This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022R0826
Commission Delegated Regulation (EU) 2022/826 of 23 March 2022 correcting and amending Regulation (EU) 2019/1241 of the European Parliament and of the Council as regards exemptions from the plaice box
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/826 van de Commissie van 23 maart 2022 tot rectificatie en wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft vrijstellingen van de scholbox
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/826 van de Commissie van 23 maart 2022 tot rectificatie en wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft vrijstellingen van de scholbox
C/2022/1698
PB L 147 van 30.5.2022, p. 22–24
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
30.5.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 147/22 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/826 VAN DE COMMISSIE
van 23 maart 2022
tot rectificatie en wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft vrijstellingen van de scholbox
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (1), en met name artikel 15, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2019/1241 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen bevat een fout in deel C van bijlage V, die moet worden gerectificeerd. |
(2) |
Terwijl overweging 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1160 van de Commissie (2) in sommige taalversies expliciet verwijst naar ankerzegenvisserij, wordt in de overeenkomstige bepaling in de bijlage slechts melding gemaakt van “Deense zegens”. Aangezien artikel 6, punt 18, van Verordening (EU) 2019/1241 geen onderscheid maakt tussen Deense zegens en Schotse zegens/“flyshooters”, kan de bepaling in bijlage V in zijn huidige vorm verkeerdelijk worden opgevat alsof ze van toepassing is op zowel Deense zegens (ankerzegens of snurrevaads) als Schotse zegens. |
(3) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1160 is gebaseerd op een gezamenlijke aanbeveling die op 19 oktober 2020 is ingediend door België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden (de Scheveningengroep), die een rechtstreeks belang bij het visserijbeheer in de Noordzee hebben. In punt 3.1.2 van de gezamenlijke aanbeveling wordt een specifiek onderscheid gemaakt tussen Deense zegens, die het vistuig ophalen terwijl het vaartuig voor anker ligt (ankerzegenvisserij), en Schotse zegens, waaruit blijkt dat het de bedoeling van de lidstaten was uitsluitend om een vrijstelling voor Deense zegens (ankerzegens of snurrevaads) te verzoeken. |
(4) |
De beoordeling van het WTECV, waarin wordt geconcludeerd dat de invoering van de specifieke vrijstelling voor Deense zegens naar verwachting geen significante gevolgen zal hebben voor het beschermingsniveau in het gebied, had slechts betrekking op Deense zegens (ankerzegens of snurrevaads, vistuigcode SDN (3)), en niet op “Schotse” of flyshooter/flydragger-zegens (vistuigcode SSC (3)). |
(5) |
Bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 moet derhalve worden gerectificeerd om te verduidelijken dat de voorgestelde vrijstelling slechts geldt voor Deense zegens die het vistuig ophalen terwijl het vaartuig voor anker ligt (ankerzegens of snurrevaads (vistuigcode SDN)). |
(6) |
Aangezien de maatregelen van de onderhavige verordening rechtstreeks van invloed zijn op de planning van het visseizoen van de vaartuigen van de Unie en de daarmee samenhangende economische activiteiten, moet de onderhavige verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) 2019/1241 wordt gerectificeerd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 maart 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1160 van de Commissie van 12 mei 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sprotbox en de scholbox in de Noordzee (PB L 250 van 15.7.2021, blz. 4).
(3) Bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 64).
BIJLAGE
Deel C van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 2.2, d), wordt vervangen door:
|