Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D2296

    Besluit (GBVB) 2023/2296 van de Raad van 23 oktober 2023 betreffende steun van de Unie voor activiteiten van het Wapenhandelsverdragsecretariaat ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag

    ST/12631/2023/ADD/1

    PB L, 2023/2296, 24.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2296/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2296/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2296

    24.10.2023

    BESLUIT (GBVB) 2023/2296 VAN DE RAAD

    van 23 oktober 2023

    betreffende steun van de Unie voor activiteiten van het Wapenhandelsverdragsecretariaat ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Wapenhandelsverdrag (het “WHV”) is op 2 april 2013 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) aangenomen en is op 24 december 2014 in werking getreden. Alle lidstaten van de Unie zijn partij bij het WHV (“staten die partij zijn”).

    (2)

    Met het WHV wordt beoogd de hoogst mogelijke gemeenschappelijke internationale normen vast te stellen om de legale handel in conventionele wapens te reglementeren of de reglementering ervan te verbeteren en de illegale handel in conventionele wapens te voorkomen en uit te bannen, en het oneigenlijk gebruik van die wapens te voorkomen. De belangrijkste uitdagingen zijn de daadwerkelijke uitvoering ervan door de partijen en de universalisering ervan, gelet op het feit dat de reglementering van de internationale wapenhandel per definitie een mondiale aangelegenheid is. Als bijdrage tot het aanpakken van die uitdagingen heeft de Raad Besluit 2013/768/GBVB (1) vastgesteld, en aldus het werkterrein van de Unie op het gebied van bijstand bij uitvoercontrole uitgebreid met activiteiten die specifiek verband houden met het WHV. Dat besluit werd gevolgd door Besluiten (GBVB) 2017/915 (2) en (GBVB) 2021/2309 (3) van de Raad over voorlichtingsactiviteiten van de Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het WHV.

    (3)

    In het WHV is bepaald dat een secretariaat (het “WHV-secretariaat”) wordt opgericht om de staten die partij zijn bij te staan bij de daadwerkelijke uitvoering van het WHV. Het WHV-secretariaat ontvangt de verslagen, stelt ze beschikbaar en verspreidt ze overeenkomstig het bepaalde in het WHV; het houdt de lijst van nationale contactpunten bij en stelt ze ter beschikking van de staten die partij zijn; het vergemakkelijkt de afstemming van aanbiedingen van en verzoeken om bijstand voor de uitvoering van het WHV en bevordert de internationale samenwerking, zoals gevraagd; het vergemakkelijkt het werk van de Conferentie van de staten die partij zijn, door onder meer regelingen te treffen en de nodige diensten te verlenen voor vergaderingen in het kader van het WHV; en het voert andere taken uit zoals besloten door de Conferenties van de staten die partij zijn. Het WHV-secretariaat beheert ook het vrijwillig trustfonds dat door de staten die partij zijn is opgericht krachtens artikel 16, lid 3, van het WHV om de verzoekende staten die partij zijn bij te staan wanneer zij internationale bijstand nodig hebben bij de uitvoering van het WHV, alsook het sponsoringprogramma van het WHV, dat was opgezet om de deelname van vertegenwoordigers van de staten aan de bijeenkomsten van het WHV te vergemakkelijken.

    (4)

    In de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie van 2016 en het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van 2022 heeft de Unie zich ertoe verbonden op te komen voor een op regels gebaseerde internationale orde die multilateralisme als basisbeginsel en de VN als kern heeft. De Unie staat volledig achter de uitbreiding van lidmaatschap, de universalisering, de volledige uitvoering en handhaving van multilaterale verdragen inzake ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing, waaronder het WHV. In het kader van die overkoepelende beleidsdoelstellingen past de steun voor het WHV-secretariaat goed binnen de specifieke doelstelling om het multilaterale stelsel dat ten grondslag ligt aan een verantwoorde wapenhandel te versterken.

    (5)

    Het WHV-secretariaat is goed geplaatst om contacten te onderhouden met alle multilaterale, regionale, nationale en maatschappelijke belanghebbenden die projecten uitvoeren ter ondersteuning van de universalisering en uitvoering van het WHV. De Unie verstrekt ook al heel lang bijstand bij uitvoercontroles voor goederen voor tweeërlei gebruik en ondersteunt zo de ontwikkeling van juridische kaders en institutionele capaciteiten voor de instelling en handhaving van doeltreffende uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik en op militaire goederen. Het WHV-secretariaat moet ervoor zorgen dat zijn projecten een aanvulling vormen op de bestaande programma’s van de Unie in het kader van bijstand voor uitvoercontroles van goederen voor tweeërlei gebruik en van wapens, zoals de in Besluit (GBVB) 2021/2309 bedoelde programma’s.

    (6)

    Op 16 april 2021 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2021/649 (4) betreffende steun van de Unie voor activiteiten van het WHV-secretariaat ter ondersteuning van de uitvoering van het WHV vastgesteld. Krachtens dat besluit, verleent de Unie steun voor: capaciteitsopbouw van nationale contactpunten voor het WHV; het vaststellen van een “deskundigenrooster” (“opleiden van opleiders”), zodat de capaciteit van lokale en regionale WHV-deskundigen om op lokaal en regionaal niveau advies en opleiding te verstrekken over de uitvoering van het WHV, groter wordt; en het opzetten van een databank om de behoeften en middelen voor bijstand bij de uitvoering van het WHV op elkaar af te stemmen.

    (7)

    Aangezien Besluit (GBVB) 2021/649 van de Raad op 20 oktober 2023 vervalt en aangezien de financiële situatie van het WHV moeilijk blijft omdat de bijdragen van een aantal staten die partij zijn achterwege blijven, is het belangrijk dat de steun van de Unie wordt voortgezet. Deze steun moet gericht zijn op: de opleiding van nationale en regionale deskundigen die hoogwaardige opleidingen en bijstand bij de uitvoering kunnen verlenen aan staten die partij zijn, met inbegrip van projecten in het kader van het vrijwillig trustfonds; en op een betere naleving van de rapportageverplichtingen van het WHV door de staten die partij zijn, onder meer door het tempo te verhogen waarin jaarlijkse en initiële verslagen van het WHV worden ingediend. Daarnaast zal de databank om de behoeften en middelen op elkaar af te stemmen, na de voor 2023 geplande lancering, ondersteuning van het WHV-secretariaat nodig hebben voor het onderhoud ervan,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering en universalisering van het Wapenhandelsverdrag (het “WHV”) steunt de Unie het WHV-secretariaat in zijn activiteiten die de volgende doelstellingen hebben:

    verlenen van steun aan staten die partij zijn bij het WHV (“staten die partij zijn”) om hun systemen voor de controle op wapenoverdrachten te versterken ten behoeve van de daadwerkelijke uitvoering van het WHV;

    versterken van de institutionele structuur van het WHV-secretariaat als voornaamste orgaan om de staten die partij zijn bij te staan bij de uitvoering van het WHV.

    2.   Ter verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen ondersteunt de Unie de volgende projectactiviteiten:

    a)

    opleiden van nationale en regionale WHV-deskundigen om de staten die partij zijn te ondersteunen bij de uitvoering van het WHV op nationaal niveau;

    b)

    versterken van het inzicht van de staten die partij zijn in de WHV-rapporteringsverplichtingen en van het vermogen om aan die verplichtingen te voldoen, onder meer door de ontwikkeling van vrijwillige richtsnoeren en opleidingsmateriaal, praktische workshops en de coördinatie van andere internationale bijstand;

    c)

    onderhouden van de databank voor het matchen van aanbiedingen en verzoeken om bijstand met het oog op de uitvoering van het WHV.

    In de bijlage staat een nadere omschrijving van deze projectactiviteiten.

    Artikel 2

    1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) is belast met de uitvoering van dit besluit.

    2.   De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projectactiviteiten wordt toevertrouwd aan het WHV-secretariaat.

    3.   Het WHV-secretariaat voert zijn taak uit onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. De hoge vertegenwoordiger treft daartoe de nodige regelingen met het WHV-secretariaat.

    Artikel 3

    1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projectactiviteiten bedraagt 1 298 000,00 EUR.

    2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde referentiebedrag worden gefinancierd, worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

    3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van het in lid 1 bedoelde financieel referentiebedrag. Daartoe sluit zij de nodige overeenkomst met het WHV-secretariaat. In de overeenkomst wordt bepaald dat het WHV-secretariaat de zichtbaarheid van de bijdrage van de Unie moet waarborgen, in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.

    4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde overeenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de overeenkomst.

    Artikel 4

    1.   De hoge vertegenwoordiger brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van de geregelde verslagen die worden opgesteld door het WHV-secretariaat. De verslagen vormen de grondslag voor de evaluatie door de Raad.

    2.   De Commissie geeft informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projectactiviteiten.

    Artikel 5

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Het vervalt 24 maanden na de in artikel 3, lid 3, bedoelde datum van sluiting van de overeenkomst of zes maanden na de vaststelling ervan, indien die overeenkomst niet binnen die periode is gesloten.

    Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. BORRELL FONTELLES


    (1)  Besluit 2013/768/GBVB van de Raad van 16 december 2013 betreffende EU-activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 56).

    (2)  Besluit (GBVB) 2017/915 van de Raad van 29 mei 2017 over activiteiten van de Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag (PB L 139 van 30.5.2017, blz. 38).

    (3)  Besluit (GBVB) 2021/2309 van de Raad van 22 december 2021 over voorlichtingsactiviteiten van de Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag (PB L 461 van 27.12.2021, blz. 78).

    (4)  Besluit (GBVB) 2021/649 van de Raad van 16 april 2021 betreffende steun van de Unie voor activiteiten van het WHV-secretariaat ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag (PB L 133 van 20.4.2021, blz. 59).


    BIJLAGE

    Steun van de Unie voor activiteiten van het secretariaat van het Wapenhandelsverdrag ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag

    1.   Achtergrond

    Het secretariaat van het Wapenhandelsverdrag (WHV) is opgericht krachtens artikel 18 van het WHV om de staten die partij zijn bij te staan bij de doeltreffende tenuitvoerlegging van dat verdrag. Het WHV is belast met een aantal kerntaken, waaronder het beheren van het proces voor het ontvangen en verspreiden van de op grond van artikel 13 ingediende rapporten; het bijhouden van een lijst van nationale contactpunten; het vergemakkelijken van het op elkaar afstemmen van aanbiedingen en verzoeken om bijstand bij de tenuitvoerlegging van het verdrag; en het vergemakkelijken van de werkzaamheden van de Conferentie van de staten die partij zijn. Daarnaast is het WHV-secretariaat belast met het beheer van het op grond van artikel 16, lid 3, van het Verdrag opgerichte vrijwillige trustfonds (VTF) en van het sponsoringprogramma van het WHV.

    Het WHV-secretariaat functioneert “binnen een geminimaliseerd kader”, zoals bepaald in artikel 18 van het Verdrag en binnen een beperkte begroting die is goedgekeurd door de jaarlijkse conferentie van de staten die partij zijn. Een klein percentage van de financiële bijdragen aan het VTF en het sponsoringprogramma van het WHV wordt toegewezen aan het beheer van deze programma’s door het WHV-secretariaat. Het grootste deel van de ontvangen middelen wordt echter aan de verzoekende staten toegewezen met het oog op het uitvoeren van WHV-projecten (in het geval van de VTF) en het bijwonen van vergaderingen van het WHV (in het geval van het sponsoringprogramma van het WHV). Bijgevolg is de capaciteit van het WHV-secretariaat om uitvoeringsondersteuning of bijstand te verlenen die verder gaat dan zijn in het Verdrag vastgestelde kerntaken beperkt. Door het vervullen van zijn mandaat en het ondersteunen van het WHV-proces en gezien zijn nauwe band met het Verdrag en de uitvoeringsinspanningen, bevindt het WHV-secretariaat zich niettemin in een unieke positie om te bepalen voor welke gebieden of lacunes uitvoeringsondersteuning nodig is.

    In 2021 heeft de Europese Unie bij Besluit 2021/649 van de Raad steun verleend aan het WHV-secretariaat voor de volgende gerichte projectactiviteiten met het oog op de uitvoering van het Verdrag: 1) steun voor capaciteitsopbouw van nationale contactpunten voor het WHV; 2) capaciteitsopbouw voor nationale en regionale WHV-deskundigen (opleiden van opleiders); en 3) ondersteuning van een databank voor de afstemming van behoeften en middelen. De uitvoeringsperiode van de genoemde projectactiviteiten is bij Besluit 2023/161 van de Raad verlengd tot en met 20 oktober 2023.

    Er zij op gewezen dat sommige projecten van het vrijwillig trustfonds (Voluntary Trust Fund — VTF) zijn uitgevoerd met steun van nationale organisaties en nationale of regionale consultants. Bij de meeste VTF-projecten die sinds de oprichting van het VTF zijn uitgevoerd, waren internationale deskundigen en/of een internationale organisatie (zoals een VN-entiteit) of een internationale ngo als projectuitvoeringspartner betrokken. Op permanente basis is een beroep op internationale expertise efficiënt noch duurzaam.

    Uit de ervaringen met het VTF blijkt dat sommige consultants en organisaties ontwikkelingssteun nodig hebben om hun rol bij projecten ter implementatie van het WHV ten volle te kunnen vervullen. In dit verband wil het WHV-secretariaat een bijdrage blijven leveren aan de capaciteitsopbouw van nationale en regionale deskundigen om hen in staat te stellen de nationale inspanningen ter uitvoering van het Verdrag effectief te ondersteunen.

    Transparantie in de internationale handel in conventionele wapens is een belangrijke doelstelling van het WHV. In dit verband verplicht artikel 13 van het Verdrag de staten die partij zijn een eerste rapport over de maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van het Verdrag zijn getroffen en jaarverslagen over toegestane of daadwerkelijke in- en uitvoer in te dienen. In dit verband heeft het WHV-proces een aantal instrumenten ingesteld om de staten die partij zijn te ondersteunen bij hun rapportage-inspanningen, waaronder rapportagemodellen, de FAQ-richtsnoeren over de jaarlijkse rapportageverplichting en de “ Outreachstrategie inzake rapportage ”, met een aantal aanbevelingen om de rapportage over het WHV te bevorderen.

    Uit het huidige rapportagetempo en de kwaliteit van de ingediende rapporten blijkt dat de lopende inspanningen van de betrokkenen bij het WHV en de beperkte capaciteit van het WHV-secretariaat om de naleving van de rapportage over het WHV te ondersteunen, ontoereikend zijn. Het WHV-secretariaat is ervan overtuigd dat het dankzij gerichte ondersteuning en middelen initiatieven zou kunnen nemen die een positief effect kunnen hebben op het aantal en de kwaliteit van de ingediende WHV-verslagen.

    2.   Algemene projectdoelstelling

    Bijdragen aan de internationale vrede en veiligheid door een versterkte uitvoering van het WHV middels voortdurende capaciteitsopbouw voor nationale en regionale deskundigen op het gebied van het WHV om advies en opleiding te verstrekken over de uitvoering van het WHV; de staten die partij zijn een beter inzicht verschaffen in de rapportageverplichtingen van het WHV en hun capaciteit om aan die verplichtingen te voldoen versterken; en het bijhouden van de bestaande databank voor het op elkaar afstemmen van aanbiedingen en verzoeken om bijstand met het oog op de uitvoering van het Verdrag.

    3.   Verwachte projectresultaten

    (a)

    een toename van het aantal nationale en regionale WHV-"deskundigen” die door het WHV-secretariaat zijn geautoriseerd en die hoogwaardige opleiding en uitvoeringsondersteuning op lokaal en regionaal niveau kunnen aanbieden, ook op het gebied van VTF-projecten;

    (b)

    een betere openbare lijst van consultants en deskundigen die geautoriseerd zijn door het WHV-secretariaat en die in staat zijn degelijke WHV-opleiding en bijstand bij de uitvoering van het WHV te verstrekken (lijst van deskundigen), ook op het gebied van VTF-projecten;

    (c)

    een betere kennis van de rapportageverplichtingen in het kader van het WHV en een grotere nalevingscapaciteit van de staten die partij zijn bij het WHV;

    (d)

    een verhoging van het tempo waarin eerste en jaarrapporten van het WHV worden ingediend;

    (e)

    betere richtsnoeren over de naleving van de rapportagevoorschriften en brede verspreiding van die richtsnoeren, en

    (f)

    betere informatie over de bijstandsbehoeften van de staten die partij zijn en over de beschikbare middelen om problemen bij de uitvoering van het verdrag aan te pakken.

    3.1.   Tussentijdse meetbare outputs

    (a)

    er hebben 5 regionale opleidingsworkshops plaatsgevonden;

    (b)

    er zijn 50 nationale en regionale WHV-deskundigen opgeleid om staten te ondersteunen bij de uitvoering van het WHV op nationaal niveau;

    (c)

    er zijn 5 praktijkworkshops over rapportage georganiseerd in doelregio’s of subregio’s met lage rapportagepercentages;

    (d)

    er zijn 40 aangewezen rapporterende contactpunten op het gebied van rapportage over wapenhandel opgeleid;

    (e)

    100 % onderhoud van de WHV-databank om de behoeften en middelen voor bijstand in het kader van het WHV op elkaar af te stemmen.

    4.   Verwachte outputs en activiteiten

    4.1.   lijst van deskundigen (opleiden van opleiders)

    Verdere capaciteitsopbouw voor nationale en regionale WHV-deskundigen om advies en opleiding te verstrekken over de uitvoering van het WHV op nationaal en regionaal niveau, teneinde de kwaliteit van de opleiding en uitvoeringsondersteuning te verbeteren en minder afhankelijk te worden van internationale consultants en organisaties.

    Door optimaal gebruik te maken van het opleidingsmateriaal (handboek en -gids) dat in het kader van de EU-steun 2021-2023 is ontwikkeld, worden de volgende activiteiten voorgesteld:

    (a)

    verfijnen van het programma “opleiden van opleiders” voor het opbouwen van de capaciteit van nationale en regionale consultants om kwalitatief hoogwaardige opleidingen en bijstand bij de uitvoering te verstrekken;

    (b)

    contact opnemen met consultants en deskundigen in specifieke regio’s om deel te nemen aan de workshops op maat “opleiden van opleiders”, en

    (c)

    organiseren en faciliteren van vijf (5) workshops “opleiden van de opleider” in verschillende regio’s.

    4.2.   Capaciteitsopbouw voor de rapportage over het WHV

    Beter inzicht van de staten die partij zijn in de rapportageverplichtingen van het WHV en grotere capaciteit om aan die verplichtingen te voldoen, teneinde het rapportagepercentage te verhogen en bij te dragen tot de transparantiedoelstelling van het verdrag.

    De volgende activiteiten worden voorgesteld:

    (a)

    rapportage, bundeling en verspreiding van bestaande richtsnoeren/ondersteuningstools;

    (b)

    ontwikkelen van een vrijwillige leidraad voor staten die partij zijn, met mogelijke maatregelen voor de organisatie van hun rapportagetaken in het kader van het WHV (voortbouwend de bestaande samenvatting met maatregelen op nationaal niveau om de naleving van de rapportageverplichtingen te vergemakkelijken);

    (c)

    organiseren van vijf (5) praktijkworkshops over rapportage in specifieke regio’s of subregio’s waar het rapportagepercentage laag ligt; waar mogelijk, in samenwerking met belanghebbende staten die partij zijn en relevante regionale en subregionale organisaties en het maatschappelijk middenveld;

    (d)

    ontwikkelen van opleidingsmateriaal voor regelmatige online infosessies voor aangewezen rapportagecontactpunten en belangstellende betrokkenen;

    (e)

    onderzoeken van mogelijkheden voor coördinatie en samenwerking met andere internationale verleners van bijstand en organen van soortgelijke internationale, regionale en subregionale instrumenten.

    4.3.   Ondersteuning van een databank voor het op elkaar afstemmen van behoeften en middelen

    Onderhouden van een databank om aanbiedingen van en verzoeken om bijstand op elkaar af te stemmen ter ondersteuning van de nationale inspanningen voor de uitvoering van het Verdrag.

    De volgende activiteit wordt voorgesteld:

    (a)

    Het bekendmaken, onderhouden en verbeteren van de databank om de behoeften en de middelen op elkaar af te stemmen.

    5.   Begunstigden

    nationale en regionale deskundigen en/of beroepsbeoefenaars;

    donoren en ontvangers van het VTF;

    staten die partij zijn, met name aangewezen contactpunten;

    de staten die partij zijn en de ondertekenende staten die om bijstand voor de uitvoering van het WHV verzoeken;

    donorstaten die projecten voor de uitvoering van het WHV willen ondersteunen.

    6.   Coördinatie met andere steunactiviteiten op dit terrein

    Het WHV-secretariaat is ervan op de hoogte dat andere fondsen projecten in verband met de uitvoering van het WHV financieren, zoals de Trust Facility Supporting Cooperation on Arms Regulation (UNSCAR) van de VN en, uiteraard, het ATT Outreach Project van de EU. Het WHV-secretariaat heeft nauw samengewerkt met de managers/uitvoerders van beide fondsen, waaronder BAFA en Expertise France, om dubbele financiering te voorkomen. Dit heeft geleid tot het regelmatig — en vertrouwelijk — delen van informatie over door de verschillende fondsen ontvangen aanvragen en goedgekeurde projecten.

    Met blijvende EU-steun zal het WHV-secretariaat voortbouwen op en profiteren van de met BAFA en Expertise France ontwikkelde betrekkingen om te zorgen voor complementariteit tussen het door de EU gefinancierde project van het WHV-secretariaat en de lopende werkzaamheden van het ATT Outreach Project van de EU. Het WHV-secretariaat heeft leden van de pool van deskundigen van de EU gevraagd om bij te dragen tot het valideren van het opleidingsmateriaal dat is ontwikkeld voor het onderdeel “opleiden van opleiders” van project 2 (lijst van deskundigen (opleiding van opleiders)), van het met EU steun 2021-2023 gefinancierde project. Een aantal leden van de pool van deskundigen van de EU hebben deelgenomen aan door het WHV-secretariaat georganiseerde opleidingsworkshops. Het WHV-secretariaat is van plan voort te bouwen op deze bestaande samenwerking met EU-deskundigen.

    Daarnaast zal het WHV-secretariaat de uitvoerende partners van het ATT Outreach Project van de EU om input blijven vragen bij het bepalen van de overheidsvertegenwoordigers en andere personen die moeten worden geselecteerd voor deelname aan het programma “opleiden van opleiders” van het WHV-secretariaat. Het WHV-secretariaat kan eveneens samenwerken met de uitvoerende partners en deskundigen van ATT Outreach van de EU om een selectie te maken van de behoeften van de beoogde staten die in kaart zijn gebracht bij het opstellen van de routekaart van de EU en bij andere outreachactiviteiten van de EU. Die informatie zal worden gebruikt om de databank voor het afstemmen van behoeften en middelen aan te vullen.

    Om de werkafspraken met het ATT Outreach Project van de EU verder te verbeteren, zullen wij de mogelijkheden onderzoeken om de coördinatie van onze werkplannen en tijdschema’s te verbeteren, met inbegrip van de mogelijkheid om, in voorkomend geval, gezamenlijke evenementen te organiseren.

    Kort gezegd, het WHV-secretariaat ziet veel mogelijkheden voor een permanente dialoog/partnerschap met het ATT Outreach Project van de EU om de complementariteit tussen beide projecten te waarborgen, aangezien zij beide de effectieve uitvoering van het WHV tot doel hebben.

    7.   Zichtbaarheidstoolbox

    vermelding van informatie over het door de EU gefinancierde project in de jaarverslagen van het WHV-secretariaat aan de Conferenties van de staten die partij zijn (CSP’s);

    rapportage door het WHV-secretariaat tijdens één informele voorbereidende vergadering van het WHV per CSP-cyclus over het door de EU gefinancierde project van het WHV-secretariaat;

    organisatie van een nevenevenement per CSP-cyclus ter promotie van een project van het WHV-secretariaat dat door de EU wordt gefinancierd;

    op het materiaal dat in het kader van het door de EU gefinancierde project wordt geproduceerd duidelijk vermelden dat het door de EU is gefinancierd;

    bij alle evenementen, opleidingen en workshops die in het kader van het project worden georganiseerd duidelijk vermelden dat deze door de EU zijn gefinancierd.

    8.   Effectbeoordeling

    In de afgelopen jaren van de COVID-19-pandemie heeft het WHV-secretariaat ondervonden dat pandemieën en natuurrampen negatieve gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van geplande projectactiviteiten en tijdschema’s. In dit verband is het door de EU gefinancierde project 2021-2023 met succes beheerd op basis van noodplannen die het WHV-secretariaat heeft vastgesteld en uitgevoerd in reactie op de toenmalige omstandigheden. Het WHV-secretariaat zal die recente ervaring benutten en meenemen in de planning en het beheer van het nieuwe project.

    9.   Rapportage

    De rapportageregelingen voor het project worden vastgesteld overeenkomstig het contract tussen het WHV-secretariaat en de Europese Unie.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2296/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top