EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1374

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1374 van de Commissie van 5 augustus 2022 tot verlening van een vergunning voor kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor gespeende biggen, mestvarkens en zeugen, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 333/2012 (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/5581

PB L 206 van 8.8.2022, p. 35–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/1374/oj

8.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/35


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1374 VAN DE COMMISSIE

van 5 augustus 2022

tot verlening van een vergunning voor kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor gespeende biggen, mestvarkens en zeugen, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 333/2012

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen en verlengen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 333/2012 van de Commissie (2) is voor een periode van tien jaar een vergunning verleend voor het gebruik van kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, waarbij is verzocht het toevoegingsmiddel in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” in te delen. De krachtens artikel 14, lid 2, van die verordening vereiste nadere gegevens en documenten zijn bij de aanvraag gevoegd. De aanvrager heeft de aanvraag voor alle diersoorten later ingetrokken, behalve voor gespeende biggen, mestvarkens en zeugen.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 27 januari 2022 (3) geconcludeerd dat de aanvrager gegevens heeft verstrekt waaruit blijkt dat het toevoegingsmiddel voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning. De EFSA heeft voorts geconcludeerd dat kaliumdiformiaat geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. Ook heeft zij geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel irriterend is voor de ogen, maar zij kon geen conclusie trekken over de vraag of het toevoegingsmiddel mogelijk irriterend voor de huid en inhalatie- of huidallergeen is. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van kaliumdiformiaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor het verlenen van een vergunning is voldaan. De vergunning voor het toevoegingsmiddel moet daarom worden verlengd.

(6)

Als gevolg van de verlenging van de vergunning voor kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 333/2012 worden ingetrokken.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De vergunning voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “conserveermiddelen”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 333/2012 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Overgangsmaatregelen

1.   De in de bijlage gespecificeerde stof en voormengsels die deze stof bevatten, en die vóór 28 februari 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 28 augustus 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

2.   De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde stof bevatten, en die vóór 28 augustus 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 28 augustus 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.

3.   De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde stof bevatten, en die vóór 28 augustus 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 28 augustus 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende dieren.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 333/2012 van de Commissie van 19 april 2012 tot verlening van een vergunning voor het gebruik van een preparaat van kaliumdiformiaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 492/2006 (PB L 108 van 20.4.2012, blz. 3).

(3)  EFSA Journal 2022;20(3):7167.


BIJLAGE

Identificatie-nummer van het toevoegings-middel

Toevoegings-middel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximum-leeftijd

Minimum-gehalte

Maximum-gehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunnings-periode

mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: conserveermiddelen.

1a237a

Kaliumdiformiaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Kaliumdiformiaat: 50 ± 5 %

Vloeibare vorm (50:50 verdund met water)

Karakterisering van de werkzame stof

Kaliumdiformiaat

C2H3O4K

CAS-nummer: 20642-05-1

Einecs-nummer: 243-934-6

Geproduceerd door chemische synthese

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van kaliumdiformiaat (als totaal mierenzuur) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, het voormengsel en de diervoeding:

ionenchromatografie met conductiviteitsdetectie (IC-CD) — EN 17294.

Voor de bepaling van kalium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

atoomabsorptiespectrometrie (AAS) — EN ISO 6869, of

atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) — EN 15510.

Zeugen

 

-

12 000

1.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagvoorwaarden worden aangegeven.

2.

Alleen toegestaan in rauwe vis en bijproducten van vis voor gebruik als diervoeding, met een maximumgehalte van 9 000 mg kaliumdiformiaat als werkzame stof per kg rauwe vis.

3.

Het maximumgehalte aan kaliumdiformiaat bedraagt 6 000 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % voor gespeende biggen en mestvarkens en bedraagt 12 000 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % voor zeugen, ongeacht of het op zichzelf wordt gebruikt als conserveermiddel dan wel in combinatie met andere bronnen van kaliumdiformiaat.

4.

Bij het mengen van verschillende bronnen van mierenzuur mag het toegestane maximumgehalte in volledige diervoeders van 10 000 mg/kg volledig diervoeder voor gespeende biggen, mestvarkens en zeugen niet worden overschreden.

5.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel, het voormengsel en aanverwante diervoeders voor voedselproducerende dieren moet het volgende worden vermeld:

“Het gelijktijdige gebruik van verschillende organische zuren of zouten daarvan is gecontra-indiceerd wanneer een of meer daarvan aan of nabij het maximaal toegestane gehalte worden gebruikt.”

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij het gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de ogen, de huid en de luchtwegen.

28.8.2032

Gespeende biggen

en

mestvarkens

 

-

6 000


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


Top