This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R1104
Commission Implementing Regulation (EU) 2023/1104 of 6 June 2023 amending Regulation (EC) No 1238/95 as regards the fees payable to the Community Plant Variety Office
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1104 van de Commissie van 6 juni 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1238/95 met betrekking tot de aan het Communautair Bureau voor plantenrassen te betalen rechten
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1104 van de Commissie van 6 juni 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1238/95 met betrekking tot de aan het Communautair Bureau voor plantenrassen te betalen rechten
C/2023/3546
PB L 147 van 7.6.2023, p. 65–67
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
7.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 147/65 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1104 VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2023
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1238/95 met betrekking tot de aan het Communautair Bureau voor plantenrassen te betalen rechten
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (1), en met name artikel 113,
Na raadpleging van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1238/95 van de Commissie (2) is de hoogte vastgesteld van het aan het Communautair Bureau voor plantenrassen (“het Bureau”) te betalen recht voor elk jaar van de duur van een communautair kwekersrecht als bedoeld in artikel 113, lid 2, punt d), van Verordening (EG) nr. 2100/94. |
(2) |
Om rekening te houden met het inflatiepotentieel voor alle begrotingslijnen en om de vrije reserve op te blijven hogen tot het minimumniveau dat nodig is om de werking van het Bureau te waarborgen, moet het jaarlijkse recht dat door de houder van een communautair kwekersrecht wordt betaald, worden verhoogd tot 380 EUR. |
(3) |
De complexiteit van beroepsprocedures is toegenomen en het huidige in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1238/95 vastgestelde beroepsrecht dekt de werkelijke kosten niet. Dat beroepsrecht moet daarom worden verhoogd tot 2 100 EUR. |
(4) |
Uit ervaring is gebleken dat er behoefte bestaat om de administratieve kosten in verband met de nietigverklaring van het communautaire kwekersrecht als bedoeld in artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2100/94, en de administratieve vergoeding voor een schriftelijk bezwaar tegen de verlening van een communautair kwekersrecht als bedoeld in artikel 59 van die verordening, te dekken. |
(5) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1238/95 is de hoogte vastgesteld van de aan het Bureau te betalen rechten voor het uitvoeren en doen uitvoeren van het technisch onderzoek van een ras waarvoor een aanvraag voor een communautair kwekersrecht is ingediend. |
(6) |
Op basis van een enquête over de kosten van de door het Bureau ingezette onderzoeksbureaus moeten de door het Bureau in rekening gebrachte rechten worden geactualiseerd, rekening houdend met het inflatiepercentage. Koolzaad moet in de groep andere landbouwsoorten en aardbeien moeten in de groep andere fruitsoorten worden opgenomen, aangezien de hoogte van de vergoedingen in die groepen geschikter is voor die soorten. Daarom moeten de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1238/95 opgenomen rechten voor alle betrokken kostengroepen worden gewijzigd. |
(7) |
Overeenkomstig artikel 83 van Verordening (EG) nr. 2100/94 heft het Bureau rechten voor de ambtsverrichtingen die het uit hoofde van deze verordening uitvoert. Daarom moeten rechten worden vastgesteld voor de nietigverklaring van het communautaire kwekersrecht en voor schriftelijke bezwaren tegen de verlening van een communautair kwekersrecht om de kosten van deze frequenter voorkomende activiteiten te dekken. |
(8) |
Verordening (EG) nr. 1238/95 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Deze verordening moet van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2023, zodat het Bureau en de belanghebbenden voldoende tijd hebben om zich aan deze wijzigingen aan te passen. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor kwekersrechten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1238/95 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 9, lid 1, wordt vervangen door: “1. Het Bureau rekent de houder van een communautair kwekersrecht (hierna “de houder” genoemd) een recht aan van 380 EUR voor elk jaar dat dit communautaire kwekersrecht (hierna “jaarlijks recht” genoemd) geldt, zoals bedoeld in artikel 113, lid 2, punt d), van de basisverordening.” |
2) |
Artikel 11, lid 1, wordt vervangen door: “1. De appellant betaalt een beroepsrecht van 2 100 EUR voor de behandeling van een beroep als bedoeld in artikel 113, lid 2, punt c), van de basisverordening.” |
3) |
Artikel 12, lid 1, wordt vervangen door: “1. De voorzitter van het Bureau bepaalt het bedrag van de volgende aangelegenheden:
|
4) |
Artikel 12, lid 2, wordt vervangen door: “2. De voorzitter van het Bureau kan besluiten om voor de in lid 1, punten a) tot en met e), genoemde diensten betaling van een voorschot te verlangen.” |
5) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1238/95 van de Commissie van 31 mei 1995 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad met betrekking tot de aan het Communautair Bureau voor plantenrassen te betalen rechten (PB L 121 van 1.6.1995, blz. 31).
BIJLAGE
“BIJLAGE I
Rechten voor technisch onderzoek als bedoeld in artikel 8
De rechten die voor het technisch onderzoek van een ras moeten worden betaald, worden overeenkomstig de tabel bepaald:
(in EUR) |
||
|
Kostengroep |
Recht |
Groep landbouwgewassen |
||
1 |
Aardappel |
2 580 |
2 |
Grassen |
3 650 |
3 |
Andere landbouwgewassen |
1 980 |
Groep vruchtgewassen |
||
4 |
Appelen |
4 130 |
5 |
Andere vruchtgewassen |
4 130 |
Groep sierplanten |
||
6 |
Sierplanten met levende referentieverzameling, in de kas getest |
2 390 |
7 |
Sierplanten met levende referentieverzameling, in de open lucht getest |
3 070 |
8 |
Sierplanten zonder levende referentieverzameling, in de kas getest |
2 760 |
9 |
Sierplanten zonder levende referentieverzameling, in de open lucht getest |
2 890 |
10 |
Sierplanten, speciale fytosanitaire voorwaarden |
3 550 |
Groep groentegewassen |
||
11 |
Groentegewassen, in de kas getest |
3 570 |
12 |
Groentegewassen, in de open lucht getest |
3 280 |