This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022H0867
Commission Recommendation (EU) 2022/867 of 1 June 2022 on the release of emergency oil stocks by Member States following the invasion of Ukraine
Aanbeveling (EU) 2022/867 van de Commissie van 1 juni 2022 over het in omloop brengen van veiligheidsvoorraden olie door de lidstaten na de invasie van Oekraïne
Aanbeveling (EU) 2022/867 van de Commissie van 1 juni 2022 over het in omloop brengen van veiligheidsvoorraden olie door de lidstaten na de invasie van Oekraïne
C/2022/3476
PB L 151 van 2.6.2022, p. 72–73
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 151/72 |
AANBEVELING (EU) 2022/867 VAN DE COMMISSIE
van 1 juni 2022
over het in omloop brengen van veiligheidsvoorraden olie door de lidstaten na de invasie van Oekraïne
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2009/119/EG van de Raad (1) heeft tot doel te waarborgen dat dankzij betrouwbare en transparante mechanismen op basis van solidariteit tussen de lidstaten de oliebevoorrading in de Unie in hoge mate wordt veiliggesteld. In de richtlijn zijn met name regels en procedures vastgesteld die in noodgevallen moeten worden toegepast. Op 1 maart en 1 april 2022 heeft de raad van bestuur van het Internationaal Energieagentschap (IEA) een besluit genomen over gecoördineerde plannen om 60 respectievelijk 120 miljoen vaten olie uit de veiligheidsvoorraden in omloop te brengen (2). |
(2) |
De Commissie en de lidstaten hebben tijdens vier vergaderingen van de coördinatiegroep aardolie (op 22 en 25 februari en op 2 en 31 maart) gesproken over de mogelijkheid, verwachte voordelen en gevolgen van collectieve actie van het IEA. Bij brieven van 4 maart en 5 april 2022 aan de coördinatiegroep aardolie hebben de diensten van de Commissie de lidstaten herinnerd aan de toepasselijke bepalingen en verplichtingen uit hoofde van het Unierecht. |
(3) |
Achttien lidstaten (waaronder twee lidstaten die geen lid zijn van het IEA) hebben aan de collectieve actie van het IEA deelgenomen en vrijwillige bijdragen toegezegd voor ongeveer 40 miljoen vaten aardolie-equivalent. |
(4) |
De veiligheidsvoorraden olie die momenteel in de Unie worden aangehouden, bevinden zich op het laagste niveau sinds 2013. Overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2009/119/EG vormen deze voorraden een afspiegeling van de netto-invoer van aardolie en aardolieproducten in 2020, die ongewoon laag was door het lagere verbruik als gevolg van sanitaire maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie (lockdown en reisbeperkingen). De hoeveelheden ruwe aardolie en aardolieproducten die nodig zijn om te voldoen aan de nieuwe jaarlijkse opslagverplichting die vanaf 1 juli 2022 geldt voor een periode van twaalf maanden, zullen voor sommige lidstaten naar verwachting met 30 % toenemen. |
(5) |
In de huidige situatie van onzekerheid over de ontwikkeling van de oorlog in Oekraïne is het van het grootste belang de vraag naar ruwe aardolie en aardolieproducten zo veel mogelijk te beperken en te voorkomen dat de oliemarkt nog meer onder druk komt te staan. Daarom is het niet wenselijk dat lidstaten de veiligheidsvoorraden olie die overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2009/119/EG in omloop worden of zullen worden gebracht, op korte termijn aanvullen, tenzij er een risico bestaat voor hun paraatheid inzake voorzieningszekerheid. Het is echter voorbarig om een termijn vast te stellen voor het aanvullen van de in omloop gebrachte voorraden. |
(6) |
De lidstaten moeten vermijden als voorbereiding op de nieuwe jaarlijkse opslagverplichting vanaf juli 2022 extra ruwe aardolie en aardolieproducten aan te kopen, want daardoor zou de huidige vraag naar deze grondstoffen toenemen. Onder verwijzing naar artikel 20, lid 6, van Richtlijn 2009/119/EG zal de Commissie in het licht van de ontwikkeling van de huidige crisis nagaan binnen welke termijn de lidstaten hun voorraden moeten aanvullen om weer te voldoen aan de minimale opslagverplichting. |
(7) |
De Commissie heeft de coördinatiegroep aardolie over deze aanbeveling geraadpleegd tijdens de vergadering van 14 maart 2021, waaraan vertegenwoordigers van het secretariaat van het IEA hebben deelgenomen, |
BEVEELT AAN:
(1) |
De lidstaten brengen hun veiligheidsvoorraden olie vóór 1 november 2022 niet op het door Richtlijn 2009/119/EG voorgeschreven minimumniveau terug voor zover dit hun paraatheid inzake voorzieningszekerheid niet in gevaar brengt. |
(2) |
In overleg met de coördinatiegroep aardolie en in coördinatie met het Internationaal Energieagentschap zal de Commissie deze aanbeveling herzien om een datum vast te stellen waarop de opslagverplichting moet worden toegepast, rekening houdend met de ontwikkeling van de huidige crisis. |
Gedaan te Brussel, 1 juni 2022.
Voor de Commissie
Kadri SIMSON
Lid van de Commissie
(1) Richtlijn 2009/119/EG van de Raad van 14 september 2009 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PB L 265 van 9.10.2009, blz. 9).
(2) 277e en 279e buitengewone vergadering van de raad van bestuur.