EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1628

Besluit (EU) 2022/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 20 september 2022 tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne, tot versterking van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds met garanties van de lidstaten en met een specifieke voorziening voor bepaalde financiële verplichtingen in verband met Oekraïne die worden gegarandeerd uit hoofde van Besluit nr. 466/2014/EU en tot wijziging van Besluit (EU) 2022/1201

PE/49/2022/REV/1

PB L 245 van 22.9.2022, p. 1–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/1628/oj

22.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/1


BESLUIT (EU) 2022/1628 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 september 2022

tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne, tot versterking van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds met garanties van de lidstaten en met een specifieke voorziening voor bepaalde financiële verplichtingen in verband met Oekraïne die worden gegarandeerd uit hoofde van Besluit nr. 466/2014/EU en tot wijziging van Besluit (EU) 2022/1201

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 1 september 2017 is een associatieovereenkomst tussen de Unie en Oekraïne (2) in werking getreden, die ook een diepe en brede vrijhandelsruimte omvat.

(2)

In het voorjaar van 2014 is Oekraïne begonnen met de uitvoering van een ambitieus hervormingsprogramma waarmee wordt beoogd de economie te stabiliseren en de levensstandaard van de burgers te verhogen. Corruptiebestrijding en grondwettelijke, electorale en justitiële hervormingen behoren tot de topprioriteiten op de agenda. De uitvoering van die hervormingen werd ondersteund door meerdere programma’s voor macrofinanciële bijstand, in het kader waarvan Oekraïne in totaal 6,6 miljard EUR aan bijstand heeft ontvangen in de vorm van leningen. De macrofinanciële noodbijstand, die in het kader van oplopende spanningen aan de grens met Rusland beschikbaar werd gesteld op grond van Besluit (EU) 2022/313 van het Europees Parlement en de Raad (3), behelsde 1,2 miljard EUR aan leningen aan Oekraïne en werd uitbetaald in twee tranches van elk 600 miljoen EUR in maart en mei 2022. De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie van maximaal 1 miljard EUR op grond van Besluit (EU) 2022/1201 van het Europees Parlement en de Raad (4) zorgde voor snelle en dringende steun aan de Oekraïense begroting en werd in twee tranches volledig uitbetaald op 1 en 2 augustus 2022. Die bijstand vormde de eerste fase van de volledige door de Unie geplande buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne van maximaal 9 miljard EUR, die de Commissie in haar mededeling van 18 mei 2022, getiteld “Hulp voor en wederopbouw van Oekraïne”, had aangekondigd en die door de Europese Raad van 23-24 juni 2022 werd bekrachtigd. Dit besluit vormt de tweede fase van de uitvoering van die beoogde buitengewone macrofinanciele bijstand van de Unie. Het legt de basis voor het verstrekken van nog eens maximaal 5 miljard EUR macrofinanciële bijstand aan Oekraïne in de vorm van leningen tegen zeer gunstige voorwaarden. Dit besluit moet snel worden gevolgd door de vaststelling van een verder besluit tot uitvoering van de derde fase van de geplande volledige buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie voor nog eens maximaal 3 miljard EUR zodra het ontwerp van die steun is vastgesteld.

(3)

De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog die Rusland sinds 24 februari 2022 tegen Oekraïne voert, heeft voor Oekraïne geleid tot een verlies aan markttoegang en een drastische daling van de overheidsinkomsten, terwijl de overheidsuitgaven om de humanitaire situatie aan te pakken en de continuïteit van de overheidsdiensten te handhaven, aanzienlijk zijn gestegen. In die zeer onzekere en onstabiele situatie wijzen de beste ramingen van de financieringsbehoeften van Oekraïne door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op een buitengewoon financieringstekort van ongeveer 39 miljard USD in 2022, waarvan ongeveer de helft zou kunnen worden gedekt als de tot dusver toegezegde internationale steun volledig zou worden uitbetaald. De snelle verstrekking door de Unie van de macrofinanciële bijstand aan Oekraïne uit hoofde van dit besluit wordt, onder de huidige buitengewone omstandigheden, beschouwd als een passende kortetermijnrespons op de aanzienlijke risico’s voor de macrofinanciële stabiliteit van Oekraïne. De verdere buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie ter waarde van maximaal 5 miljard EUR uit hoofde van dit besluit moet de macrofinanciële stabilisatie van Oekraïne ondersteunen, de onmiddellijke veerkracht van het land versterken en ervoor zorgen dat zijn herstelcapaciteit gevrijwaard blijft, en moet aldus bijdragen tot de houdbaarheid van de overheidsschuld van Oekraïne en tot zijn vermogen om uiteindelijk zijn financiële verplichtingen na te komen.

(4)

De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie uit hoofde van dit besluit zal aanzienlijk bijdragen aan de voldoening van de financieringsbehoeften van Oekraïne, zoals geraamd door het IMF en andere internationale financiële instellingen, rekening houdend met het vermogen van Oekraïne om zichzelf met eigen middelen te financieren. Bij de vaststelling van het bedrag van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van bilaterale en multilaterale donoren, met het gegeven dat de lasten billijk tussen de Unie en andere donoren moeten worden verdeeld, met de reeds bestaande inzet van andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Oekraïne, en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden. De verbintenis van de Oekraïense autoriteiten om nauw samen te werken met het IMF bij het ontwerpen en uitvoeren van noodmaatregelen op korte termijn en hun voornemen om met het IMF samen te werken aan een passend economisch programma wanneer de omstandigheden dit toelaten, moeten worden erkend. In augustus 2022 werd formeel om een dergelijk programma verzocht. De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moet erop gericht zijn de macrofinanciële stabiliteit en veerkracht in de oorlogsomstandigheden te handhaven. De Commissie moet ervoor zorgen dat de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel in overeenstemming is met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de maatregelen die binnen de verschillende onderdelen van het externe optreden en andere relevante beleidsdomeinen van de Unie zijn genomen.

(5)

De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Oekraïne ondersteunen. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciële bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de consistentie ervan te waarborgen.

(6)

Als voorwaarde voor de toekenning van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moet worden gesteld dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt, en dat het de naleving van de mensenrechten garandeert. De heersende oorlog, en met name de huidige staat van beleg, mogen, ondanks de machtsconcentratie bij de uitvoerende macht, geen inbreuk maken op die beginselen.

(7)

Om te verzekeren dat de financiële belangen van de Unie in verband met de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie op efficiënte wijze worden beschermd, moet Oekraïne passende maatregelen nemen in verband met de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met die bijstand. Daarnaast moet in de leningsovereenkomst worden bepaald dat de Commissie controles verricht, de Rekenkamer audits uitvoert en het Europees Openbaar Ministerie zijn bevoegdheden uitoefent in overeenstemming met de artikelen 129 en 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (5) (het “Financieel Reglement”).

(8)

De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moet worden gekoppeld aan strenge rapportageverplichtingen en beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. In de huidige oorlogsomstandigheden hebben die strenge rapportageverplichtingen tot doel te waarborgen dat de middelen efficiënt, transparant en verantwoord worden gebruikt. De beleidsvoorwaarden moeten erop gericht zijn de onmiddellijke veerkracht van Oekraïne en de houdbaarheid van zijn schuld op langere termijn te versterken en aldus de risico’s in verband met de terugbetaling van zijn uitstaande en toekomstige financiële verplichtingen te doen afnemen.

(9)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(10)

De uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201 verstrekte leningen moeten samen een maximale gemiddelde looptijd van 25 jaar hebben.

(11)

Aangezien de leningen uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201 dezelfde risico’s voor de Uniebegroting met zich meebrengen en samen een maximale gemiddelde looptijd van 25 jaar moeten hebben, moet het totale bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201, te weten 6 miljard EUR, worden gedekt door een gemeenschappelijke methode voor het beheer van de financiële en budgettaire gevolgen. Met name moet hetzelfde niveau van budgettaire dekking worden vastgesteld als passende bescherming tegen de mogelijkheid dat Oekraïne op het geplande tijdstip niet in staat blijkt sommige of alle leningen terug te betalen. De uit de Uniebegroting ter beschikking gestelde middelen voor de twee reeksen leningen van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moeten als een geïntegreerde reeks middelen worden beheerd. Een dergelijk beheer zal de veerkracht en flexibiliteit van de Uniebegroting vergroten in reactie op situaties van niet-betaling. Besluit (EU) 2022/1201 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De buitengewone macrofinanciële bijstand uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201 vormt voor de Unie een financiële verplichting binnen het totale volume van de garantie voor extern optreden uit hoofde van Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad (7). Voor het totale bedrag van maximaal 6 miljard EUR aan buitengewone macrofinanciële bijstandsleningen van de Unie aan Oekraïne moet 9 % van de gestorte voorzieningen beschikbaar zijn in het kader van de garantie voor extern optreden. Het bedrag van de voorzieningen moet worden gefinancierd uit de financiële middelen die zijn geprogrammeerd voor macrofinanciële bijstand op grond van Verordening (EU) 2021/947 voor een totaalbedrag van 540 miljoen EUR. Dat bedrag moet worden vastgelegd en in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds worden gestort binnen het meerjaarlijks financieel kader 2021-2027, vastgelegd in Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (8).

(13)

Overeenkomstig artikel 210, lid 3, van het Financieel Reglement worden de voorwaardelijke verplichtingen ten laste van de begroting als gevolg van begrotingsgaranties of financiële bijstand houdbaar geacht indien hun geraamde meerjarige evolutie verenigbaar is met de grenzen die zijn vastgesteld in Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 en het maximum van de jaarlijkse betalingskredieten als bepaald in artikel 3, lid 1, van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad (9). Om de Unie in staat te stellen Oekraïne op een financieel betrouwbare manier aanzienlijke steun te verlenen in de vorm van nooit eerder geziene bedragen aan buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie, met behoud van de hoge kredietwaardigheid van de Unie en bijgevolg haar vermogen om doeltreffende financiering te verstrekken in het kader van zowel het interne als het externe beleid, is het essentieel de begroting van de Unie adequaat te beschermen tegen het ontstaan van die voorwaardelijke verplichtingen en ervoor te zorgen dat zij financieel houdbaar zijn in de zin van artikel 210, lid 3, van het Financieel Reglement.

(14)

Overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer moet het gemeenschappelijk voorzieningsfonds worden versterkt met middelen die in verhouding staan tot de risico’s die voortvloeien uit de voorwaardelijke verplichtingen in verband met deze ongekend grote buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie aan één enkele begunstigde. Zonder een dergelijke versterking zou de begroting van de Unie niet in staat zijn om op financieel veilige gronden de ongekend grote bijstand te verlenen die nodig is voor de oorlogsgerelateerde behoeften van Oekraïne. Om de Uniebegroting te beschermen, moeten de buitengewone macrofinanciële-bijstandsleningen van de Unie van maximaal 6 miljard EUR voor 70 % worden gedekt door gestorte voorzieningen (op het niveau van 9 %) die kunnen worden aangevuld met garanties van de lidstaten om budgettaire dekking te bieden voor verliezen van nog eens 61 % van de waarde van de lening.

(15)

De middelen uit hoofde van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 staan onder grote druk gezien de algemene uitgavenprioriteiten van de Unie. Daarom is het passend te zoeken naar een alternatieve oplossing voor aanvullende middelen, die geen gevolgen heeft voor de reguliere uitgaven waarin is voorzien in de financiële programmering van het meerjarig financieel kader 2021-2027.

(16)

Vrijwillige bijdragen van de lidstaten in de vorm van garanties zijn aangemerkt als een geschikt instrument om bescherming te bieden bovenop de initiële gestorte voorziening. De garanties van de lidstaten moeten vrijwillig worden verstrekt en moeten een passend budgettair vangnet vormen ter ondersteuning van de begroting van de Unie, nadat de voorzieningen in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds voor financiële verplichtingen uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201 volledig zijn opgebruikt of weldra volledig zullen zijn opgebruikt. De bijdragen in het kader van die garanties moeten worden opgenomen in het bedrag van de toegestane financiële aansprakelijkheid, in afwijking van artikel 211, lid 1, eerste alinea, van het Financieel Reglement. Die bedragen moeten in aanmerking worden genomen voor de berekening van de voorziening die voortvloeit uit het in artikel 211, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde voorzieningspercentage, in afwijking van artikel 211, lid 4, tweede alinea, van het Financieel Reglement.

(17)

De door de lidstaten verstrekte garanties moeten de buitengewone macrofinanciële-bijstandsleningen uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201 dekken (“gedekte MFB”). Die garanties moeten onherroepelijk, onvoorwaardelijk en afroepbaar zijn. Zij moeten ervoor zorgen dat de Unie in staat is de op de kapitaalmarkten of bij de financiële instellingen geleende middelen terug te betalen. Zij mogen alleen worden opgevraagd wanneer voldaan is aan strikte voorwaarden in verband met de toereikendheid van de beschikbare voorzieningen en indien de Unie niet tijdig van Oekraïne een betaling van de uit hoofde van de gedekte MFB toegekende buitengewone macrofinanciële-bijstandsleningen ontvangt om te voldoen aan de financiële verplichtingen van de Unie uit obligaties, of indien het betalingsschema van de uit hoofde van de gedekte MFB verstrekte leningen zou moeten worden gewijzigd. De garanties van de lidstaten moeten worden opgevraagd voor een bedrag dat overeenkomt met het bedrag dat voortvloeit uit verliezen op financiële bijstand aan Oekraïne uit hoofde van de gedekte MFB, en om het gemeenschappelijk voorzieningsfonds aan te vullen tot het vereiste niveau van de gestorte voorzieningen. De garanties van de lidstaten mogen pas worden opgevraagd nadat het bedrag van de initiële voorziening die in het kader van de gedekte MFB voor de buitengewone macrofinanciële bijstand is gereserveerd, volledig is opgebruikt of weldra volledig zal zijn opgebruikt. Bedragen die in het kader van de leningsovereenkomsten in verband met buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne uit hoofde van de gedekte MFB zijn teruggevorderd, moeten in afwijking van artikel 211, lid 4, punt c), van het Financieel Reglement worden terugbetaald aan de lidstaten die gevolg hebben gegeven aan garantie-opvragingen.

(18)

Indien tijdelijk aan de betaling van de financiële verplichtingen van de Unie die voortvloeien uit obligaties voor de buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne uit hoofde van de gedekte MFB zou worden voldaan met voorzieningen uit het gemeenschappelijk voorzieningsfonds die gereserveerd waren om te voldoen aan andere financiële verplichtingen van de Unie, kunnen de garanties van de lidstaten worden gebruikt om de voorziening van die financiële verplichtingen aan te vullen.

(19)

Gezien het uitzonderlijke karakter van de door de garanties gedekte macrofinanciële bijstand is het passend de voorzieningen die worden aangehouden om te voldoen aan de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de macrofinanciële bijstand uit hoofde van de gedekte MFB en de uitbetalingen, na 15 juli 2022, van krachtens Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (10) gegarandeerde leningen, afzonderlijk te beheren van andere financiële verplichtingen in het kader van de garantie voor extern optreden en het Garantiefonds. Daarom is het passend de voorziening die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds is gereserveerd, uitsluitend te gebruiken voor financiële verplichtingen ten gevolge van de buitengewone macrofinanciële bijstand uit hoofde van de gedekte MFB, en niet de algemene regel van artikel 31, lid 6, van Verordening (EU) 2021/947 toe te passen. Bovendien is het passend om gebruik te maken van de voorziening die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds is gereserveerd voor de leningen die op grond van Besluit nr. 466/2014/EU zijn gegarandeerd en die na 15 juli 2022 uitsluitend zijn uitbetaald voor de financiële verplichtingen uit hoofde van die leningen, en om de regels van het Financieel Reglement toe te passen op de voorziening en niet de algemene regel van artikel 31, lid 8, van Verordening (EU) 2021/947. Daarbij moet de voorziening die met betrekking tot de buitengewone macrofinanciële bijstand wordt gereserveerd uit hoofde van dit besluit, worden uitgesloten van de toepassing van het effectieve voorzieningspercentage, in afwijking van artikel 213 van het Financieel Reglement.

(20)

Het relatieve aandeel van de bijdragen van elke lidstaat (verdeelsleutel) in het totale gegarandeerde bedrag moet overeenkomen met het relatieve aandeel van de lidstaten in het totale bruto nationaal inkomen van de Unie. De opvragingen van de garanties moeten pro rata geschieden en met toepassing van die verdeelsleutel.

(21)

Het is belangrijk dat de lidstaten zo snel mogelijk hun nationale procedures voor de inwerkingtreding van de garanties afronden. Gezien de urgentie van de situatie mag de tijd die nodig is voor de voltooiing van die procedures de uitbetaling van de dringend noodzakelijke buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne uit hoofde van dit besluit niet vertragen. De macrofinanciële-bijstandsleningen uit hoofde van dit besluit zullen snel worden geregeld bij de inwerkingtreding van dit besluit, de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en de ondertekening van de leningsovereenkomst.

(22)

Gezien de moeilijke situatie van Oekraïne als gevolg van de aanvalsoorlog van Rusland en om Oekraïne te ondersteunen op zijn traject naar langetermijnstabiliteit, is het passend af te wijken van artikel 220, lid 5, punt e), van het Financieel Reglement en toe te staan dat de Unie de rentekosten met betrekking tot de leningen uit hoofde van dit besluit kan dekken en de administratieve kosten kan kwijtschelden die anders ten laste van Oekraïne zouden komen. De rentesubsidie moet worden verleend als een instrument dat passend wordt geacht om de doeltreffendheid van de steun te waarborgen in de zin van artikel 220, lid 1, van het Financieel Reglement en moet ten laste komen van de begroting van de Unie gedurende ten minste de periode van het meerjarig financieel kader 2021-2027. De rentesubsidie moet gedurende de periode 2021-2027 ten laste komen van de in artikel 6, lid 2, punt a), eerste streepje, van Verordening (EU) 2021/947 bedoelde financiële middelen.

(23)

Oekraïne moet ieder jaar tegen eind maart om de rentesubsidie en de kwijtschelding van administratieve kosten kunnen verzoeken. Om te voorzien in flexibiliteit bij de terugbetaling van de hoofdsom, moet het ook mogelijk zijn de bijbehorende leningen die namens de Unie zijn aangegaan, door te rollen, in afwijking van artikel 220, lid 2, van het Financieel Reglement.

(24)

Gezien de dringende financieringsbehoeften van Oekraïne heeft de Europese Commissie er in juli 2022 mee ingestemd om nog eens 1,59 miljard EUR aan leningen van de Europese Investeringsbank te herbestemmen en uit te betalen aan Oekraïne; die leningen worden gegarandeerd in het kader van het mandaat voor externe leningen 2014-2020 (External Lending Mandate — ELM). Aangezien het hier echter om leningen aan de Oekraïense overheids- en staatsentiteiten gaat, houden zij voor de Uniebegroting hetzelfde risiconiveau in als de macrofinanciële-bijstandsleningen. De Uniebegroting moet derhalve voor die blootstellingen dezelfde voorzorgsbenadering hanteren als voor de macrofinanciële-bijstandsleningen uit hoofde van de gedekte MFB. Dit besluit past daarom een voorzieningspercentage van 70 % toe op de 1,59 miljard herbestemde ELM-leningen en op alle verdere uitbetalingen van ELM-leningen aan Oekraïne. Dat voorzieningspercentage moet van toepassing zijn in plaats van het voorzieningspercentage dat is bepaald bij artikel 31, lid 8, derde zin, van Verordening (EU) 2021/947. De voorziening van 70 % voor de uitbetaling van 1,59 miljard EUR aan ELM-leningen aan Oekraïne zal uit de Uniebegroting worden gefinancierd.

(25)

De voorziening voor de respectieve macrofinanciële-bijstandsleningen en ELM-leningen moet om de zes maanden regelmatig worden geëvalueerd, te beginnen op 30 juni 2023 of eerder indien nodig. Daarbij moet met name worden beoordeeld of de situatie in Oekraïne zodanig is geëvolueerd dat een verhoging of verlaging van het voorzieningspercentage gerechtvaardigd is. De Commissie kan het voorzieningspercentage op ad-hocbasis herzien, met name indien dit wordt gerechtvaardigd door een opmerkelijke relevante gebeurtenis. Om ervoor te zorgen dat het voorzieningspercentage toereikend blijft voor de financiële risico’s, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen teneinde het voorzieningspercentage, naargelang het geval, te verhogen of te verlagen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (11). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(26)

Daar de doelstelling van dit besluit, namelijk Oekraïne buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie verstrekken om met name de economische veerkracht en stabiliteit van dat land te ondersteunen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(27)

Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(28)

In het licht van de situatie in Oekraïne moet dit besluit met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

BUITENGEWONE MACROFINANCIËLE BIJSTAND VAN DE UNIE

Artikel 1

Terbeschikkingstelling van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie

1.   De Unie stelt een bedrag van maximaal 5 000 000 000 EUR buitengewone macrofinanciële bijstand ter beschikking van Oekraïne (de “buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie”), teneinde de macrofinanciële stabiliteit van Oekraïne te ondersteunen. De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie wordt aan Oekraïne verstrekt in de vorm van leningen. De bijstand draagt bij tot het dekken van het financieringstekort van Oekraïne dat in samenwerking met de internationale financiële instellingen is vastgesteld.

2.   Met het oog op de financiering van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie is de Commissie bevoegd om namens de Unie op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en deze aan Oekraïne door te lenen. De uit hoofde van lid 1 van dit artikel en uit hoofde van Besluit (EU) 2022/1201 verstrekte leningen hebben samen een maximale gemiddelde looptijd van 25 jaar.

3.   De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie wordt beschikbaar gesteld vanaf de dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming en gedurende de daarin vastgestelde beschikbaarheidsperiode, zelfs indien de in hoofdstuk II, afdeling 1, van dit besluit beschreven garanties nog niet zijn verstrekt.

4.   Indien de financieringsbehoeften van Oekraïne tijdens de periode van uitbetaling van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk afnemen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij de bijstand.

Artikel 2

Voorwaarde voor de macrofinanciële bijstand van de Unie

1.   Als voorwaarde voor de toekenning van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moet worden gesteld dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt, en dat het de naleving van de mensenrechten garandeert.

2.   De Commissie ziet gedurende de gehele looptijd van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie toe op de naleving van de in lid 1 genoemde noodzakelijke voorwaarde, met name voordat de uitbetalingen worden verricht, waarbij zij tevens rekening houdt met de omstandigheden in Oekraïne en de gevolgen van de toepassing van de staat van beleg aldaar.

3.   De leden 1 en 2 van dit artikel zijn van toepassing overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad (12).

Artikel 3

Memorandum van overeenstemming

1.   De Commissie moet met Oekraïne overeenstemming bereiken over beleidsvoorwaarden die aan de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie moeten worden gekoppeld. De beleidsvoorwaarden worden volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Die beleidsvoorwaarden worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming.

2.   De rapportageverplichtingen die uit hoofde van Besluit (EU) 2022/1201 zijn vastgesteld, worden in het memorandum van overeenstemming opgenomen en waarborgen met name de efficiëntie, transparantie en verantwoording van het gebruik van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie.

3.   De financiële voorwaarden voor de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en Oekraïne te sluiten leningsovereenkomst.

4.   De Commissie controleert op gezette tijden de naleving van de rapportageverplichtingen en de vooruitgang die geboekt wordt bij de naleving van de in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de resultaten van dat onderzoek.

Artikel 4

Uitbetaling van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie

1.   Mits de in lid 3 bedoelde voorwaarden worden nageleefd, stelt de Commissie de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar in tranches die elk bestaan uit een lening. De Commissie stelt het tijdschema voor de uitbetaling van elke tranche vast. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald.

2.   De Commissie beheert de uitbetaling van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie op een wijze die strookt met het memorandum van overeenstemming.

3.   De Commissie besluit of de tranches worden uitbetaald na beoordeling van de volgende voorwaarden:

a)

de inachtneming van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde voorwaarde;

b)

de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde rapportageverplichtingen;

c)

voor de tweede en volgende tranches: bevredigende vooruitgang bij de uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden.

Alvorens het maximumbedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald, gaat de Commissie na of aan alle in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden is voldaan.

4.   Indien niet voldaan is aan de in lid 3 bedoelde voorwaarden, wordt de uitbetaling van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk geschorst of geannuleerd. In die gevallen licht de Commissie het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor de schorsing of annulering.

5.   De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie wordt in beginsel uitbetaald aan de Nationale Bank van Oekraïne. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie aan het Oekraïense ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden uitbetaald.

Artikel 5

Opnemen en verstrekken van leningen

1.   Het opnemen en verstrekken van leningen vindt plaats overeenkomstig artikel 220 van het Financieel Reglement.

2.   Indien nodig kan de Commissie, in afwijking van artikel 220, lid 2, van het Financieel Reglement, de namens de Unie aangegane leningen doorrollen (“roll-over”).

Artikel 6

Rentesubsidie

1.   In afwijking van artikel 220, lid 5, punt e), van het Financieel Reglement kan de Unie de rentekosten dragen door een rentesubsidie toe te kennen en de administratieve kosten in verband met het opnemen en verstrekken van leningen te dekken, met uitzondering van kosten in verband met vervroegde terugbetaling van de lening, met betrekking tot de leningen uit hoofde van dit besluit.

2.   Oekraïne kan de Unie uiterlijk eind maart van elk jaar verzoeken om de rentesubsidie toe te kennen en de administratieve kosten te dekken.

3.   De in artikel 6, lid 2, punt a), eerste streepje, van Verordening (EU) 2021/947 bedoelde financiële middelen worden gebruikt om de kosten van rentebetalingen in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie tijdens de periode van het meerjarig financieel kader 2021-2027 te dekken als rentesubsidie.

Artikel 7

Verstrekking van informatie aan het Europees Parlement en de Raad

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen met betrekking tot de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie, waaronder de uitbetalingen daarvan, en de ontwikkelingen met betrekking tot de in artikel 5, lid 2, bedoelde transacties, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

Artikel 8

Beoordeling van de uitvoering van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie

Bij de uitvoering van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie, door middel van een operationele beoordeling, nogmaals de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Oekraïne. Die operationele beoordeling kan worden uitgevoerd samen met de operationele beoordeling waarin Besluit (EU) 2022/1201 voorziet.

HOOFDSTUK II

VERSTERKING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VOORZIENINGSFONDS

Afdeling 1

Garanties van de lidstaten voor de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie uit hoofde van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201

Artikel 9

Bijdragen in de vorm van garanties door de lidstaten

1.   De lidstaten kunnen de voorziening met betrekking tot macrofinanciële bijstand die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds wordt aangehouden, aanvullen door garanties te verstrekken tot een totaalbedrag van 3 660 000 000 EUR met betrekking tot de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne uit hoofde van artikel 1 van dit besluit en Besluit (EU) 2022/1201 (“gedekte MFB”).

2.   De bijdragen van de lidstaten worden verstrekt in de vorm van onherroepelijke, onvoorwaardelijke en afroepbare garanties, aan de hand van een met de Commissie overeenkomstig artikel 10 te sluiten garantieovereenkomst.

3.   Het relatieve aandeel van de bijdrage van de betrokken lidstaat (“bijdragesleutel”) in het in lid 1 bedoelde bedrag komt overeen met het relatieve aandeel van die lidstaat in het totale bruto nationaal inkomen van de Unie, voortvloeiend uit de rubriek “Algemene ontvangsten” van de begroting voor 2022, deel A (“Financiering van de jaarlijkse begroting van de Unie, inleiding”), tabel 4, kolom 1, die is opgenomen in de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2022, zoals definitief vastgesteld op 24 november 2021 (13).

4.   De garanties worden voor elke lidstaat van kracht vanaf de datum van inwerkingtreding van de in artikel 10 bedoelde garantieovereenkomst tussen de Commissie en de betrokken lidstaat.

Artikel 10

Garantieovereenkomsten

De Commissie sluit een garantieovereenkomst met elke lidstaat die een in artikel 9 bedoelde garantie verstrekt. In die overeenkomst worden de regels voor de garantie vastgesteld, die voor alle lidstaten gelijk zijn, met inbegrip van, met name, bepalingen die:

a)

de verplichting voor de lidstaten vastleggen om gevolg te geven aan garantie-opvragingen door de Commissie met betrekking tot de gedekte MFB, zodra de totale bedragen van de initiële of later aangevulde voorziening die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds is gereserveerd voor de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de gedekte MFB, volledig zijn opgebruikt of volledig zullen zijn opgebruikt;

b)

garanderen dat de garantie-opvragingen pro rata geschieden en met toepassing van de in artikel 9, lid 3, bedoelde bijdragesleutel;

c)

vastleggen dat de garantie-opvragingen de Unie in staat stellen de overeenkomstig artikel 1, lid 2, op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen geleende middelen terug te betalen na een niet-betaling door Oekraïne, met inbegrip van gevallen waarin het betalingsschema om welke reden dan ook wordt gewijzigd en gevallen van verwachte niet-betaling;

d)

waarborgen dat de garantie-opvragingen kunnen worden gebruikt om het gemeenschappelijk voorzieningsfonds aan te vullen dat met betrekking tot de gedekte MFB is opgebruikt;

e)

garanderen dat een lidstaat die geen gevolg heeft gegeven aan een garantie-opvraging, aansprakelijk blijft voor het nakomen van die verplichting;

f)

betrekking hebben op de betalingsvoorwaarden.

Afdeling 2

Voorziening van de gedekte MFB en van een aantal financiële verplichtingen van het ELM in Oekraïne

Artikel 11

Voorziening van de gedekte MFB

1.   Voor de gedekte MFB geldt een voorzieningspercentage van 70 % in plaats van de algemene regel van artikel 31, lid 5, derde alinea, van Verordening (EU) 2021/947. Het niveau van de in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds gestorte voorziening wordt echter gehandhaafd op en, indien opgebruikt, aangevuld, onverminderd artikel 10, punt a), van dit besluit, tot 9 % van de uitstaande verplichting uit hoofde van de gedekte MFB totdat de in artikel 9 bedoelde garanties volledig zijn opgebruikt.

2.   Wanneer een beroep wordt gedaan op de in artikel 9 bedoelde garanties, vormen de daaruit voortvloeiende bedragen externe bestemmingsontvangsten voor de terugbetaling van financiële verplichtingen uit hoofde van de gedekte MFB en betalingen aan het gemeenschappelijk voorzieningsfonds overeenkomstig artikel 21, lid 2, punt a), ii), van het Financieel Reglement.

3.   In afwijking van artikel 211, lid 1, eerste alinea, tweede zin, van het Financieel Reglement wordt het bedrag van de in artikel 9, lid 1, bedoelde garanties opgenomen in het bedrag van de toegestane financiële verplichtingen. In afwijking van artikel 211, lid 4, tweede alinea, van het Financieel Reglement worden de in lid 2 van dit artikel bedoelde bedragen van de voorziening in aanmerking genomen voor de berekening van de voorziening die voortvloeit uit het voorzieningspercentage met betrekking tot de gedekte MFB.

4.   In afwijking van artikel 211, lid 4, punt c), van het Financieel Reglement dragen van Oekraïne met betrekking tot de gedekte MFB teruggevorderde bedragen niet bij aan de voorziening tot het bedrag van de garantie-opvragingen waaraan door de lidstaten gevolg is gegeven overeenkomstig artikel 10, punt a), van dit besluit. Die bedragen worden aan die lidstaten terugbetaald.

Artikel 12

Versterking van de voorziening met betrekking tot bepaalde financiële verplichtingen in Oekraïne die zijn gegarandeerd bij Besluit 466/2014/EU

1.   In afwijking van artikel 31, lid 8, derde zin, van Verordening (EU) 2021/947 is het voorzieningspercentage van 70 % van toepassing op leningen die na 15 juli 2022 zijn uitbetaald in het kader van financieringsverrichtingen van de Europese Investeringsbank (EIB) in Oekraïne die vóór 31 december 2021 door de EIB zijn ondertekend en door de Unie zijn gegarandeerd overeenkomstig Besluit nr. 466/2014/EU (“gedekte financiële verplichtingen van het ELM in Oekraïne”) en zijn de artikelen 211, 212 en 213 van het Financieel Reglement van toepassing, onder voorbehoud van de artikelen 13 en 14 van dit besluit.

2.   Voor de toepassing van artikel 211, lid 1, tweede alinea, van het Financieel Reglement moet de voorziening uiterlijk op 31 december 2027 het niveau bereiken dat overeenstemt met het voorzieningspercentage dat wordt toegepast op het totale bedrag van uitstaande verplichtingen uit hoofde van gedekte financiële verplichtingen van het ELM in Oekraïne.

Artikel 13

Beoordeling van de toereikendheid van het voorzieningspercentage en de herzieningsprocedure

1.   Om de zes maanden, te beginnen op 30 juni 2023, en telkens wanneer de Commissie concludeert dat andere redenen of gebeurtenissen erop wijzen dat dit nodig is, beoordeelt de Commissie of er nieuwe ontwikkelingen zijn die een blijvend en betekenisvol effect kunnen hebben op de toereikendheid van het voorzieningspercentage, met inbegrip van het percentage van de gestorte voorzieningen, als bedoeld in de artikelen 11 en 12. De Commissie stelt, op basis van de gegevens van een periode van ten minste twee jaar, met name vast of er sprake is van een aanhoudende significante wijziging van het kredietrisicoprofiel van die blootstellingen.

2.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 16 een gedelegeerde handeling vast te stellen om de artikelen 11 en 12 te wijzigen teneinde het voorzieningspercentage aan te passen, met name om rekening te houden met de in lid 1 bedoelde ontwikkelingen.

Artikel 14

Voorziening in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds

1.   In plaats van de algemene regel van artikel 31, lid 6, van Verordening (EU) 2021/947 worden de financiële verplichtingen van de gedekte MFB afzonderlijk gedekt van andere financiële verplichtingen in het kader van de garantie voor extern optreden en worden de in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds gereserveerde voorzieningen met betrekking tot de gedekte MFB uitsluitend gebruikt voor financiële verplichtingen uit hoofde van de gedekte MFB.

In plaats van de algemene regel van artikel 31, lid 8, van Verordening (EU) 2021/947 worden de financiële verplichtingen van de gedekte financiële verplichtingen van het ELM in Oekraïne afzonderlijk gedekt van andere financiële verplichtingen in het kader van het Garantiefonds voor extern optreden en worden de in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds gereserveerde voorzieningen met betrekking tot de gedekte financiële verplichtingen van het ELM in Oekraïne uitsluitend gebruikt voor financiële verplichtingen uit hoofde van de gedekte MFB.

2.   In afwijking van artikel 213 van het Financieel Reglement is het effectieve voorzieningspercentage niet van toepassing op de voorzieningen die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds zijn gereserveerd voor de gedekte MFB en de gedekte financiële verplichtingen van het ELM in Oekraïne.

3.   In afwijking van artikel 213, lid 4, punt a), van het Financieel Reglement vormen overschotten van de in artikel 12, lid 2, van dit besluit bedoelde voorziening externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement voor het programma voor externe bijstand waarvoor Oekraïne in aanmerking komt.

HOOFDSTUK III

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 15

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 16

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 13, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 23 september 2022.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 13, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een overeenkomstig artikel 13, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 17

Jaarverslag

1.   In het kader van haar jaarverslag dient de Commissie jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een beoordeling in van de uitvoering van hoofdstuk I van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:

a)

wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

b)

worden de economische situatie en de vooruitzichten van Oekraïne, alsook de naleving van de in artikel 3, leden 1 en 2, bedoelde verplichtingen en voorwaarden beoordeeld;

c)

wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde verplichtingen en voorwaarden, de actuele macrofinanciële situatie van Oekraïne en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie.

2.   Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een ex-postevaluatieverslag in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

HOOFDSTUK IV

WIJZIGINGEN VAN BESLUIT (EU) 2022/1201 EN SLOTBEPALING

Artikel 18

Wijzigingen van Besluit (EU) 2022/1201

Besluit (EU) 2022/1201 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1, lid 2, wordt de tweede zin vervangen door:

“De in lid 1 van dit besluit en in Besluit (EU) 2022/1628 van het Europees Parlement en de Raad (*1) bedoelde leningen hebben samen een maximale gemiddelde looptijd van 25 jaar.

(*1)  Besluit (EU) 2022/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 20 september 2022 tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne, tot versterking van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds met garanties van de lidstaten en met een specifieke voorziening voor bepaalde financiële verplichtingen in verband met Oekraïne die worden gegarandeerd uit hoofde van Besluit nr. 466/2014/EU, en tot wijziging van Besluit (EU) 2022/1201 (PB L 245 van 21.9.2022, blz. 1).”."

2)

Artikel 7 wordt geschrapt.

Artikel 19

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 september 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. BEK


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 15 september 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 september 2022.

(2)  Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).

(3)  Besluit (EU) 2022/313 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 55 van 28.2.2022, blz. 4).

(4)  Besluit (EU) 2022/1201 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2022 tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 186 van 13.7.2022, blz. 1).

(5)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(7)  Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).

(8)  Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11).

(9)  Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1).

(10)  Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van investeringsprojecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

(11)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(12)  Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).

(13)  PB L 45 van 24.2.2022.


Top