Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0130

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/130 van de Commissie van 18 januari 2023 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag

C/2023/296

PB L 17 van 19.1.2023, p. 77–83 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 23/10/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/130/oj

19.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/77


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/130 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2023

tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (1), en met name artikel 134, lid 14, en artikel 150, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2021/2115 stelt een rechtskader vast voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op basis van een prestatiegericht uitvoeringsmodel. In die verordening zijn de door het GLB te verwezenlijken specifieke doelstellingen van de Unie vastgelegd. Die verordening bevat ook een omschrijving van de interventietypes, alsmede de voor de lidstaten geldende gemeenschappelijke vereisten van de Unie, waarbij de lidstaten flexibiliteit wordt geboden om bij het opstellen van hun interventiestrategie rekening te houden met hun plaatselijke omstandigheden, behoeften en interne regelingen. Volgens die verordening moeten de lidstaten meer verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij aan de specifieke GLB-doelstellingen voldoen en de streefcijfers halen, onder meer door te zorgen voor samenhang tussen de verschillende instrumenten van het strategisch GLB-plan.

(2)

Krachtens artikel 128 van Verordening (EU) 2021/2115 moet een prestatiekader worden vastgesteld waarmee de prestaties van de strategische GLB-plannen tijdens de uitvoering ervan kunnen worden gemonitord, gerapporteerd en geëvalueerd en dat regelmatige verslaglegging over onder meer prestaties en monitoringactiviteiten omvat. Ingevolge artikel 129, punten b) en c), van die verordening heeft het prestatiekader tot doel de vooruitgang in de richting van het bereiken van de streefcijfers van de strategische GLB-plannen te monitoren en de impact, doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie en samenhang van de interventies van de strategische GLB-plannen te beoordelen.

(3)

Als essentieel element van het prestatiekader moeten de lidstaten op grond van artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 en artikel 9, lid 3, punt b), en artikel 10 van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (2) een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan indienen met kwantitatieve en kwalitatieve informatie die relevant is voor de prestaties van hun strategische GLB-plannen.

(4)

Met het oog op een doeltreffende afstemming van de inhoud van de jaarlijkse prestatieverslagen op de in artikel 129 van Verordening (EU) 2021/2115 vastgelegde doelstellingen van het prestatiekader moet de structuur ervan het mogelijk maken informatie te verstrekken die relevant is voor de prestaties met betrekking tot elk van de specifieke GLB-doelstellingen en met betrekking tot de in die verordening vastgestelde horizontale elementen die van invloed zijn op de uitvoering van het strategisch GLB-plan als geheel.

(5)

Krachtens artikel 124, lid 3, punten a) en b), en artikel 124, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 moet het monitoringcomité de vooruitgang onderzoeken die is geboekt ten aanzien van de uitvoering van het strategisch GLB-plan, en advies uitbrengen over de jaarlijkse prestatieverslagen. Het jaarlijkse prestatieverslag moet daarom alle kwalitatieve en kwantitatieve informatie bevatten, met inbegrip van de kwesties die van invloed zijn op de voortgang en de prestaties van het strategisch GLB-plan in een bepaald begrotingsjaar, zodat het monitoringcomité zijn advies over het jaarlijkse prestatieverslag kan opstellen.

(6)

Op grond van artikel 136 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de jaarlijkse prestatieverslagen ook als essentieel element dienen voor het onderzoek van de prestaties van de strategische GLB-plannen in jaarlijkse evaluatievergaderingen. De informatie in de jaarlijkse prestatieverslagen moet de basis vormen voor een tweejaarlijkse prestatie-evaluatie, als bedoeld in artikel 135 van die verordening.

(7)

Krachtens artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten de Commissie in de jaarlijkse prestatieverslagen in kennis stellen van het totale aantal hectaren waarvoor daadwerkelijk steun is betaald voor de oliehoudende zaden die onder het in artikel 11, lid 1, van die verordening bedoelde Memorandum van Overeenstemming vallen.

(8)

Krachtens artikel 137 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten die de gewasspecifieke betaling voor katoen als vastgelegd in titel III, hoofdstuk II, afdeling 3, onderafdeling 2, van die verordening verlenen, uiterlijk op 15 februari 2025 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 aan de Commissie informatie verstrekken over de uitvoering van die betaling in het voorgaande begrotingsjaar.

(9)

Krachtens artikel 138 van Verordening (EU) 2021/2115 moeten de lidstaten die de in artikel 147 van die verordening vastgestelde nationale overgangssteun toekennen, uiterlijk op 15 februari 2025 en 15 februari van elk daaropvolgend jaar tot en met 2030 aan de Commissie informatie verstrekken over de uitvoering van die steun in het voorgaande begrotingsjaar.

(10)

Derhalve moeten de lidstaten in het jaarlijkse prestatieverslag alle in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve en kwalitatieve informatie verstrekken, alsook, voor de begrotingsjaren 2024 en 2026, de in artikel 135, lid 2, van die verordening bedoelde motivering voor afwijkingen van de mijlpalen.

(11)

De lidstaten moeten daarom in het jaarlijkse prestatieverslag de in artikel 134, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve informatie verstrekken, met inbegrip van de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, alsook de sancties of andere verlagingen, en voor het Elfpo de ingetrokken of teruggevorderde middelen als bedoeld in artikel 134, lid 5, punt b), van die verordening. Dit stelt de Commissie in staat de door de lidstaten ingediende berekening te verifiëren van een reconciliatie tussen de bruto-uitgaven die relevant zijn voor de in artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde outputs, en de bedragen die zijn gedeclareerd in de jaarrekeningen, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie (3), en die de netto-uitgaven weerspiegelen. Dit is noodzakelijk met het oog op de in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2116 bedoelde beoordelingen.

(12)

Krachtens artikel 2, lid 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 van de Commissie (4) moeten de lidstaten die gebruikmaken van een van de in artikel 1, lid 1, van die uitvoeringsverordening bedoelde afwijkingen, in het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag een beoordeling opnemen van de gevolgen van de toepassing van die afwijkingen voor de mondiale voedselzekerheid, voor het behoud van het milieu en voor de bestrijding van klimaatverandering.

(13)

Daarom moeten op grond van artikel 134, lid 14, van Verordening (EU) 2021/2115 voorschriften worden vastgesteld voor de presentatie van de inhoud van de jaarlijkse prestatieverslagen en voor de toezending van die verslagen aan de Commissie.

(14)

Voor de indiening van de jaarlijkse prestatieverslagen bij de Commissie moeten de lidstaten gebruikmaken van het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie (5) bedoelde elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie “SFC2021”.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag

De lidstaten presenteren de in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Indiening van het jaarlijkse prestatieverslag

De lidstaten dienen het jaarlijkse prestatieverslag in elektronisch formaat in door middel van het in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 bedoelde elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie, “SFC2021” geheten.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, controles, zekerheden en transparantie (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 131).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 van de Commissie van 27 juli 2022 tot vaststelling van afwijkingen van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing van de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie van grond (GLMC-normen) 7 en 8 voor claimjaar 2023 (PB L 199 van 28.7.2022, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 463).


BIJLAGE

Presentatie van de inhoud van het jaarlijkse prestatieverslag als bedoeld in artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115

1.   SYNTHESE VAN DE MET BETREKKING TOT HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR GEREALISEERDE STAND VAN UITVOERING VAN HET STRATEGISCH GLB-PLAN

Deze afdeling bevat de in artikel 134, lid 7, punt a), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwalitatieve informatie.

1.1.   Samenvatting van de stand van uitvoering van het strategisch GLB-plan

Deze onderafdeling bevat een samenvatting van de voortgang van de uitvoering van het strategisch GLB-plan tijdens het voorgaande begrotingsjaar.

Deze onderafdeling kan ook een samenvatting bevatten van de belangrijkste kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en die in detail moeten worden gerapporteerd in onderafdeling 1.2, met inbegrip van de ter verhelping daarvan genomen maatregelen.

1.2.   Stand van de uitvoering van het strategisch GLB-plan per specifieke en horizontale doelstelling

Deze onderafdeling bevat voor elke specifieke en horizontale doelstelling als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115 een beschrijving van de kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar, in voorkomend geval met vermelding van achterliggende redenen en een beschrijving van de ter verhelping daarvan genomen maatregelen.

Als de bereikte waarden van de resultaatindicatoren afwijken van de bijbehorende mijlpalen kan in deze onderafdeling toelichting worden gegeven, ter aanvulling van de informatie die in het kader van onderafdeling 2.1 moet worden verstrekt.

1.3.   Horizontale aspecten van de uitvoering van het strategisch GLB-plan

Deze onderafdeling bevat een beschrijving van de vooruitgang die in het voorgaande begrotingsjaar is geboekt ten aanzien van de uitvoering van het strategisch GLB-plan, een opsomming van de kwesties die van invloed zijn geweest op de uitvoering van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en, in voorkomend geval, de maatregelen om deze te verhelpen, met betrekking tot governance, netwerken en nationale wetgevende of niet-wetgevende maatregelen die relevant zijn voor de uitvoering en prestaties van het strategisch GLB-plan.

Deze onderafdeling kan een beschrijving bevatten van de kwesties die van invloed zijn geweest op de prestaties van het strategisch GLB-plan in het voorgaande begrotingsjaar en die niet kunnen worden gerapporteerd onder de specifieke of horizontale doelstellingen in onderafdeling 1.2.

1.4.   Afwijking van de GLMC-normen in 2023

Indien de lidstaat heeft gebruikgemaakt van de afwijking waarin artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1317 voorziet, bevat deze onderafdeling een beoordeling van de gevolgen van de toepassing van die afwijking voor de mondiale voedselzekerheid, voor het behoud van het milieu en voor de bestrijding van klimaatverandering, overeenkomstig artikel 2, lid 5, van die uitvoeringsverordening.

2.   KWANTITATIEVE INFORMATIE, KWALITATIEVE INFORMATIE OVER AFWIJKINGEN VAN WAARDEN VAN RESULTAATINDICATOREN TEN OPZICHTE VAN MIJLPALEN, EN MOTIVERING VAN OVERSCHRIJDINGEN VAN GEREALISEERDE EENHEIDSBEDRAGEN TEN OPZICHTE VAN GEPLANDE EENHEIDSBEDRAGEN

Deze afdeling bevat de in artikel 134, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde kwantitatieve informatie. Zij bevat ook kwalitatieve informatie over afwijkingen van de mijlpalen, als bedoeld in artikel 134, lid 7, punt b), van die verordening.

Zij bevat de in artikel 134, lid 9, van die verordening bedoelde verplichte kwalitatieve informatie. Zij kan de in artikel 134, lid 8, van die verordening bedoelde facultatieve kwalitatieve informatie bevatten.

Bereikte resultaten en gerealiseerde outputs worden gerapporteerd overeenkomstig de berekeningsmethoden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie (1).

2.1.   Bereikte waarden van resultaatindicatoren

Deze onderafdeling bevat de in het voorgaande begrotingsjaar bereikte waarde voor elk van de in het strategisch GLB-plan vastgelegde resultaatindicatoren en de afstand tot de bijbehorende in het strategisch GLB-plan vastgelegde jaarlijkse mijlpalen, in voorkomend geval met vermelding van achterliggende redenen voor afwijkingen van de mijlpalen en een beschrijving van de genomen maatregelen, overeenkomstig artikel 134, lid 7, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115.

In het jaarlijks prestatieverslag dat uiterlijk op 15 februari 2025 moet worden ingediend, wordt in deze onderafdeling ook een motivering gegeven voor elk verschil van meer dan 35 % ten opzichte van de betrokken mijlpalen voor het begrotingsjaar 2024, als bedoeld in artikel 135, lid 2, van die verordening.

In het jaarlijks prestatieverslag dat uiterlijk op 15 februari 2027 moet worden ingediend, wordt in deze afdeling ook een motivering gegeven voor elk verschil van meer dan 25 % ten opzichte van de betrokken mijlpalen voor het begrotingsjaar 2026, als bedoeld in artikel 135, lid 2, van die verordening.

2.2.   Gerealiseerde outputs — Eenheidsbedragen — Aanvullende nationale financiering

Voor elk in het strategisch GLB-plan vermeld eenheidsbedrag bevat deze onderafdeling de gerealiseerde outputs, de overeenkomstige uitgaven en de gerealiseerde eenheidsbedragen overeenkomstig artikel 134, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115.

In deze onderafdeling kan een motivering worden gegeven voor eventuele overschrijdingen van het gerealiseerde eenheidsbedrag ten opzichte van het overeenkomstige referentie-eenheidsbedrag, als bedoeld in artikel 134, lid 8, van die verordening.

In deze onderafdeling wordt een motivering gegeven voor elke overschrijding van het gerealiseerde eenheidsbedrag ten opzichte van het in artikel 134, leden 6 en 8, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde referentie-eenheidsbedrag indien deze overschrijding hoger is dan 50 %, zoals bedoeld in artikel 134, lid 9, van die verordening.

De tweede en de derde alinea zijn niet van toepassing op outputindicatoren die volgens bijlage I bij die verordening alleen voor monitoring worden gebruikt.

2.2.1.   Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen

De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:

a)

de gerealiseerde outputs;

b)

de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:

i)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van verlagingen of plafonnering, zoals bedoeld in artikel 17 van Verordening (EU) 2021/2115;

ii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van de financiële discipline, zoals bedoeld in artikel 17 van Verordening (EU) 2021/2116;

iii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van sancties, zoals bedoeld in artikel 45, lid 1, punt b), artikel 59, lid 1, punt d), en de artikelen 85 en 89 van Verordening (EU) 2021/2116;

iv)

de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 (“netto-uitgaven”);

c)

de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen.

2.2.2.   Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies in bepaalde sectoren

De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:

a)

de gerealiseerde outputs;

b)

de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:

i)

in voorkomend geval, de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van een beperking van de financiële steun op basis van het aandeel van de waarde van de afgezette productie, als bedoeld in artikel 52, lid 2, en artikel 68, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115;

ii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van sancties, zoals bedoeld in artikel 45, lid 1, punt b), en artikel 59, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/2116;

iii)

de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 (“netto-uitgaven”);

c)

de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen.

2.2.3.   Gerealiseerde eenheidsbedragen voor interventies voor plattelandsontwikkeling

De in het kader van deze onderafdeling verstrekte informatie omvat:

a)

de gerealiseerde outputs, exclusief louter door aanvullende nationale financiering gegenereerde outputs;

b)

de overeenkomstig artikel 134, lid 5, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 berekende uitgaven (“bruto-uitgaven”) die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, met inbegrip van de volgende elementen op basis waarvan de bruto-uitgaven zijn berekend:

i)

de teruggevorderde bedragen, zoals bedoeld in artikel 57 van Verordening (EU) 2021/2116;

ii)

de bedragen die niet zijn betaald als gevolg van sancties, zoals bedoeld in artikel 45, lid 2, punt b), artikel 59, lid 1, punt d), en de artikelen 85 en 89 van Verordening (EU) 2021/2116;

iii)

de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven die relevant zijn voor de gerealiseerde outputs, zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 (“netto-uitgaven”);

iv)

de totale overheidsuitgaven, exclusief nationale financiering;

c)

de resulterende gerealiseerde eenheidsbedragen.

2.2.4.   Aanvullende nationale financiering

De gerealiseerde outputs die louter door aanvullende nationale financiering worden gegenereerd, worden gerapporteerd per interventie.

Nationale financiële steun en aanvullende nationale financiering als bedoeld in artikel 134, lid 11, en artikel 115, lid 5, punten a) en d), van Verordening (EU) 2021/2115 worden gerapporteerd per interventie.

2.3.   Gerealiseerde outputs — Geaggregeerde waarden

Deze onderafdeling bevat de geaggregeerde waarden van de outputindicatoren, gerapporteerd overeenkomstig de berekeningsmethoden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290.

2.3.1.   Geaggregeerde waarden van outputindicatoren per interventie en meeteenheid

2.3.2.   Geaggregeerde waarden van outputindicatoren per interventietype en meeteenheid

2.3.3.   Andere geaggregeerde waarden van outputindicatoren

2.4.   Aanvullende referentie-eenheidsbedragen

Voor de lidstaten die besluiten gebruik te maken van de in artikel 134, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 geboden mogelijkheid, bevat deze onderafdeling voor elke betrokken interventie de in artikel 134, lid 6, eerste alinea, punt a) of punt b), van die verordening bedoelde informatie.

2.5.   Gebruik van financieringsinstrumenten bij plattelandsontwikkelingsinterventies

Deze onderafdeling bevat aanvullende informatie over het gebruik van financieringsinstrumenten in het voorgaande begrotingsjaar overeenkomstig artikel 134, lid 10, van Verordening (EU) 2021/2115. Deze aanvullende informatie wordt gerapporteerd per interventietype.

2.6.   Informatie over oliehoudende zaden, katoen en nationale overgangssteun

Deze onderafdeling bevat de informatie over oliehoudende zaden die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115.

Deze onderafdeling bevat ook de informatie over de gewasspecifieke betaling voor katoen die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 137 van Verordening (EU) 2021/2115, behalve voor het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag.

Deze onderafdeling bevat ook de informatie over de nationale overgangssteun die moet worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 138 van Verordening (EU) 2021/2115, per interventie, behalve voor het uiterlijk op 15 februari 2024 in te dienen jaarlijkse prestatieverslag.

3.   SAMENVATTING VAN DE EVALUATIES

In het laatste jaarlijkse prestatieverslag, dat uiterlijk op 15 februari 2030 moet worden ingediend, bevat deze afdeling een samenvatting van de evaluaties die zijn uitgevoerd tijdens de implementatieperiode van het strategisch GLB-plan, overeenkomstig artikel 134, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115.

Deze wordt aangevuld met een lijst van tijdens de implementatieperiode uitgevoerde evaluaties, die voor elke evaluatie het volgende omvat:

a)

titel;

b)

datum van voltooiing;

c)

verband met een of meer specifieke of horizontale doelstellingen als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115;

d)

belangrijkste conclusies en aanbevelingen;

e)

uitleg over de follow-up van de belangrijkste aanbevelingen;

f)

link naar het evaluatieverslag.


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van regels voor de berekeningsmethoden voor de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PB L 458 van 22.12.2021, blz. 486).


Top