EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R2465

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 van de Commissie van 17 augustus 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor eieren, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie

C/2023/5509

PB L, 2023/2465, 8.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2465/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 08/11/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2465/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2023/2465

8.11.2023

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/2465 VAN DE COMMISSIE

van 17 augustus 2023

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor eieren, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 75, lid 2, artikel 79, artikel 86, punt a), en artikel 89,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In haar mededeling van 20 mei 2020 getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” (2) heeft de Commissie aangekondigd dat zij de handelsnormen zou herzien om te bevorderen dat duurzame landbouwproducten ingang vinden en voldoende beschikbaar zijn en om de rol van duurzaamheidscriteria te versterken, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke gevolgen van deze normen voor voedselverlies en -verspilling. In deze context moeten de bestaande handelsnormen voor eieren ook worden gewijzigd om rekening te houden met de technische ontwikkelingen en de vraag van de consument en met de ontwikkeling van vogelgriep als risicofactor voor producenten van eieren van hennen met vrije uitloop.

(2)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (3) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. In deel II, titel II, hoofdstuk I, Afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden voorschriften inzake handelsnormen voor eieren vastgesteld, zonder dat daarbij belangrijke wijzigingen worden doorgevoerd, en wordt de Commissie de bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen ter zake vast te stellen. Met het oog op een soepele werking van de eiermarkt binnen het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Deze verordening en Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 van de Commissie (4) moeten in de plaats komen van Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie (5), die dus moet worden ingetrokken.

(3)

Met het oog op een soepele werking van de eiermarkt moeten de handelsnormen voor eieren betrekking hebben op de indelingscriteria, de bewaring en behandeling, de vereisten inzake merking en verpakking, het gebruik van facultatieve gereserveerde vermeldingen, de tolerantieniveaus en de voorwaarden voor in- en uitvoer. Aangezien al deze aspecten nauw met elkaar verbonden zijn, moeten de voorschriften inzake handelsnormen voor eieren als een samenhangend geheel van regels worden gehandhaafd en dus in een enkele gedelegeerde handeling worden vastgelegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 852/2004 (6) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (7) zijn van toepassing op eieren. Aangezien deze van belang zijn op het gebied van handelsnormen voor eieren en met het oog op coherentie moet zo veel mogelijk worden verwezen naar die horizontale verordeningen.

(5)

Bij Richtlijn 1999/74/EG van de Raad (8) zijn beginselen vastgesteld voor het houden van kippen in verschillende houderijsystemen. Aangezien de bepalingen ervan verband houden met handelsnormen voor eieren en met het oog op coherentie moet zo veel mogelijk worden verwezen naar die richtlijn.

(6)

Voor eieren van klasse A moeten kwaliteitskenmerken worden vastgesteld om de hoge kwaliteit van rechtstreeks aan de eindverbruiker geleverde eieren te garanderen en criteria vast te stellen die door de inspectiediensten kunnen worden gecontroleerd. Die kwaliteitskenmerken moeten gebaseerd zijn op norm nr. 42 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) betreffende de handel in en de controle op de handelskwaliteit van eieren in de schaal in het internationale handelsverkeer tussen en naar lidstaten van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE).

(7)

In beginsel zouden eieren niet mogen worden gewassen of gereinigd omdat dit schade kan veroorzaken aan de schaal, die dankzij haar antimicrobiële eigenschappen een efficiënte barrière vormt tegen penetratie van bacteriën. Voorts mogen eieren van klasse A niet worden gewassen omdat tijdens of na het wassen fysieke barrières zoals de cuticula kunnen worden beschadigd. Deze beschadiging kan leiden tot bacteriële contaminatie door de schaal heen en tot vochtverlies, wat het risico voor de consument verhoogt, met name wanneer de droog- en opslagcondities niet optimaal zijn.

(8)

Sommige procedés, zoals de behandeling van eieren met ultravioletstralen, dienen evenwel niet als reinigingsprocedé te worden beschouwd. In een aantal lidstaten levert het gebruik van vooraf goedgekeurde en streng gecontroleerde systemen voor het wassen van eieren evenwel goede resultaten op. Volgens het advies van het wetenschappelijk panel voor biologische gevaren van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid inzake de microbiologische gevaren van het wassen van tafeleieren, dat op verzoek van de Commissie is uitgebracht en is goedgekeurd op 7 september 2005 (9), leveren de in bepaalde pakstations gebruikte methoden voor het wassen van eieren geen hygiëneproblemen op en mogen deze vanuit dat oogpunt verder worden toegepast mits met name een praktijkcode voor dergelijke methoden wordt opgesteld.

(9)

De eieren van klasse A moeten op basis van hun gewicht worden ingedeeld. In dit verband moet een beperkt aantal gewichtsklassen met bijbehorende duidelijke vermeldingen, alsook minimale etiketteringsvoorschriften worden vastgesteld, wat verdere vrijwillige etikettering evenwel niet uitsluit mits wordt voldaan aan de eisen van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (10).

(10)

Enkel bedrijven met bedrijfsruimten en technische installaties die overeenstemmen met de soort en de omvang van hun activiteiten, en die eieren derhalve naar behoren kunnen behandelen, mogen worden erkend als pakstations die eieren naar kwaliteit en gewicht mogen sorteren.

(11)

Om de versheid van de eieren te waarborgen, moeten maximumtermijnen worden vastgesteld voor het sorteren, het merken en het verpakken van eieren, en voor het merken van de verpakkingen.

(12)

Naast de algemene verplichting om de traceerbaarheid van levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren en alle andere stoffen die bestemd zijn om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, in alle stadia van de productie, verwerking en distributie te garanderen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (11), moet met het oog op de uitvoering van controles worden vastgesteld welke informatie moet voorkomen op transportverpakkingen met eieren en in de begeleidende documenten.

(13)

Eieren die aan een andere lidstaat worden geleverd, moeten in de productie-inrichting worden voorzien van de producentencode. Verduidelijkt moet worden dat, indien de kwaliteitsklasse niet onomstotelijk blijkt uit de producentencode alleen, met name eieren van klasse B moeten worden gemerkt met een andere vermelding.

(14)

De kenmerken van de andere mogelijke vermeldingen voor het merken van eieren van klasse B zoals bedoeld in deel VI, punt III, 1, tweede alinea, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 moeten worden vastgesteld.

(15)

Wanneer de eieren rechtstreeks voor verwerking worden geleverd aan de levensmiddelenindustrie en er voldoende garanties betreffende hun eindbestemming bestaan, mogen de lidstaten uitzonderingen op de eis inzake het merken toestaan op verzoek van de betrokken marktdeelnemer mits de eieren rechtstreeks van de productie-inrichting aan de levensmiddelenindustrie worden geleverd.

(16)

Bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 zijn algemene voorschriften voor alle op de markt gebrachte levensmiddelen vastgesteld. Er dient evenwel te worden voorzien in een aantal specifieke eisen voor het merken van verpakkingen van eieren.

(17)

De vermeldingen voor de identificatie van het houderijsysteem en de minimumeisen voor de productiesystemen voor de verschillende houderijmethoden moeten worden vastgesteld.

(18)

Voor eieren die worden verkocht met een facultatieve gereserveerde vermelding die de bijzondere versheid van het ei benadrukt, moet een maximumtermijn voor deze vermeldingen worden bepaald.

(19)

Voor eieren die worden verkocht met een vermelding waarin de bijzondere samenstelling van het voeder van de leghennen wordt aangegeven, moeten de minimumeisen voor het gebruik van die vermeldingen worden vastgelegd.

(20)

Wanneer eieren los worden verkocht, moet bepaalde informatie die normaliter op de verpakking wordt aangebracht, toegankelijk zijn voor de consument.

(21)

Naast de algemene hygiëne-eisen voor de onmiddellijke en de eindverpakking van voedingsmiddelen moeten een aantal aanvullende eisen worden vastgesteld om het risico van kwaliteitsverlies of contaminatie van eieren tijdens de opslag en het vervoer te beperken. Deze normen moeten gebaseerd zijn op VN/ECE-norm nr. 42.

(22)

Industriële eieren zijn niet geschikt voor menselijke consumptie. Derhalve dient te worden voorzien in speciale banderollen of etiketten om verpakkingen van deze eieren gemakkelijk te kunnen identificeren.

(23)

De voorschriften in derde landen kunnen verschillen van die welke in de Unie voor de afzet van eieren gelden. Om de uitvoer te vergemakkelijken, moet worden toegestaan dat verpakte eieren die voor uitvoer buiten de Unie zijn bestemd, aan deze voorschriften voldoen.

(24)

Er moeten bepalingen worden vastgelegd voor de beoordeling door de Commissie, op verzoek van derde landen, van de gelijkwaardigheid van de handelsnormen van derde landen met de wetgeving van de Unie. Er moeten voorschriften worden vastgesteld betreffende de vereisten inzake merking en verpakking voor uit derde landen ingevoerde eieren.

(25)

Bij de controle op de naleving van de handelsnormen moeten bepaalde toleranties worden toegestaan. Het is dienstig deze toleranties te differentiëren naargelang van de verschillende handelsstadia.

(26)

De levering van eieren voor detailverkoop in de Franse overzeese departementen is ten dele afhankelijk van de levering van eieren vanuit het Europese vasteland, omdat de lokale productie nog steeds niet volstaat om aan de vraag te voldoen. Gezien de duur van het vervoer en de weersomstandigheden moeten voor de bewaring van naar de Franse overzeese departementen vervoerde eieren specifieke voorzieningsregelingen worden getroffen, waaronder de mogelijkheid om de eieren gekoeld te verzenden. Deze bijzondere regelingen kunnen worden gerechtvaardigd door het gebrek aan voldoende plaatselijke capaciteit voor de productie van eieren. Deze uitzonderlijke regelingen moeten worden gehandhaafd totdat voldoende plaatselijke productiecapaciteit is opgebouwd.

(27)

Om rekening te houden met de specifieke omstandigheden voor de afzet van eieren in bepaalde afgelegen regio’s in Finland, moet de verkoop door producenten aan de detailhandel in die regio’s worden vrijgesteld van de toepassing van de eisen van de onderhavige verordening en van Verordening (EU) nr. 1308/2013,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening strekt tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 met voorschriften inzake de handelsnormen voor eieren van kippen van de soort Gallus gallus, met uitzondering van broedeieren, met name wat betreft:

(a)

de indelingscriteria,

(b)

de bewaring en behandeling,

(c)

de vereisten inzake merking en verpakking,

(d)

het gebruik van facultatieve gereserveerde vermeldingen,

(e)

de tolerantieniveaus,

(f)

de voorwaarden voor de in- en uitvoer.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van de onderhavige verordening en van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 gelden de definities van artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004 en de punten 5.2, 5.3, 5.4 en 7.3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Daarnaast wordt verstaan onder:

(a)

“verpakking”: een onmiddellijke verpakking voor eieren van klasse A of B, met uitzondering van transportverpakkingen en houders voor industriële eieren;

(b)

“verkoop van losse eieren”: andere detailverkoop van eieren aan de eindverbruiker dan die in verpakkingen;

(c)

“verzamelaar”: iedere inrichting die is geregistreerd overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 852/2004 om eieren van een producent op te halen teneinde deze te leveren aan een pakstation, aan een markt die uitsluitend verkoopt aan groothandelaren wier bedrijven als pakstation zijn erkend, of aan levensmiddelenbedrijven of niet-levensmiddelenbedrijven;

(d)

“levensmiddelenindustrie”: iedere inrichting die eiproducten voor menselijke consumptie produceert, met uitzondering van grote cateraars;

(e)

“niet-levensmiddelenindustrie”: ieder bedrijf dat eiproducten produceert die niet voor menselijke consumptie zijn bestemd;

(f)

“grote cateraar”: een instelling als bedoeld in artikel 2, lid 2, punt d), van Verordening (EU) nr. 1169/2011;

(g)

“eieren”: eieren in de schaal — met uitzondering van gebroken eieren, bebroede eieren en gekookte eieren — die zijn gelegd door kippen van de soort Gallus gallus en die geschikt zijn voor directe menselijke consumptie of voor de bereiding van eiproducten;

(h)

“gebroken eieren”: eieren waarvan zowel de schaal als de eivliezen breuken vertonen waardoor de ei-inhoud in aanraking komt met de lucht;

(i)

“bebroede eieren”: eieren vanaf het moment dat zij in de broedmachine zijn gelegd;

(j)

“industriële eieren”: eieren die niet voor menselijke consumptie zijn bestemd;

(k)

“partij”: eieren in verpakkingen of losse eieren die afkomstig zijn van éénzelfde productie-inrichting of pakstation en zich op één plaats bevinden, met éénzelfde legdatum of datum van minimale houdbaarheid of verpakkingsdatum, dezelfde houderijmethode, en in het geval van gesorteerde eieren, dezelfde kwaliteits- en gewichtsklasse;

(l)

“ompakken”: het fysiek overbrengen van eieren naar een andere verpakking of het opnieuw merken van een verpakking met eieren;

(m)

“in de handel brengen”: het in voorraad hebben van eieren met het oog op de verkoop, met inbegrip van het te koop aanbieden, opslaan, verpakken, etiketteren, leveren of enige andere vorm van overdracht, al dan niet kosteloos;

(n)

“marktdeelnemer”: een producent en iedere andere natuurlijke of rechtspersoon die betrokken is bij het in de handel brengen van eieren;

(o)

“productie-inrichting”: een overeenkomstig Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie (12) geregistreerde inrichting waar leghennen worden gehouden;

(p)

“pakstation”: een pakstation in de zin van Verordening (EG) nr. 853/2004 waaraan overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 [PLAN/2022/1876 — to be completed by OP] een vergunning is verleend en waar eieren naar kwaliteit en gewicht worden gesorteerd;

(q)

“eindverbruiker”: de laatste verbruiker van een levensmiddel die het niet als deel van de exploitatie of activiteit van een levensmiddelenbedrijf zal gebruiken;

(r)

“producentencode”: het registratienummer van de productie-inrichting overeenkomstig punt 2 van de bijlage bij Richtlijn 2002/4/EG.

Artikel 3

Kwaliteitskenmerken van eieren

1.   Eieren van klasse A moeten de volgende kwaliteitskenmerken hebben:

(a)

schaal en cuticula: normale vorm, schoon en onbeschadigd;

(b)

luchtkamer: hoogte niet meer dan 6 mm, stationair; voor eieren die met de vermelding “extra” in de handel worden gebracht, mag deze hoogte evenwel niet meer dan 4 mm bedragen;

(c)

dooier: bij schouwing slechts vaag zichtbaar, zonder duidelijke omtrek; bij draaien van het ei licht beweeglijk en vervolgens opnieuw een centrale positie innemend;

(d)

wit: helder, doorschijnend;

(e)

kiem: niet zichtbaar ontwikkeld;

(f)

vreemde stoffen: niet toegestaan;

(g)

ongewilde vreemde geur: niet toegestaan.

2.   Eieren die niet de in lid 1 vermelde kwaliteitskenmerken vertonen, worden in klasse B ingedeeld. Eieren van klasse A die niet langer deze kenmerken vertonen, worden heringedeeld in klasse B. Eieren die niet binnen tien dagen na het leggen worden gemerkt, worden in klasse B ingedeeld.

Artikel 4

Bewaring en behandeling van eieren

1.   Eieren van klasse A mogen vóór of na sortering niet worden gewassen of gereinigd, behalve in de in lid 3 genoemde gevallen.

2.   Eieren van klasse A mogen geen verduurzamingsbehandeling ondergaan en niet worden gekoeld in ruimten of inrichtingen waar de temperatuur kunstmatig lager dan 5 °C wordt gehouden. Eieren die tijdens een transport van niet meer dan 24 uur, dan wel in de ruimte waar detailverkoop geschiedt of in bijgebouwen daarvan gedurende niet meer dan 72 uur, bij een temperatuur van minder dan 5 °C zijn bewaard, worden evenwel niet als gekoelde eieren beschouwd.

3.   Lidstaten die op 1 juni 2003 pakstations toestonden eieren te wassen, kunnen dit verder toestaan mits deze pakstations opereren in overeenstemming met de nationale gidsen voor systemen voor het wassen van eieren. Gewassen eieren mogen slechts in de handel worden gebracht in lidstaten waar het wassen is toegestaan.

4.   De in lid 3 bedoelde lidstaten bevorderen de opstelling, overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 852/2004, van nationale gidsen voor systemen voor het wassen van eieren door exploitanten van levensmiddelenbedrijven.

Artikel 5

Indeling van eieren van klasse A in gewichtsklassen

1.   Eieren van klasse A worden als volgt in gewichtsklassen ingedeeld:

(a)

XL — zeer groot: gewicht ≥ 73 g;

(b)

L — groot: gewicht ≥ 63 g en < 73 g;

(c)

M — gemiddeld: gewicht ≥ 53 g en < 63 g;

(d)

S — klein: gewicht < 53 g.

2.   De gewichtsklasse wordt aangegeven met de in lid 1 vermelde letters en/of vermeldingen, eventueel aangevuld met het betrokken gewichtsinterval.

3.   Aan de buitenzijde van verpakkingen waarin eieren van klasse A zijn verpakt die niet tot dezelfde gewichtsklasse behoren, moeten in afwijking van het bepaalde in lid 1 het minimumnettogewicht in gram en de vermelding “eieren van verschillend formaat” of een gelijkwaardige vermelding voorkomen.

Artikel 6

Termijnen voor het sorteren, het merken en het verpakken van eieren en het merken van verpakkingen

1.   Eieren van klasse A worden binnen tien dagen na het leggen gesorteerd, gemerkt en verpakt.

2.   Overeenkomstig artikel 12 in de handel gebrachte eieren worden binnen vier dagen na het leggen gesorteerd, gemerkt en verpakt.

3.   De in artikel 11, lid 1, punt d), van deze verordening bedoelde datum van minimale houdbaarheid wordt bij het verpakken aangebracht overeenkomstig punt 1 van bijlage X bij Verordening (EU) nr. 1169/2011.

Artikel 7

Op transportverpakkingen aan te brengen gegevens

1.   Onverminderd het bepaalde in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 worden op elke transportverpakking met eieren, in de productie-inrichting door de producent de volgende gegevens aangebracht:

(a)

naam en adres van de producent,

(b)

producentencode,

(c)

aantal eieren en/of gewicht,

(d)

legdatum of legperiode,

(e)

de datum van verzending.

Wanneer pakstations onverpakte eieren betrekken uit eigen, op hetzelfde terrein als de pakstations gevestigde productie-eenheden, mogen de identificatiegegevens in het pakstation op de transportverpakking worden aangebracht.

2.   De in lid 1 bedoelde gegevens worden aangebracht op de transportverpakkingen en in de begeleidende documenten. Een kopie van deze documenten wordt bewaard door de marktdeelnemer aan wie de eieren worden geleverd. Het origineel van de begeleidende documenten wordt bewaard door het pakstation dat de eieren sorteert.

Wanneer door een verzamelaar ontvangen partijen worden opgesplitst voor levering aan meer dan één marktdeelnemer, mogen de begeleidende documenten worden vervangen door passende etiketten op transportrecipiënten, mits deze etiketten de in lid 1 bedoelde gegevens bevatten.

3.   De in lid 1 bedoelde gegevens op de transportverpakking mogen niet worden gewijzigd en mogen pas worden verwijderd wanneer de eieren eruit worden gehaald om te worden gesorteerd, te worden gemerkt, een onmiddellijke verpakking te krijgen of verder te worden verwerkt.

Artikel 8

Merken van eieren voor grensoverschrijdende levering

1.   Eieren die door een productie-inrichting aan een verzamelaar, een pakstation, de levensmiddelen- of niet-levensmiddelenindustrie in een andere lidstaat worden geleverd, worden gemerkt met de producentencode voordat zij de productie-inrichting verlaten.

2.   Een lidstaat op het grondgebied waarvan de productie-inrichting is gevestigd, kan een vrijstelling van de eis in lid 1 toestaan wanneer een producent een leveringscontract heeft ondertekend met een pakstation in een andere lidstaat waar een merkplicht overeenkomstig deze verordening geldt. Een dergelijke vrijstelling kan slechts worden toegestaan op verzoek van beide betrokken marktdeelnemers en na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de lidstaat waar het pakstation is gevestigd. In dergelijke gevallen moet de verzending vergezeld gaan van een kopie van het leveringscontract.

3.   De minimumlooptijd van in lid 2 bedoelde leveringscontracten bedraagt één maand.

4.   De in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 bedoelde inspectiediensten van de betrokken lidstaten en van eventuele transitlidstaten worden op de hoogte gebracht voordat een vrijstelling in de zin van lid 2 van dit artikel wordt toegestaan.

5.   Eieren van klasse B die in een andere lidstaat in de handel worden gebracht en die zijn gemerkt overeenkomstig deel VI, punt III, 1, tweede alinea, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, dragen, in voorkomend geval, een vermelding overeenkomstig artikel 9 van deze verordening zodat zij gemakkelijk kunnen worden onderscheiden van eieren van klasse A.

Artikel 9

Vermeldingen op eieren van klasse B

De in deel VI, punt III, 1, tweede alinea, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde vermelding is een cirkel met een diameter van ten minste 12 mm rond een letter “B” van ten minste 5 mm hoog, of een goed zichtbare gekleurde stip met een diameter van ten minste 5 mm.

Artikel 10

Het merken van rechtstreeks aan de levensmiddelenindustrie geleverde eieren

1.   Tenzij in de sanitaire wetgeving anders is bepaald, kunnen de lidstaten marktdeelnemers die daarom verzoeken, vrijstellen van de in deel VI, punt III, 1, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde merkplicht als de eieren van de productie-inrichting rechtstreeks aan de levensmiddelenindustrie worden geleverd. De levering valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf, die zich ertoe verbindt de eieren uitsluitend voor verwerking te gebruiken.

2.   Wanneer in de in lid 1 bedoelde gevallen de eieren van een productie-inrichting in een bepaalde lidstaat worden geleverd aan de levensmiddelenindustrie in een andere lidstaat, stelt de lidstaat waar de productie-inrichting is gevestigd, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaat vóór de eerste levering in kennis van de verlening van de vrijstelling van de merkplicht.

3.   De lidstaten kunnen eieren die uit een derde land worden ingevoerd en rechtstreeks aan de levensmiddelenindustrie worden geleverd, vrijstellen van de merkplicht op voorwaarde dat de eindbestemming waar ze zullen worden verwerkt, wordt gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat.

Artikel 11

Het merken van verpakkingen

1.   Verpakkingen met eieren van klasse A moeten aan de buitenzijde goed zichtbaar en duidelijk leesbaar de volgende vermeldingen dragen:

(a)

de codes van de pakstations waar de eieren zijn verpakt en, waar van toepassing, omgepakt;

(b)

de kwaliteitsklasse; de woorden “klasse A” of de letter “A”, al dan niet samen met de woorden “vers” of “verse eieren”;

(c)

de gewichtsklasse overeenkomstig artikel 5;

(d)

de datum van minimale houdbaarheid overeenkomstig artikel 9, lid 1, punt f), van Verordening (EU) nr. 1169/2011;

(e)

de woorden “gewassen eieren” voor overeenkomstig artikel 4 van deze verordening gewassen eieren;

(f)

als bijzonder bewaarvoorschrift overeenkomstig artikel 9, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 1169/2011, het advies aan de consument om de eieren na aankoop gekoeld te bewaren.

2.   Bovenop de eisen van lid 1 geldt voor verpakkingen met eieren van klasse A dat aan de buitenzijde goed zichtbaar en duidelijk leesbaar de houderijmethode moet zijn vermeld.

Voor de identificatie van de houderijmethode mogen alleen de volgende vermeldingen worden gebruikt:

(a)

voor de conventionele houderijmethode: de in bijlage I bij deze verordening genoemde vermeldingen;

(b)

voor de biologische productiemethode: de in artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad (13) genoemde termen.

De producentencode wordt toegelicht op de buiten- of de binnenzijde van de verpakking.

3.   Het bepaalde in lid 2 geldt onverminderd nationale technische maatregelen die verder reiken dan de in bijlage II vastgestelde minimumeisen voor de productiesystemen voor de verschillende houderijmethoden en mogelijk enkel van toepassing zijn voor producenten van de betrokken lidstaat, voor zover de betrokken maatregelen verenigbaar zijn met het recht van de Unie.

4.   Verpakkingen met eieren van klasse B dragen op de buitenzijde goed zichtbaar en duidelijk leesbaar de volgende vermeldingen:

(a)

de code van het pakstation;

(b)

de kwaliteitsklasse; de verpakkingen worden geïdentificeerd aan de hand van de woorden “klasse B” of de letter “B”;

(c)

de verpakkingsdatum.

5.   De lidstaten kunnen eisen dat de etiketten op verpakkingen van op hun grondgebied geproduceerde eieren zodanig worden aangebracht dat ze scheuren bij opening van de verpakking.

Artikel 12

Facultatieve gereserveerde vermeldingen betreffende kwaliteit

1.   De woorden “extra” en “extra vers” mogen tot en met de negende dag na het leggen worden gebruikt als aanvullende kwaliteitsvermelding op verpakkingen met eieren van klasse A.

2.   Wanneer in lid 1 bedoelde vermeldingen worden gebruikt, worden de legdatum en de termijn van negen dagen goed zichtbaar en duidelijk leesbaar op de verpakking aangebracht.

Artikel 13

Facultatieve gereserveerde vermeldingen betreffende voeder

Bij vermelding van de voederwijze van de leghennen gelden de volgende minimumeisen:

(a)

het vermelden van granen als voederbestanddeel is slechts toegestaan wanneer deze 60 gewichtspercenten van het voedermengsel uitmaken, waarvan niet meer dan 15 gewichtspercenten uit graanbijproducten mag bestaan;

(b)

onverminderd het in punt a) genoemde minimumpercentage van 60 % moet, wanneer een specifieke graansoort wordt vermeld, deze soort ten minste 30 gewichtspercenten van het voedermengsel uitmaken. Worden meerdere granen vermeld, dan moet elk van die soorten ten minste 5 % van het voedermengsel uitmaken.

Artikel 14

Bij losse verkoop te vermelden gegevens

Bij verkoop van losse eieren worden de volgende gegevens op een voor de consument goed zichtbare en duidelijk leesbare wijze aangegeven:

(a)

de kwaliteitsklasse,

(b)

de gewichtsklasse overeenkomstig artikel 5,

(c)

een vermelding van de houderijmethode zoals vastgesteld in artikel 11, lid 2,

(d)

een toelichting over de producentencode,

(e)

de datum van minimale houdbaarheid.

Artikel 15

Kwaliteit van verpakkingen

Onverminderd de in hoofdstuk X van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 vastgestelde eisen voor de onmiddellijke en de eindverpakking van levensmiddelen moeten verpakkingen schokbestendig, droog, schoon en onbeschadigd zijn en moeten zij vervaardigd zijn van zodanig materiaal dat de eieren geen vreemde geur kunnen opnemen en dat de kwaliteit ervan niet ongunstig kan worden beïnvloed.

Artikel 16

Verpakking van industriële eieren

Industriële eieren worden in de handel gebracht in houders met een rode banderol of een rood etiket.

Op deze banderollen en etiketten worden de volgende gegevens vermeld:

(a)

naam en adres van de marktdeelnemer voor wie de eieren zijn bestemd;

(b)

naam en adres van de marktdeelnemer die de eieren heeft verzonden;

(c)

de woorden “industriële eieren” in hoofdletters met een hoogte van 2 cm, en de woorden “niet geschikt voor menselijke consumptie” in letters met een hoogte van ten minste 8 mm.

Artikel 17

Ompakken

Verpakte eieren van klasse A mogen alleen door pakstations worden omgepakt. Elke verpakking mag slechts eieren van één partij bevatten.

Artikel 18

Tolerantie inzake kwaliteitsgebreken

1.   Bij controle van een partij eieren van klasse A worden de volgende toleranties toegestaan:

(a)

in het pakstation, vlak voor verzending: 5 % eieren met kwaliteitsgebreken;

(b)

in de andere handelsstadia: 7 % eieren met kwaliteitsgebreken.

2.   Voor eieren die met de vermeldingen “extra” of “extra vers” in de handel worden gebracht, wordt bij het verpakken of de invoer geen enkele tolerantie toegestaan ten aanzien van de hoogte van de luchtkamer.

3.   Wanneer de gecontroleerde partij minder dan 180 eieren bevat, worden de in de lid 1 genoemde percentages verdubbeld.

Artikel 19

Tolerantie inzake het gewicht van de eieren

1.   Behalve in het in artikel 5, lid 3, bedoelde geval is voor een partij eieren van klasse A bij controle een tolerantie toegestaan wat het stukgewicht van de eieren betreft. Een dergelijke partij mag niet meer dan 10 % eieren bevatten die behoren tot de onmiddellijk lagere of hogere gewichtsklasse dan de op de verpakking vermelde klasse, doch niet meer dan 5 % eieren die behoren tot de onmiddellijk lagere gewichtsklasse.

2.   Wanneer de gecontroleerde partij minder dan 180 eieren bevat, worden de in de lid 1 genoemde percentages verdubbeld.

Artikel 20

Tolerantie inzake het merken van de eieren

Voor eieren met onleesbare merktekens wordt bij de controle van partijen en verpakkingen een tolerantie van 20 % toegestaan.

Artikel 21

Eieren voor uitvoer naar derde landen

Verpakte eieren die voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd, kunnen in overeenstemming worden gebracht met andere dan de in deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in de onderhavige verordening vastgestelde eisen inzake kwaliteit, merking en etikettering, of met aanvullende eisen.

Artikel 22

Ingevoerde eieren

1.   De Commissie evalueert de in uitvoerende derde landen toegepaste handelsnormen voor eieren op verzoek van het betrokken land. Deze evaluatie heeft betrekking op de voorschriften voor het merken en voor de etikettering, de houderijmethoden en de controles en op de uitvoering ervan. Als de Commissie van oordeel is dat er voldoende zekerheid is over de gelijkwaardigheid van de toegepaste voorschriften met de regelgeving van de Unie, mogen de uit het betrokken land ingevoerde eieren worden gemerkt met een registratienummer dat gelijkwaardig is aan de producentencode.

2.   Iedere evaluatie van de gelijkwaardigheid van de voorschriften als bedoeld in lid 1 houdt in dat wordt nagegaan of de marktdeelnemers in het betrokken derde land de in de onderhavige verordening vervatte eisen daadwerkelijk vervullen. Zij moet regelmatig worden bijgewerkt. De Commissie publiceert het resultaat van de evaluatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.   Uit derde landen ingevoerde eieren worden in het land van oorsprong duidelijk en leesbaar gemerkt met de ISO 3166-landcode.

4.   Wanneer er niet voldoende zekerheid is over de in lid 1 bedoelde gelijkwaardigheid van de voorschriften, worden op de buitenzijde van verpakkingen met eieren die uit het betrokken derde land zijn ingevoerd, goed zichtbaar en duidelijk leesbaar de volgende gegevens aangebracht:

(a)

het land van oorsprong,

(b)

de houderijmethode (“niet conform de EU-normen”).

Artikel 23

Uitzonderingen voor de Franse overzeese departementen

1.   In afwijking van artikel 4, lid 2, mogen eieren die bestemd zijn voor detailverkoop in de Franse overzeese departementen, gekoeld naar deze departementen worden verzonden.

2.   In het in lid 1 van dit artikel bedoelde geval geldt, bovenop de in de artikelen 11 en 14 vastgestelde eisen, de verplichting om de vermelding “gekoelde eieren” en gegevens over de koeling op de buitenzijde van de verpakking aan te brengen. Het merkteken voor “gekoelde eieren” is een driehoek met gelijke zijden van ten minste 10 mm.

Artikel 24

Uitzonderingen voor bepaalde regio’s in Finland

Eieren die rechtstreeks door de producent aan de detailhandel in de in bijlage III vermelde regio’s worden verkocht, worden vrijgesteld van de eisen van deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 en van de onderhavige verordening. De houderijmethode moet evenwel naar behoren worden aangegeven overeenkomstig artikel 11, lid 2, en artikel 14, punt c), van de onderhavige verordening.

Artikel 25

Intrekking

Verordening (EG) nr. 589/2008 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en naar Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV bij de onderhavige verordening.

Artikel 26

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 17 augustus 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  COM(2020) 381 final.

(3)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 van de Commissie van 17 augustus 2023 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor eieren (PB L 2023/2466 van 8.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2466/oj).

(5)  Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren (PB L 163 van 24.6.2008, blz. 6).

(6)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(7)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(8)  Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PB L 203 van 3.8.1999, blz. 53).

(9)   EFSA Journal (2005) 269, blz. 1.

(10)  Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).

(11)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(12)  Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie van 30 januari 2002 met betrekking tot de registratie van onder Richtlijn 1999/74/EG van de Raad vallende inrichtingen waar legkippen worden gehouden (PB L 30 van 31.1.2002, blz. 44).

(13)  Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1).


BIJLAGE I

In artikel 11, lid 2, tweede alinea, punt a), bedoelde vermeldingen

Code taal

1

2

3

BG

“Яйца от кокошки — свободно отглеждане на открито”

“Яйца от кокошки — подово отглеждане”

“Уголемени клетки”

ES

“Huevos de gallinas camperas”

“Huevos de gallinas sueltas en el gallinero”

“Jaulas acondicionadas”

CZ

“Vejce nosnic ve volném výběhu”

“Vejce nosnic v halách”

“Vejce nosnic v klecích”/

“Obohacené klece”

DA

“Frilandsæg”

“Skrabeæg”

“Stimulusberigede bure”

DE

“Eier aus Freilandhaltung”

“Eier aus Bodenhaltung”

“ausgestalteter Käfig”

ET

“Vabalt peetavate kanade munad”

“Õrrekanade munad”

“Täiustatud puurid”

EL

“Αυγά ελεύθερης βοσκής”

“Αυγά αχυρώνα ή αυγά στρωμνής”

“Αναβαθμισμένοι/

Διευθετημένοι κλωβοί”

EN

“Free range eggs”

“Barn eggs”

“Enriched cages”

FR

“Œufs de poules élevées en plein air”

“Œufs de poules élevées au sol”

“Cages aménagées”

HR

“Jaja iz slobodnog uzgoja”

“Jaja iz štalskog (podnog) uzgoja”

“Obogaćeni kavezi”

GA

“Uibheacha saor-raoin”

“Uibheacha sciobóil”

“Cásanna Saibhrithe”

IT

“Uova da allevamento all'aperto”

“Uova da allevamento a terra”

“Gabbie attrezzate”

LV

“Brīvās turēšanas apstākļos dētās olas”

“Kūtī dētas olas”

“Uzlaboti būri”

LT

“Laisvai laikomų vištų kiaušiniai”

“Ant kraiko laikomų vištų kiaušiniai”

“Pagerinti narveliai”

HU

“Szabad tartásban termelt tojás”

“Alternatív tartásban termelt tojás”

“Feljavított ketrecek”

MT

“Bajd tat-tiġieg imrobbija barra”

“Bajd tat-tiġieġ imrobbija ma” l-art”

“Gaġeg arrikkiti”

NL

“Eieren van hennen met vrije uitloop”

“Scharreleieren”

“Aangepaste kooi”/

“Verrijkte kooi”

PL

“Jaja z chowu na wolnym wybiegu”

“Jaja z chowu ściółkowego”

“Klatki ulepszone”

PT

“Ovos de galinhas criadas ao ar livre”

“Ovos de galinhas criadas no solo”

“Gaiolas melhoradas”

RO

“Ouă de găini crescute în aer liber”

“Ouă de găini crescute în hale la sol”

“Cuști îmbunătățite”

SK

“Vajcia z chovu na voľnom výbehu”

“Vajcia z podstielkového chovu”

“Obohatené klietky”

SL

“Jajca iz proste reje”

“Jajca iz hlevske reje”

“Obogatene kletke”

FI

“Ulkokanojen munia”

“Lattiakanojen munia”

“Virikehäkit”

SV

“Ägg från utehöns”

“Ägg från frigående höns inomhus”

”Inredd bur”


BIJLAGE II

In artikel 11, lid 3, bedoelde minimumeisen voor de productiesystemen voor de verschillende houderijmethoden voor leghennen

1.   

“Eieren van hennen met vrije uitloop” moeten afkomstig zijn van productiesystemen die ten minste aan de voorwaarden van artikel 4 van Richtlijn 1999/74/EG voldoen.

Met name de volgende voorwaarden moeten worden vervuld:

(a)

de hennen moeten de hele dag door over vrije uitloop in de openlucht beschikken. Dit belet evenwel niet dat een producent de toegang tijdens de ochtenduren voor een bepaalde tijd kan beperken in overeenstemming met de gebruikelijke goede landbouwmethoden, inclusief goede dierhouderijmethoden. Wanneer tijdelijke beperkingen zijn opgelegd op basis van wetgeving van de Unie, mogen de eieren ondanks die beperking toch als “eieren van hennen met vrije uitloop” in de handel worden gebracht;

(b)

de voor de hennen toegankelijke uitloop in de openlucht is grotendeels begroeid en wordt niet gebruikt voor andere doeleinden, behalve als boomgaard, bosterrein en grasland voor vee. De bevoegde autoriteiten kunnen toestemming verlenen voor het gebruik van een uitloop in de openlucht voor andere doeleinden, met name de installatie van zonnepanelen, mits die in overeenstemming zijn met de in Richtlijn 1999/74/EG vastgestelde omstandigheden met betrekking tot het dierenwelzijn en geen beperking vormen op de bewegingsruimte van de hennen;

(c)

de maximale bezetting van de uitloop in de openlucht bedraagt niet meer dan 2 500 hennen per hectare terrein dat voor de hennen toegankelijk is, d.w.z. nooit meer dan één hen per 4 m2. Indien echter per hen ten minste 10 m2 beschikbaar is en een rotatiesysteem wordt toegepast, en alle dieren tijdens de gehele levensduur van het bestand in gelijke mate toegang hebben tot de gehele uitloopruimte, mag de bezetting per uitloopruimte op geen enkel moment meer dan één hen per 2,5 m2 bedragen;

(d)

de uitloop in de openlucht mag zich niet verder uitstrekken dan 150 m van de dichtstbijgelegen uitgang van het gebouw. De uitloop mag zich evenwel tot 350 m van de dichtstbijgelegen uitgang van het gebouw uitstrekken wanneer voldoende beschutte plaatsen als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 3, b), ii), van Richtlijn 1999/74/EG gelijkmatig over de uitloopruimte verdeeld zijn, met een minimum van vier beschutte plaatsen per hectare.

2.   

“Scharreleieren” moeten afkomstig zijn van productiesystemen die ten minste aan de voorwaarden van artikel 4 van Richtlijn 1999/74/EG voldoen.

3.   

Eieren uit “aangepaste kooien” moeten afkomstig zijn van productiesystemen die ten minste aan de voorwaarden van artikel 6 van Richtlijn 1999/74/EG voldoen.

4.   

De lidstaten mogen afwijkingen van de punten 1 en 2 van deze bijlage toestaan voor bedrijven met minder dan 350 legkippen of voor vermeerderingsbedrijven van legkippen, wat betreft de verplichtingen als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1, d), punt 1, e), punt 2, punt 3, a), i), en punt 3, b), i), van Richtlijn 1999/74/EG.


BIJLAGE III

Regio’s in Finland als bedoeld in artikel 24

Lappi

Pohjois-Pohjanmaa

Kainuu

Pohjois-Karjala

Pohjois-Savo

Ahvenanmaa


BIJLAGE IV

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 589/2008

Onderhavige verordening

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 2, lid 1

Artikel 3, lid 1

 

Artikel 2, leden 2 en 3

Artikel 4, leden 1 en 2

 

Artikel 2, lid 4

Artikel 3, lid 2

 

Artikel 3

Artikel 4, leden 3 en 4

 

Artikel 4

Artikel 5

 

Artikel 5

 

Artikel 3

Artikel 6

Artikel 6

 

Artikel 7

Artikel 7

 

Artikel 8

Artikel 8

 

Artikel 9

 

Artikel 4

Artikel 10

Artikel 9

 

Artikel 11

Artikel 10

 

Artikel 12

Artikel 11

 

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 12

 

Artikel 15

Artikel 13

 

Artikel 16

Artikel 14

 

Artikel 17

Artikel 15

 

Artikel 18

Artikel 16

 

Artikel 19

Artikel 17

 

Artikel 20

 

Artikel 5

Artikel 21

 

Artikel 6

Artikel 22

 

Artikel 7

Artikel 23

 

Artikel 8

Artikel 24

 

Artikel 9

Artikel 25

 

Artikel 10

Artikel 26

Artikel 18

 

Artikel 27

Artikel 19

 

Artikel 28

Artikel 20

 

Artikel 29

Artikel 21

 

Artikel 30

Artikel 22

 

Artikel 32

 

Artikel 11

Artikel 33

Artikel 23

 

Artikel 34

Artikel 24

 

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 12

Bijlage I

Bijlage I

 

Bijlage II

Bijlage II

 

Bijlage III

Bijlage III

 


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2465/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top