Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1497

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1497 van de Commissie van 8 september 2022 tot bepaling of een product dat “door persing verkregen Capsicum-oleohars” bevat een biocide is, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/6281

    PB L 234 van 9.9.2022, p. 30–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/1497/oj

    9.9.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 234/30


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/1497 VAN DE COMMISSIE

    van 8 september 2022

    tot bepaling of een product dat “door persing verkregen Capsicum-oleohars” bevat een biocide is, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 3, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 8 september 2021 heeft België de Commissie verzocht te beslissen of een product dat, zoals aangegeven door de fabrikant, “door persing verkregen Capsicum-oleohars” bevat en in België door de fabrikant als afweermiddel tegen katten en honden in de handel wordt gebracht (“het product”), een biocide is in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012.

    (2)

    Volgens de door België verstrekte informatie is het product een spray voor gebruik op buitenoppervlakken (terrassen, paden, muren, omheiningen e.d.) om katten en honden van die oppervlakken te weren. Het beoogde gebruik van het product verschilt van dat van sprays die dezelfde of soortgelijke ingrediënten bevatten en bedoeld zijn om te worden gebruikt tegen agressieve dieren met het oog op zelfverdediging.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt, voor de toepassing van die verordening, de definitie van “stof” van artikel 3, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) gebruikt, waarin een stof wordt gedefinieerd als een chemisch element en de verbindingen ervan, zoals zij voorkomen in natuurlijke toestand of bij de vervaardiging ontstaan.

    (4)

    Volgens de richtsnoeren van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (3) worden hele levende of onverwerkte dode organismen of delen daarvan (takken, vruchten of bloemen e.d.) niet beschouwd als stoffen in de zin van Verordening (EG) nr. 1907/2006.

    (5)

    “Door persing verkregen Capsicum-oleohars” is een oliehoudende organische hars die wordt verkregen door het persen van vruchten van planten van het geslacht Capsicum. Bijgevolg is “door persing verkregen Capsicum-oleohars” gemaakt van verbindingen van chemische elementen in natuurlijke toestand, maar is het geen heel levend of onverwerkt dood organisme of een deel daarvan.

    (6)

    “Door persing verkregen Capsicum-oleohars” moet daarom worden beschouwd als een stof in de zin van artikel 3, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en moet bijgevolg overeenkomstig artikel 3, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 ook worden beschouwd als een stof in de zin van die verordening.

    (7)

    Onder bepaalde omstandigheden kunnen katten en honden een ongewenste aanwezigheid of een schadelijk effect hebben op mensen, hun activiteiten of de producten die zij gebruiken of produceren, en zouden zij derhalve onder de definitie van een schadelijk organisme in de zin van artikel 3, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 528/2012 kunnen vallen. Aangezien het “door persing verkregen Capsicum-oleohars” in het product bedoeld is om een uitwerking te hebben op dergelijke schadelijke organismen, is het een werkzame stof in de zin van artikel 3, lid 1, punt c), van die verordening.

    (8)

    Aangezien het product een werkzame stof bevat en als doel heeft een schadelijk organisme op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze tegen te houden, moet het product worden beschouwd als biocide in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012.

    (9)

    Productsoort 19, zoals gedefinieerd in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012, omvat producten die gebruikt worden voor de bestrijding van schadelijke organismen door deze af te weren of aan te lokken. Aangezien het product wordt gebruikt om katten en honden te weren, valt dit gebruik onder de beschrijving van productsoort 19.

    (10)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Een product dat “door persing verkregen Capsicum-oleohars” bevat dat op buitenoppervlakken wordt gebruikt om katten en honden van die oppervlakken te weren, wordt beschouwd als een biocide in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 en valt onder productsoort 19 zoals gedefinieerd in bijlage V bij die verordening.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 8 september 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

    (2)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

    (3)  Richtsnoer voor Bijlage V — Vrijstellingen van de registratieplicht (zie blz. 20), beschikbaar op https://echa.europa.eu/documents/10162/2324906/annex_v_nl.pdf


    Top