens. In de klacht wordt ook verwezen naar het feit dat de bedrijfstak voor fosforigzuur ook onderworpen is aan de Chinese arbeidswetgeving en dus aan deze verstoringen van de loonkosten, waarbij wordt verwezen naar het jaarverslag van Henan Qingshuiyuan Technology Co. Ltd De verstoringen van de loonkosten worden nog versterkt door arbeidssubsidies van de Chinese staat, met name aan producenten van fosforigzuur. Zo meldden Hubei Xingfa Chemical Group Co. Ltd en Henan Qingshuiyuan Technology Co. Ltd verschillende van dergelijke subsidies (22);

producenten van fosforigzuur in de VRC hebben toegang tot financiering door instellingen die de doelstellingen van het overheidsbeleid uitvoeren of anderszins in hun werking niet onafhankelijk zijn ten opzichte van de staat (23). In de klacht wordt melding gemaakt van een sterke aanwezigheid van de overheid in de financiële instellingen en kunstmatig lage financieringskosten om de groei van de investeringen te stimuleren. De banksector wordt sterk beïnvloed door de staat, niet alleen via eigendom, maar ook door de macht die aan de Chinese overheid, als belangrijkste aandeelhouder, wordt gegeven om de hoogste managementfuncties te benoemen, met sterke beslissingsbevoegdheden. Bovendien hebben dergelijke banken ook aandelen in Chinese ondernemingen die het betrokken product produceren. Industrial and Commercial Bank of China Ltd heeft bijvoorbeeld 0,17 % van de aandelen in Henan Qingshuiyan Technology Co. Ltd, Taikang Life Insurance Co. in handen en Guangfa Fund Management Co. Ltd — Social Security bezit respectievelijk 0,96 % en 0,75 % van de aandelen in Hubei Xingfa Chemical Group Co. Ltd Bovendien is Henan Qingshuiyan Technology Co. Ltd leningen aangegaan bij verschillende Chinese banken, zoals Agricultural Bank of China, Bank of China, China Construction Bank, China Merchants Bank en CITIC Bank. In de klacht wordt aangevoerd dat het kredietverleningsbeleid van banken in de VRC zodanig wordt vormgegeven dat de beleidsdoelstellingen worden bereikt en dat de resultaten van de bank gewoonlijk onderschikt zijn aan naleving van de vereisten ter ondersteuning van het industriebeleid van de Chinese overheid. Met name op basis van Besluit nr. 40 wordt in de klacht gesteld dat wettelijke bepalingen voorzien in bindende regels voor alle economische instellingen in de vorm van richtsnoeren voor de bevordering en ondersteuning van aangemoedigde bedrijfstakken. Ten slotte worden obligatie- en kredietratings dus om verschillende redenen sterk verstoord, zoals de invloed van het strategisch belang van de onderneming op de risicobeoordeling en de kracht van een impliciete garantie van de overheid. In dit verband lijkt het erop dat de bedrijfstak voor fosforigzuur profiteert van de verstoringen op de obligatiemarkt, aangezien aan Chinese producenten hoge scores zijn toegekend. Zo heeft CSCI Pengyuan voor 2022 een AA+-kredietscore afgegeven aan Hubei Xingfa met betrekking tot converteerbare obligaties.

(69)

Concluderend werd in de klacht het standpunt ingenomen dat de prijzen en kosten, waaronder de kosten van grondstoffen, energie en arbeid, niet door vrije marktwerking tot stand komen omdat zij worden beïnvloed door aanzienlijk overheidsingrijpen in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening. Op grond daarvan is het volgens de klacht in dit geval niet passend om voor de vaststelling van de normale waarde gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten.

(70)

De Commissie heeft onderzocht of het vanwege het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening al dan niet passend was gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in de VRC. Bij deze analyse werd niet alleen gekeken naar het aanzienlijke overheidsingrijpen in de economie van de VRC in het algemeen, maar ook naar de specifieke marktsituatie in de desbetreffende sector, met inbegrip van het betrokken product.

(71)

In dit verband heeft de Commissie eerst beoordeeld of de sector fosforigzuur in de VRC voor een groot deel wordt bediend door ondernemingen die in handen zijn van de Chinese autoriteiten, waarover zij zeggenschap hebben, waarop zij beleidstoezicht uitoefenen of waarvoor zij beleidsadvies geven in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), eerste streepje, van de basisverordening. De sector van het betrokken product wordt bediend door zowel particuliere ondernemingen, zoals Taizhou Yongchang Chemical Co. Ltd (24), als door staatsondernemingen zoals Yuntianhua Group (25). De exacte verhouding tussen particuliere producenten en staatsondernemingen op de markt voor fosforigzuur kon niet worden bepaald. De Commissie stelde echter vast dat verschillende producenten rechtstreeks onder zeggenschap van de staat staan. Voorbeelden hiervan zijn Yunnan Yuntianhua Co. Ltd, dat onder zeggenschap staat van Yuntianhua Group (26), waarvan 64,8 % van de aandelen in handen is van het SASAC van de overheid van de provincie Yunnan. Daarnaast wordt Hubei Xingfa Chemicals Group Ltd (27) gecontroleerd door Yichang Xingfa Group (28), een staatsonderneming die volledig eigendom is van het SASAC van de lokale overheid van Xingshan (29). Ook wordt Hubei Yihua Chemical Industry Co. Ltd (30) gecontroleerd door Hubei Yihua Group Ltd, een staatsonderneming die volledig eigendom is van het SASAC van de gemeentelijke overheid van Yichang (31) en wordt SD Lomon (32) uiteindelijk gecontroleerd door het SASAC van de overheid van de provincie Sichuan (33).

(72)

Interventies van de CCP in de operationele besluitvorming zijn bovendien de norm geworden, niet alleen in staatsondernemingen, maar ook in particuliere ondernemingen (34), waarbij de CCP een leidende rol opeist ten aanzien van vrijwel elk aspect van de economie van het land. De invloed van de staat door middel van CCP-structuren binnen ondernemingen leidt er feitelijk toe dat marktdeelnemers onder zeggenschap en beleidstoezicht van de overheid staan, gezien de mate waarin de staats- en partijstructuren in de VRC zijn vervlochten.

(73)

Uit het onderzoek is gebleken dat de nationale brancheorganisatie voor de chemische sector de China Petroleum and Chemical Industry Federation (“CPCIF”) is. De CPCIF onderschrijft het algemene leiderschap van de CCP, verricht partijactiviteiten en schept de nodige voorwaarden voor de activiteiten van partijorganisaties (35). Bovendien is de “registratie- en beheerautoriteit van de vereniging het ministerie van Burgerzaken” (36) en zijn de voorwaarden om voor de rol van vertegenwoordiger van de CPCIF in aanmerking te komen onder meer “het leiderschap van de CCP onderschrijven, het socialisme met Chinese kenmerken ondersteunen, de lijn, de beginselen en het beleid van de partij vastberaden uitvoeren en goede politieke kwaliteiten bezitten” (37).

(74)

Yichang Xingfa Group is lid van de CPCIF en is een van de vicevoorzitters (38). Bovendien is Yuntianhua Group lid van de CPCIF en is het een van de uitvoerend directeuren (39). Yihua Chemical Industry Co. Ltd is ook lid van de CPCIF (40).

(75)

Meer in het bijzonder is uit het onderzoek gebleken dat de nationale vereniging van de bedrijfstak die de producenten van fosforigzuur vertegenwoordigt, de China Phosphorus Coumpound Fertilizer Industry Association (“CPFIA”) is (41). (“). De CPFIA onderschrijft het algemene leiderschap van de CCP, verricht partijactiviteiten en schept de nodige voorwaarden voor de activiteiten van partijorganisaties (42). Bovendien “fungeert het ministerie van Burgerzaken als de registratie- en beheerautoriteit van de vereniging” (43) en zijn de voorwaarden om voor de rol van vertegenwoordiger van de CPCIA in aanmerking te komen onder meer “het leiderschap van de CCP onderschrijven, het socialisme met Chinese kenmerken ondersteunen, de lijn, de beginselen en het beleid van de partij vastberaden uitvoeren en goede politieke kwaliteiten bezitten” (44).

(76)

Hubei Xingfa Chemicals Group Ltd, Yuntianhua Group en Hubei Yihua Group Ltd zijn leden en uitvoerend directeuren van de CPFIA (45).

(77)

Zowel staats- als particuliere ondernemingen in de chemische sector staan onder beleidstoezicht en krijgen beleidsadvies. De meest recente Chinese beleidsdocumenten met betrekking tot de chemische en petrochemische sector bevestigen dat de Chinese overheid belang blijft hechten aan de sector en voornemens is in de sector in te grijpen om deze vorm te geven in overeenstemming met het overheidsbeleid. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van het 14e vijfjarenplan voor economische en sociale ontwikkeling en de vooruitzichten voor 2035, volgens welke de Chinese overheid voornemens is “de transformatie en modernisering van belangrijke sectoren zoals de chemische industrie te versnellen” (46).

(78)

Daarnaast is in het richtinggevende advies over de bevordering van de hoogwaardige ontwikkeling van de petrochemische en chemische industrie tijdens het 14e vijfjarenplan (47) (“het richtinggevende advies”) ook bepaald dat de Chinese overheid “de transformatie en modernisering van belangrijke sectoren zoals de chemische industrie [zal] versnellen, nieuwe chemische materialen en fijnchemicaliën daadkrachtig [zal] ontwikkelen, […] en China’s overgang van een groot petrochemisch en chemisch land naar een sterke petrochemische en chemische macht [zal] bevorderen. […] Tegen 2025 […] zal de concentratie van de bulkproductie van chemische producten verder worden verbeterd en zal de bezettingsgraad meer dan 80 % bedragen; de voorzieningszekerheid van nieuwe chemische materialen zal meer dan 75 % bedragen” (48). Ook zal de Chinese overheid de “aanpassing van de industriële structuur bevorderen: specifieke maatregelen aanscherpen en de schaal van de industrie wetenschappelijk reguleren [en] nieuwe capaciteitstoevoegingen […] in de bedrijfstak voor gele fosfor strikt controleren” (49) . Gele fosfor is een basisproduct voor de productie van fosforigzuur.

(79)

Deze vereiste om de sector van het basisproduct gele fosfor te controleren, wordt ook bevestigd in het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie (50) en in het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de groene industrie (51).

(80)

Daarnaast wordt in de catalogus van richtsnoeren voor de aanpassing van de industriële structuur van 2024 (52) de “productietechnologie van gele fosfor met volledig gesloten hogedrukwatergekoelde slak” genoemd als “aangemoedigde bedrijfstak”.

(81)

Voorts heeft het uitvoeringsplan voor de bevordering van efficiënt en hoogwaardig gebruik van fosfor tot doel “de belangrijkste taken van de relevante nationale plannen uit te voeren, een efficiënt en hoogwaardig gebruik van fosforbronnen te realiseren en het concurrentievoordeel van de hele industriële keten te vergroten” en bepaalt het dat de Chinese overheid ten aanzien van “[d]e basis nationale strategische behoeften, de diepe integratie van productie, leren, onderzoek en toepassing zal bevorderen, zich zal richten op het ondervangen van de belangrijkste technologieën en apparatuur die de hoogwaardige ontwikkeling van de chemische industrie voor fosfor beperken, krachtig nieuwe kwaliteitsproductiviteit zal cultiveren en een onafhankelijke en controleerbare toeleveringsketen voor de industriële keten zal opbouwen” (53).

(82)

Op provincieniveau kunnen vergelijkbare voorbeelden worden waargenomen van het voornemen van de Chinese autoriteiten om de ontwikkeling van de sector fosforigzuur te controleren en aan te sturen, zoals in het 14e vijfjarenplan van Shandong voor de ontwikkeling van de chemische industrie (54), waarmee wordt beoogd “[d]e modernisering van de industriële basis en de modernisering van de industriële keten te bevorderen, de uitfasering van verouderde en inefficiënte productiecapaciteit te versnellen, en de ontwikkeling van chemische producten in de richting van functionalisering, verfijning en differentiatie te bevorderen. Ondernemingen begeleiden bij fusies en reorganisaties, de toewijzing van middelen en de structuur van de industriële keten optimaliseren, en de efficiëntie en winstgevendheid van de productie verbeteren” (55).

(83)

Meer in het bijzonder is volgens het 14e vijfjarenplan van Hubei voor economische en sociale ontwikkeling en de vooruitzichten voor 2035 “de transformatie en modernisering van traditionele bedrijfstakken zoals de fosforverwerkende chemische industrie (56)” vereist.

(84)

Verder moeten volgens het 14e vijfjarenplan van Hubei voor de hoogwaardige ontwikkeling van de maakindustrie ook “de traditionele chemische industrieën, zoals […] de fosforverwerkende chemische industrie worden getransformeerd [en] moet de nadruk liggen op de ontwikkeling van hoogwaardige chemische stoffen” (57).

(85)

Ook wordt in het 14e vijfjarenplan van Hubei voor de hoogwaardige ontwikkeling van de sector nieuwe materialen bevestigd dat de Chinese overheid voornemens is “de basis van de bedrijfstak voor nieuwe materialen van Yichang te ontwikkelen [om] de keten van de fosforindustrie te optimaliseren, te verbeteren en te moderniseren, met de nadruk op de ontwikkeling van de sector nieuwe materialen van de fosforverwerkende fijnchemische industrie” (58) .

(86)

Een ander voorbeeld van het voornemen van de Chinese autoriteiten om toezicht te houden op en richting te geven aan de ontwikkelingen in de sector fosforigzuur op provinciaal niveau is te vinden in het 14e vijfjarenplan van Guizhou voor de ontwikkeling van clusters van strategische en opkomende bedrijfstakken, waarin is bepaald dat de Chinese overheid “de ontwikkeling van de fosfaatverwerkende fijnchemische industrie zal versnellen, de ontwikkeling van de fosfaatverwerkende chemische industrie en raffinage zal bevorderen, bronnen van fosfaatgesteente op een wetenschappelijke en rationele wijze zal ontwikkelen en gebruiken, […] nabewerkingsproducten van gele fosfor sterk zal ontwikkelen, [en] zich zal richten op de ontwikkeling van gespecialiseerde fosforchemicaliën zoals gele fosfor van de hoogste zuiverheid, etsoplossingen en vlamvertragers, en ernaar zal streven de industrieketen voor de intensieve verwerking van gele fosfor uit te breiden” (59).

(87)

Wat betreft het feit dat de Chinese overheid zich via overheidsaanwezigheid in ondernemingen in de prijzen en kosten kan mengen in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), tweede streepje, van de basisverordening, heeft de Commissie vastgesteld dat de activiteiten van Yuntianhua Group op het gebied van partijopbouw erop gericht waren “de nieuwe denkbeelden, nieuwe maatregelen en nieuwe resultaten van partijopbouw aan de basis die onderdeel zijn van de productie- en bedrijfsactiviteiten tot uitdrukking te brengen […] zodat de belangrijkste voordelen van partijopbouw in feite worden omgezet in een sterke impuls om de hoogwaardige ontwikkeling van de groep te bevorderen (60)”.

(88)

Bovendien is de voorzitter van Yunnan Yuntianhua Co. Ltd de secretaris van het partijcomité, terwijl de uitvoerend directeur en plaatsvervangend voorzitter van het bedrijf ook de plaatsvervangend secretaris van het partijcomité is (61).

(89)

De voorzitter van Hubei Xingfa Group Ltd is ook voorzitter van het moederbedrijf Yichang Xingfa Group en adjunct-secretaris van het partijcomité. Ook is een van de directeuren van Hubei Xingfa Group Ltd algemeen directeur van het moederbedrijf Yichang Xingfa Group en adjunct-secretaris van het partijcomité (62).

(90)

De voorzitter van Hubei Yihua Chemical Industry Co. Ltd is tevens secretaris van het partijcomité en de algemeen directeur van het bedrijf is adjunct-secretaris van het partijcomité (63).

(91)

Het was niet mogelijk om systematisch het bestaan van persoonlijke banden tussen alle Chinese producenten van fosforigzuur en de CCP vast te stellen. Aangezien het onderzochte product echter een subsector van de chemische sector vormt, was de Commissie van oordeel dat de informatie die werd vergaard in de recente onderzoeken met betrekking tot de chemische sector, zoals vermeld in overweging 65, ook relevant is voor het onderzochte product.

(92)

Verder wordt in de sector fosforigzuur een beleid gehanteerd dat discrimineert ten gunste van binnenlandse producenten of dat anderszins de markt beïnvloedt in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), derde streepje, van de basisverordening. De Commissie heeft verschillende documenten geïdentificeerd waaruit blijkt dat de sector fosforigzuur profiteert van richtsnoeren en ingrijpen van de overheid in de chemische sector, aangezien fosforigzuur een subsector van de chemische sector is. Voorts heeft de Commissie ook documenten gevonden die specifiek betrekking hadden op de fosforsector.

(93)

De Chinese overheid beschouwt de chemische sector consequent als een sleutelsector (64). Dit wordt bevestigd in de talrijke op chemische stoffen toegespitste plannen, richtlijnen en andere documenten die op nationaal, regionaal en gemeentelijk niveau worden uitgevaardigd. In het kader van het 14e vijfjarenplan heeft de Chinese overheid de chemische sector aangewezen voor optimalisering en modernisering (65). Evenzo is in het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie bepaald dat de Chinese overheid de organisatiestructuur zal optimaliseren: om toonaangevende ondernemingen groter en sterker te maken; […] ondernemingen zal ondersteunen om fusies en reorganisaties tussen regio’s en eigenaars te versnellen, de industriële concentratie te vergroten en internationale activiteiten uit te voeren; [en i]n de petrochemische, chemische, staal-, non-ferrometaal- en bouwmateriaalsector en andere sectoren een groep toonaangevende ondernemingen in de industriële keten [zal] promoten, met een ecologische dominantie en een groot concurrentievermogen” (66).

(94)

Meer in het bijzonder wordt in de toelichting bij het uitvoeringsplan ter bevordering van een efficiënt en hoogwaardig gebruik van fosforhoudende hulpbronnen gesteld dat “[d]e nadruk […] dringend [moet] worden gelegd op de verschillende fasen en gebieden van de industriële keten en specifieke beleidsmaatregelen [moeten] worden genomen om de productstructuur, de bedrijfsstructuur en de regionale indeling te optimaliseren” (67). In de toelichting wordt ook gespecificeerd dat de Chinese overheid voornemens is “gunstige industriële clusters te bevorderen, door de provincies Yunnan, Guizhou, Hubei en Sichuan aan te moedigen geavanceerde productieclusters te ontwikkelen [en] een reeks hoogwaardige ondernemingen op te bouwen om de fosfaatwinning te verbeteren, de concentratie van de primaire chemische productie van fosfor te verhogen, de gecoördineerde ontwikkeling van bedrijfstakken eerder en later in de keten te bevorderen, […] toonaangevende fosforverwerkende chemische bedrijven met controle over hulpbronnen en dominantie over de industriële keten te cultiveren, de ontwikkeling van gespecialiseerde en innovatieve “kleine reuzen” en individuele productiekampioenen te versnellen, de kenmerkende industriële clusters van kleine en middelgrote fosforverwerkende chemische ondernemingen te versterken en de transformatie en modernisering van de industriële keten te bevorderen (68)”.

(95)

Samengevat heeft de Chinese overheid maatregelen getroffen om marktdeelnemers ertoe te bewegen zich aan de doelstellingen van het overheidsbeleid te houden om aangemoedigde bedrijfstakken te ondersteunen, waaronder de vervaardiging van het onderzochte product. Dergelijke maatregelen belemmeren de vrije marktwerking.

(96)

Uit het onderhavige onderzoek is niet gebleken dat de discriminerende toepassing of ontoereikende handhaving van de faillissements- en eigendomswetten overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt b), vierde streepje, van de basisverordening in de chemische sector geen gevolgen zou hebben voor de fabrikanten van het onderzochte product.

(97)

Het onderzochte product wordt daarnaast ook beïnvloed door verstoringen van de loonkosten in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), vijfde streepje, van de basisverordening, zoals vermeld in overweging 65. Die verstoringen zijn zowel direct (bij het vervaardigen van het onderzochte product of de belangrijkste basisproducten ervan) als indirect (bij het krijgen van toegang tot basisproducten van ondernemingen die in de VRC aan hetzelfde arbeidsrechtstelsel onderworpen zijn) van invloed op de sector (69).

(98)

Bovendien is in het onderhavige onderzoek geen bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de sector fosforigzuur niet wordt beïnvloed door overheidsingrijpen in het financiële stelsel in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), zesde streepje, van de basisverordening. Dit soort overheidsingrijpen wordt ook zeer goed geïllustreerd in het eerder genoemde richtinggevend advies, waarin ertoe wordt opgeroepen om “het ondersteunend beleid te verbeteren, de coördinatie tussen fiscaal, financieel, regionaal, investerings- en invoer- en uitvoerbeleid […] en het industrieel beleid te versterken [om] het nationale platform voor samenwerking tussen industrie en de financiële sector ten volle te benutten en [om] de banden tussen ondernemingen en banken te stimuleren” (70). Daarom leidt het aanzienlijke overheidsingrijpen in het financiële stelsel ertoe dat de marktomstandigheden op alle niveaus sterk worden beïnvloed.

(99)

Tot slot herinnert de Commissie eraan dat voor de productie van het onderzochte product een aantal basisproducten nodig is. Wanneer de producenten van het onderzochte product deze basisproducten inkopen of daarvoor een contract sluiten, zijn de prijzen die zij betalen (en die als hun kosten worden geregistreerd), duidelijk blootgesteld aan dezelfde systemische verstoringen als hierboven genoemd. Zo zetten leveranciers van basisproducten bijvoorbeeld arbeidskrachten in die aan de verstoringen onderhevig zijn. Zij kunnen geld lenen dat onderhevig is aan de verstoringen in de financiële sector/kapitaaltoewijzing. Daarnaast zijn zij onderworpen aan het planningssysteem dat van toepassing is op alle overheidsniveaus en sectoren.

(100)

Dientengevolge zijn niet alleen de binnenlandse verkoopprijzen van het onderzochte product ongeschikt om te worden gebruikt in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening, maar geldt dat ook voor alle kosten voor basisproducten (waaronder grondstoffen, energie, grond, financiering, arbeid enz.), omdat de prijsvorming ervan wordt beïnvloed door aanzienlijk overheidsingrijpen, zoals beschreven in de delen I en II van het rapport. Het overheidsingrijpen dat met betrekking tot de toewijzing van kapitaal, grond, arbeid, energie en grondstoffen is beschreven, vindt namelijk plaats in de gehele VRC. Dit betekent bijvoorbeeld dat een basisproduct dat zelf in de VRC is geproduceerd door de combinatie van een reeks productiefactoren aan verstoringen van betekenis onderhevig is. Hetzelfde geldt voor het basismiddel voor het basismiddel enz.

(101)

Samengevat is uit het beschikbare bewijsmateriaal gebleken dat de prijzen en kosten van het onderzochte product, waaronder de kosten van grondstoffen, grond, energie en arbeid, niet door vrije marktwerking tot stand zijn gekomen omdat zij worden beïnvloed door aanzienlijk overheidsingrijpen in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening, zoals blijkt uit de daadwerkelijke of mogelijke gevolgen van een of meer van de daarin genoemde relevante factoren.

3.2.2.   Argumenten van belanghebbenden

(102)

De Chinese overheid heeft geen opmerkingen gemaakt of bewijsmateriaal verstrekt ter ondersteuning of weerlegging van het bestaande bewijsmateriaal in het dossier, waaronder het rapport en het door de klager verstrekte aanvullende bewijsmateriaal, over de aanwezigheid van verstoringen van betekenis en/of de geschiktheid van de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening in het onderhavige geval.

(103)

De Commissie heeft in dit stadium van geen van de Chinese producenten-exporteurs opmerkingen ontvangen over de verstoringen van betekenis die van invloed zijn op de bedrijfstak voor fosforigzuur.

3.2.3.   Conclusie

(104)

In het licht van het bovenstaande is de Commissie tot de conclusie gekomen dat het in dit geval niet passend is om voor de vaststelling van de normale waarde gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten. Bijgevolg heeft de Commissie de normale waarde uitsluitend berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks tot uitdrukking komen, dat wil zeggen in dit geval aan de hand van de overeenkomstige productie- en verkoopkosten in een passend representatief land in overeenstemming met artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening en zoals wordt besproken in het volgende punt.

3.2.4.   Representatief land

3.2.4.1.   Algemene opmerkingen

(105)

De keuze van het representatieve land overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening werd gebaseerd op de volgende criteria:

een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC. Hiertoe heeft de Commissie aan de hand van de databank van de Wereldbank (71) landen onderzocht met een bruto nationaal inkomen per inwoner dat vergelijkbaar is met dat van de VRC;

de productie van het onderzochte product in dat land;

de aanwezigheid van relevante onmiddellijk beschikbare gegevens in het representatieve land;

wanneer er sprake is van meer dan één mogelijk representatief land, werd, indien van toepassing, de voorkeur gegeven aan het land met een toereikend niveau van sociale en milieubescherming.

(106)

Zoals toegelicht in overwegingen 59 en 60, heeft de Commissie op 2 september 2025 een mededeling over de bronnen voor de vaststelling van de normale waarde bekendgemaakt. In deze mededeling over de bronnen heeft de Commissie een beschrijving gegeven van de feiten en het bewijsmateriaal die ten grondslag liggen aan de relevante criteria en heeft zij de belanghebbenden in kennis gesteld van haar voornemen om [naam van het land] in dit geval als een passend representatief land aan te merken indien het bestaan van verstoringen van betekenis in overeenstemming met artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening zou worden bevestigd.

3.2.4.2.   Een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC

(107)

In de eerste mededeling over de bronnen heeft de Commissie Brazilië, Indonesië, Maleisië en Servië aangemerkt als landen die volgens de Wereldbank een vergelijkbaar niveau van economische ontwikkeling hebben als de VRC, d.w.z. dat zij door de Wereldbank op basis van het bruto nationaal inkomen elk als “hogermiddeninkomensland” zijn ingedeeld, waarvan bekend is dat het onderzochte product, of een product in dezelfde algemene categorie, daar wordt geproduceerd.

(108)

In de mededeling over de bronnen legde de Commissie uit dat het onderzochte product op basis van de uitvoerstatistieken alleen in Brazilië leek te worden geproduceerd. Indonesië, Maleisië en Servië bleken andere op fosfor gebaseerde zuren te produceren.

(109)

Er werden hierover geen opmerkingen ontvangen.

3.2.4.3.   Aanwezigheid van relevante onmiddellijk beschikbare gegevens in het representatieve land

(110)

In de mededeling over de bronnen heeft de Commissie de beschikbaarheid en kwaliteit geanalyseerd van gegevens die kunnen worden gebruikt om niet-verstoorde grondstofkosten vast te stellen, alsook van de financiële gegevens van producenten van het onderzochte product of van een product in dezelfde algemene categorie.

(111)

De Commissie heeft de belangrijkste grondstoffen vastgesteld. Gezien het gebrek aan medewerking van echte producenten van fosforigzuur in de VRC heeft de Commissie de in de klacht opgenomen informatie als beschikbare gegevens gebruikt.

(112)

Volgens de klacht was de belangrijkste grondstof voor de vervaardiging van fosforigzuur gele fosfor, dat [55-60 %] van de totale productiekosten zou vertegenwoordigen. Een andere belangrijk basisproduct was chloor, dat goed was voor [8-11 %]. De waarde van zoutzuur als bijproduct vertegenwoordigde [17-20 %] van de grondstofkosten.

(113)

Uit de vier landen die als potentiële representatieve landen zijn aangemerkt, voerde alleen Brazilië gele fosfor, chloor en zoutzuur in representatieve hoeveelheden in. Verwaarloosbare hoeveelheden gele fosfor (minder dan 0,5 %) die in Brazilië werden ingevoerd, waren van oorsprong uit de VRC.

(114)

Anderzijds, en naast de beperkte beschikbaarheid van de invoer van gele fosfor, waren aanzienlijke hoeveelheden van bepaalde grondstoffen die in Indonesië (bijna 32 % gele fosfor, 52 % caustische soda en meer dan 30 % zoutzuur) en Servië (bijna 100 % gele fosfor) werden ingevoerd, van oorsprong uit de VRC.

(115)

De Commissie heeft verder onderzocht of er sprake was van marktverstoringen door uitvoer- en/of invoerbeperkingen voor het onderzochte product en voor de belangrijkste grondstoffen (72).

(116)

Noch bij de belangrijkste grondstoffen, noch het onderzochte product was er sprake van enige bekende handelsbeperking die de binnenlandse prijzen van de belangrijkste basisproducten in Brazilië, en dus de invoerprijzen als maatstaf, tot een ongeschikte bron van niet-verstoorde kosten zou maken.

(117)

In Indonesië waren voor alle belangrijke grondstoffen en voor het onderzochte product uitvoer- en invoervergunningen vereist. Het vergunningenstelsel werd in 2021 versoepeld voor bedrijven met een goede reputatie (73).

(118)

Voor Maleisië waren sinds 2016 invoervergunningen vereist voor bepaalde op nicotine gebaseerde producten, chemische stoffen en rookwarenvervangende hulpmiddelen, waaronder fosfor (74).

(119)

Bij de invoer en uitvoer van de belangrijkste grondstoffen en het onderzochte product was er in Servië geen sprake van bekende handelsbeperkingen.

(120)

Bij de invoer van de belangrijkste grondstoffen en het onderzochte product van oorsprong uit de vier potentiële representatieve landen was geen sprake van antidumping-, antisubsidie- of vrijwaringsmaatregelen van derde landen.

(121)

In tegenstelling tot de eerste aanwijzingen dat fosforigzuur in Brazilië wordt geproduceerd, konden noch de Commissie noch de klager aan de hand van direct beschikbare financiële informatie producenten van het onderzochte product identificeren.

(122)

De klager voerde aan dat ondernemingen die actief zijn in de agrochemische industrie waar fosforigzuur werd gebruikt als precursor bij de vervaardiging van agrochemicaliën, moeten worden beschouwd als producenten van een product in dezelfde algemene categorie. Zowel het onderzochte product als agrochemicaliën zijn gericht op soortgelijke afnemers.

(123)

Op basis hiervan heeft de Commissie code 20.20 — Vervaardiging van pesticiden en andere agrochemische producten, NACE Rev. 2 (75), aangemerkt als relevante code voor de bedrijfstakkenclassificatie. Aangezien fosforigzuur een anorganische chemische stof is, achtte de Commissie code 20.13 — Vervaardiging van andere anorganische basischemicaliën, NACE Rev. 2, ook relevant.

(124)

Wat Brazilië betreft, stelde de Commissie vast dat de jaarrekeningen van Nortox SA en Vittia SA onmiddellijk beschikbaar waren. Bovendien waren financiële gegevens van drie andere Braziliaanse fabrikanten van producten in dezelfde algemene categorie onmiddellijk beschikbaar in de Orbis-databank (76). Met betrekking tot de in de Orbis-databank beschikbare financiële gegevens stelde de Commissie vast dat de ondernemingen onredelijke bedragen aan VAA-kosten en/of winst rapporteerden. Daarom concludeerde de Commissie dat alleen de financiële informatie over Nortox SA en Vittia SA als bron van niet-verstoorde VAA-kosten en winst moest worden gebruikt.

(125)

Bovendien heeft de Commissie in de Orbis-databank onmiddellijk beschikbare financiële gegevens vastgesteld voor één Indonesische, elf Maleisische en één Servische fabrikant van producten in dezelfde algemene categorie.

(126)

In het licht van de bovenstaande overwegingen, met name het bestaan van onmiddellijk beschikbare benchmarks voor de belangrijkste grondstoffen die bij de vervaardiging van fosforigzuur worden gebruikt, heeft de Commissie de belanghebbenden ervan in kennis gesteld dat zij voornemens was Brazilië als passend representatief land te gebruiken, en overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), eerste streepje, van de basisverordening de financiële informatie van Nortox SA en Vittia SA te gebruiken om niet-verstoorde prijzen of benchmarks te verkrijgen voor de berekening van de normale waarde.

(127)

De belanghebbenden werd verzocht opmerkingen in te dienen over de geschiktheid van Brazilië als representatief land en van Nortox SA en Vittia SA als producenten van producten in dezelfde algemene categorie in het representatieve land.

(128)

Er werden geen opmerkingen ontvangen over het bestaan van onmiddellijk beschikbare gegevens in de vier potentiële representatieve landen.

3.2.4.4.   Niveau van sociale en milieubescherming

(129)

Aangezien was vastgesteld dat Brazilië op grond van alle voornoemde factoren het enige beschikbare passende representatieve land was, hoefde er op grond van alle voorgaande elementen geen beoordeling van het niveau van sociale en milieubescherming plaats te vinden overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), eerste streepje, laatste zin, van de basisverordening.

3.2.4.5.   Conclusie

(130)

De Commissie heeft vastgesteld dat een product in dezelfde algemene categorie werd geproduceerd in vier landen met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC, namelijk Brazilië, Indonesië, Maleisië en Servië. Informatie over de invoerprijzen van de belangrijkste grondstoffen die bij de vervaardiging van fosforigzuur worden gebruikt, was echter alleen beschikbaar voor Brazilië. Deze invoer bleek in representatieve hoeveelheden te zijn en er was geen sprake van verstoorde prijzen door een aanzienlijke invoer uit de VRC of het bestaan van handelsbeperkingen. Financiële informatie voor het onderzoektijdvak die alle noodzakelijke gegevens bevatte, zoals de kosten van verkochte goederen, redelijke bedragen voor VAA-kosten en winst, bijzonderheden over verschillende inkomstencategorieën, gedetailleerde informatie over verkoopkosten, was onmiddellijk beschikbaar voor twee Braziliaanse producenten van producten in dezelfde algemene categorie.

(131)

Daarentegen ontbrak de beschikbare informatie voor Indonesië, Maleisië en Servië op veel punten. Er was met name geen of in zeer lage mate sprake van invoer van de belangrijkste grondstoffen. Bovendien golden er uitvoer- en invoerbeperkingen voor de invoer van alle of een deel van deze grondstoffen in Indonesië en Maleisië. Bovendien was de invoer van gele fosfor uit vrijwel uitsluitend de VRC in Servië zeer gering. Tot slot waren voor het onderzoektijdvak financiële gegevens beschikbaar voor ondernemingen die producten in dezelfde algemene categorie vervaardigen in Indonesië, Maleisië en Servië. Sommige ondernemingen behaalden echter geen redelijke bedragen aan VAA-kosten en winst.

(132)

Gezien bovenstaande analyse voldeed Brazilië aan de in artikel 2, lid 6 bis, punt a), eerste streepje, van de basisverordening vermelde criteria om als passend representatief land te worden beschouwd.

3.2.5.   Bronnen voor de vaststelling van niet-verstoorde kosten

(133)

In de mededeling over de bronnen heeft de Commissie de productiefactoren, zoals materialen, energie en arbeid die bij de productie van het onderzochte product worden gebruikt, vermeld en heeft zij verklaard dat zij voor de berekening van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening gebruik zou maken van de GTA (77) om de niet-verstoorde kosten vast te stellen van de meeste productiefactoren, met name de grondstoffen. Bovendien heeft de Commissie verklaard dat zij gebruik zou maken van de Braziliaanse en ook internationale statistieken om de niet-verstoorde kosten voor arbeid en energie vast te stellen.

(134)

De Commissie heeft de belanghebbenden verzocht opmerkingen te maken en openbaar beschikbare informatie voor te stellen over niet-verstoorde waarden voor elk van de in die mededeling genoemde productiefactoren. Zoals vermeld in overweging 60, heeft alleen de klager zijn standpunt over de niet-verstoorde waarde van het bijproduct ingediend.

3.2.5.1.   Productiefactoren

(135)

Aan de hand van alle door de belanghebbenden verstrekte informatie en de gegevens die in het onderzoeksdossier beschikbaar zijn, zijn voor de vaststelling van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening de volgende productiefactoren en de bronnen daarvan in kaart gebracht:

Tabel 1

Productiefactoren van het onderzochte product

Productiefactor

Goederencode

Niet-verstoorde waarde (in CNY)

Meeteenheid

GRONDSTOFFEN

Gele fosfor

2804 70 10

38,34

kg

Chloor

2801 10 00

2,75

kg

Caustische soda (natriumhydroxide) in waterige oplossing

2815 12 00

3,59

kg

BIJPRODUCT

Zoutzuur

2806 10 20

1,68

kg

ARBEID

Arbeid

N.v.t.

123,67

uur

ENERGIE

Elektriciteit

N.v.t.

0,80

kWh

Stoom

N.v.t.

0,95

kg

(136)

De Commissie heeft een waarde voor de overhead-productiekosten opgenomen om de kosten te bestrijken die niet in de bovengenoemde productiefactoren zijn opgenomen. Om dit bedrag vast te stellen, heeft de Commissie gebruikgemaakt van de jaarrekeningen van Vittia SA, die de nodige informatie bevatten. Deze methode is uiteengezet in punt 3.2.5.7.

3.2.5.2.   Grondstoffen en bijproduct

(137)

Met het oog op de vaststelling van de niet-verstoorde prijs van grondstoffen als geleverd aan de fabriekspoort van een producent in het representatieve land, heeft de Commissie als basis de invoerprijs voor het representatieve land gebruikt, zoals vermeld in de GTA, waarbij invoerrechten en vervoerskosten werden opgeteld. Er werd een invoerprijs in het representatieve land vastgesteld als gewogen gemiddelde van de eenheidsprijzen van invoer uit alle derde landen met uitzondering van de VRC en de in bijlage I bij Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad (78) genoemde landen die geen lid zijn van de WTO. De Commissie heeft besloten de invoer uit de VRC in het representatieve land uit te sluiten, aangezien zij in punt 3.2.1 tot de conclusie was gekomen dat het wegens de aanwezigheid van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening, niet passend is om de binnenlandse prijzen en kosten in de VRC te gebruiken. Aangezien er geen bewijsmateriaal is waaruit blijkt dat dezelfde verstoringen niet gelijkelijk gevolgen hebben voor de voor uitvoer bestemde producten, was de Commissie van mening dat die verstoringen gevolgen hebben gehad voor de uitvoerprijzen. Na de invoer uit de VRC in het representatieve land te hebben uitgesloten, bleef het volume van de invoer uit andere derde landen representatief.

(138)

De Commissie heeft invoerrechten opgeteld bij de gewogen gemiddelde invoerprijs van elke grondstof op basis van de goederencode ervan en het respectieve land van oorsprong. Om het toepasselijke invoerrecht te bepalen, heeft de Commissie zich gebaseerd op de informatie die is verzameld door Market Access Map (79).

(139)

Gezien het gebrek aan medewerking van de Chinese producenten-exporteurs heeft de Commissie openbaar beschikbare informatie gebruikt om de kosten te schatten die een onderneming in Brazilië normaliter maakt voor het vervoer van basisproducten tussen een leverancier en de eigen bedrijfslocatie. Nadat onregelmatigheden aan het licht waren gekomen bij de scores van bepaalde landen (80) in het kader van het Doing Business-verslag, heeft de Wereldbank in 2024 een nieuw verslag uitgebracht waarvoor verbeterde methoden werden gebruikt. Het verslag Business Ready (“B-Ready”) (81) had echter geen betrekking op Brazilië in 2024 en bevatte geen studie over de binnenlandse vervoerskosten van de invoer en uitvoer. Daarom heeft de Commissie zich gebaseerd op het meest recente Doing Business (82)-verslag (83) en een inflatiecorrectie toegepast (84).

(140)

Wat zoutzuur, het bijproduct, betreft, heeft de Commissie de in de overwegingen 137 en 138 beschreven methode gebruikt, met dien verstande dat de vervoerskosten niet bij de invoerprijs werden opgeteld. De Commissie was van oordeel dat, aangezien het bijproduct werd geproduceerd door een fictieve Braziliaanse producent van fosforigzuur, d.w.z. dat het niet vanaf een leverancier naar de eigen bedrijfslocatie hoefde te worden gebracht, de niet-verstoorde waarde ervan voldoende tot uiting kwam in de eindprijs van het bijproduct.

(141)

In zijn opmerkingen over de mededeling over de bronnen voerde de klager aan dat zoutzuur in verschillende zuiverheidsklassen werd verhandeld, wat de prijs beïnvloedde. Volgens de klager is zoutzuur dat als bijproduct bij de vervaardiging van fosforigzuur wordt verkregen, van een lage industriële kwaliteit met een concentratie van ongeveer 30 %. De klager voerde aan dat de tariefnomenclatuur van Brazilië geen differentiatie van de verschillende zuiverheidsklassen van zoutzuur mogelijk maakte. Voorts voerde de klager aan dat de invoer in Brazilië ook zoutzuur van hoge zuiverheid omvatte, op basis van de hoge invoerprijzen per eenheid. De klager stelde voor dat de Commissie alleen rekening zou houden met de invoer van zoutzuur waarvoor de eenheidsprijs niet hoger was dan 0,30 USD/kg, aangezien dit prijsniveau, op basis van de kennis van de klager, overeenkwam met de prijs van zoutzuur van industriële kwaliteit.

(142)

De Commissie was van oordeel dat de klager geen bewijsstukken heeft verstrekt ter staving van zijn beweringen over de gebruikelijke concentratie zoutzuur dat als bijproduct wordt verkregen bij de vervaardiging van fosforigzuur, de zuiverheid van het zoutzuur dat in Brazilië wordt ingevoerd of de typische prijs van zoutzuur van industriële kwaliteit. Bovendien was het niet duidelijk of de gestelde typische prijs van zoutzuur van industriële kwaliteit ook op de Braziliaanse markt voorkwam, aangezien Brazilië als passend representatief land was geselecteerd. Ten slotte was de Commissie van mening dat de ongewoon hoge prijzen van bepaalde ingevoerde producten mogelijk eerder te wijten waren aan de geringe invoerhoeveelheden dan aan aanzienlijke verschillen in de zuiverheid van zoutzuur. Gezien de geringe hoeveelheden van deze hooggeprijsde invoer hadden zij slechts een verwaarloosbaar effect op de gewogen gemiddelde invoerprijs. De Commissie wees dit argument derhalve af.

3.2.5.3.   Verbruiksgoederen

(143)

Voor een aantal productiefactoren vertegenwoordigden de werkelijk door de klager gemaakte kosten een verwaarloosbaar percentage van de totale grondstofkosten in het onderzoektijdvak. Aangezien de voor die factoren gebruikte waarde geen merkbare invloed had op de berekeningen van de dumpingmarge, besloot de Commissie die kosten op te nemen bij de kosten van verbruiksgoederen, zoals toegelicht in overweging 157.

3.2.5.4.   Arbeid

(144)

Het Instituto Brasileiro de Geografia e Estatística (“IBGE”) (85) publiceert uitvoerige informatie over lonen in verschillende economische sectoren in Brazilië. De Commissie heeft gebruikgemaakt van de meest recente beschikbare statistieken, namelijk informatie over het aantal werknemers, de totale jaarlijkse loonkosten en sociale lasten, vergoedingen en uitkeringen, met betrekking tot het onderzoektijdvak, om de gemiddelde loonkosten in industriesector 20.12 — Vervaardiging van tussenproducten voor meststoffen (86) te bepalen.

(145)

Daarnaast heeft de Commissie gebruikgemaakt van de door ILOSTAT gepubliceerde informatie over de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd per werknemer in Brazilië in 2024 (87).

3.2.5.5.   Elektriciteit

(146)

De elektriciteitsprijs voor ondernemingen (industriële gebruikers) in Brazilië wordt gepubliceerd door het Braziliaanse ministerie van Mijnbouw en Energie (88) (Ministério de Minas e Energia).

(147)

De in het maandbulletin gepubliceerde tarieven omvatten de “Imposto sobre Circulação de Mercadorias e Serviços” (“ICMS”), een belasting die door de Braziliaanse staten wordt geheven op het verkeer van goederen en de levering van interstatelijke en intergemeentelijke vervoers- en communicatiediensten. Deze belasting kan door de industriële gebruikers worden teruggevorderd en werd derhalve afgetrokken van de berekende benchmark. Aangezien de ICMS werd geïnd tegen een tarief dat varieerde van 17 tot 18 %, afhankelijk van de staat, heeft de Commissie tijdens het onderzoektijdvak de elektriciteitsbenchmark herberekend, met aftrek van een gemiddelde ICMS van 17,5 %.

3.2.5.6.   Stoom

(148)

De Commissie heeft de niet-verstoorde kosten van stoom afgeleid van de niet-verstoorde kosten van aardgas op basis van de prijs die industriële gebruikers in het onderzoektijdvak hebben betaald, zoals gepubliceerd in de maandelijkse bulletins van het Braziliaanse ministerie van Mijnbouw en Energie (89).

(149)

De prijs van aardgas is inclusief belastingen (90). Er was in dit stadium echter geen bewijs dat deze belastingen vergelijkbaar waren met een omzetbelasting/belasting toegevoegde waarde, die normaal gesproken door de onderneming kan worden teruggevorderd en dus geen deel uitmaakt van de kosten van de onderneming.

(150)

De Commissie heeft de prijs van stoom in Brazilië berekend met gebruik van de door het Amerikaanse ministerie van Energie voorgestelde methode (91). Deze methode voorziet in kosten voor stoom op basis van de warmte-input die nodig is voor de productie ervan. De Commissie heeft haar berekening gebaseerd op aardgas als warmte-input, zoals ook in de klacht wordt gesuggereerd. Op basis van de informatie in de klacht heeft de Commissie de niet-verstoorde kosten van lagedrukstoom vastgesteld, die in de berekeningsmethode overeenkomt met 150 psig.

(151)

Voorts heeft de Commissie operationele kosten toegevoegd ten belope van naar schatting 10 % van de totale productiekosten van stoom, en de VAA-kosten en winst van een Braziliaanse aardgasproducent en -distributeur, de onderneming Petrobras.

3.2.5.7.   Overhead-productiekosten, VAA-kosten, kosten en winst

(152)

Volgens artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening geldt dat de “door berekening vastgestelde normale waarde […] een niet-verstoord en redelijk bedrag [omvat] voor administratiekosten, verkoopkosten en algemene kosten en voor winst”. Bovendien moet een waarde voor de overhead-productiekosten worden vastgesteld om de niet in de bovengenoemde productiefactoren opgenomen kosten te bestrijken.

(153)

Om een niet-verstoorde waarde voor de overhead-productiekosten vast te stellen, heeft de Commissie bij gebrek aan medewerking van de producenten-exporteurs overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens. De Commissie heeft zich gebaseerd op informatie over overhead-productiekosten in de jaarrekening van Vittia SA (92), een van de Braziliaanse producenten van producten in dezelfde algemene categorie.

(154)

Om een niet-verstoorde waarde voor de VAA-kosten en de winst vast te stellen, heeft de Commissie gebruikgemaakt van de financiële informatie van twee Braziliaanse producenten van producten in dezelfde algemene categorie, Nortox SA (93) en Vittia SA De financiële informatie was onmiddellijk beschikbaar, gecontroleerd en geconsolideerd, bestreek het onderzoektijdvak en vertoonde een redelijk niveau van VAA-kosten en winst.

3.2.6.   Berekening

(155)

Op basis van het bovenstaande berekende de Commissie de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening in het stadium af fabriek.

(156)

Eerst heeft de Commissie de niet-verstoorde productiekosten vastgesteld. Wegens het gebrek aan medewerking van de producenten-exporteurs heeft de Commissie zich gebaseerd op de door de klager in de klacht verstrekte informatie over het gebruik van elke productiefactor (materialen, energie en arbeid) voor de vervaardiging van fosforigzuur. Het verbruik per eenheid van elke productiefactor werd vermenigvuldigd met de niet-verstoorde kosten op basis van gegevens van het representatieve land, zoals beschreven in punt 3.2.5. Op basis hiervan heeft de Commissie de niet-verstoorde totale directe kosten vastgesteld.

(157)

Zoals uiteengezet in punt 3.2.5.3, heeft de Commissie de kosten van bepaalde verwaarloosbare materialen en energiebronnen als verbruiksgoederen behandeld. De Commissie heeft de door de klager gemaakte kosten van verbruiksgoederen uitgedrukt als een percentage van de totale directe kosten van de klager, d.w.z. de kosten van materialen, energie en arbeid. Dit percentage van [4-4,5 %] werd vervolgens toegepast boven op de niet-verstoorde totale directe kosten.

(158)

De som van de niet-verstoorde kosten van grondstoffen, energie, arbeid en verbruiksgoederen vertegenwoordigt de niet-verstoorde productiekosten.

(159)

Zodra de niet-verstoorde productiekosten waren vastgesteld, heeft de Commissie de overhead-productiekosten, VAA-kosten en de winst daarbij opgeteld, zoals vermeld in punt 3.2.5.7.

(160)

De overhead-productiekosten werden vastgesteld op basis van de jaarrekening van Vittia SA en vertegenwoordigden 6,6 % van de verkoopkostprijs. In deze berekening wordt de verkoopkostprijs beschouwd als een equivalent van de productiekosten, d.w.z. de productiekosten plus de overhead-productiekosten. Daarom werden de niet-verstoorde productiekosten zodanig verhoogd dat de overhead-productiekosten 6,6 % van de daaruit voortvloeiende niet-verstoorde productiekosten vertegenwoordigden.

(161)

Door de niet-verstoorde overhead-productiekosten toe te voegen aan de niet-verstoorde productiekosten heeft de Commissie de niet-verstoorde productiekosten vastgesteld.

(162)

De VAA-kosten en winst werden vastgesteld op basis van de jaarrekeningen van Nortox SA en Vittia SA, zoals uiteengezet in punt 3.2.5.7. De VAA-kosten en de winst waren goed voor respectievelijk 31,1 % en 19,2 % van de verkoopkostprijs. De respectieve percentages van niet-verstoorde VAA-kosten en winst werden toegepast boven op de niet-verstoorde productiekosten om te komen tot de niet-verstoorde normale waarde vóór een correctie voor bijproducten.

(163)

Ten slotte heeft de Commissie van de in overweging 162 vermelde niet-verstoorde normale waarde de niet-verstoorde waarde van het overeenkomstig overweging 140 vastgestelde bijproduct zoutzuur afgetrokken om rekening te houden met het deel van de kosten en winst dat moet worden toegerekend aan het bijproduct dat is verkregen bij de vervaardiging van fosforigzuur.

(164)

Op basis daarvan heeft de Commissie de normale waarde berekend op basis van de prijs af fabriek, overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening. De door berekening vastgestelde normale waarde bedroeg 28 850,04 CNY/ton.

3.3.   Uitvoerprijs

(165)

Bij gebrek aan medewerking van producenten-exporteurs uit de VRC werd de uitvoerprijs vastgesteld op basis van de beschikbare invoerstatistieken, zoals uitgelegd in overweging 182. De cif-invoerprijs grens Unie in de Surveillance 3-databank (94) bedroeg 13 558,63 CNY/ton.

3.4.   Vergelijking

(166)

De Commissie moet overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening een billijke vergelijking tussen de normale waarde en de prijs bij uitvoer in hetzelfde handelsstadium maken en correcties toepassen om rekening te houden met verschillen die van invloed waren op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. In het onderhavige geval heeft de Commissie ervoor gekozen de normale waarde en de uitvoerprijs te vergelijken op nationaal niveau in het handelsstadium af fabriek. Zoals hieronder verder wordt toegelicht, werden de normale waarde en de uitvoerprijs waar nodig aangepast om ze terug te rekenen tot het stadium af fabriek:

3.4.1.   Correcties van de normale waarde

(167)

Zoals uiteengezet in overweging 164, werd de normale waarde in het handelsstadium af fabriek vastgesteld door gebruik te maken van de productiekosten, samen met de bedragen voor de VAA-kosten en de winst, die voor dat handelsstadium redelijk werden geacht. Daarom waren er geen correcties nodig om de normale waarde terug te rekenen tot het stadium af fabriek.

3.4.2.   Correcties van de uitvoerprijs

(168)

Om de uitvoerprijs terug te rekenen tot het handelsstadium af fabriek, zijn er correcties toegepast voor vervoer over zee en verzekering, in overeenstemming met artikel 2, lid 10, punt e), van de basisverordening.

(169)

De uitvoerprijs af fabriek bedroeg 12 195,27 CNY/ton.

3.5.   Dumpingmarge

(170)

Zoals opgemerkt in overweging 33, komt de Commissie tot de conclusie dat de mate van niet-medewerking aan dit onderzoek waarschijnlijk wezenlijke gevolgen zou hebben voor de uitkomst van het onderzoek in de zin van artikel 17, lid 4, van de basisverordening, en was zij derhalve voornemens de bevindingen inzake dumping op het niveau van het gehele land vast te stellen.

(171)

De volgende tabel bevat de voorlopige dumpingmarge, uitgedrukt als percentage van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring:

 

Voorlopige dumpingmarge (%)

Alle invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China

122,8

4.   SCHADE

4.1.   Omschrijving van de bedrijfstak van de Unie en productie in de Unie

(172)

Het soortgelijke product werd in het onderzoektijdvak vervaardigd door twee producenten in de Unie. Zij vormen de bedrijfstak van de Unie in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

(173)

Aangezien de bedrijfstak van de Unie bestaat uit slechts twee producenten, worden de cijfers voor de schadeanalyse met het oog op de vertrouwelijkheid als orden van grootte weergegeven.

(174)

De totale productie in de Unie in het onderzoektijdvak lag in de orde van grootte van [8 400-9 200] ton. De Commissie heeft dat cijfer vastgesteld aan de hand van de antwoorden van de twee producenten in de Unie op de vragenlijst.

4.2.   Vaststelling van de relevante markt van de Unie

(175)

Om vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie schade heeft geleden en om het verbruik en de verschillende economische indicatoren betreffende de situatie van de bedrijfstak van de Unie vast te stellen, heeft de Commissie onderzocht of en in welke mate in de analyse rekening moest worden gehouden met het verdere gebruik van de productie van het soortgelijke product door de bedrijfstak van de Unie.

(176)

Fosforigzuur wordt gebruikt als tussenmateriaal voor de productie van fosfonaten en andere speciale chemicaliën, die een breed scala van toepassingen hebben in verschillende bedrijfstakken (waterzuivering, detergenten en reinigingsmiddelen, landbouw, olie en gas, bouw en bouwmaterialen, textiel- en lederindustrie, papier- en pulpindustrie, farmaceutische producten en persoonlijke verzorging, voedingsmiddelen- en drankenindustrie).

(177)

De Commissie heeft vastgesteld dat de totale fosforigzuurproductie van een van de twee producenten in de Unie bestemd was voor intern gebruik. Het product werd vaak eenvoudigweg overgedragen (zonder factuur) en/of geleverd tegen verrekenprijzen binnen dezelfde groep ondernemingen die in derde landen, d.w.z. buiten de Unie, gevestigd waren. Het onderscheid tussen intern gebruik en de vrije markt is relevant voor de schadeanalyse omdat de voor intern gebruik bestemde producten niet rechtstreeks concurreren met de invoer. De productie voor de verkoop op de vrije markt concurreert daarentegen rechtstreeks met het ingevoerde product.

(178)

De Commissie heeft bepaalde economische indicatoren voor de macro-economische analyse van zowel ICL als Italmatch onderzocht. Gezien het ontbreken van verkooptransacties op de vrije markt door Italmatch was de micro-economische analyse (verkoopprijs, productiekosten, kasstroom en rendement van de investeringen) uitsluitend gebaseerd op de gegevens van ICL.

4.3.   Verbruik in de EU

(179)

De Commissie heeft het verbruik in de Unie vastgesteld op basis van i) de invoerstatistieken uit Surveillance 3 (zie punt 4.4.1) en ii) de gecontroleerde verkoopvolumes van de bedrijfstak van de Unie.

(180)

Het verbruik in de Unie heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 2

Verbruik in de Unie (ton)

 

2021

2022

2023

OT

Totaal verbruik in de Unie

[10 500 -11 700 ]

[9 200 -10 200 ]

[6 200 -6 900 ]

[8 300 -9 300 ]

Index

100

87

59

79

Bron:

Antwoorden van de producenten van de Unie op de vragenlijst, Surveillance 3.

(181)

Het verbruik in de Unie bereikte in 2021 een hoogtepunt als gevolg van het economisch herstel na de COVID-19-pandemie. Vervolgens daalde het verbruik in 2022 en 2023 geleidelijk, waarna het zich in het onderzoektijdvak sterk herstelde (maar nog steeds 21 % onder het niveau van 2021 lag). De grootste daling vond plaats tussen 2022 en 2023, met een daling tussen 3 000 en 3 300 ton (– 32 procentpunten).

4.4.   Invoer uit het betrokken land

4.4.1.   Omvang en marktaandeel van de invoer uit het betrokken land

(182)

In Eurostat wordt de invoer van fosforigzuur ingedeeld onder een brede Taric-code (2811 19 80 90), die vele andere producten omvat. De klager had daarom in de klacht gebruikgemaakt van een marktonderzoeksrapport. Deze gegevens waren echter auteursrechtelijk beschermd en niet openbaar beschikbaar. Bovendien waren zij gebaseerd op gerapporteerde uitvoerhoeveelheden uit de VRC in plaats van invoerhoeveelheden in de EU en ontbrak een beschrijving van de betrokken goederen.

(183)

De Commissie heeft vastgesteld dat het gebruik van statistische gegevens uit de Surveillance 3-databank met invoergegevens een nauwkeurigere berekening van de invoer van het betrokken product mogelijk zou maken. Deze gegevens geven over het algemeen een duidelijke beschrijving van de beschreven goederen, waardoor de Commissie de invoertransacties met alleen fosforigzuur kan identificeren en isoleren. Hoewel er niet voor alle transacties specifieke productgegevens beschikbaar waren, met name tijdens perioden voorafgaand aan het onderzoektijdvak, kon de Commissie enkele redelijke ramingen toepassen om het beeld te vervolledigen.

(184)

De Commissie heeft in een notitie voor het dossier (95) volledige informatie verstrekt over de methode die is toegepast om de invoer van fosforigzuur vast te stellen.

(185)

Het marktaandeel van de invoer is vastgesteld door vergelijking van de invoervolumes met het verbruik op de vrije markt van de Unie als vermeld in punt 4.2.

(186)

Op basis van de hierboven beschreven methode, zoals uiteengezet in de bovengenoemde notitie voor het dossier, heeft de invoer in de Unie uit het betrokken land zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 3

Invoerhoeveelheid en marktaandeel

 

2021

2022

2023

OT

Omvang van de invoer uit de VRC ton)

6 393

6 434

3 959

5 468

Index

100

101

62

86

Marktaandeel (%) op de vrije markt

[52 -58 ]

[61 -67 ]

[55 -61 ]

[57 -63 ]

Index

100

115

105

108

Bron:

Surveillance 3.

(187)

Uit tabel 3 blijkt dat de invoer uit de VRC in de beoordelingsperiode in absolute cijfers met 14 % is gedaald. Uitgedrukt in marktaandeel steeg de invoer uit de VRC van [52-58 %] tot [57-63 %] tijdens de beoordelingsperiode, of met ongeveer vijf procentpunt.

4.4.2.   Prijzen van de invoer uit het betrokken land en prijsonderbieding

(188)

De Commissie heeft de prijzen van de invoer vastgesteld op basis van de gegevens van Surveillance 3, zoals toegelicht in punt 4.4.1. De prijsonderbieding van de invoer werd vastgesteld op basis van de resulterende gemiddelde prijs bij invoer uit de VRC, gecorrigeerd tot het niveau van de invoer in de EU, en de gemiddelde verkoopprijs van alle productsoorten in kristallijne vorm die door de klager werden verkocht.

(189)

De gewogen gemiddelde prijzen van de invoer in de Unie uit de betrokken landen hebben zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 4

Invoerprijzen (EUR/ton)

 

2021

2022

2023

OT

Prijs van de invoer uit de VRC

2 141

4 711

1 823

1 763

Index

100

220

85

82

Bron:

Surveillance 3.

(190)

De gemiddelde prijs van de invoer in de Unie uit het betrokken land daalde in totaal met 18 % over de beoordelingsperiode.

(191)

De Commissie heeft de prijsonderbieding tijdens het onderzoektijdvak vastgesteld aan de hand van een vergelijking van:

(1)

de gewogen gemiddelde invoerprijzen van fosforigzuur, berekend uit de statistieken voor de markt van de Unie (alle vormen van fosforigzuur in kristallijne vorm), op cif-basis, met de nodige correcties voor douanerechten en kosten na invoer, en

(2)

de overeenkomstige gewogen gemiddelde verkoopprijs van fosforigzuur in kristallijne vorm, die door de producent in de Unie werd berekend aan niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie, gecorrigeerd tot de prijs af fabriek.

(192)

De prijsvergelijking werd uitgevoerd voor hetzelfde handelsstadium, waar nodig gecorrigeerd, en na aftrek van kosten en provisies. Het resultaat van de vergelijking werd uitgedrukt als een percentage van de theoretische omzet in het onderzoektijdvak van de producent in de Unie. Daaruit bleek een gewogen gemiddelde prijsonderbiedingsmarge tussen 23 % en 27 % van de invoer uit het betrokken land op de markt van de Unie. Er werd onderbieding vastgesteld voor alle ingevoerde fosforigzuur van oorsprong uit China.

4.5.   Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

4.5.1.   Algemene opmerkingen

(193)

Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening omvatte het onderzoek naar de gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie van de invoer met dumping een evaluatie van alle economische indicatoren die van invloed waren op de situatie van de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode.

(194)

Voor de schadevaststelling maakte de Commissie onderscheid tussen macro-economische en micro-economische schade-indicatoren. De Commissie heeft de macro-economische en micro-economische indicatoren van de schade geëvalueerd op basis van de gegevens die de producenten in de Unie in de antwoorden op de vragenlijst hadden verstrekt. De macro-economische gegevens hadden volledig betrekking op beide producenten in de Unie, maar bij gebrek aan verkooptransacties op de vrije markt door Italmatch moest de Commissie zich voor bepaalde micro-economische gegevens uitsluitend baseren op de antwoorden van de klager op de vragenlijst. Beide gegevensreeksen bleken representatief te zijn voor de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie.

(195)

De macro-economische indicatoren zijn: productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, verkoopvolume, marktaandeel, groei, werkgelegenheid, productiviteit, hoogte van de dumpingmarge en herstel van eerdere dumping.

(196)

De micro-economische indicatoren zijn: gemiddelde eenheidsprijzen, kosten per eenheid, loonkosten, voorraden, winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken.

(197)

Uit de analyse van de statistische gegevens door de Commissie is gebleken dat fosforigzuur tijdens het onderzoektijdvak alleen in vaste/kristallijne vorm uit de VRC werd ingevoerd, terwijl de bedrijfstak van de Unie het onderzochte product zowel in vaste als in vloeibare vorm verkocht. Om de vergelijkbaarheid te waarborgen, heeft de Commissie de volumes van verschillende indicatoren waar nodig omgezet in de vaste vorm.

4.5.2.   Macro-economische indicatoren

4.5.2.1.   Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

(198)

De totale productie in de Unie, de productiecapaciteit en de bezettingsgraad in de Unie ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt:

Tabel 5

Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

 

2021

2022

2023

OT

Productiehoeveelheid (ton)

[9 600 -10 700 ]

[9 100 -10 100 ]

[5 300 -5 900 ]

[8 000 -8 900 ]

Index

100

95

55

83

Productiecapaciteit (ton)

[11 900 -13 200 ]

[11 900 -13 200 ]

[11 900 -13 200 ]

[11 900 -13 200 ]

Index

100

100

100

100

Bezettingsgraad (%)

[75 -83 ]

[71 -79 ]

[42 -46 ]

[63 -69 ]

Index

100

95

55

83

Bron:

Antwoorden van de producenten van de Unie op de vragenlijst.

(199)

Het productievolume vertoonde een daling van [9 600-10 700] ton in 2021 tot [5 300-5 900] ton in 2023 (– 45 %), gevolgd door een stijging tot [8 000-8 900] ton in 2024. De productiecapaciteit bleef tijdens de beoordelingsperiode stabiel op [11 900-13 200] ton, terwijl de bezettingsgraad daalde van [75-83 %] in 2021 tot [42-46 %] in 2023 om vervolgens te stijgen tot [63-69 %] in 2024.

4.5.2.2.   Verkoophoeveelheid en marktaandeel

(200)

De verkoophoeveelheid en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 6

Verkoophoeveelheid en marktaandeel

 

2021

2022

2023

OT

Totale verkoophoeveelheid op de markt van de Unie (ton)

[4 500 -5 100 ]

[3 200 -3 600 ]

[2 500 -2 800 ]

[3 100 -3 600 ]

Index

100

70

55

69

Marktaandeel (%)

[41 -45 ]

[33 -36 ]

[38 -42 ]

[35 -39 ]

Bron:

Antwoorden van ICL op de vragenlijst.

(201)

De verkoop door de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie daalde van [4 500-5 100] ton in 2021 tot [2 500-2 800] ton in 2023 (– 45 %) en steeg vervolgens tot [3 100-3 600] ton in 2024. Over het geheel genomen daalde de verkoop van de bedrijfstak van de Unie op de binnenlandse markt met 31 %, wat een sterkere daling is dan die van het verbruik (– 21 %).

(202)

Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie viel overeenkomstig terug van [41-45 %] in 2021 tot [35-39 %] tijdens het onderzoektijdvak.

4.5.2.3.   Groei

(203)

De bedrijfstak van de Unie kende tijdens de beoordelingsperiode een negatieve groei, met name in 2022 en 2023 ten opzichte van 2021. De bedrijfstak van de Unie vertoonde in het onderzoektijdvak toch enige veerkracht, aangezien de bedrijfstak, ondanks dat dit gepaard ging met prijsdalingen, in staat was de verkoopvolumes ten opzichte van de voorgaande jaren te laten toenemen.

4.5.2.4.   Werkgelegenheid en productiviteit

(204)

De werkgelegenheid en de productiviteit ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt:

Tabel 7

Werkgelegenheid en productiviteit

 

2021

2022

2023

OT

Aantal werknemers (vte)

[22 -25 ]

[22 -25 ]

[22 -25 ]

[22 -25 ]

Index

100

100

100

100

Productiviteit (ton/vte)

[400 -450 ]

[370 -430 ]

[220 -250 ]

[330 -380 ]

Index

100

95

55

83

Bron:

Antwoorden van de producenten van de Unie op de vragenlijst.

(205)

Tijdens de beoordelingsperiode is de werkgelegenheid in de Unie stabiel gebleven. Ondanks de lagere productievolumes in de beoordelingsperiode, bleef het aantal hoogopgeleide en gekwalificeerde medewerkers in de bedrijfstak van de Unie stabiel, in de overtuiging dat de marktsituatie weer zou normaliseren en de hogere productievolumes konden worden hervat.

(206)

Uit de vorige overweging en overweging 204 volgt dat de productiviteit in de beoordelingsperiode aanzienlijk terugviel als gevolg van de daling in de productievolumes.

4.5.2.5.   Omvang van de dumpingmarge en herstel van eerdere dumping

(207)

Alle dumpingmarges lagen significant boven het minimale niveau. De gevolgen van de hoogte van de werkelijke dumpingmarges voor de bedrijfstak van de Unie waren aanzienlijk, gezien de omvang en de prijzen van de invoer uit het betrokken land.

(208)

Dit is het eerste antidumpingonderzoek ten aanzien van het betrokken product. Daarom waren er geen gegevens beschikbaar om de gevolgen van mogelijke dumping in het verleden vast te stellen.

4.5.3.   Micro-economische indicatoren

4.5.3.1.   Prijzen en factoren die prijzen beïnvloeden

(209)

De gewogen gemiddelde verkoopprijzen per eenheid van de klager voor niet-verbonden afnemers in de Unie hebben zich gedurende de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 8

Verkoopprijzen in de Unie

 

2021

2022

2023

OT

Gemiddelde verkoopprijs per eenheid in de Unie op de vrije markt (EUR/ton)

[1 600 -1 900 ]

[4 000 -4 500 ]

[2 600 -2 900 ]

[2 100 -2 500 ]

Index

100

247

161

134

Productiekosten per eenheid (EUR/ton)

[1 600 -1 900 ]

[2 700 -3 100 ]

[2 200 -2 500 ]

[2 100 -2 400 ]

Index

100

167

135

130

Bron:

Antwoorden van ICL op de vragenlijst.

(210)

De gemiddelde verkoopprijzen van de klager op de markt van de Unie zijn tussen 2021 en 2022 verdubbeld, wat uitzonderlijk is, en vervolgens in de daaropvolgende twee jaar aanzienlijk gedaald ten opzichte van het prijsniveau van 2022. De hogere gemiddelde verkoopprijzen weerspiegelden deels de stijging van de productiekosten en een bijzondere marktsituatie in 2022 en 2023, toen de VRC twee problematische jaren doormaakte als gevolg van verstoringen in de toeleveringsketen van binnenlandse grondstoffen en een stijging van de kosten voor het vervoer over zee naar de Unie.

(211)

De productiekosten per eenheid stegen tussen 2021 en 2022 met 67 % en daalden vervolgens met 32 procentpunten in 2023. In het onderzoektijdvak lagen de productiekosten per eenheid 30 % hoger dan in 2021.

4.5.3.2.   Loonkosten

(212)

De gemiddelde loonkosten van de bedrijfstak van de Unie hebben zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 9

Gemiddelde loonkosten per werknemer

 

2021

2022

2023

OT

Gemiddelde loonkosten per werknemer (EUR)

[78 000 -88 000 ]

[81 000 -91 000 ]

[74 000 -83 000 ]

[74 000 -83 000 ]

Index

100

104

95

95

Bron:

Antwoorden van de producenten van de Unie op de vragenlijst.

(213)

De gemiddelde loonkosten per werknemer stegen in de periode 2021-2022 met 4 %. De stijging van de lonen die plaatsvond in 2022 was het gevolg van verworven bonussen die werden uitbetaald voor bepaalde personeelsleden met betrekking tot financiële prestaties in het jaar. In 2023 en in het onderzoektijdvak daalden de gemiddelde loonkosten per werknemer met 5 % ten opzichte van 2021 als gevolg van de verlaging van de bonussen en de vervanging van ervaren werknemers met hoge loonkosten door nieuwe arbeidskrachten.

4.5.3.3.   Voorraden

(214)

De voorraden van de bedrijfstak van de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 10

Voorraden

 

2021

2022

2023

OT

Eindvoorraad (ton)

[300 -400 ]

[100 -300 ]

[300 -400 ]

[200 -400 ]

Index

100

60

105

91

Eindvoorraad als percentage van de productie

[3 -4 ]

[1 -3 ]

[5 -7 ]

[3 -4 ]

Bron:

Antwoorden van de producenten van de Unie op de vragenlijst.

(215)

Het niveau van de eindvoorraden volgde de neerwaartse trend van de productie in de eerste twee jaar. Vervolgens steeg het in 2023 en keerde het terug naar het niveau van 2021, vóór een uiteindelijke daling in het onderzoektijdvak.

(216)

Uitgedrukt als percentage van de productievolumes daalde het voorraadniveau van [3-4 %] in 2021 tot [1-3 %] in 2022. In 2023 moesten de uitgeputte bestanden worden aangevuld. In het onderzoektijdvak keerden de eindvoorraden, uitgedrukt als percentage van de productie, terug op hetzelfde niveau als in 2021.

(217)

Gedurende de gehele beoordelingsperiode was het niveau van de eindvoorraden verwaarloosbaar. Hoewel dit op een efficiënt voorraadbeheer lijkt te wijzen, heeft het gebrek aan significante voorraden de operationele flexibiliteit van de bedrijfstak van de Unie in gevaar gebracht. Een adequate voorraad is essentieel om fluctuaties in de vraag effectief op te kunnen vangen.

4.5.3.4.   Winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

(218)

De winstgevendheid, de kasstroom, de investeringen en het rendement van de investeringen van de klager hebben zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 11

Winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen

 

2021

2022

2023

OT

Winstgevendheid van de verkoop in de Unie aan niet-verbonden afnemers (% van omzet)

[–1  t/m –2 ]

[29  t/m 33 ]

[13  t/m 16 ]

[1  t/m 2 ]

Kasstroom (× 1 000  EUR)

[800 -1 000 ]

[5 600 -6 300 ]

[1 600 -1 900 ]

[1 400 -1 700 ]

Index

100

691

200

184

Investeringen (× 1 000  EUR)

[200 -300 ]

[700 -900 ]

[300 -400 ]

[400 -500 ]

Index

100

360

153

202

Rendement van investeringen (%)

[–4  t/m –6 ]

[279  t/m 310 ]

[63  t/m 71 ]

[9  t/m 11 ]

Index

– 100

5 695

1 296

194

Bron:

Antwoorden van ICL op de vragenlijst.

(219)

De Commissie stelde de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie vast door de nettowinst vóór belastingen van de verkoop van het soortgelijke product aan niet-verbonden afnemers in de Unie uit te drukken als percentage van de omzet. De bedrijfstak van de Unie leed in 2021 verlies; in 2022 steeg de winstgevendheid tot [29-33 %], om in 2023 weer te dalen tot [13-16 %]. In het onderzoektijdvak behaalde de klager een magere winst van [1-2 %].

(220)

De winstgevendheid in de periode 2022-2023 (twee jaar) werd beïnvloed door de economische omstandigheden als gevolg van de vertraging van de vraag en een tijdelijke daling van de invoer uit de VRC, als gevolg van de stijgende kosten van zeevervoer om het product aan de Unie te leveren. Ondanks de energiecrisis die ontstond na het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne in 2022 en verstoringen in de toeleveringsketen van grondstoffen in Europa (die ook gevolgen hadden voor de Chinese productie; zie punt 5.2.1), slaagde de bedrijfstak van de Unie er in 2022 en 2023 in de stijging van de kosten door te berekenen aan gebruikers in de Unie. De waargenomen opslag ten opzichte van de productiekosten was uitzonderlijk hoog: [1 200-1 400] EUR/ton in 2022 en [300-500] EUR/ton in 2023.

(221)

De winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie bleef tijdens het onderzoektijdvak iets boven het break-evenpunt, als gevolg van de sterke invoer met dumping. De bedrijfstak van de Unie verloor de controle over de prijsstelling van het product, als gevolg van de beschikbaarheid van fosforigzuur uit het betrokken land tegen zeer lage prijzen, wat leidde tot een situatie van verhindering van prijsverhogingen tijdens het onderzoektijdvak.

(222)

De nettokasstroom is het vermogen van de producenten in de Unie om hun activiteiten zelf te financieren. De nettokasstroom volgde de winstgevendheid en liet in de beoordelingsperiode, maar dan voornamelijk in 2022, een positieve ontwikkeling zien, waardoor de bedrijfstak van de Unie kon investeren in het nodige onderhoud en de noodzakelijke vervanging van machines.

(223)

Tijdens de beoordelingsperiode, voornamelijk in 2022, begon de jaarlijkse stroom van investeringen in het onderzochte product door de bedrijfstak van de Unie te stijgen als gevolg van de stijging van de winstgevendheid. De investeringen bedroegen in het tweede deel van de beoordelingsperiode ongeveer 300 000-500 000 EUR, met investeringen in verband met onderhoud en vervanging van machines in de productie-installatie.

(224)

Het rendement van de investeringen is de winst uitgedrukt als percentage van de nettoboekwaarde van de investeringen. Dit was negatief in 2021, verbeterde aanzienlijk tussen 2020 en 2022 in overeenstemming met de stijging van de winstgevendheid, en daalde uiteindelijk tot [9-11 %] tijdens het onderzoektijdvak.

4.6.   Conclusie inzake schade

(225)

De bedrijfstak van de Unie liet een aanzienlijk verlies aan verkoopvolumes en marktaandeel van [4-7] procentpunten zien op een krimpende markt van de Unie. Wat de prijsstelling betreft, was de bedrijfstak van de Unie verliesgevend in 2021 en slechts licht winstgevend in het onderzoektijdvak, maar winstgevend in 2022 en 2023. De in die twee jaar behaalde winsten waren echter toe te schrijven aan uitzonderlijke omstandigheden en in het onderzoektijdvak lag de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie slechts iets boven het break-evenpunt.

(226)

Op basis van het bovenstaande is de Commissie in dit stadium tot de conclusie gekomen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden in de zin van artikel 3, lid 5, van de basisverordening.

5.   OORZAKELIJK VERBAND

(227)

Overeenkomstig artikel 3, lid 6, van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of de bedrijfstak van de Unie door de invoer met dumping uit het betrokken land aanmerkelijke schade heeft geleden. Overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de basisverordening heeft de Commissie tevens onderzocht of de bedrijfstak van de Unie in dezelfde periode door andere bekende factoren schade had kunnen lijden. De Commissie heeft zich ervan verzekerd dat eventuele schade die werd veroorzaakt door andere factoren dan de invoer met dumping uit het betrokken land, niet aan de invoer met dumping werd toegeschreven. Deze factoren zijn: gevolgen van de invoer met dumping, gevolgen van de hogere prijzen van gele fosfor, gevolgen van de invoer uit andere derde landen, de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie, de stijgende productiekosten en een dalend verbruik in de Unie.

5.1.   Gevolgen van de invoer met dumping

(228)

Tijdens de beoordelingsperiode verloor de bedrijfstak van de Unie aanzienlijke verkoopvolumes op de markt van de Unie, aangezien zijn verkoopvolumes in de Unie met 31 % daalden. Aangezien het verbruik met 21 % daalde, daalde het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie van [41-45 %] tot [35-39 %]. Aangezien het verbruik met 21 % daalde, daalde het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie van [40,5-45 %] tot [35,4-39,3 %].

De daling van het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie kon volledig worden toegeschreven aan een parallelle toename van de invoer uit het betrokken land, aangezien er geen andere significante invoerbronnen waren. China wist inderdaad zijn marktaandeel te verhogen van [52-58 %] tot [57-63 %]. Tegelijkertijd werden in het onderzoektijdvak de prijzen van de bedrijfstak van de Unie door de prijzen van de invoer uit VRC met neer dan 25 % onderboden. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke verhindering van prijsverhogingen op de markt van de Unie.

(229)

Door de verloren verkoopvolumes kende de bedrijfstak van de Unie ook een aanzienlijke daling van de productiehoeveelheden. Om concurrerend te blijven, moest de bedrijfstak van de Unie zijn verkoopprijzen verlagen (met 35 % in 2023 en met 15 % in 2024), wat de winstgevendheid negatief beïnvloedde. In het onderzoektijdvak lag de winstgevendheid slechts iets boven het break-evenpunt.

(230)

Daarom werd voorlopig geconcludeerd dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden door de invoer met dumping van fosforigzuur uit de VRC.

5.2.   Gevolgen van andere factoren

5.2.1.   Hogere kosten van de grondstoffen

(231)

Gele fosfor is de belangrijkste grondstof, goed voor meer dan 50 % van de productiekosten van fosforigzuur. Deze grondstof kende in de beoordelingsperiode een buitengewone prijsstijging. De Commissie heeft derhalve het mogelijke schadelijke effect van de stijging van de prijs van gele fosfor op de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie beoordeeld.

Tabel 12

Prijsontwikkeling van gele fosfor (USD/kg)

 

2021

2022

2023

OT

VRC

4,45

5,29

3,74

3,22

Index

100

119

84

72

Europa

3,13

5,06

4,95

3,94

Index

100

162

158

126

Bron:

https://businessanalytiq.com/procurementanalytics/index/yellow-phosphorus-price-index/.

(232)

De Commissie heeft vastgesteld dat de prijs van gele fosfor aan het begin van de beoordelingsperiode over het geheel genomen abnormaal is gestegen op de markt. Deze prijsstijging was mondiaal en had dus ook gevolgen voor de Chinese producenten.

(233)

In 2022, toen de invoer uit de VRC op een niveau lag dat vergelijkbaar was met 2021, kon de bedrijfstak van de Unie doorberekenen aan zijn afnemers, en hetzelfde gold nog steeds in 2023, toen de invoer uit de VRC met 38 % daalde (zie tabel 3). Aangezien de prijs van gele fosfor in het onderzoektijdvak aanzienlijk daalde, terwijl de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie in dezelfde periode verslechterde, verzwakten de prijsschommelingen van gele fosfor het oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping en de schade van de bedrijfstak van de Unie niet.

5.2.2.   Invoer uit derde landen

(234)

De invoer uit derde landen heeft zich qua hoeveelheid in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 13

Invoer uit derde landen

 

2021

2022

2023

OT

Ton

[63 -71 ]

[67 -75 ]

[58 -66 ]

[106 -119 ]

Index

100

107

93

169

Marktaandeel (%)

[0 -1 ]

[0 -1 ]

[0 -1 ]

[0,5 -1,5 ]

Gemiddelde prijs

[1 500 -1 800 ]

[2 000 -2 300 ]

[1 600 -1 900 ]

[1 700 -2 000 ]

Index

100

131

108

116

Bron:

Surveillance 3.

(235)

De invoer uit derde landen vertegenwoordigde [0,5-1,5 %] van het verbruik in het onderzoektijdvak en minder dan 1 % in de drie andere jaren van de beoordelingsperiode (en bedroeg [106-119] ton in het onderzoektijdvak). Aangezien de invoer uit derde landen zo laag was, heeft de Commissie geconcludeerd dat de invoer uit derde landen het oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping en de door de bedrijfstak van de Unie geleden aanmerkelijke schade niet heeft afgezwakt.

5.2.3.   Uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie

(236)

Het uitvoervolume van de bedrijfstak van de Unie ontwikkelde zich gedurende de beoordelingsperiode als volgt:

Tabel 14

Uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie

 

2021

2022

2023

2024

Volume van de uitvoer (ton)

[286 -318 ]

[50 -56 ]

[35 -40 ]

[65 -73 ]

Index

100

18

12

23

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

[1 800 -2 100 ]

[4 800 -5 400 ]

[4 400 -5 000 ]

[3 600 -4 100 ]

Index

100

260

242

198

Bron:

Antwoorden van ICL op de vragenlijst.

(237)

Gemiddeld waren de uitvoervolumes goed voor 3 % van de totale verkoop van fosforigzuur door de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode. Bovendien was de daling van de uitvoer veel sterker dan de daling van de verkoop in de Unie, zelfs relatief gezien. Bovendien waren de prijzen van de uitvoer van de bedrijfstak van de Unie consistent hoger dan die op de markt van de Unie. De Commissie heeft derhalve voorlopig geconcludeerd dat de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie niet hebben bijgedragen aan de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade.

5.3.   Conclusie inzake het oorzakelijke verband

(238)

Uit het onderzoek is gebleken dat er een verband bestond tussen de toename van de invoer met dumping uit het betrokken land en de door de bedrijfstak van de Unie geleden aanmerkelijke schade. De aanzienlijke toename van de invoervolumes tegen lagere prijzen oefende een sterke prijsdruk uit op de markt van de Unie en leidde tot een sterke daling van de productie- en verkoopvolumes van de bedrijfstak van de Unie en van zijn marktaandeel op zijn thuismarkt.

(239)

De gemiddelde prijzen bij invoer uit de VRC lagen vanaf 2023 onder de gemiddelde verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie. Tegelijkertijd steeg het marktaandeel van de invoer uit de VRC, dat aan het begin van de beoordelingsperiode al [52-58 %] bedroeg, met nog eens 8 %. Het verlies aan verkoopvolume en bijgevolg van productievolume leidde tot een stijging van de vaste kosten die zich vertaalde in een aanzienlijke stijging van de kosten per eenheid van de bedrijfstak van de Unie. De bedrijfstak van de Unie stemde zijn prijzen af op de gestegen productiekosten, maar dit leidde tot een prijsniveau dat niet concurrerend was met de invoer met dumping uit de VRC, die in absolute en relatieve termen aanzienlijk bleef stijgen tegen prijzen die onder de kost- en verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie lagen. Deze situatie leidde tot een aanzienlijke verhindering van prijsverhogingen op de markt van de Unie, wat leidde tot een daling van de verkoop, het marktaandeel en de winstgevendheid.

(240)

De Commissie heeft dus een oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping uit de VRC en de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade vastgesteld.

(241)

De Commissie heeft onderscheid gemaakt tussen en afzonderlijk gekeken naar de gevolgen van alle bekende factoren voor de situatie van de bedrijfstak van de Unie en het schadelijke effect van de invoer met dumping. Het effect van deze factoren op de negatieve ontwikkelingen van de bedrijfstak van de Unie was echter niet significant.

(242)

Op basis van het voorgaande heeft de Commissie in dit stadium geconcludeerd dat de invoer met dumping uit het betrokken land de bedrijfstak van de Unie materiële schade heeft berokkend en dat de andere factoren, ongeacht of ze individueel dan wel collectief werden beschouwd, geen afbreuk deden aan het causale verband tussen de invoer met dumping en de materiële schade.

6.   NIVEAU VAN DE MAATREGELEN

(243)

In het onderhavige geval hebben de klagers het bestaan van verstoringen van de grondstoffenmarkten in de zin van artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening aangevoerd. Om het geschikte niveau van de maatregelen te beoordelen, heeft de Commissie eerst het bedrag aan rechten vastgesteld dat noodzakelijk was om de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade weg te nemen bij ontbreken van verstoringen als bedoeld in artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening. Vervolgens heeft zij onderzocht of de op nationaal niveau berekende dumpingmarge (zie punt 3.5) hoger zou zijn dan hun schademarge (zie de overwegingen 244 tot en met 250).

6.1.   Schademarge

(244)

De schade zou worden opgeheven indien de bedrijfstak van de Unie een nagestreefde winst zou kunnen behalen door te verkopen tegen een richtprijs in de zin van artikel 7, leden 2 quater en 2 quinquies, van de basisverordening.

(245)

Overeenkomstig artikel 7, lid 2 quater, van de basisverordening hield de Commissie bij de bepaling van de nagestreefde winst rekening met de volgende factoren: de mate van winstgevendheid vóór de toename van de invoer vanuit het onderzochte land, de mate van winstgevendheid die vereist is ter dekking van alle kosten en investeringen, onderzoek en ontwikkeling (O & O) en innovatie, alsmede de onder normale mededingingsvoorwaarden te verwachten mate van winstgevendheid. Die winstmarge mag niet lager zijn dan 6 %.

(246)

In eerste instantie heeft de Commissie aan de hand van de winstgevendheid die is behaald voordat de invoer uit het onderzochte land toenam, d.w.z. van 2017 tot en met 2019, een basiswinst vastgesteld die alle kosten onder normale mededingingsvoorwaarden dekt. Die winstmarge werd vastgesteld op 9,96 %.

(247)

Op grond hiervan bedraagt de geen schade veroorzakende prijs 2 400 tot 2 800 EUR per ton, het resultaat van de toepassing van bovengenoemde winstmarge van 10 % op de productiekosten van de klager in het onderzoektijdvak.

(248)

Overeenkomstig artikel 7, lid 2 quinquies, van de basisverordening beoordeelde de Commissie als laatste stap de toekomstige kosten voortvloeiend uit multilaterale milieuovereenkomsten en de bijbehorende protocollen waarbij de Unie partij is, en uit de in bijlage I bis vermelde Verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), die de bedrijfstak van de Unie tijdens de periode van toepassing van de maatregel uit hoofde van artikel 11, lid 2, zal maken. De bedrijfstak van de Unie heeft echter geen melding gemaakt van dergelijke toekomstige kosten.

(249)

Op basis hiervan heeft de Commissie voor het soortgelijke product van de bedrijfstak van de Unie een geen schade veroorzakende prijs van 2 400 tot 2 800 EUR per ton berekend door de bovengenoemde nagestreefde winstmarge (zie overweging 246) toe te passen op de productiekosten van de klager tijdens het onderzoektijdvak.

(250)

De Commissie heeft vervolgens het niveau van de schademarge bepaald aan de hand van een vergelijking van de gewogen gemiddelde invoerprijs van het betrokken land, zoals vastgesteld bij de berekeningen van de prijsonderbieding, met de gewogen gemiddelde, geen schade veroorzakende prijs van het soortgelijke product dat gedurende het onderzoektijdvak door de klager op de markt van de Unie werd verkocht. Het verschil dat deze vergelijking opleverde, werd uitgedrukt als percentage van de gewogen gemiddelde cif-waarde bij invoer.

 

Dumpingmarge (%)

Prijsbederfmarge (%)

Alle invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China

122,8

39,7

6.2.   Onderzoek van de marge die toereikend is om de schade voor de bedrijfstak van de Unie weg te nemen

(251)

Zoals uiteengezet in het bericht van inleiding, heeft de klager aan de Commissie voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat er in het betrokken land sprake is van verstoringen van de grondstoffenmarkt met betrekking tot het onderzochte product. Derhalve is overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening onderzoek gedaan naar de vermeende verstoringen teneinde te beoordelen of in voorkomend geval een recht lager dan de dumpingmarge toereikend zou zijn om een einde te maken aan de schade.

6.3.   Verstoringen van de grondstoffenmarkt

(252)

Blijkens het bewijsmateriaal in de klacht is op gele fosfor, dat [55-60 %] van de productiekosten van het betrokken product vertegenwoordigt, in de VRC een uitvoerheffing van 20 % van toepassing.

(253)

Daarom heeft de Commissie, zoals aangekondigd in het bericht van inleiding, overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening een onderzoek ingesteld naar de vermeende verstoring en alle andere verstoringen in de VRC die onder artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening vallen, als ook van de gevolgen van dergelijke verstoringen voor de vervaardiging van fosforigzuur in de VRC. Gezien het gebrek aan medewerking van de Chinese overheid en de producenten-exporteurs in de VRC heeft de Commissie haar bevindingen gebaseerd op de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, met name openbaar beschikbare informatie over relevante regelgevingsdocumenten waarbij beperkingen worden opgelegd die neerkomen op verstoringen van de grondstoffenmarkt als bedoeld in artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening, en de informatie in de klacht.

(254)

De Commissie heeft eerst de belangrijkste grondstoffen geïdentificeerd die worden gebruikt bij de vervaardiging van het betrokken product. Als belangrijkste grondstoffen worden de grondstoffen beschouwd die naar alle waarschijnlijkheid minstens 17 % van de productiekosten van het betrokken product uitmaken. De Commissie heeft vastgesteld dat alleen gele fosfor aan deze voorwaarde voldeed.

(255)

Vervolgens heeft de Commissie onderzocht of er bij de Chinese prijs van gele fosfor sprake is van verstoringen door een van de in artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening genoemde maatregelen: dubbeleprijsstellingssystemen, uitvoerbelastingen, aanvullende belastingen op de uitvoer, uitvoerquota, uitvoerverboden, fiscale belastingen op de uitvoer, vergunningsvereisten, minimumprijzen bij uitvoer, beperking of uitsluiting van de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde (btw), inklaringsbeperkingen voor exporteurs, lijsten van gekwalificeerde exporteurs, verplichtingen van de binnenlandse markt, ondernemingseigen mijnbouwrechten.

(256)

De klager verwees naar de mededeling van de Commissie voor douanetarieven van de Staatsraad betreffende de aanpassing van de uitvoertarieven voor bepaalde producten (2009) nr. 6 (96), waarin werd gesteld dat “op gele fosfor nog steeds een uitvoertarief van 20 % wordt geheven”. De Commissie heeft bevestigd dat de maatregel tijdens het onderzoektijdvak nog steeds van kracht was (97).

(257)

Vervolgens heeft de Commissie bepaald dat er bij de binnenlandse Chinese prijs van gele fosfor sprake was van verstoringen door een van de in artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening genoemde maatregelen, namelijk een uitvoerbelasting.

(258)

Vervolgens heeft de Commissie de Chinese prijs van gele fosfor vergeleken met de prijzen op de representatieve internationale markt(en). De klacht verwees naar de openbaar beschikbare prijsindex die is gepubliceerd door Business AnalytIQ, een organisatie die marktonderzoeksgegevens levert. Deze bron verstrekte voor het hele onderzoektijdvak maandelijks de prijzen van gele fosfor in de VRC, de Verenigde Staten, Europa en Zuidoost-Azië. Daarnaast heeft de Commissie gebruikgemaakt van de niet-verstoorde waarde van gele fosfor zoals vastgesteld in het representatieve land, Brazilië. De Commissie heeft vastgesteld dat de prijzen op die internationale markten 22 % (Europa) tot 67 % (Brazilië) hoger waren dan in de VRC.

(259)

Ten slotte heeft de Commissie onderzocht of gele fosfor waarop de in overweging 256 beschreven uitvoerbelasting van toepassing was, ten minste 17 % van de productiekosten van het betrokken product uitmaakte. Gezien het gebrek aan medewerking van de producenten-exporteurs in de VRC heeft de Commissie zich gebaseerd op de productiekosten van de klager. Voor deze berekening werd gebruikgemaakt van een niet-verstoorde prijs van de grondstof zoals vastgesteld op de internationale marken, genoemd in overweging 258. De Commissie heeft vastgesteld dat gele fosfor meer dan 50 % van de feitelijke productiekosten van de klager uitmaakte.

(260)

De Commissie heeft geconcludeerd dat er bij gele fosfor sprake was van een verstoring in de zin van artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening.

6.4.   Belang van de Unie uit hoofde van artikel 7, lid 2 ter, van de basisverordening

(261)

Overeenkomstig artikel 7, lid 2 ter, van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of zij duidelijk kon besluiten dat het in het belang van de Unie was om het bedrag van de voorlopige rechten overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening te bepalen. Bij de vaststelling van het belang van de Unie werd gekeken naar alle voor dit onderzoek relevante informatie, zoals de reservecapaciteit in het land van uitvoer, mededinging met betrekking tot grondstoffen en het effect op de toeleveringsketens van ondernemingen in de Unie.

6.4.1.   Reservecapaciteit in het land van uitvoer

(262)

De Commissie heeft vastgesteld dat de producenten van fosforigzuur in de VRC over uitzonderlijk grote reserveproductiecapaciteiten beschikken, wat een ernstig risico inhoudt dat de uitvoer naar de markt van de Unie ook na de mogelijke instelling van maatregelen wordt voortgezet. Volgens het bewijsmateriaal in de klacht bleek de totale geïnstalleerde capaciteit in de VRC meer dan veertig keer het verbruik in de Unie te zijn. Ongeveer 23 % van deze capaciteit bleef tijdens het onderzoektijdvak onbenut en kon daarom gemakkelijk worden verlegd naar uitvoer naar de Unie.

6.4.2.   Concurrentie met betrekking tot grondstoffen

(263)

De Commissie heeft de marktvoorwaarden geanalyseerd voor de belangrijkste grondstof die bij de productie van fosforigzuur wordt gebruikt. Voor gele fosfor, het belangrijkste productiemateriaal bij de productie van fosforigzuur, geldt in de VRC een uitvoerbelasting van 20 %. Deze maatregel beperkt het internationale aanbod en houdt de binnenlandse prijzen in de VRC kunstmatig laag, wat de producenten in de VRC een kostenvoordeel oplevert. Gele fosfor vertegenwoordigt [55-60 %] van de productiekosten van fosforigzuur. Deze aanzienlijke kostenkloof verstoort de concurrentie en levert producenten in de Unie een structureel nadeel op.

6.4.3.   Effect op de toeleveringsketens van ondernemingen in de Unie

(264)

De Commissie heeft de mogelijke gevolgen van de instelling van maatregelen voor de toeleveringsketens van de Unie geanalyseerd, met inbegrip van de gevolgen voor de markt verder in de keten en de beschikbaarheid van het betrokken product in de Unie. Deze beoordeling was gebaseerd op de door de medewerkende belanghebbenden verstrekte informatie. Slechts één gebruiker heeft de vragenlijst volledig ingevuld, zodat de Commissie zich in de eerste plaats heeft gebaseerd op de door die gebruiker verstrekte gegevens. Uit de analyse bleek dat de instelling van maatregelen geen wezenlijk negatief effect zou hebben op de winstgevendheid van die gebruiker, die op een duurzaam niveau zou blijven, waardoor hij zijn activiteiten zonder aanzienlijke verstoringen zou kunnen voortzetten. Voorts heeft de Commissie vastgesteld dat de bedrijfstak van de Unie voldoende onbenutte capaciteit behoudt om de productie te verhogen en zo aan een groter deel van de vraag in de Unie te voldoen.

6.4.4.   Conclusie inzake het belang van de Unie uit hoofde van artikel 7, lid 2 ter, van de basisverordening

(265)

Nadat zij alle voor dit onderzoek relevante informatie had beoordeeld, kwam de Commissie tot de conclusie dat het in het belang van de Unie is om de hoogte van de voorlopige rechten vast te stellen overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening.

6.5.   Conclusie inzake het niveau van de maatregelen

(266)

Na bovenstaande beoordeling moeten de voorlopige antidumpingrechten overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening op het volgende niveau worden vastgesteld:

 

Antidumpingrecht (%)

Alle invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China

122,8

7.   BELANG VAN DE UNIE

(267)

Gezien de beslissing van de Commissie om artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening toe te passen, heeft zij ook onderzocht of zij duidelijk kon concluderen dat het niet in het belang van de Unie was om in dit geval maatregelen te nemen, ondanks de vaststelling van schadeveroorzakende dumping, overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening. Het belang van de Unie werd vastgesteld op basis van een beoordeling van alle betrokken belangen, waaronder die van de bedrijfstak van de Unie, de importeurs en de gebruikers.

7.1.   Belang van de bedrijfstak van de Unie

(268)

De producent in de Unie die de klacht heeft ingediend en die goed is voor de volledige productie in de Unie die op de vrije markt beschikbaar is, heeft volledig aan het onderzoek meegewerkt en zijn belangstelling voor de instelling van maatregelen kenbaar gemaakt. De andere producent in de Unie, Italmatch, heeft ook volledig meegewerkt door specifieke antwoorden op de vragenlijst te verstrekken.

(269)

De instelling van rechten zal naar verwachting de eerlijke handelsvoorwaarden op de markt van de Unie herstellen en de bedrijfstak van de Unie in staat stellen van de tijdens het onderzoektijdvak geleden aanmerkelijke schade te herstellen. Met name zouden de maatregelen de producent in de Unie in staat stellen verloren verkoopvolumes en marktaandeel terug te winnen, de winstgevendheid te verbeteren en de duurzame exploitatie van productiefaciliteiten te waarborgen. De instelling van maatregelen zal derhalve waarschijnlijk een positief effect hebben op de levensvatbaarheid en het concurrentievermogen van de bedrijfstak van de Unie op lange termijn.

(270)

Zonder maatregelen zouden de producenten-exporteurs in de VRC het betrokken product tegen dumpingprijzen naar de Unie blijven uitvoeren, wat een verdere neerwaartse druk zou uitoefenen op de prijzen op de markt van de Unie en de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie zou uithollen. Dit zou zijn vermogen om te investeren, te innoveren en de productie in stand te houden ondermijnen en uiteindelijk zijn levensvatbaarheid bedreigen.

(271)

Derhalve werd geconcludeerd dat de instelling van maatregelen ten aanzien van de invoer van oorsprong uit de VRC in het belang van de bedrijfstak van de Unie zou zijn.

7.2.   Belang van niet-verbonden importeurs

(272)

De Commissie heeft geen antwoorden op de vragenlijst ontvangen van importeurs of handelaren in de Unie. Eén importeur (S. Goldmann GmbH & Co. KG, Duitsland) heeft schriftelijk bezwaar gemaakt tegen de maatregelen.

(273)

Goldmann voerde aan dat de maatregelen de klager een monopolistische positie zouden geven die zijn eigen kosten waarschijnlijk zou verhogen en ook de toeleveringsketen in de Unie in gevaar zou brengen, aangezien ICL niet in de volledige vraag kan voorzien. Wat de zekerheid van de toeleveringsketen betreft, heeft de Commissie geconcludeerd dat de klager en de producenten in de VRC de enige bronnen van fosforigzuur zijn. Door het verlies van de bedrijfstak van de Unie zou de VRC de enige bron van fosforigzuur worden. Wat de monopolistische positie van de bedrijfstak van de Unie betreft, heeft de Commissie geconcludeerd dat maatregelen eerlijke handelsvoorwaarden voor alle partijen zouden herstellen; de verwerkende industrie zou nog steeds materiaal uit de VRC kunnen betrekken, maar dan tegen billijke prijzen zonder dumping.

(274)

De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat er onvoldoende bewijsmateriaal is ingediend waaruit blijkt dat de instelling van antidumpingrechten op de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de VRC een blijvend negatief effect zou hebben op de winstgevendheid van importeurs of handelaren.

7.3.   Belang van gebruikers, consumenten en leveranciers

(275)

Eén gebruiker, Giovanni Bozzetto Spa, heeft zich tijdens het onderzoek gemeld en een antwoord op de vragenlijst en een schriftelijke opmerking ingediend, waarin hij zijn bezwaar tegen maatregelen kenbaar maakte. Fosforigzuur is een van de grondstoffen voor Bozzetto bij de productie van detergenten en waterzuiveringsformuleringen.

(276)

De Commissie heeft op basis van de gegevens in het antwoord van de onderneming op de vragenlijst en de totale invoer uit de VRC in tabel 3 vastgesteld dat Bozzetto goed was voor 15-25 % van de totale invoer van het betrokken product uit de VRC in de Unie.

(277)

Bozzetto voerde aan dat de maatregelen de klager een monopolistische positie zouden geven die zijn eigen kosten waarschijnlijk zou verhogen en ook de toeleveringsketen in de Unie in gevaar zou brengen, aangezien de klager niet in de volledige vraag kan voorzien.

(278)

Wat de gevolgen voor de veiligheid van de toeleveringsketen betreft, merkte de Commissie op dat antidumpingmaatregelen niet bedoeld zijn om de invoer te blokkeren, maar veeleer om eerlijke handelsvoorwaarden voor alle partijen te herstellen; de verwerkende industrie zou nog steeds materiaal uit de VRC kunnen betrekken, dus zou de bedrijfstak van de Unie geen monopoliepositie innemen. Omgekeerd zou het verlies van de bedrijfstak van de Unie de VRC tot de enige bron van fosforigzuur maken.

(279)

Bozzetto uitte zijn bezorgdheid over het vermogen van verticaal geïntegreerde producenten in de VRC om de maatregelen te vermijden door fosforigzuur verder te verwerken tot fosfonaten en het product verder in de keten naar de Unie uit te voeren, waardoor de concurrentie op de fosfonatenmarkt van de Unie wordt verstoord. Chemische producenten uit derde landen voor producten verder in de keten zouden een concurrentievoordeel krijgen ten opzichte van producenten in de Unie, aangezien zij zonder antidumpingrechten Chinees fosforigzuur zouden blijven kopen en het eindproduct dus tegen een lagere prijs in de Unie zouden verkopen. Ook zouden importeurs van fosforigzuur uit derde landen gerichte assemblageactiviteiten voor het product van oorsprong uit de VRC kunnen uitvoeren en de maatregelen kunnen ontwijken door het product naar de markt van de Unie uit te voeren.

(280)

Wat de mogelijke ontwijking en toename van de invoer op de productmarkten verder in de keten betreft, beschikt de Commissie over instrumenten om deze problemen aan te pakken indien zij zich voordoen.

7.4.   Conclusie inzake belang van de Unie

(281)

Op basis van het bovenstaande is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er in dit stadium van het onderzoek geen dwingende redenen zijn om aan te nemen dat het niet in het belang van de Unie zou zijn om maatregelen in te stellen ten aanzien van de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de VRC.

8.   VOORLOPIGE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

(282)

Op basis van de conclusies van de Commissie inzake dumping, schade, het oorzakelijk verband, de hoogte van de maatregelen en het belang van de Unie moeten voorlopige maatregelen worden ingesteld om te voorkomen dat de bedrijfstak van de Unie nog meer schade lijdt door de invoer met dumping.

(283)

De voorlopige antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de VRC moeten worden ingesteld in overeenstemming met artikel 7, lid 2 bis, van de basisverordening. In overweging 266 heeft de Commissie geconcludeerd dat het passende niveau om de schade weg te nemen de dumpingmarge is.

(284)

Gezien het voorgaande moet het voorlopige antidumpingrecht, uitgedrukt in cif-prijs grens Unie, vóór inklaring, worden vastgesteld op 122,8 %.

(285)

Dit recht is uitsluitend van toepassing op het betrokken product van oorsprong uit het betrokken land.

9.   INSCHRIJVING

(286)

Zoals vermeld in overweging 3, heeft de Commissie de invoer van het betrokken product aan registratie onderworpen. De registratie vond plaats om het mogelijk te maken met terugwerkende kracht rechten te innen overeenkomstig artikel 10, lid 4, van de basisverordening.

(287)

In het licht van de voorlopige bevindingen moet de registratie van de invoer worden beëindigd.

(288)

In dit stadium van de procedure is geen besluit genomen over een mogelijke toepassing van antidumpingmaatregelen met terugwerkende kracht.

10.   INFORMATIE OVER VOORLOPIGE MAATREGELEN

(289)

Overeenkomstig artikel 19 bis van de basisverordening heeft de Commissie de belanghebbenden op de hoogte gebracht van de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze informatie is ook openbaar gemaakt op de website van het directoraat-generaal Handel en Economische Veiligheid. Belanghebbenden hebben drie werkdagen de tijd gekregen om opmerkingen in te dienen over de juistheid van de berekeningen die specifiek aan hen zijn meegedeeld.

(290)

Drie meewerkende Chinese ondernemingen hebben binnen de termijn opmerkingen ingediend, die echter geen betrekking hadden op de juistheid van de berekeningen. Deze opmerkingen zullen daarom in de definitieve fase van het onderzoek naar behoren worden behandeld.

11.   SLOTBEPALINGEN

(291)

Met het oog op het beginsel van behoorlijk bestuur nodigt de Commissie de belanghebbenden uit schriftelijk te reageren en/of binnen een vaste termijn een hoorzitting met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures aan te vragen.

(292)

De bevindingen betreffende de instelling van voorlopige rechten zijn voorlopig en kunnen in het definitieve stadium van het onderzoek worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op fosforigzuur, in vaste of vloeibare (waterige) vorm, ook fosfonzuur genoemd, gewoonlijk ingedeeld onder de nummers 13598-36-2 en 10294-56-1 van de Chemical Abstracts Service (“CAS-nummers”), die gewoonlijk overeenkomen met de Customs and Statistics (“CUS”) nummers 0021895-1 en 0043878-8, momenteel ingedeeld onder de GN-code ex 2811 19 80 (Taric-code 2811 19 80 60) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

2.   Het voorlopige antidumpingrecht dat van toepassing is op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van het in lid 1 genoemde product bedraagt 122,8 %.

3.   Bij het in de Unie in het vrije verkeer brengen van het in lid 1 genoemde product wordt een zekerheid gesteld die gelijk is aan het bedrag van het voorlopige recht.

4.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

1.   Belanghebbenden moeten hun schriftelijke opmerkingen inzake deze verordening binnen 15 kalenderdagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening bij de Commissie indienen.

2.   Belanghebbenden die om een hoorzitting bij de Commissie willen verzoeken, moeten dit binnen vijf kalenderdagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening doen.

3.   Belanghebbenden die willen worden gehoord door de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures, kunnen binnen vijf kalenderdagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening een verzoek hiertoe indienen. De raadadviseur-auditeur kan buiten deze termijn ingediende verzoeken beoordelen en kan in voorkomend geval besluiten die verzoeken te aanvaarden.

Artikel 3

1.   De douaneautoriteiten wordt opgedragen de bij artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1334 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.

2.   Gegevens die zijn verzameld met betrekking tot producten die ten hoogste 90 dagen vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening voor invoer ten verbruik in de EU zijn aangegeven, moeten worden bewaard tot eventuele definitieve maatregelen in werking treden of tot deze procedure is beëindigd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 november 2025.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/1036/oj.

(2)   PB C, C/2025/1687, 19.3.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/1687/oj.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1334 van de Commissie van 10 juli 2025 tot onderwerping van de invoer van fosforigzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie (PB L, 2025/1334, 11.7.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/1334/oj).

(4)   https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/case-view?caseId=2781.

(5)  t25.009318, t25.009323.

(6)  Notitie voor het dossier van 12 juni 2025, t25.006313, over de verduidelijking van de productie van fosforigzuur.

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959 van de Commissie van 17 juli 2024 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op erytritol van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L, 2024/1959, 19.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1959/oj); Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180 van de Commissie van 16 oktober 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/607 van de Commissie tot instelling van een definitief antidumpingrecht op citroenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot uit Maleisië verzonden citroenzuur, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, naar aanleiding van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur op grond van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L, 2023/2180, 17.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2180/oj); Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752 van de Commissie van 12 april 2023 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op natriumgluconaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 100 van 13.4.2023, blz. 16, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/752/oj); Uitvoeringsverordening (EU) 2021/441 van de Commissie van 11 maart 2021 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op sulfanilzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 85 van 12.3.2021, blz. 154, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/441/oj).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 161 en 162; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 89 en 90; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overweging 70.

(9)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 103 tot en met 113; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 46 tot en met 50; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overweging 49.

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 114 tot en met 122; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 51 tot en met 55; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overwegingen 50 tot en met 54. Het recht van overheidsinstanties om belangrijk leidinggevend personeel in staatsondernemingen te benoemen en te ontslaan, zoals bepaald in de Chinese wetgeving, kan worden beschouwd als afspiegeling van de corresponderende eigendomsrechten, maar daarnaast vormen de cellen van de Chinese Communistische Partij (“CCP”) in ondernemingen, niet alleen in staatsondernemingen maar ook in particuliere ondernemingen, een ander kanaal door middel waarvan de staat zich in de besluitvorming van ondernemingen kan mengen. Volgens het Chinese vennootschapsrecht moet in elke onderneming een CCP-organisatie in het leven worden geroepen (met ten minste drie CCP-leden zoals bepaald in de statuten van de CCP) en moet de onderneming de nodige voorwaarden scheppen voor de activiteiten van de partijorganisatie. Deze eis lijkt in het verleden niet altijd te zijn gevolgd of strikt te zijn gehandhaafd. De CCP heeft haar aanspraken op zeggenschap bij zakelijke beslissingen in staatsondernemingen echter in elk geval sinds 2016 nadrukkelijker als politiek beginsel doen gelden. Ook zijn er berichten dat de CCP druk uitoefent op particuliere ondernemingen om “vaderlandslievendheid” voorop te stellen en zich naar de partijlijn te voegen. In 2017 werd bericht dat in 70 % van de circa 1,86 miljoen ondernemingen in particuliere eigendom partijcellen aanwezig waren, en dat er toenemende druk was om de CCP-organisaties het laatste woord te laten hebben bij de zakelijke besluitvorming in de betrokken ondernemingen. Deze voorschriften zijn van algemene toepassing in de Chinese economie, in alle sectoren, ook op producenten van het onderzochte product en de leveranciers van de basisproducten daarvoor.

(11)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 123 tot en met 133; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overweging 65; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overwegingen 55 tot en met 63.

(12)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 134 tot en met 138; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 66 tot en met 69; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overweging 64.

(13)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 139 tot en met 142; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 71 en 72; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overweging 65.

(14)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 143 tot en met 152; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 72 tot en met 81; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overweging 66.

(15)  Werkdocument van de diensten van de Commissie, “Significant Distortions in the Economy of the People’s Republic of China for the purposes of Trade Defence Investigations”, 10 april 2024, SWD(2024) 91 final. Beschikbaar op https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=SWD(2024)91&lang=en. Met inbegrip van de vorige versie van het document: Werkdocument van de diensten van de Commissie, “Significant Distortions in the Economy of the People’s Republic of China for the purposes of Trade Defence Investigations”, 20 december 2017, SWD(2017) 483 final/2. Beschikbaar op https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=SWD(2017)483&lang=en.

(16)  Klacht (open versie), blz. 11 en 12.

(17)  Klacht (open versie), blz. 13 en 14.

(18)  Klacht (open versie), blz. 15 tot en met 17.

(19)  Klacht (open versie), blz. 17 tot en met 19.

(20)  Klacht (open versie), blz. 20 en 21.

(21)  Klacht (open versie), blz. 22 en 23.

(22)  Klacht (open versie), blz. 23 en 24.

(23)  Klacht (open versie), blz. 24 tot en met 27.

(24)  Beschikbaar op http://www.tzycchem.com/pages/about.html (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(25)  Beschikbaar op https://yth.cn/ywycp/jxhgjxcl.html (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(26)  Yunnan Yuntianhua Co. Ltd Jaarverslag 2024, blz. 115. Beschikbaar op https://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESH_STOCK/2025/2025-3/2025-03-25/10802990.PDF (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(27)  Beschikbaar op https://www.xingfagroup.com/index.php/product/category?id=5 (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(28)  Hubei Xingfa Chemicals Group Ltd Jaarverslag 2024, blz. 76. Beschikbaar op https://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESH_STOCK/2025/2025-4/2025-04-01/10835918.PDF (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(29)  Ibid.

(30)  Beschikbaar op https://en.hbyihua.cn/product_detail/261.html (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(31)  Hubei Yihua Chemical Industry Co. Ltd Jaarverslag 2024, blz. 113. Beschikbaar op http://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESZ_STOCK/2025/2025-4/2025-04-03/10844871.PDF (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(32)  Beschikbaar op https://www.sdlomon.com/about/aboutjj/ (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(33)  Ibid.

(34)  Artikel 33 van de statuten van de CCP, artikel 19 van het Chinese vennootschapsrecht. Zie ook het rapport, hoofdstuk 3, blz. 47 tot en met 50.

(35)  Statuten van de CPCIF, artikel 3. Beschikbaar op http://www.cpcif.org.cn/detail/40288043661e27fb01661e386a3f0001?e=1 (laatst geraadpleegd op 19 september 2025).

(36)  Ibid.

(37)  Statuten van de CPCIF, artikel 36. Beschikbaar op http://www.cpcif.org.cn/detail/40288043661e27fb01661e386a3f0001?e=1 (laatst geraadpleegd op 19 september 2025).

(38)  Beschikbaar op http://www.cpcif.org.cn/detail/4aa3eebc-85ca-4893-aacf-85c552107b4e (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(39)  Beschikbaar op http://www.cpcif.org.cn/detail/78f4fdd0-52c0-429d-b47b-a34ee66ff54f (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(40)  Beschikbaar op http://www.cpcif.org.cn/detail/9d10963a-e7ba-4444-8903-6ae4248adb58 (laatst geraadpleegd op 16 september 2025).

(41)  Beschikbaar op http://www.cpfia.org/web/meeting.php?column=3 (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(42)  Statuten van de CPFIA, artikel 3. Beschikbaar op http://www.cpfia.org/web/content.php?column=65&id=10483 (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(43)  Ibid.

(44)  Statuten van de CPFIA, artikel 36. Beschikbaar op http://www.cpfia.org/web/content.php?column=65&id=10483 (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(45)  Zie: http://www.cpfia.org/web/content.php?column=41&id=18892 (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(46)  Afdeling III.8.3 van het 14e vijfjarenplan voor de economische en sociale ontwikkeling en vooruitzichten voor 2035. Beschikbaar op https://www.gov.cn/xinwen/2021-03/13/content_5592681.htm (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(47)  Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/2022-04/08/content_5683972.htm#msdynttrid=WRmyf07ph0z74SHmXoOLKjRWl09BdZ4lGdYp9fiI9xU (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(48)  Ibid., afdeling I.3.

(49)  Ibid., afdeling III.4.

(50)  Afdeling IV.1 van het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie, beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/2021-12/29/5665166/files/90c1c79a00b44c67b59c29392476c862.pdf (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(51)  Zie afdeling III.2 van het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de groene industrie. Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/2021-12/03/5655701/files/4c8e11241e1046ee9159ab7dcad9ed44.pdf (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(52)  Beschikbaar op https://www.ndrc.gov.cn/xxgk/zcfb/fzggwl/202312/P020231229700886191069.pdf (laatst geraadpleegd op 17 september 2025).

(53)  Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/202401/content_6923991.htm (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(54)  Beschikbaar op https://huanbao.bjx.com.cn/news/20211201/1191133.shtml (laatst geraadpleegd op 19 september 2025).

(55)  Ibid., afdeling II.2.4.

(56)  14e vijfjarenplan van Hubei voor economische en sociale ontwikkeling en de vooruitzichten voor 2035, kader 3, blz. 25. Beschikbaar op https://www.ndrc.gov.cn/fggz/fzzlgh/dffzgh/202104/P020210427315108290779.pdf (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(57)  Afdeling III.1.3 van het 14e vijfjarenplan van Hubei voor de hoogwaardige ontwikkeling van de maakindustrie. Beschikbaar op https://www.hubei.gov.cn/zfwj/ezf/202111/t20211119_3871028.shtml (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(58)  Afdeling IV.2.2 van het 14e vijfjarenplan van Hubei voor de hoogwaardige ontwikkeling van de sector nieuwe materialen. Beschikbaar op https://jxt.hubei.gov.cn/fbjd/xxgkml/jhgh/202203/t20220325_4056642.shtml (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(59)  Afdeling V van het 14e vijfjarenplan van Guizhou voor de ontwikkeling van strategische en opkomende industrieclusters. Beschikbaar op https://fgw.guizhou.gov.cn/ztzl/sswgh_5643328/202109/P020220524636540764870.pdf (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(60)  Beschikbaar op https://yth.cn/xwzx/dqgz/202407/20240702_6616.html (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(61)  Yunnan Yuntianhua Co. Ltd Jaarverslag 2024, blz. 51. Beschikbaar op https://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESH_STOCK/2025/2025-3/2025-03-25/10802990.PDF (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(62)  Hubei Xingfa Group Ltd Jaarverslag 2024, blz. 34. Beschikbaar op https://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESH_STOCK/2025/2025-4/2025-04-01/10835918.PDF (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(63)  Hubei Yihua Chemical Industry Co. Ltd Jaarverslag 2024, blz. 52. Beschikbaar op https://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESZ_STOCK/2025/2025-4/2025-04-03/10844871.PDF (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(64)  Rapport, deel III, hoofdstuk 16.

(65)  Ibid., punt 16.3.

(66)  Afdeling IV.1.3. Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/2021-12/29/content_5665166.htm (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(67)  Afdeling VI. Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/202401/content_6923987.htm (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(68)  Ibid.

(69)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1959, overwegingen 153 tot en met 157, en Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2180, overwegingen 82 tot en met 84; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/752, overweging 67.

(70)  Afdeling VIII.16. Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/2022-04/08/content_5683972.htm#msdynttrid=WRmyf07ph0z74SHmXoOLKjRWl09BdZ4lGdYp9fiI9xU (laatst geraadpleegd op 18 september 2025).

(71)  World Bank Open Data — Upper Middle Income, https://data.worldbank.org/income-level/upper-middle-income.

(72)  Om na te gaan of de invoerprijzen van de basisproducten niet door de marktverstoringen werden beïnvloed, heeft de Commissie de databank (beschikbaar op https://globaltradealert.org/data-center; laatst geraadpleegd op 14 augustus 2025) en de Market Access Map (markttoegangskaart; beschikbaar op https://www.macmap.org/en/query/regulatory-requirement; laatst geraadpleegd op 14 augustus 2025) van Global Trade Alert geraadpleegd.

(73)  Global Trade Alert, “Indonesia: Relaxed import and export licensing requirements”. Beschikbaar op https://globaltradealert.org/intervention/85328-indonesia-relaxed-import-and-export-licensing-requirements (laatst geraadpleegd op 2 september 2025).

(74)  Global Trade Alert, “Malaysia: Imposition of import licensing requirements on certain nicotine-based products, chemicals and smoking replacement aids”. Beschikbaar op https://globaltradealert.org/state-act/27000 (laatst geraadpleegd op 2 september 2025).

(75)  Eurostat, Methodologies and working papers. NACE Rev. 2 — Statistical classification of economic activities in the European Community. Beschikbaar op https://ec.europa.eu/eurostat/documents/3859598/5902521/KS-RA-07-015-EN.PDF (laatst geraadpleegd op 14 augustus 2025).

(76)  Orbis-databank, Bureau Van Dijk Editions, onderdeel van Moody’s Analytics. Beschikbaar op https://login.bvdinfo.com/R1/Orbis (laatst geraadpleegd op 2 september 2025).

(77)  Global Trade Atlas. Beschikbaar op https:/connect.ihsmarkit.com/gta/home/ (laatst geraadpleegd op 19 augustus 2025).

(78)  Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/755/oj). Volgens artikel 2, lid 7, van de basisverordening kunnen de binnenlandse prijzen in die landen niet worden gebruikt voor de vaststelling van de normale waarde.

(79)  Market Access Map, Customs Tariff (Douanetarief). Beschikbaar op https://www.macmap.org/en/query/customs-duties (laatst geraadpleegd op 28 augustus 2025).

(80)  Brazilië werd niet beïnvloed door de vermeende gegevensmanipulatie in de Doing Business-verslagen van 2018 en 2020. Zie “Investigation of Data Irregularities in Doing Business 2018 en Doing Business 2020 ”. Beschikbaar op https://thedocs.worldbank.org/en/doc/84a922cc9273b7b120d49ad3b9e9d3f9-0090012021/original/DB-Investigation-Findings-and-Report-to-the-Board-of-Executive-Directors-September-15-2021.pdf (laatst geraadpleegd op 20 augustus 2025).

(81)  Wereldbank, “Business ready 2024.” Beschikbaar op https://www.worldbank.org/en/businessready (laatst geraadpleegd op 28 augustus 2025).

(82)  Brazilië werd niet beïnvloed door de vermeende gegevensmanipulatie in de Doing Business-verslagen van 2018 en 2020. Zie “Investigation of Data Irregularities in Doing Business 2018 en Doing Business 2020 ”. Beschikbaar op https://thedocs.worldbank.org/en/doc/84a922cc9273b7b120d49ad3b9e9d3f9-0090012021/original/DB-Investigation-Findings-and-Report-to-the-Board-of-Executive-Directors-September-15-2021.pdf (laatst geraadpleegd op 20 augustus 2025).

(83)   Doing Business 2020, “Economy profile — Brazil” (Economisch profiel van Brazilië), blz. 84 en 88. Beschikbaar op https://archive.doingbusiness.org/content/dam/doingBusiness/country/b/brazil/BRA.pdf (laatst geraadpleegd op 20 augustus 2025).

(84)  Wereldbank, “A Global Database of Inflation.” Beschikbaar op https://www.worldbank.org/en/research/brief/inflation-database (laatst geraadpleegd op 20 augustus 2025).

(85)  IBGE, PIA-Empresa — Annual Survey of Industry — Enterprise. Beschikbaar op https://www.ibge.gov.br/en/statistics/economic/industry-and-construction/16906-pia-enterprise-pia1.html?lang=en-GB&t=downloads (laatst geraadpleegd op 29 augustus 2025).

(86)  Fosforigzuur is onder meer een essentiële precursor bij de vervaardiging van fosfaatmeststoffen. Zie bijvoorbeeld https://www.blitchem.com/phosphorous-acid-h3po3-uses-applications-and-benefits-in-various-industries/ (laatst geraadpleegd op 29 augustus 2025).

(87)  ILOSTAT, Country profiles — Brazil (Landenprofielen — Brazilië). Beschikbaar op https://ilostat.ilo.org/data/country-profiles/ (laatst geraadpleegd op 29 augustus 2025).

(88)  Ministério de Minas e Energia, Boletins Mensais de Energia. Beschikbaar op https://www.gov.br/mme/pt-br/assuntos/secretarias/sntep/publicacoes/boletins-mensais-de-energia/boletins%20anos%20anteriores/2024/english (laatst geraadpleegd op 28 augustus 2025).

(89)  Ministério de Minas e Energia, Boletins Mensais de Energia. Beschikbaar op https://www.gov.br/mme/pt-br/assuntos/secretarias/sntep/publicacoes/boletins-mensais-de-energia/boletins%20anos%20anteriores/2024/english (laatst geraadpleegd op 28 augustus 2025).

(90)  Vergelijk de prijs van aardgas voor een verbruiksbereik van 20 000 m3/dag in december 2024, gepubliceerd in Boletim Mensal de Acompanhamento da Indústria de Gás Natural — December 2024 (Histórico de Preços — Segmento Industrial, blz. 13). Beschikbaar op https://www.gov.br/mme/pt-br/assuntos/secretarias/petroleo-gas-natural-e-biocombustiveis/publicacoes-1/boletim-mensal-de-acompanhamento-da-industria-de-gas-natural/2024 (laatst geraadpleegd op 29 augustus 2025). Dezelfde prijs is gepubliceerd in Boletim Mensal de Energia — December 2024 (blz. 6). Beschikbaar op https://www.gov.br/mme/pt-br/assuntos/secretarias/sntep/publicacoes/boletins-mensais-de-energia/boletins%20anos%20anteriores/2024/english (laatst geraadpleegd op 29 augustus 2025).

(91)  Amerikaanse Ministerie van Energie, “Benchmark the Fuel COST of Steam Generation” (de brandstofkosten van stoomopwekking benchmarken). Beschikbaar op https://www.energy.gov/sites/prod/files/2014/05/f16/steam15_benchmark.pdf (laatst geraadpleegd op 28 augustus 2025).

(92)  Central de Resultados — Resultados 2024. Beschikbaar op https://ri.vittia.com.br/pt/informacoes-financeiras/central-de-resultados (laatst geraadpleegd op 14 augustus 2025).

(93)  Informações Financeiras Intermediárias Individuais e Consolidadas 31 de Dezembro de 2024. Beschikbaar op https://solucoes.nortox.com.br/hc/pt-br/articles/39105568452244-Informa%C3%A7%C3%B5es-Financeiras-Intermedi%C3%A1rias-Individuais-e-Consolidadas-31-de-Dezembro-de-2024 (laatst geraadpleegd op 14 augustus 2025).

(94)  De Surveillance 3-databank wordt beheerd door DG TAXUD en verstrekt dagelijks informatie over de uitvoer- en invoertransacties in de EU (indien deze voor het vrije verkeer worden aangegeven) op Taric-niveau en met inbegrip van de aanvullende Taric-codes (bv. voor individuele producenten-exporteurs die aan antidumpingrechten zijn onderworpen). Het is een nuttig instrument om de meest recente gegevens te controleren, aangezien Comext-gegevens slechts met twee tot drie maanden vertraging worden bijgewerkt.

(95)  t25.009782.

(96)  Commissie voor Douanetarieven van de Staatsraad, Mededeling over de aanpassing van de uitvoertarieven voor bepaalde producten, Commissie voor de tarieven (2009), nr. 6. Beschikbaar op https://www.gov.cn/zwgk/2009-06/22/content_1347236.htm (laatst geraadpleegd op 10 september 2025).

(97)  Mededeling van de Commissie voor Douanetarieven van de Staatsraad over de afkondiging van het “douanetarief van de Volksrepubliek China voor invoer en uitvoer (2024)”, Mededeling van de Commissie voor de tarieven, nr. 12 van 2023. Beschikbaar op https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/202312/content_6923614.htm (laatst geraadpleegd op 10 september 2025).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2314/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top