Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R2529

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2529 van de Commissie van 17 november 2023 tot vaststelling van de technische aspecten van de gegevensreeks, de technische modellen voor het toezenden van gegevens en de nadere bepaling van de regelingen voor en de inhoud van de kwaliteitsverslagen over de organisatie van een steekproefenquête in het domein gezondheid uit hoofde van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad

    C/2023/7672

    PB L, 2023/2529, 20.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2529/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2529/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2529

    20.11.2023

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/2529 VAN DE COMMISSIE

    van 17 november 2023

    tot vaststelling van de technische aspecten van de gegevensreeks, de technische modellen voor het toezenden van gegevens en de nadere bepaling van de regelingen voor en de inhoud van de kwaliteitsverslagen over de organisatie van een steekproefenquête in het domein “gezondheid” uit hoofde van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad van 10 oktober 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor Europese statistieken betreffende personen en huishoudens, op basis van gegevens die op individueel niveau worden verzameld door middel van steekproeven, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 808/2004, (EG) nr. 452/2008 en (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (1), en met name artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 3, en artikel 13, lid 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De European Health Interview Survey (EHIS) is een algemeen bevolkingsonderzoek op het gebied van gezondheid dat statistische informatie verschaft over de gezondheidstoestand, gezondheidsdeterminanten en gezondheidszorgactiviteiten in de Unie. Het is een belangrijke referentiebron van de Unie voor empirisch onderbouwd gezondheidsgerelateerd beleid, onder meer op het gebied van sociale inclusie en bescherming, een gezonde levensstijl, gezond ouder worden en gezond welzijn, ongelijkheden op gezondheidsgebied, toegang tot gezondheidszorg en kwaliteit van gezondheidsdiensten.

    (2)

    Om de correcte uitvoering van de EHIS te waarborgen, moet de Commissie technische aspecten van de gegevensreeks, de technische modellen voor het toezenden van gegevens door de lidstaten aan de Commissie en nader bepaalde regelingen voor de inhoud en de toezending van de kwaliteitsverslagen specificeren.

    (3)

    Het Europees kankerbestrijdingsplan (2) is op het volledige kankertraject gericht. Het is opgebouwd rond vier essentiële actiegebieden waar de Unie de grootste meerwaarde kan bieden, namelijk preventie, vroegtijdige opsporing, diagnose en behandeling en levenskwaliteit van kankerpatiënten en overlevenden van kanker. De “van boer tot bord”-strategie (3) vormt de kern van de Europese Green Deal (4) van de Commissie, die duurzame voedselconsumptie bevordert en de overgang naar gezonde, duurzame voedingspatronen vergemakkelijkt.

    (4)

    De aanbeveling van de Raad over toegang tot betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg (5), die de mededeling van de Commissie over de Europese zorgstrategie (6) vergezelt, stelt een beleidskader vast voor de ontwikkeling van duurzame langdurige zorg die zorgt voor betere en betaalbaardere toegang tot hoogwaardige diensten voor iedereen en betere arbeidsomstandigheden in de sector.

    (5)

    De bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers, die in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten is verankerd, is een essentieel onderdeel van een EU-economie die werkt voor de mensen.

    (6)

    Om de nationale statistieken over gezondheid internationaal te kunnen vergelijken, moet gebruik worden gemaakt van statistische classificaties voor territoriale eenheden, onderwijs, beroep en economische sector die verenigbaar zijn met de NUTS (7)-, ISCED (8)-, ISCO (9)- en NACE (10)-classificaties.

    (7)

    De aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA) in alle sectoren (11) moedigt de lidstaten aan sectoroverschrijdende beleidsbenaderingen en bijbehorende actieplannen ter bevordering van lichaamsbeweging vast te stellen, en stelt een monitoringkader vast voor de voortgang van gezondheidsbevorderende indicatoren op de desbetreffende thematische gebieden.

    (8)

    In Aanbeveling (EU) 2023/397 van de Commissie betreffende referentiemetagegevens en kwaliteitsverslagen (12) worden de lidstaten verzocht ervoor te zorgen dat hun nationale statistische instanties bij het opstellen van referentiemetagegevens en kwaliteitsverslagen de statistische begrippen toepassen die zijn opgenomen in de meest recente versie van de geïntegreerde metagegevensstructuur.

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voorwerp

    Bij deze verordening worden de technische aspecten van de gegevensreeksen en de technische modellen voor het toezenden van gegevens door de lidstaten aan de Commissie (Eurostat) en de regelingen voor de inhoud en de toezending van de kwaliteitsverslagen in de Europese gezondheidsenquête (EHIS) vastgesteld.

    De EHIS heeft betrekking op de gezondheidstoestand, de gezondheidszorg en gezondheidsdeterminanten, alsook op de sociaal-demografische kenmerken van de referentiepopulatie als bedoeld in artikel 4.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1)

    “referentieperiode”: de periode waarop een bepaald gegeven betrekking heeft;

    2)

    “huidig”: de situatie ten tijde van het interview;

    3)

    “door een vervanger”: met betrekking tot een interview, een situatie waarin de aan de geselecteerde respondent gevraagde informatie worden verstrekt door een derde (met inbegrip van een ander lid van het huishouden of een persoon buiten het huishouden die voor de geselecteerde respondent zorgt) zonder dat deze door de geselecteerde respondent is gevalideerd. Deze derde persoon is iemand uit de directe omgeving van de geselecteerde respondent en kent deze zeer goed;

    4)

    “metagegevens”: gegevens die andere gegevens, alsook statistische bedrijfsprocessen definiëren en beschrijven.

    Artikel 3

    Statistische begrippen en beschrijving van variabelen

    1.   De lidstaten gebruiken de statistische begrippen die zijn vastgesteld in bijlage I.

    2.   De technische kenmerken van de variabelen zijn degene die zijn vastgesteld in bijlage II en verwijzen naar:

    a)

    de identificatiecode van de variabele,

    b)

    de naam van de variabele,

    c)

    de referentieperiode,

    d)

    de modaliteitcode en het modaliteitslabel,

    e)

    filter.

    Artikel 4

    Kenmerken van de statistische populaties en waarnemingseenheden

    1.   De referentiepopulatie is de groep personen van 15 jaar en ouder die op het moment van de gegevensverzameling gewoonlijk verblijven in een particulier huishouden op het grondgebied van de betrokken lidstaat.

    2.   De nationale grondgebieden in de lijst van bijlage III zijn uitgesloten van de steekproef. Kleine delen van het nationale grondgebied waar niet meer dan 2 % van de nationale bevolking woont, mogen ook worden uitgesloten van de steekproef. Informatie over deze nationale grondgebieden moet worden opgenomen in de referentiemetagegevens.

    Artikel 5

    Referentieperioden

    De referentieperioden voor variabelen zijn vastgesteld in bijlage II.

    Artikel 6

    Gedetailleerde kenmerken van de steekproef

    1.   Er moeten ten minste drie pogingen worden ondernomen om contact op te nemen met een respondent voordat deze uit de enquête wordt geschrapt, behalve in de volgende situaties:

    a)

    het adres kon niet worden gelokaliseerd;

    b)

    het adres was geen woonadres of het was onbewoond;

    c)

    de persoon werd niet gevonden op het adres;

    d)

    de persoon was niet in staat te reageren, bijvoorbeeld omdat deze verhinderd was;

    e)

    van de persoon is een expliciete weigering om mee te werken ontvangen;

    f)

    de omstandigheden hebben de veiligheid van de interviewer in gevaar gebracht.

    2.   In naar behoren gemotiveerde gevallen en alleen voor zover nodig, is gecontroleerde substitutie toegestaan. Gecontroleerde substitutie van steekproefeenheden (huishoudens of personen) is toegestaan indien zich een van de in lid 1 genoemde situaties voordoet of indien het na drie pogingen om contact op te nemen niet gelukt is de steekproefeenheid te bereiken.

    3.   Er worden procedures gevolgd die ervoor zorgen dat het substitutieproces zo goed mogelijk wordt gecontroleerd. Dergelijke procedures omvatten het gebruik van een ontwerp dat garandeert dat de geselecteerde vervangende eenheden wat hun significante kenmerken betreft goed overeenstemmen met de personen die zij vervangen.

    4.   De reeks steekproefpersonen voor substitutie wordt gedefinieerd voordat de gegevens worden verzameld. Er vindt geen substitutie plaats met personen die niet tot die reeks behoren.

    Artikel 7

    Perioden en methoden voor de verzameling van gegevens

    1.   De gegevensverzameling wordt gespreid over ten minste drie maanden, met inbegrip van ten minste één maand in de periode van september tot en met december.

    2.   Antwoorden door een vervanger zijn alleen toegestaan wanneer de respondent om een van de volgende redenen niet kan antwoorden:

    a)

    lijdt aan een langdurige cognitieve beperking;

    b)

    lijdt aan een langdurig ernstig gebrek;

    c)

    lijdt aan een langdurige zintuiglijke beperking die de interactie tussen de interviewer en de ondervraagde verhindert;

    d)

    is gedurende de gehele periode van het veldwerk opgenomen in een ziekenhuis of een instelling voor gezondheidszorg of sociale zorg.

    3.   Voor de in bijlage IV vermelde variabelen gebruikt Eurostat ter berekening van de desbetreffende indicatoren alleen rechtstreeks van de respondent verzamelde informatie. De lidstaten zenden Eurostat alleen informatie toe die rechtstreeks bij een respondent is verzameld of informatie die rechtstreeks bij een respondent is verzameld in combinatie met indirect verzamelde informatie.

    Artikel 8

    Gemeenschappelijke normen voor gegevensbewerking, imputatie, weging en raming

    1.   Waar nodig wordt imputatie, kalibratie of weging toegepast op de gegevens.

    2.   Imputatie wordt alleen toegepast om de non-respons van posten te corrigeren.

    3.   Er worden statistische toerekeningsmethoden toegepast wanneer de non-respons meer dan 5 % bedraagt met betrekking tot de in bijlage V vermelde essentiële variabelen waarover informatie ontbreekt, ongeldig of inconsistent is.

    4.   De referentiepopulatie voor weging is de reële of geschatte populatie die gewoonlijk in particuliere huishoudens verblijft.

    5.   Er worden wegingsfactoren berekend om rekening te houden met de waarschijnlijkheid van selectie en non-respons van eenheden en, in voorkomende gevallen, aanpassing van de steekproeftrekking aan externe gegevens met betrekking tot de verdeling van personen in de doelpopulatie.

    6.   De aanpassing van de steekproeftrekking aan externe gegevens met betrekking tot de verdeling van personen in de doelpopulatie moet gebeuren naar geslacht en leeftijdsgroep.

    Artikel 9

    Modellen voor het toezenden van de gegevens

    De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) een gegevensreeks in met vooraf gecontroleerde microgegevens die voldoen aan de kenmerken van de in bijlage II bij deze verordening gespecificeerde variabelen, met inbegrip van passende gewichten, aan de hand van de door de Commissie (Eurostat) en het centrale toegangspunt vastgestelde normen voor de uitwisseling van statistische gegevens en metagegevens.

    Artikel 10

    Kwaliteitsverslagen

    1.   De kwaliteitsverslagen van de lidstaten moeten voldoen aan de nader bepaalde regelingen en inhoudelijke voorschriften van bijlage VI.

    2.   De lidstaten verzenden de volgens deze verordening vereiste kwaliteitsgerelateerde referentiemetagegevens naar de Commissie (Eurostat), met toepassing van de normen voor de uitwisseling van statistische gegevens en metagegevens. Zij verzenden de metagegevens via het één-loket.

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 november 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 261 I van 14.10.2019, blz. 1.

    (2)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad “Het Europees kankerbestrijdingsplan” (COM(2021) 44 final van 3 februari 2021).

    (3)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem (COM(2020) 381 final van 20 mei 2020).

    (4)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, De Europese Green Deal (COM(2019) 640 final van 11 december 2019).

    (5)  Aanbeveling van de Raad van 8 december 2022 over toegang tot betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg (PB C 476 van 15.12.2022, blz. 1).

    (6)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de Europese zorgstrategie (COM(2022) 440 final van 7 september 2022).

    (7)  Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).

    (8)  Internationale standaardclassificatie van het onderwijs 2011.

    (9)  Internationale standaardclassificatie van beroepen, versie 2008.

    (10)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

    (11)  Aanbeveling van de Raad van 26 november 2013 over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren (PB C 354 van 4.12.2013, blz. 1).

    (12)   PB L 53 van 21.2.2023, blz. 104.


    BIJLAGE I

    DEFINITIES VAN STATISTISCHE BEGRIPPEN

    1)   Langdurig gezondheidsprobleem

    Gezondheidsproblemen kunnen van fysieke, emotionele, gedragsmatige of geestelijke aard zijn. Het begrip omvat ziekten en aandoeningen, maar ook pijn, gezondheidsproblemen als gevolg van ongevallen en verwondingen en aangeboren aandoeningen.

    Het belangrijkste kenmerk van een langdurig gezondheidsprobleem is dat het permanent is en naar verwachting een lange periode van toezicht, observatie of zorg vereist. Langdurige gezondheidsproblemen moeten zes maanden of langer hebben geduurd (of zich binnen zes maanden hebben herhaald) of zullen naar verwachting zes maanden duren of zich binnen zes maanden herhalen; hieronder vallen geen tijdelijke problemen. Problemen die seizoensgebonden of intermitterend zijn, zelfs wanneer ze zich telkens vier tot zes maanden voordoen, worden aangemerkt als langdurige gezondheidsproblemen.

    2)   Beperkingen van activiteiten

    Een “activiteit” wordt gedefinieerd als “de verrichting van een taak of handeling door een individu” en “beperkingen” worden gedefinieerd als “moeilijkheden die de individuele persoon bij de verrichting van een activiteit ondervindt”.

    3)   Ongeval thuis of in de vrije tijd

    “Ongeval thuis of in de vrije tijd”: een onbedoelde gebeurtenis die wordt gekenmerkt door een abrupte kracht of een botsing die leidt tot lichamelijk letsel, die zich in huis, rond het huis (garage, tuin, oprit) of tijdens de besteding van de vrije tijd voor het genoegen of persoonlijk belang voordoet.

    Ongevallen thuis of in de vrije tijd omvatten ook:

    gevallen van acute vergiftiging;

    verwondingen door dieren of insecten.

    Ongevallen thuis of in de vrije tijd omvatten niet:

    wat werknemers betreft: ongevallen tijdens het thuiswerken (telewerken), dat wil zeggen tijdens het verrichten van een activiteit waarbij een werkgerelateerd doel is vast te stellen en dat verband houdt met de arbeidsvoorwaarden;

    ongevallen tijdens het werk of op school;

    verkeersongevallen;

    aandoeningen of ziekten;

    opzettelijke verwondingen (als gevolg van geweld — opzettelijke handelingen van anderen — en opzettelijke zelfverwonding);

    onbeduidende verwondingen zoals oppervlakkige snijwonden of krassen.

    4)   Lichamelijke pijn

    Lichamelijke (fysieke) pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring in verband met feitelijke of potentiële weefselbeschadiging of een ervaring die wordt beschreven in termen van dergelijke schade; deze is altijd onaangenaam en daarom ook een emotionele ervaring.

    5)   Gezondheidszorg

    Gezondheidszorg wordt gedefinieerd als goederen en diensten in verband met individuele gezondheidszorg die rechtstreeks aan individuele personen worden geleverd en door hen worden geconsumeerd. Het begrip omvat curatieve zorg, revalidatie, langdurige gezondheidszorg, ondersteunende diensten en medische goederen die aan ambulante patiënten worden geleverd. Het omvat ook verschillende vormen van gezondheidszorg (klinische zorg, poliklinische zorg, zorg in dagopname, thuiszorg).

    6)   Geestelijke gezondheidszorg

    Geestelijke gezondheidszorg betreft gezondheidsdiensten die worden verleend voor de behandeling van mentale en gedragsstoornissen. De zorg kan worden verleend door medisch personeel (psychiaters) of niet-medisch personeel (psychologen).

    7)   Klinische patiënt

    Een klinische patiënt is een patiënt die formeel wordt opgenomen in een gezondheidszorginstelling voor behandeling en/of zorg en waarvoor ten minste een overnachting nodig is in een ziekenhuis of een andere instelling die intramurale zorg verleent.

    Een formele opname betekent dat de patiënt tijdens zijn verblijf in de zorginstelling een kamer of bed krijgt toegewezen.

    8)   Patiënt in dagopname

    Een patiënt in dagopname is een patiënt die geplande medische en paramedische diensten ontvangt die in een zorginstelling worden geleverd en die officieel is opgenomen voor een diagnose, behandeling of andere vormen van gezondheidszorg en die op dezelfde dag naar huis mag. Onder deze term vallen niet degenen die gebruikmaken van ambulante diensten (die niet formeel tot een gezondheidszorginstelling zijn toegelaten), noodhulpdiensten of diensten van diagnostische centra of soortgelijke instellingen die geen deel uitmaken van particuliere of openbare ziekenhuizen of klinieken.

    Een formele opname betekent dat de patiënt tijdens zijn verblijf in de zorginstelling een kamer of bed krijgt toegewezen.

    9)   Gezondheidswerker

    Een gezondheidswerker is een persoon die momenteel gezondheidszorg verleent en daartoe gekwalificeerd is door middel van onderwijs, opleiding, certificering of licentiëring. Een gezondheidswerker is verbonden aan een specialisme of een vakgebied en behoort tot een van de volgende groepen:

    a)

    medisch en tandheelkundig personeel (zowel algemeen als gespecialiseerd);

    b)

    verpleegkundigen en verloskundigen;

    c)

    beroepsbeoefenaren in aan de geneeskunde verwante gebieden, zoals klinisch psychologen, diëtisten, fysiotherapeuten;

    d)

    ambulance- en paramedisch personeel voor ongevallen en noodhulp;

    e)

    andere beroepsbeoefenaren die rechtstreeks contact hebben met patiënten, zoals apothekers, medisch fotografen en beheerders van patientenadministratie.

    10)   Tandarts

    Een tandarts is een gezondheidswerker die ziekten, letsels en misvormingen van de tanden, tandvlees en aanverwante mondstructuren diagnosticeert en behandelt. Hij/zij herstelt de normale orale functie met een breed scala aan behandelingen, zoals chirurgie en andere specialistische technieken, en advies over mondgezondheid. Een tandarts heeft onder meer tot taak: het diagnosticeren, adviseren en verstrekken van noodzakelijke tandheelkundige behandelingen, het toedienen van chirurgische, medische en andere behandelingen voor bepaalde soorten tand- en mondziekten en -aandoeningen.

    11)   Orthodontist

    Een orthodontist is een tandarts die onregelmatigheden van de tanden en kaak diagnosticeert, voorkomt en corrigeert (bijvoorbeeld het corrigeren van scheve tanden door het gebruik van beugels).

    12)   Huisarts

    Een huisarts is een arts die zijn/haar praktijk niet beperkt tot specifieke ziektecategorieën (is niet gespecialiseerd), die personen, gezinnen en gemeenschappen een breed scala aan medische zorg verleent en patiënten naar andere gezondheidswerkers kan doorverwijzen.

    13)   Medisch of chirurgisch specialist

    Een medisch of chirurgisch specialist is een arts die gespecialiseerd is in het stellen van diagnosen of in het gebruik van chirurgische technieken, of beide, om aandoeningen en ziekten te behandelen. Zijn/haar taken omvatten het verrichten van medisch onderzoek en het stellen van diagnosen; het voorschrijven van geneesmiddelen en het behandelen van gediagnosticeerde ziekten, aandoeningen of verwondingen; het verstrekken van gespecialiseerde medische of chirurgische behandelingen voor specifieke soorten ziekten, aandoeningen of verwondingen, en het geven van advies over en het toepassen van preventieve geneeskundige methoden en behandelingen. Hieronder vallen ook algemene gynaecologen, psychiaters en andere medisch specialisten die aan deze definitie voldoen. Kaakchirurgen vallen ook onder de definitie, maar algemene tandartsen niet.

    14)   Fysiotherapeut/kinesitherapeut

    Een fysiotherapeut/kinesitherapeut is een medische of niet-medische zorgverlener die een of meer van de volgende therapieën toepast om de motorische functies van een patiënt te verbeteren of te herstellen: bewegingstherapie, massagetherapie, fysiotherapie in strikte zin (toepassing van fysieke stimuli, elektrotherapie, ultrasone therapie, thermotherapie, hydrotherapie, balneotherapie en elektrodiagnostiek, maar zonder gebruik van ioniserende straling). Hij/zij behandelt stoornissen van de botten, spieren en delen van het vaat- of zenuwstelsel met behulp van manipulatie en ultrasone, verhittings-, laser- of soortgelijke technieken, of past therapieën toe als onderdeel van de behandeling voor mensen die een (tijdelijke) lichamelijke beperking hebben, of mentaal ziek of onevenwichtig zijn.

    De therapieën worden door deze gezondheidswerkers aangeboden in uiteenlopende settings, zoals ziekenhuizen, privépraktijken, poliklinieken, thuiszorginstellingen, scholen, fitnesscentra enz.

    15)   Psycholoog, psychotherapeut of psychiater

    Psychologen, psychotherapeuten en psychiaters zijn gezondheidswerkers die geestelijke gezondheidszorg verlenen, al dan niet als arts (psychiater). Hun taak omvat het uitvoeren van psychologische beoordelingen en het geven van psychotherapie, maar ook het verstrekken van medische psychiatrische zorg (door psychiaters).

    16)   Thuiszorg

    Thuiszorg omvat het verlenen van medische en niet-medische huishoudelijke hulp aan personen die wegens geestelijke of lichamelijke kwetsbaarheid, ziekte of een beperking geen specifieke persoonlijke of huishoudelijke zorgactiviteiten kunnen verrichten of aan huis gebonden zijn. Deze zorg omvat diensten die aan huis worden verleend door een bezoekende verpleegkundige of zorgwerker van een gezondheidsinstelling, -dienst of -vereniging, of door een maatschappelijke organisatie die professioneel personeel of vrijwilligers voor zorgverlening inzet.

    17)   Voorgeschreven geneesmiddelen

    Een geneesmiddel is een product dat wordt gebruikt om symptomen te verlichten, ziekte te voorkomen of een slechte gezondheid te verbeteren. Voorgeschreven geneesmiddelen zijn geneesmiddelen die op voorschrift (recept) van een arts worden verstrekt (ongeacht of zij al dan niet door een ziektekostenverzekering worden vergoed). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om: geneesmiddelen, kruidengeneesmiddelen, homeopathische geneesmiddelen en voedingssupplementen (zoals vitaminen, mineralen en tonica), anticonceptiepillen die voor andere doeleinden dan anticonceptie worden gebruikt, hormonen (andere dan voor anticonceptie). Anticonceptiepillen en hormonen die worden voorgeschreven en gebruikt voor anticonceptie, zijn niet inbegrepen.

    18)   Roken

    Roken is het inhaleren van de rook van tabaksproducten zoals in een fabriek vervaardigde sigaretten, zelfgerolde sigaretten (shag), sigaren, pijpen en shisha’s.

    Roken omvat niet:

    a)

    het gebruik van verhitte tabaksproducten;

    b)

    het gebruik van elektronische sigaretten of soortgelijke elektronische apparaten;

    c)

    het roken van cannabis gemengd met tabak.

    19)   Verhitte tabaksproducten

    Verhitte tabaksproducten zijn tabaksproducten die aerosolen met nicotine en andere chemische stoffen produceren die door gebruikers via de mond worden geïnhaleerd.

    20)   Alcoholische dranken

    Alcoholische dranken zijn alle dranken die ethanol bevatten, ongeacht het soort drank, zoals sterk of licht bier, wijn of gedistilleerde drank, of de gebruikte hoeveelheid.


    BIJLAGE II

    TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE VARIABELEN

    Identificatiecode van de variabele

    Naam van de variabele

    Referentieperiode

    Modaliteitscode

    Modaliteitslabel

    Filter

    Gedetailleerd onderwerp: INFORMATIE OVER GEGEVENSVERZAMELING

    PRIMSTRAT

    Stratum

    bij selectie

    0 001 -9 999

    Identificatiecode stratum

    Allen

    -2

    Niet van toepassing

    PSU

    Primaire steekproefeenheid (PSU)

    bij selectie

    0 001 -9 999

    Identificatiecode van de primaire steekproefeenheid

    Allen

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: IDENTIFICATIE

    HHID

    Identificatienummer van het huishouden

    constant

    JJJJJJJJ

    10-cijferig nummer

    Allen

    -1

    Ontbreekt

    PID

    Identificatienummer van de respondent

    constant

    JJJJJJJJ

    10-cijferig nummer

     

    Gedetailleerd onderwerp: WEGINGEN

    WGT

    Uiteindelijke individuele weging

    huidig

    JJJJJ.JJJJ

    Nummer (formaat 5.3)

    Allen

    Gedetailleerd onderwerp: KENMERKEN VAN HET INTERVIEW

    PROXY

    Aard van de deelname aan de enquête

    huidig

    1

    Rechtstreekse deelname

    Allen

    2

    Een ander lid van het huishouden

    3

    Iemand anders die geen deel uitmaakt van het huishouden

    -1

    Niet vermeld

    REFDATE

    Referentiedatum van het interview

    huidig

    JJJJ-MM-DD

    Datum van het gesprek

    Allen

    INTMETHOD

    Gebruikte interviewtechniek

    huidig

    10

    Persoonlijk interview met pen en papier (PAPI)

    Allen

    20

    Computerondersteund persoonlijk interview (CAPI)

    30

    Computerondersteund telefonisch interview (CATI)

    40

    Computerondersteund webinterview (CAWI)

    50

    Andere

    INTLANG

    Gebruikte taal in het interview

    huidig

    XXX

    Standaardcodelijst Eurostat (SCL) — Talen (3-cijferige code)

    Allen

    -1

    Ontbreekt

    Gedetailleerd onderwerp: LOKALISATIE

    REGION

    Regio van verblijf

    huidig

    10 — ZZ

    Regio van verblijf (NUTS-code op 2-cijferniveau)

    Allen

    COUNTRY

    Land van verblijf

    huidig

    NN

    Land van verblijf (SCL GEO-code)

    Allen

    DEG_URB

    Urbanisatiegraad

    huidig

    1

    Grote steden

    Allen

    2

    Kleinere steden en voorsteden

    3

    Plattelandsgebieden

    Gedetailleerd onderwerp: DEMOGRAFIE

    SEX

    Geslacht

    huidig

    1

    Mannelijk

    Allen

    2

    Vrouwelijk

     

    AGE

    Leeftijd, in volle jaren

    huidig

    Leeftijd

    afgeleid van REFDATE, YEARBIRTH & PASSBIRTH

    Allen

    YEARBIRTH

    Geboortejaar

    constant

    JJJJ

    4-cijferig nummer

    Allen

    PASSBIRTH

    Verjaardag voorbij

    huidig

    1

    Ja

    Allen

    2

    Neen

    Gedetailleerd onderwerp: STAATSBURGERSCHAP EN MIGRATIEACHTERGROND

    BIRTHPLACE

    Geboorteland

    constant

    NN

    Geboorteland (SCL GEO-code)

    Allen

    ZZ

    Geboren in het buitenland, maar geboorteland onbekend

    -1

    Niet vermeld

    CITIZEN

    Land van het belangrijkste staatsburgerschap

    huidig

    NN

    Land van het belangrijkste staatsburgerschap (SCL GEO-code)

    Allen

    ZZ

    Staatloos

    XX

    Buitenlands staatsburgerschap maar land onbekend

    -1

    Niet vermeld

    BIRTHPLACEFATH

    Geboorteland van de vader

    constant

    NN

    Geboorteland van de vader (SCL GEO-code)

    Allen

    ZZ

    Vader geboren in het buitenland, maar geboorteland van de vader onbekend

    -1

    Niet vermeld

    BIRTHPLACEMOTH

    Geboorteland van de moeder

    constant

    NN

    Geboorteland van de moeder (SCL GEO-code)

    Allen

    ZZ

    Moeder geboren in het buitenland, maar geboorteland van de moeder onbekend

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: SAMENSTELLING VAN HET HUISHOUDEN

    PARTNERS

    Partners die in hetzelfde huishouden wonen

    huidig

    1

    Respondent woont samen met een geregistreerde of feitelijke partner

    Allen

    2

    Respondent woont niet samen met een geregistreerde of feitelijke partner

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HHNBPERS

    Grootte van het huishouden

    huidig

    Aantal

    Totaal aantal personen in het huishouden

    Allen

    -1

    Niet vermeld

    HHNBPERS_0_13

    Aantal personen van 13 jaar of jonger

    huidig

    Aantal

    Aantal personen van 13 jaar of minder

    Allen

    -1

    -1 Niet vermeld

    HHTYPE

    Type huishouden

    huidig

    10

    Eenpersoonshuishouden

    Allen

    21

    Alleenstaande ouder met ten minste één kind jonger dan 25 jaar

    22

    Alleenstaande ouder van wie alle kinderen 25 jaar of ouder zijn

    31

    Paar zonder kind(eren)

    32

    Paar met ten minste één kind jonger dan 25 jaar

    33

    Paar waarvan alle kinderen 25 jaar of ouder zijn

    40

    Ander type huishouden

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: STATUS HOOFDACTIVITEIT (EIGEN VERKLARING)

    MAINSTAT

    Status hoofdactiviteit (eigen verklaring)

    huidig

    10

    Werkend

    Allen

    20

    Werkloos

    30

    Gepensioneerd

    40

    Arbeidsongeschikt als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen

    50

    Student, leerling

    60

    Doet het huishouden

    70

    Militaire of maatschappelijke dienstplicht

    80

    Andere

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: ELEMENTAIRE KENMERKEN VAN DE BAAN

    JOBISCO

    Beroep in voornaamste baan

    huidig

    00 , 11 — 96

    ISCO-08-niveau met 2 cijfers

    MAINSTAT = 10

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    LOCNACE

    Economische activiteit van de lokale eenheid (voornaamste baan)

    huidig

    A, B, C…

    Eén letter die de NACE-sectie weergeeft

    MAINSTAT = 10

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    FT_PT

    Voornaamste vol- of deeltijdbaan (eigen verklaring)

    huidig

    1

    Voltijdwerk

    MAINSTAT = 10

    2

    Deeltijdwerk

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    JOBSTAT

    Arbeidssituatie in voornaamste baan

    huidig

    11

    Zelfstandige met werknemers

    MAINSTAT = 10

    12

    Zelfstandige zonder werknemers

    20

    Werknemer

    30

    Meewerkend gezinslid (onbetaald)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: BEREIKT OPLEIDINGSNIVEAU

    HATLEVEL

    Bereikt opleidingsniveau (hoogste met succes voltooid onderwijsniveau)

    huidig

    0

    Geen formeel onderwijs of lager dan ISCED 1

    Allen

    1

    ISCED 1 Primair onderwijs

    2

    ISCED 2 Lager secundair onderwijs

    3

    ISCED 3 Hoger secundair onderwijs

    4

    ISCED 4 Postsecundair niet-tertiair onderwijs

    5

    ISCED 5 Tertiair onderwijs korte cyclus

    6

    ISCED 6 Bachelorniveau of gelijkwaardig

    7

    ISCED 7 Masterniveau of gelijkwaardig

    8

    ISCED 8 Doctoraatsniveau of gelijkwaardig

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: TOTAAL MAANDELIJKS HUISHOUDENSINKOMEN

    HHINCOME

    Huidig nettomaandinkomen van het huishouden

    lopend kalenderjaar

    1

    Groep met lager equivalent maandelijks netto-inkomen

    Allen

    2

    Groep met laag tot middelhoog equivalent maandelijks netto-inkomen

    3

    Groep met middelhoog equivalent maandelijks netto-inkomen

    4

    Groep met middelhoog tot hoog equivalent maandelijks netto-inkomen

    5

    Groep met een hoger equivalent maandelijks netto-inkomen

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: MINIMUM EUROPESE GEZONDHEIDSMODULE

    HS1

    Eigen perceptie van de algemene gezondheid

    huidig

    1

    Zeer goed

    Allen

    2

    Goed

    3

    Redelijk (goed noch slecht)

    4

    Slecht

    5

    Zeer slecht

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    HS2

    Langdurig gezondheidsprobleem

    huidig

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    HS3

    Beperking van de activiteiten wegens gezondheidsproblemen

    huidig

    1

    Ernstig beperkt

    Allen

    2

    Beperkt, maar niet in ernstige mate

    3

    Helemaal niet beperkt

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: ZIEKTEN EN CHRONISCHE AANDOENINGEN

    CD1A

    Had in de voorafgaande twaalf maanden astma (met inbegrip van allergische astma)

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1B

    Had in de voorafgaande twaalf maanden chronische bronchitis, chronische obstructieve longziekte of emfyseem

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1C

    Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een myocardinfarct (hartaanval) gehad of had chronische gevolgen van een myocardinfarct

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1D

    Had in de voorafgaande twaalf maanden een coronaire hartziekte of angina pectoris

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1E

    Had in de voorafgaande twaalf maanden hoge bloeddruk

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1F

    Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een cerebrovasculair accident (hersenbloeding, herseninfarct) gehad of had chronische gevolgen hiervan

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1G

    Had in de voorafgaande twaalf maanden artrose (uitgezonderd artritis)

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1H

    Had in de voorafgaande twaalf maanden een lage-rugaandoening of een andere chronische rugkwaal gehad

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1I

    Had in de voorafgaande twaalf maanden een nekaandoening of een andere chronische nekkwaal

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1J

    Had in de voorafgaande twaalf maanden diabetes

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1K

    Had in de voorafgaande twaalf maanden last van een allergie, zoals rhinitis, oogontsteking, dermatitis, voedselallergie of een andere allergie (uitgezonderd allergische astma)

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1M

    Had in de voorafgaande twaalf maanden urine-incontinentie of problemen met de controle over de blaasfunctie

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1N

    Had in de voorafgaande twaalf maanden nierproblemen

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1O

    Had in de voorafgaande twaalf maanden een depressie

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1P

    Had in de voorafgaande twaalf maanden hyperlipidemie

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD1R

    Had in de voorafgaande twaalf maanden kanker (d.w.z. de diagnose kanker, behandeld tegen kanker of geleefd met kanker)

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    CD2

    Eigen perceptie van algemene orale gezondheid

    huidig

    1

    Zeer goed

    Allen

    2

    Goed

    3

    Redelijk (goed noch slecht)

    4

    Slecht

    5

    Zeer slecht

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: ONGELUKKEN EN VERWONDINGEN

    AC1

    Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een ongeval thuis of bij vrijetijdsbesteding gehad

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: PIJN

    PN1

    Intensiteit van lichamelijke pijn gedurende de voorafgaande vier weken

    laatste vier weken

    1

    Geen

    Allen

    2

    Heel licht

    3

    Licht

    4

    Matig

    5

    Ernstig

    6

    Zeer ernstig

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PN2

    Mate waarin pijn normaal werk in de voorafgaande vier weken heeft belemmerd (zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk)

    laatste vier weken

    1

    Helemaal niet

    indien PN1 = 2, 3, 4, 5 of 6

    2

    Enigszins

    3

    Matig

    4

    Nogal

    5

    Zeer sterk

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: GEESTELIJKE GEZONDHEID, MET INBEGRIP VAN VERSLAVINGEN

    MH1A

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken weinig belangstelling voor of plezier in activiteiten heeft gehad

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1B

    Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken somber, neerslachtig of wanhopig heeft gevoeld

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1C

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om in te slapen of door te slapen of te veel heeft geslapen

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1D

    Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken moe heeft gevoeld of weinig energie heeft gehad

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1E

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken een slechte eetlust heeft gehad of te veel heeft gegeten

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1F

    Mate waarin respondent gedurende de laatste twee weken een negatief gevoel over zichzelf heeft gehad, of het gevoel heeft gehad een mislukking te zijn of zichzelf of zijn familie te hebben teleurgesteld

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1G

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om zich te concentreren op dingen zoals de krant lezen of televisie kijken

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH1H

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken zo langzaam heeft bewogen of gesproken dat dit anderen kan zijn opgevallen; of zo zenuwachtig of rusteloos is geweest dat respondent veel meer in beweging is geweest dan gebruikelijk

    laatste twee weken

    1

    Helemaal niet

    Allen

    2

    Meerdere dagen

    3

    Meer dan de helft van de dagen

    4

    Vrijwel elke dag

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH2A

    Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken vrolijk en in goede stemming

    laatste twee weken

    1

    Altijd

    Allen

    2

    Meestal

    3

    Meer dan de helft van de tijd

    4

    Minder dan de helft van de tijd

    5

    Soms

    6

    Op geen enkel moment

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH2B

    Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken kalm en ontspannen

    laatste twee weken

    1

    Altijd

    Allen

    2

    Meestal

    3

    Meer dan de helft van de tijd

    4

    Minder dan de helft van de tijd

    5

    Soms

    6

    Op geen enkel moment

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH2C

    Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken actief en energiek

    laatste twee weken

    1

    Altijd

    Allen

    2

    Meestal

    3

    Meer dan de helft van de tijd

    4

    Minder dan de helft van de tijd

    5

    Soms

    6

    Op geen enkel moment

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH2D

    Respondent werd in de voorafgaande twee weken fris en uitgerust wakker

    laatste twee weken

    1

    Altijd

    Allen

    2

    Meestal

    3

    Meer dan de helft van de tijd

    4

    Minder dan de helft van de tijd

    5

    Soms

    6

    Op geen enkel moment

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    MH2E

    Respondent had in de voorafgaande twee weken het gevoel dat het dagelijks leven vol interessante dingen was

    laatste twee weken

    1

    Altijd

    Allen

    2

    Meestal

    3

    Meer dan de helft van de tijd

    4

    Minder dan de helft van de tijd

    5

    Soms

    6

    Op geen enkel moment

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: Functiebeperkingen

    PL1

    Draagt een bril of contactlenzen

    huidig

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    3

    Blind of kan helemaal niet zien

    -1

    Niet vermeld

    PL2

    Moeite om te zien, ook bij het dragen van een bril of contactlenzen

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien PL1 = 1, 2, of -1

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PL3

    Gebruikt een gehoorapparaat

    huidig

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    3

    Volledig doof

    -1

    Niet vermeld

    PL4

    Moeite om te horen wat er in een gesprek met één andere persoon in een rustig vertrek wordt gezegd, ook bij gebruik van een gehoorapparaat

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien PL3 = 1, 2, of -1

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PL5

    Moeite om te horen wat er in een gesprek met één andere persoon in een vertrek met meer lawaai wordt gezegd, ook bij gebruik van een gehoorapparaat

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien PL3 = 1, 2, of -1

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PL6

    Moeite om zonder gebruik van een hulpmiddel een halve kilometer op vlak terrein te lopen

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    PL7

    Moeite om twaalf traptreden op en af te lopen

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    PL8

    Moeite met geheugen of concentratie

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    PL8A

    Moeite met communiceren (met behulp van normaal taalgebruik, bijvoorbeeld bij het begrijpen van anderen of om begrepen te worden door anderen)

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    PL9

    Moeite met afbijten en kauwen van hard voedsel

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: MOEILIJKHEDEN BIJ PERSOONLIJKE VERZORGING

    PC1A

    Moeite om zelf te eten en te drinken

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PC1B

    Moeite om in of uit een bed of op of uit een stoel te komen

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PC1C

    Moeite om zich aan en uit te kleden

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PC1D

    Moeite om het toilet te gebruiken

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PC1E

    Moeite om te baden of douchen

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PC2

    Ontvangt doorgaans hulp bij een of meer zelfzorgactiviteiten: zelf eten of drinken, in of uit een bed of op of uit een stoel komen, aan- en uitkleden, het toilet bezoeken, baden of douchen

    huidig

    1

    Ja, bij ten minste één activiteit

    indien [(AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55] en [(PC1A = 2 of 3 of 4) of (PC1B = 2 of 3 of 4) of (PC1C = 2 of 3 of 4) of (PC1D = 2 of 3 of 4) of (PC1E = 2 of 3 of 4)]

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    PC3

    Heeft hulp of meer hulp nodig bij een of meer zelfzorgactiviteiten: zelf eten of drinken, in of uit een bed of op of uit een stoel komen, aan- en uitkleden, het toilet bezoeken, baden of douchen

    huidig

    1

    Ja, bij ten minste één activiteit

    indien [(AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55] en [(PC1A = 2 of 3 of 4) of (PC1B = 2 of 3 of 4) of (PC1C = 2 of 3 of 4) of (PC1D = 2 of 3 of 4) of (PC1E = 2 of 3 of 4)]

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: MOEILIJKHEDEN BIJ HUISHOUDELIJKE ACTIVITEITEN

    HA1A

    Moeite met het bereiden van maaltijden

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA1B

    Moeite met het gebruik van de telefoon

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA1C

    Moeite met boodschappen doen

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA1D

    Moeite met het beheer van geneesmiddelen

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA1E

    Moeite met het doen van licht huishoudelijk werk

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA1F

    Moeite met het doen van incidenteel zwaar huishoudelijk werk

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA1G

    Moeite met het beheer van de financiën en het uitvoeren van dagelijkse administratieve taken

    huidig

    1

    Geen moeite

    indien (AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet van toepassing (nooit geprobeerd of hoeft dit niet te doen)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA2

    Ontvangt doorgaans hulp bij een of meer huishoudelijke activiteiten: het bereiden van maaltijden, het gebruik van de telefoon, boodschappen doen, het beheer van geneesmiddelen, licht of incidenteel zwaar huishoudelijk werk, het beheer van de financiën en dagelijkse administratieve taken

    huidig

    1

    Ja, bij ten minste één activiteit

    indien [(AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55] en [(HA1A = 2, 3 of 4) of (HA1B = 2, 3 of 4) of (HA1C = 2, 3 of 4) of (HA1D = 2, 3 of 4) of (HA1E = 2, 3 of 4) of (HA1F = 2, 3 of 4) of (HA1G = 2, 3 of 4)]

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    HA3

    Heeft hulp of meer hulp nodig bij een of meer huishoudelijke activiteiten: het bereiden van maaltijden, het gebruik van de telefoon, boodschappen doen, het beheer van geneesmiddelen, licht of incidenteel zwaar huishoudelijk werk, het beheer van de financiën en dagelijkse administratieve taken

    huidig

    1

    Ja, bij ten minste één activiteit

    indien [(AGE < 55 en HS3 = 1 of 2) of AGE ≥ 55] en [(HA1A = 2, 3 of 4) of (HA1B = 2, 3 of 4) of (HA1C = 2, 3 of 4) of (HA1D = 2, 3 of 4) of (HA1E = 2, 3 of 4) of (HA1F = 2, 3 of 4) of (HA1G = 2, 3 of 4)]

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: TIJDELIJKE BEPERKING VAN ACTIVITEIT (VANWEGE GEZONDHEIDSPROBLEMEN)

    AW2

    Aantal dagen arbeidsverzuim als gevolg van persoonlijke gezondheidsproblemen in de voorafgaande twaalf maanden

    laatste twaalf maanden

    0 -365

    Aantal

    indien MAINSTAT = 10

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: BELEMMERINGEN VOOR DEELNAME IN SPECIFIEKE DOMEINEN VAN HET LEVEN

    BA1

    Moeite om het huis te verlaten als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen (chronische aandoeningen of beperkingen)

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet geïnteresseerd in deze activiteit/Wil dit niet doen

    -1

    Niet vermeld

    BA2

    Moeite om verschillende vormen van vervoer te gebruiken als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet geïnteresseerd in deze activiteit/Wil dit niet doen

    -1

    Niet vermeld

    BA3

    Moeite om openbare gebouwen te betreden, om zich door het gebouw te bewegen wanneer eenmaal binnen, en om gebruik te maken van voorzieningen in het gebouw als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet geïnteresseerd in deze activiteit/Wil dit niet doen

    -1

    Niet vermeld

    BA4 (facultatief)

    Belangrijkste reden die tot de ondervonden moeite heeft bijgedragen (anders dan langdurige gezondheidsproblemen)

    huidig

    1

    Geldgebrek, kan het zich niet veroorloven

    indien een van de waarden BA1, BA2 of BA3 = 2 of 3 of 4

    2

    Gebrek aan zelfvertrouwen

    3

    Houding van anderen

    4

    Geen praktisch vervoer beschikbaar

    5

    Problemen met vervoer (zoals in- of uitstappen, geen zitplaatsen beschikbaar, te ongemakkelijk)

    6

    Problemen met parkeren (zoals onvoldoende plaatsen)

    7

    Slechte infrastructuur en toegankelijkheid van gebouwen (geen liften, geen oprijplaten, geen signalisering, deuren te smal, geen aangepaste toiletten enz.)

    8

    Andere redenen

    9

    Geen

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    BA5

    Moeite om deel te nemen aan sociale activiteiten, zoals samenkomsten met familie of vrienden, deelnemen aan maaltijden of sociale evenementen als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet geïnteresseerd in deze activiteit/Wil dit niet doen

    -1

    Niet vermeld

    BA6 (facultatief)

    Belangrijkste oorzaak van de ondervonden moeite om deel te nemen aan sociale activiteiten (anders dan langdurige gezondheidsproblemen)

    huidig

    1

    Te druk (met werk, gezin, zorg of andere verantwoordelijkheden)

    indien BA5 = 2 of 3 of 4

    2

    Geldgebrek, kan het zich niet veroorloven

    3

    Gebrek aan zelfvertrouwen

    4

    Houding van anderen

    5

    Gebrek aan kennis of informatie

    6

    Belemmeringen in de omgeving/geen vriendelijk milieu (bijvoorbeeld problemen bij toegang tot en gebruik van openbaar vervoer, toegang tot of gebruik van gebouwen, winkels, gemakkelijke verplaatsingen over de straat, parkeren enz.)

    7

    Andere redenen

    8

    Geen

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    BA7

    Moeite om internet te gebruiken als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen

    huidig

    1

    Geen moeite

    Allen

    2

    Enige moeite

    3

    Veel moeite

    4

    Kan dit helemaal niet/is hier niet toe in staat

    5

    Niet geïnteresseerd in deze activiteit/Wil dit niet doen

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDSZORG EN LANGDURIGE ZORG

    HO12

    Aantal nachten als patiënt in een ziekenhuis doorgebracht in de afgelopen twaalf maanden

    laatste twaalf maanden

    0 -365

    Aantal

    Allen

    -1

    Niet vermeld

    HO34

    Aantal keren dat de respondent in de afgelopen twaalf maanden voor een dagopname is opgenomen in een ziekenhuis

    laatste twaalf maanden

    0 -365

    Aantal

    Allen

    -1

    Niet vermeld

    AM1

    Laatste keer dat een tandarts of orthodontist is bezocht

    (voor persoonlijke behandeling)

    laatste twaalf maanden

    1

    Minder dan zes maanden geleden

    Allen

    2

    Zes tot twaalf maanden geleden

    3

    Twaalf maanden of langer geleden

    4

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    AM2

    Laatste keer dat een huisarts is geraadpleegd (voor persoonlijke behandeling)

    laatste twaalf maanden

    1

    Minder dan twaalf maanden geleden

    Allen

    2

    Twaalf maanden of langer geleden

    3

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    AM3

    Aantal keren dat een huisarts is geraadpleegd in de voorafgaande vier weken (voor persoonlijke behandeling)

    laatste vier weken

    0 -99

    Aantal

    indien AM2 = 1

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    AM4

    Laatste keer dat een medisch of chirurgisch specialist is geraadpleegd (voor persoonlijke behandeling)

    laatste twaalf maanden

    1

    Minder dan twaalf maanden geleden

    Allen

    2

    Twaalf maanden of langer geleden

    3

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    AM5

    Aantal keren dat een medisch of chirurgisch specialist is geraadpleegd in de voorafgaande vier weken (voor persoonlijke behandeling)

    laatste vier weken

    0 -99

    Aantal

    indien AM4 = 1

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    AM6A

    Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een fysiotherapeut of kinesitherapeut geraadpleegd

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    AM6B

    Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een psycholoog, psychotherapeut of psychiater geraadpleegd

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    LT1

    Heeft regelmatig (ten minste eenmaal per week) informele zorg of bijstand ontvangen als gevolg van een chronische aandoening, beperking of ouderdom

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja, voornamelijk van een familielid

    Allen

    2

    Ja, voornamelijk van een niet-familielid

    3

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    LT2

    Heeft regelmatig (ten minste eenmaal per week) thuiszorg ontvangen als gevolg van een chronische aandoening, handicap of ouderdom

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    LT3

    Aantal uren per week dat regelmatig (formele) thuiszorg wordt ontvangen voor persoonlijke behoeften

    laatste twee weken

    1

    Minder dan 5 uur per week

    indien LT2 = 1

    2

    5 tot 10 uur per week

    3

    10 tot 20 uur per week

    4

    20 tot 30 uur per week

    5

    30 tot 40 uur per week

    6

    40 uur of meer per week

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    Gedetailleerd onderwerp: GENEESMIDDELENGEBRUIK

    MD1

    Gebruik van door een arts voorgeschreven geneesmiddelen in de voorafgaande twee weken (uitgezonderd anticonceptie)

    laatste twee weken

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    MD2

    Gebruik van niet door een arts voorgeschreven geneesmiddelen, kruidengeneesmiddelen of vitaminen in de voorafgaande twee weken (uitgezonderd anticonceptie)

    laatste twee weken

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: PREVENTIEVE ZORG

    PA1

    Laatste keer dat de respondent is ingeënt tegen griep

    laatste twaalf maanden

    JJJJ-MM

    Maand en jaar van inenting

    Allen

    1

    Te lang geleden (vóór het voorafgaande kalenderjaar)

    2

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PA2

    Laatste keer dat de bloeddruk is gemeten door een gezondheidswerker

    laatste 5 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    Allen

    2

    1 tot minder dan 3 jaar

    3

    3 tot minder dan 5 jaar

    4

    5 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PA3

    Laatste keer dat het cholesterolgehalte van het bloed is gemeten door een gezondheidswerker

    laatste 5 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    Allen

    2

    1 tot minder dan 3 jaar

    3

    3 tot minder dan 5 jaar

    4

    5 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PA4

    Laatste keer dat de suikerspiegel van het bloed is gemeten door een gezondheidswerker

    laatste 5 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    Allen

    2

    1 tot minder dan 3 jaar

    3

    3 tot minder dan 5 jaar

    4

    5 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PA5

    Laatste keer dat een onderzoek op occult bloed in ontlasting is uitgevoerd

    laatste 3 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    Allen

    2

    1 tot minder dan 2 jaar

    3

    2 tot minder dan 3 jaar

    4

    3 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PA6

    Laatste keer dat een coloscopie is uitgevoerd

    laatste 10 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    Allen

    2

    1 tot minder dan 5 jaar

    3

    5 tot minder dan 10 jaar

    4

    10 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PA7

    Laatste keer dat een mammografie (röntgenfoto van de borst) is gemaakt

    laatste 3 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    indien SEKS = 2

    2

    1 tot minder dan 2 jaar

    3

    2 tot minder dan 3 jaar

    4

    3 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    PA8

    Laatste keer dat een baarmoederhalsuitstrijkje is onderzocht

    laatste 3 jaar

    1

    In de voorafgaande twaalf maanden

    indien SEKS = 2

    2

    1 tot minder dan 2 jaar

    3

    2 tot minder dan 3 jaar

    4

    3 jaar of meer

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: TOEGANG TOT GEZONDHEIDSZORG

    UN1A

    Behoefte aan gezondheidszorg in de voorafgaande twaalf maanden waarin als gevolg van lange wachtlijst(en) niet is voorzien

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    3

    Geen behoefte aan gezondheidszorg

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    UN2A

    Onvervulde behoefte aan geestelijke gezondheidszorg

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja, er was minstens één geval waarin de respondent behoefte had aan geestelijke gezondheidszorg maar deze niet kreeg

    Allen

    2

    Nee, er was geen geval waarin de persoon behoefte had aan geestelijke gezondheidszorg maar deze niet kreeg

    3

    Geen behoefte aan geestelijke gezondheidszorg

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    UN2B

    Belangrijkste reden waarom niet in behoefte aan geestelijke gezondheidszorg is voorzien

    laatste twaalf maanden

    1

    Kon het zich niet veroorloven (te duur)

    indien UN2A = 1

    2

    Wachtlijst (lange wachttijden)

    3

    Had geen tijd wegens werk, de zorg voor kinderen of andere personen

    4

    Te ver/geen vervoer beschikbaar

    5

    Twijfels over vertrouwelijkheid en vertrouwen

    6

    Vreesde negatieve reacties of opmerkingen van familie, vrienden of collega’s

    7

    Angst voor raadpleging of behandeling (bijvoorbeeld angst voor ongunstige uitslag of angst voor bijwerkingen van medicatie)

    8

    Wist niet waar hulp te zoeken

    9

    Andere redenen

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: LENGTE EN GEWICHT

    BM1

    Lengte zonder schoenen

    huidig

    50 -250

    Aantal

    Allen

    -1

    Niet vermeld

    BM2

    Gewicht zonder kleding en schoenen

    huidig

    20 -350

    Aantal

    Allen

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: FYSIEKE ACTIVITEIT

    PE1

    Fysieke inspanning van werkzaamheden (zowel betaalde als onbetaalde werkzaamheden)

    huidig

    1

    Voornamelijk zittend of staand

    Allen

    2

    Voornamelijk lopen of taken die een gemiddelde fysieke inspanning vragen

    3

    Voornamelijk zware arbeid of fysiek veeleisend werk

    4

    Voert geen werkzaamheden uit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PE2

    Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gelopen om ergens heen of vandaan te gaan

    huidig

    1 -7

    Aantal

    Allen

    0

    Respondent doet nooit aan zulke lichamelijke activiteiten

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PE3

    Tijd die op een typische dag wordt besteed aan lopen om ergens heen of vandaan te gaan

    huidig

    1

    10-29 minuten per dag

    indien PE2 ≠ 0

    2

    30-59 minuten per dag

    3

    1 tot 2 uur per dag

    4

    2 tot 3 uur per dag

    5

    3 uur of meer per dag

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    PE4

    Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gefietst om ergens heen of vandaan te gaan

    huidig

    1 -7

    Aantal

    Allen

    0

    Respondent doet nooit aan zulke lichamelijke activiteiten

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PE5

    Tijd die op een typische dag wordt besteed aan fietsen om ergens heen of vandaan te gaan

    huidig

    1

    10-29 minuten per dag

    indien PE4 ≠ 0

    2

    30-59 minuten per dag

    3

    1 tot 2 uur per dag

    4

    2 tot 3 uur per dag

    5

    3 uur of meer per dag

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    PE6

    Aantal dagen in een typische week waarin aan sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding) wordt gedaan die leiden tot ten minste een geringe versnelling van de ademhaling of hartslag gedurende een ononderbroken periode van ten minste tien minuten

    huidig

    1 -7

    Aantal

    Allen

    0

    Respondent doet nooit aan zulke lichamelijke activiteiten

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PE7

    Hoeveelheid tijd die in een typische week wordt besteed aan het beoefenen van sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding)

    huidig

    HH: MM: 00

    Aantal uren en minuten

    indien PE6 ≠ 0

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    PE8

    Aantal dagen in een typische week waarop aan spierversterkende activiteiten wordt gedaan

    huidig

    1 -7

    Aantal

    Allen

    0

    Respondent doet nooit aan zulke lichamelijke activiteiten

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    PE9

    Tijd die op een typische dag zittend wordt doorgebracht

    huidig

    HH: MM: 00

    Aantal uren en minuten

    Allen

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: VOEDINGSGEWOONTEN

    DH1

    Frequentie waarmee fruit (exclusief sap) wordt geconsumeerd

    huidig

    1

    Eén of meer keer per dag

    Allen

    2

    4 tot 6 keer per week

    3

    1 tot 3 keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    DH2

    Aantal porties fruit per dag (exclusief sap)

    huidig

    1 -99

    Aantal

    indien DH1 = 1

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    DH3

    Frequentie waarmee groente of salade (exclusief sap en aardappelen) wordt geconsumeerd

    huidig

    1

    Eén of meer keer per dag

    Allen

    2

    4 tot 6 keer per week

    3

    1 tot 3 keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    DH4

    Aantal porties groenten of salade (exclusief sap en aardappelen) per dag

    huidig

    1 -99

    Aantal

    indien DH3 = 1

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    DH5

    Frequentie waarmee puur vruchten- of groentesap wordt geconsumeerd

    huidig

    1

    Eén of meer keer per dag

    Allen

    2

    4 tot 6 keer per week

    3

    1 tot 3 keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    DH6

    Frequentie waarmee met suiker gezoete frisdranken worden geconsumeerd

    huidig

    1

    Eén of meer keer per dag

    Allen

    2

    4 tot 6 keer per week

    3

    1 tot 3 keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    DH7

    Frequentie waarmee rood vlees wordt geconsumeerd

    huidig

    1

    Eén of meer keer per dag

    Allen

    2

    4 tot 6 keer per week

    3

    1 tot 3 keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    DH8

    Frequentie waarmee verwerkte vleesproducten worden geconsumeerd

    huidig

    1

    Eén of meer keer per dag

    Allen

    2

    4 tot 6 keer per week

    3

    1 tot 3 keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: ROKEN

    SK1

    Type rookgedrag (tabak)

    huidig

    1

    Rookt dagelijks

    Allen

    2

    Rookt incidenteel

    3

    Rookt niet

    -1

    Niet vermeld

    SK2

    Gemiddeld aantal sigaretten per dag

    huidig

    0 -99

    Aantal

    indien SK1 = 1

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    SK3

    Rookte vroeger dagelijks tabak

    huidig

    1

    Ja

    indien SK1 = 2, 3 of -1

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    SK4

    Aantal jaren dat dagelijks tabak werd gerookt

    huidig

    0 -99

    Aantal

    indien SK1 = 1 of

    (SK1 = 2, 3 of -1

    en SK3 = 1)

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    SK5

    Frequentie van blootstelling aan tabaksrook binnenshuis

    huidig

    1

    Elke dag, 1 uur of meer per dag

    Allen

    2

    Elke dag, minder dan 1 uur per dag

    3

    Minstens één keer per week

    4

    Minder dan één keer per week

    5

    Nooit of vrijwel nooit

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    SK6A

    Type gebruik van verhitte tabaksproducten

    huidig

    1

    Dagelijks gebruik

    Allen

    2

    Incidenteel gebruik

    3

    Gebruikte vroeger

    4

    Nooit

    -1

    Niet vermeld

    SK6B

    Type gebruik van elektronische sigaretten of soortgelijke elektronische apparaten (“dampen”)

    huidig

    1

    Dampt dagelijks

    Allen

    2

    Dampt incidenteel

    3

    Dampte vroeger

    4

    Heeft nooit gedampt

    -1

    Niet vermeld

    Gedetailleerd onderwerp: ALCOHOLGEBRUIK

    AL1

    Frequentie waarmee in de voorafgaande twaalf maanden een alcoholische drank, ongeacht van welke soort (bier, wijn, cider, sterke drank, cocktails, mixdrankjes, likeur, zelfgestookte alcoholische drank enz.), is genuttigd

    laatste twaalf maanden

    1

    Elke dag of vrijwel elke dag

    Allen

    2

    5-zes dagen per week

    3

    3-vier dagen per week

    4

    1-twee dagen per week

    5

    2-drie dagen per maand

    6

    Eén keer per maand

    7

    Minder dan één keer per maand

    8

    Niet in de voorafgaande twaalf maanden, omdat respondent geen alcohol meer drinkt

    9

    Nooit, of slechts een paar slokjes of paar keer geproefd in mijn hele leven

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    AL2

    Frequentie waarmee een alcoholische drank is genuttigd op maandag tot en met donderdag

    huidig

    1

    Op alle vier de dagen

    indien AL1 = 1, 2, 3 of 4

    2

    Op drie van de vier dagen

    3

    Op twee van de vier dagen

    4

    Op één van de vier dagen

    5

    Op geen van de vier dagen

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    AL3

    Gemiddelde aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen van maandag tot en met donderdag

    huidig

    1

    16 of meer consumpties per dag

    indien (AL1 = 1, 2, 3 of 4) en (AL2 = 1, 2, 3 of 4)

    2

    10-15 consumpties per dag

    3

    6-9 consumpties per dag

    4

    4-5 consumpties per dag

    5

    3 consumpties per dag

    6

    2 consumpties per dag

    7

    1 consumptie per dag

    8

    0 consumptie per dag

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    AL4

    Frequentie waarmee een alcoholische drank is genuttigd op vrijdag tot en met zondag

    huidig

    1

    Op alle drie de dagen

    indien AL1 = 1, 2, 3 of 4

    2

    Op twee van de drie dagen

    3

    Op één van de drie dagen

    4

    Op geen van de drie dagen

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    AL5

    Gemiddeld aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen van vrijdag tot en met zondag

    huidig

    1

    16 of meer consumpties per dag

    indien (AL1 = 1, 2, 3 of 4) en (AL4 = 1, 2, of 3)

    2

    10-15 consumpties per dag

    3

    6-9 consumpties per dag

    4

    4-5 consumpties per dag

    5

    3 consumpties per dag

    6

    2 consumpties per dag

    7

    1 consumptie per dag

    8

    0 consumptie per dag

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    AL6

    Frequentie van riskant drinkgedrag tijdens één gelegenheid (overeenkomend met 60 g pure ethanol of meer) in de voorafgaande twaalf maanden

    laatste twaalf maanden

    1

    Elke dag of vrijwel elke dag

    indien AL1 = 1, 2, 3,

    4, 5, 6 of 7

    2

    5-zes dagen per week

    3

    3-vier dagen per week

    4

    1-twee dagen per week

    5

    2-drie dagen per maand

    6

    Eén keer per maand

    7

    Minder dan één keer per maand

    8

    Niet in de voorafgaande twaalf maanden

    9

    Nooit in mijn hele leven

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: SOCIALE EN OMGEVINGSFACTOREN

    SS1

    Aantal naasten op wie men kan rekenen in geval van ernstige persoonlijke problemen

    huidig

    1

    Geen

    Allen

    2

    1 of 2

    3

    3, 4 of 5

    4

    6 of meer

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    SS2

    Mate van betrokkenheid die andere mensen tonen bij dat wat respondent doet

    huidig

    1

    Veel betrokkenheid en belangstelling

    Allen

    2

    Enige betrokkenheid en belangstelling

    3

    Onduidelijk

    4

    Weinig betrokkenheid en belangstelling

    5

    Geen betrokkenheid en belangstelling

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    SS3

    Hoe gemakkelijk is het om praktische hulp van buren te krijgen, wanneer dit nodig is

    huidig

    1

    Zeer gemakkelijk

    Allen

    2

    Gemakkelijk

    3

    Mogelijk

    4

    Moeilijk

    5

    Heel moeilijk

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    IC12

    Respondent verleent minstens één keer per week zorg of hulp aan een of meer personen met een chronische gezondheidsaandoening, een handicap of ouderdomskwaal

    huidig

    1

    Ja, aan familielid of -leden van respondent

    Allen

    2

    Ja, aan persoon/personen die geen familielid van respondent is/zijn

    3

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    IC3

    Aantal uren per week dat de respondent zorg of hulp verleent aan de persoon/personen met een chronische aandoening, een handicap of ouderdomskwaal

    huidig

    1

    Minder dan 5 uur per week

    indien IC12 = 1 of 2

    2

    5 tot 10 uur per week

    3

    10 tot 20 uur per week

    4

    20 tot 30 uur per week

    5

    30 tot 40 uur per week

    6

    40 uur of meer per week

    -1

    Niet vermeld

    -2

    Niet van toepassing

    -3

    Door een vervanger

    Gedetailleerd onderwerp: ZELFDODING (FACULTATIEF)

    SU1

    Heeft zelfdoding overwogen

    laatste twaalf maanden

    1

    Ja

    Allen

    2

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger

    SU2

    Heeft ooit een poging tot zelfdoding gedaan

    gedurende de levensloop

    1

    Ja, in de afgelopen twaalf maanden

    Allen

    2

    Ja, maar niet in de voorafgaande twaalf maanden

    3

    Nee

    -1

    Niet vermeld

    -3

    Door een vervanger


    BIJLAGE III

    NATIONALE GRONDGEBIEDEN DIE ZIJN UITGESLOTEN VAN DE STEEKPROEF

    Land

    Nationaal grondgebied

    Frankrijk

    Franse overzeese departementen en grondgebieden

    Cyprus

    Het niet door de regering bestuurde gebied

    Nederland

    Caribische eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba)

    Ierland

    Alle eilanden voor de kust, met uitzondering van Achill, Bull, Cruit, Gorumna, Inishnee, Lettermore, Lettermullan en Valentia


    BIJLAGE IV

    VARIABELEN WAARVOOR EUROSTAT GEEN ANTWOORDEN DOOR EEN VERVANGER MAG GEBRUIKEN VOOR DE BEREKENING VAN INDICATOREN

    HS1

    Eigen perceptie van de algemene gezondheid

    CD2

    Eigen perceptie van algemene orale gezondheid

    PN1

    Intensiteit van lichamelijke pijn gedurende de voorafgaande vier weken

    PN2

    Mate waarin pijn normaal werk in de voorafgaande vier weken heeft belemmerd (zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk)

    MH1A

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken weinig belangstelling voor of plezier in activiteiten heeft gehad

    MH1B

    Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken somber, neerslachtig of wanhopig heeft gevoeld

    MH1C

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om in te slapen of door te slapen of te veel heeft geslapen

    MH1D

    Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken moe heeft gevoeld of weinig energie heeft gehad

    MH1E

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken een slechte eetlust heeft gehad of te veel heeft gegeten

    MH1F

    Mate waarin de respondent gedurende de laatste twee weken een negatief gevoel over zichzelf heeft gehad, of het gevoel heeft gehad een mislukking te zijn of zichzelf of zijn familie te hebben teleurgesteld

    MH1G

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om zich te concentreren op dingen zoals de krant lezen of televisiekijken

    MH1H

    Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken zo langzaam heeft bewogen of gesproken dat dit anderen kan zijn opgevallen; of zo zenuwachtig of rusteloos is geweest dat respondent veel meer in beweging is geweest dan gebruikelijk

    MH2A

    Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken vrolijk en in goede stemming

    MH2B

    Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken kalm en ontspannen

    MH2C

    Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken actief en energiek

    MH2D

    Respondent werd in de voorafgaande twee weken fris en uitgerust wakker

    MH2E

    Respondent had in de voorafgaande twee weken het gevoel dat het dagelijks leven vol interessante dingen was

    PA1

    Laatste keer dat de respondent is ingeënt tegen griep

    PA2

    Laatste keer dat de bloeddruk is gemeten door een gezondheidswerker

    PA3

    Laatste keer dat het cholesterolgehalte van het bloed is gemeten door een gezondheidswerker

    PA4

    Laatste keer dat de suikerspiegel van het bloed is gemeten door een gezondheidswerker

    PA5

    Laatste keer dat een onderzoek op occult bloed in ontlasting is uitgevoerd

    PA6

    Laatste keer dat een coloscopie is uitgevoerd

    PA7

    Laatste keer dat een mammografie (röntgenfoto van de borst) is gemaakt

    PA8

    Laatste keer dat een baarmoederhalsuitstrijkje is onderzocht

    UN1A

    Behoefte aan gezondheidszorg in de voorafgaande twaalf maanden waarin als gevolg van lange wachtlijst(en) niet is voorzien

    UN2A

    Onvervulde behoefte aan geestelijke gezondheidszorg

    UN2B

    Belangrijkste reden waarom niet in behoefte aan geestelijke gezondheidszorg is voorzien

    PE1

    Fysieke inspanning van werkzaamheden (zowel betaalde als onbetaalde werkzaamheden)

    PE2

    Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gelopen om ergens heen of vandaan te gaan

    PE3

    Tijd die op een typische dag wordt besteed aan lopen om ergens heen of vandaan te gaan

    PE4

    Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gefietst om ergens heen of vandaan te gaan

    PE5

    Tijd die op een typische dag wordt besteed aan fietsen om ergens heen of vandaan te gaan

    PE6

    Aantal dagen in een typische week waarin aan sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding) wordt gedaan die leiden tot ten minste een geringe versnelling van de ademhaling of hartslag gedurende een ononderbroken periode van ten minste tien minuten

    PE7

    Hoeveelheid tijd die in een typische week wordt besteed aan het beoefenen van sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding)

    PE8

    Aantal dagen in een typische week waarop aan spierversterkende activiteiten wordt gedaan

    PE9

    Tijd die op een typische dag zittend wordt doorgebracht

    DH1

    Frequentie waarmee fruit (exclusief sap) wordt geconsumeerd

    DH2

    Aantal porties fruit per dag (exclusief sap)

    DH3

    Frequentie waarmee groente of salade (exclusief sap en aardappelen) wordt geconsumeerd

    DH4

    Aantal porties groenten of salade (exclusief sap en aardappelen) per dag

    DH5

    Frequentie waarmee puur vruchten- of groentesap wordt geconsumeerd

    DH6

    Frequentie waarmee met suiker gezoete frisdranken worden geconsumeerd

    DH7

    Frequentie waarmee rood vlees wordt geconsumeerd

    DH8

    Frequentie waarmee verwerkte vleesproducten worden geconsumeerd

    SK5

    Frequentie van blootstelling aan tabaksrook binnenshuis

    AL1

    Frequentie waarmee in de voorafgaande twaalf maanden een alcoholische drank, ongeacht van welke soort (bier, wijn, cider, sterke drank, cocktails, mixdrankjes, likeur, zelfgestookte alcoholische drank enz.), is genuttigd

    AL2

    Frequentie waarmee een alcoholische drank is genuttigd op maandag tot en met donderdag

    AL3

    Gemiddelde aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen van maandag tot en met donderdag

    AL4

    Frequentie waarmee een alcoholische drank is genuttigd op vrijdag tot en met zondag

    AL5

    Gemiddeld aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen van vrijdag tot en met zondag

    AL6

    Frequentie van riskant drinkgedrag tijdens één gelegenheid (overeenkomend met 60 g pure ethanol of meer) in de voorafgaande twaalf maanden

    SS1

    Aantal naasten op wie men kan rekenen in geval van ernstige persoonlijke problemen

    SS2

    Mate van betrokkenheid die andere mensen tonen bij dat wat respondent doet

    SS3

    Hoe gemakkelijk is het om praktische hulp van buren te krijgen, wanneer dit nodig is

    IC12

    Overheersende relatie van de persoon/personen die aan een chronische aandoening, een gebrek of ouderdomskwaal lijdt/lijden en aan wie ten minste één keer per week door de respondent zorg of hulp wordt verleend

    IC3

    Aantal uren per week dat de respondent zorg of hulp verleent aan de persoon/personen met een chronische aandoening, een handicap of ouderdomskwaal


    BIJLAGE V

    BELANGRIJKSTE VARIABELEN WAARVOOR STATISTISCHE TOEREKENINGSMETHODEN MOETEN WORDEN TOEGEPAST WANNEER DE NON-RESPONS MEER DAN 5 % BEDRAAGT

    MAINSTAT

    Status hoofdactiviteit (eigen verklaring)

    HATLEVEL

    Bereikt opleidingsniveau (hoogste met succes voltooid onderwijsniveau)

    HHINCOME

    Huidig nettomaandinkomen van het huishouden

    HS3

    Beperking van de activiteiten wegens gezondheidsproblemen


    BIJLAGE VI

    NADER BEPAALDE REGELINGEN EN INHOUD VAN DE KWALITEITSVERSLAGEN

    ACTUALISERING METAGEGEVENS

    Datum waarop het metagegevenselement in de databank is ingevoerd of gewijzigd.

    STATISTISCHE PRESENTATIE

    1)   Beschrijving van de gegevens

    Titel van de enquête op nationaal niveau, jaar van de enquête, link naar de enquêtewebsite.

    2)   Classificatiesystemen

    De versie van de in de gegevens gebruikte classificatie en eventuele afwijkingen van de Europese statistische normen of internationale normen.

    3)   Statistische begrippen en definities

    Lijst van begrippen en variabelen, inclusief antwoordcategorieën, die afwijken van de standaarddefinities, met vermelding van de gebruikte nationale begrippen en alle verschillen tussen de nationale begrippen en de respectieve standaarddefinities.

    MEETEENHEID

    De eenheid waarin de gegevenswaarden worden gemeten.

    REFERENTIEPERIODE

    De periode waarop de gemeten waarneming betrekking heeft.

    INSTITUTIONEEL MANDAAT

    Wet, reeks regels of andere formele reeks instructies die een organisatie de verantwoordelijkheid en bevoegdheid geeft voor het verzamelen, verwerken en verspreiden van statistieken.

    BEKENDMAKINGSBELEID

    Voorschriften voor de verspreiding van statistische gegevens onder alle belanghebbenden.

    VERSPREIDINGSFREQUENTIE

    Het tijdsinterval waarmee de statistieken in een bepaalde periode worden verspreid.

    STATISTISCHE VERWERKING

    1)   Brongegevens

    Beschrijving van de gegevensbron die wordt gebruikt voor de opbouw van het steekproefkader (bv. bevolkingsregister, woningregister, volkstelling, een andere enquête), actualiseringsfrequentie en jaar van de laatste actualisering van de gegevensbron, en methode die is gebruikt om het steekproefkader te verkrijgen of te creëren. Wanneer een andere enquête als gegevensbron is gebruikt, wordt de naam van de enquête vermeld.

    Met betrekking tot het ontwerp van de steekproef:

    methoden voor het ontwerp van de steekproef (bv. enkelvoudige aselecte steekproef, systematische steekproef, gestratificeerde steekproef, clustersteekproef, getrapte steekproef, combinatie van ontwerpen). Als een lidstaat gebruikmaakt van gestratificeerde steekproeven, worden de stratificatie- en substratificatiecriteria gerapporteerd. Als een lidstaat gebruikmaakt van getrapte steekproeven, worden de verschillende trappen en de bijbehorende insluitkansen (gelijk, ongelijk, evenredig aan de omvang) beschreven. Als een lidstaat een combinatie van ontwerpen gebruikt, worden de gebruikte ontwerpen beschreven;

    steekproefomvang.

    2)   Verzameling van gegevens

    Beschrijving van de methoden die zijn gebruikt om het gesprek uit te voeren, met inbegrip van PAPI, CATI, CAPI, CASI, CAWI (1), gemengde modus en/of andere bronnen zoals registers en andere enquêtes. De variabelen die op basis van andere bronnen zijn verzameld, worden vermeld.

    3)   Samenstelling van gegevens

    Elke wegingsstap wordt afzonderlijk beschreven: ontwerpwegingen; wegingscorrecties voor non-respons, aanpassing van wegingen aan externe gegevensbronnen (zoals gebruikte kalibratietechnieken, niveau en variabelen die voor de correctie zijn gebruikt), andere wegingscorrecties, bv. trimming, top-(bottom-)coding van de wegingsverdeling om voor uitschieters te corrigeren, uiteindelijke wegingen.

    Wanneer gebruik wordt gemaakt van imputatie, worden alle geïmputeerde variabelen vermeld, wordt de gebruikte imputatieprocedure beschreven en worden de redenen voor imputatie toegelicht. Het aantal geïmputeerde waarden als percentage van het totale aantal waarnemingen wordt gerapporteerd.

    NAUWKEURIGHEID EN BETROUWBAARHEID

    1)   Steekproeffout

    Voor de indicator in de derde alinea, punt c), worden de nauwkeurigheidseisen uitgedrukt in standaardfouten.

    De landen beschrijven de methode voor het berekenen van de nauwkeurigheidsramingen.

    Voor de volgende indicatoren worden het aantal respondenten (ongewogen), het geschatte aandeel (gewogen), de standaardfouten, het 95 % -betrouwbaarheidsinterval (onder- en bovengrens) en het effect van het steekproefontwerp (indien van toepassing/beschikbaar) op nationaal niveau gerapporteerd:

    a)

    respondenten van 15 jaar en ouder in goede of zeer goede gezondheid (op basis van variabele HS1);

    b)

    respondenten van 15 jaar en ouder met langdurige ziekte of gezondheidsproblemen (op basis van variabele HS2);

    c)

    respondenten van 15 jaar en ouder die ten minste de afgelopen zes maanden wegens gezondheidsproblemen ernstig beperkt waren in activiteiten die mensen gewoonlijk doen (op basis van variabele HS3);

    d)

    respondenten van 15 jaar en ouder die in de afgelopen twaalf maanden in het ziekenhuis zijn opgenomen (op basis van variabele HO12);

    e)

    respondenten van 18 jaar en ouder die obees zijn (op basis van variabele BM1 en BM2).

    2)   Niet-steekproeffout

    a)    Meetfout

    De verschillende bronnen van in de enquête te verwachten meetfouten worden beschreven en omvatten:

    beschrijving en toetsing van de vragenlijst;

    beschrijving van de opleiding voor het afnemen van interviews, bv. aantal opleidingsdagen, toetsing van de vaardigheden voordat het veldwerk van start gaat (succespercentage e.d.);

    informatie over onderzoek ter controle van de invloed van de interviewer, zoals herhaalde interviews, gegevensverificaties of split-half-experimenten (indien beschikbaar) en resultaten van modelberekeningen (indien beschikbaar).

    b)    Fout door non-respons

    Unit-non-respons

    De lidstaten berekenen de non-responspercentages in totaal en voor elke vorm van gegevensverzameling.

    Lidstaten die in het geval van een unit-non-respons gebruikmaken van gecontroleerde substitutie, berekenen de non-responspercentages voor en na substitutie.

    Uitsplitsing van niet-respondenten naar kenmerken en redenen voor non-respons, voor zover beschikbaar.

    Beschrijving van getroffen maatregelen in verband met de correctie voor non-respons.

    Indien in geval van unit-non-respons wordt gebruikgemaakt van gecontroleerde substitutie overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, moeten de substitutiepercentages worden verstrekt, alsmede een beschrijving van de methode voor de selectie van de vervangende eenheden, de belangrijkste kenmerken van de vervangende eenheden in vergelijking met de oorspronkelijke eenheden, de verdeling van de vervangen (oorspronkelijke) eenheden naar aantal pogingen tot contact, aanvaarding interview en resultaat vragenlijst.

    Aantal met succes benaderde eenheden voor en na de substitutie.

    Aantal eenheden dat de enquête heeft beantwoord voor en na de substitutie.

    De bruto steekproefomvang, het aantal in aanmerking komende en niet in aanmerking komende eenheden en de netto steekproefomvang, met inbegrip van de vervangende eenheden (gerealiseerde steekproefomvang), moeten worden verstrekt.

    Item-non-respons

    Voor de gezondheidsvariabelen in het metagegevenssjabloon voor dit onderwerp wordt de volgende informatie verstrekt:

    het percentage personen met een geldig antwoord (exclusief ontbrekende waarden) voor elke variabele;

    het percentage personen met ontbrekende waarden (ongewogen en vóór toerekening) voor elke variabele.

    c)    Verwerkingsfout

    Er moet informatie worden verstrekt over eventuele fouten bij de verwerking en over de gevolgen daarvan voor de definitieve resultaten van de gegevensverzameling ten gevolge van de onjuiste uitvoering van correct geplande uitvoeringsmethoden. Er wordt verslag uitgebracht over de voornaamste fouten die na het verzamelen van de gegevens zijn ontdekt.

    Beschrijving van de kwaliteitscontroles, zoals controles op het invoeren van gegevens en coderingscontroles en het proces voor het bewerken van gegevens.

    De imputatieprocedures worden beschreven. Te verstrekken informatie over het imputatiepercentage, berekend als het aandeel geïmputeerde waarnemingen (voor elke variabele) ten opzichte van het totale aantal waarnemingen.

    HERZIENING VAN DE GEGEVENS

    1)   Herziening van de gegevens — Beleid

    Er wordt informatie verstrekt over beleid dat is ontwikkeld om de transparantie van de verspreide gegevens te garanderen, waarbij voorlopige gegevens worden samengesteld die later worden herzien. Er wordt verslag uitgebracht over de herziening van de gegevens.

    2)   Herziening van de gegevens — Praktijk

    Planning van herzieningen.

    Belangrijkste redenen voor herzieningen en de aard van de herzieningen, zoals nieuwe brongegevens beschikbaar en nieuwe methoden.

    Effect van herzieningen op indicatoren.


    (1)  PAPI — Traditioneel persoonlijk onderhoud met papier en potlood; CATI — telefonisch interview; CAPI — persoonlijk interview met computerondersteuning; CASI — door de respondent zelf op de computer in te vullen interview; CAWI — webinterview met computerondersteuning.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2529/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top