Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0453

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake specifieke rapportagevereisten voor marktrisico (Voor de EER relevante tekst)

    C/2021/1600

    PB L 89 van 16.3.2021, p. 3–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 16/03/2021

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/453/oj

    16.3.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 89/3


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/453 VAN DE COMMISSIE

    van 15 maart 2021

    tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake specifieke rapportagevereisten voor marktrisico

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 430 ter, lid 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In 2019 heeft het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) de herziene “Minimum capital requirements for market risk” bekendgemaakt, waarmee een oplossing werd geboden voor de zwakke punten in de prudentiële behandeling van de handelsportefeuilleactiviteiten van banken en onder meer een verplichte risicogevoelige standaardbenadering voor marktrisico werd ingevoerd die zodanig is vormgegeven en gekalibreerd dat zij als een geloofwaardige “fall-backbenadering” kan dienen voor de internemodellenbenadering.

    (2)

    Verordening (EU) nr. 575/2013 werd gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad (2) om in het prudentieel kader van de Unie voor instellingen de verplichting in te voeren informatie te rapporteren over de eigenvermogensvereisten in het kader van die alternatieve, risicogevoelige standaardbenadering.

    (3)

    Voor de rapportage aan de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 430 ter van Verordening (EU) nr. 575/2013 en overeenkomstige de in artikel 461 bis van die verordening bedoelde gedelegeerde handeling moeten uniforme rapportagevereisten met betrekking tot het eigen vermogen in het kader van die alternatieve standaardbenadering worden vastgesteld.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 430 ter, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten de in dat artikel vastgestelde specifieke rapportagevereisten voor marktrisico van toepassing zijn vanaf de datum waarop de in artikel 461 bis van die verordening bedoelde gedelegeerde handeling van toepassing is. Het is daarom passend dat de datum van toepassing van deze verordening wordt afgestemd op de datum van toepassing van die gedelegeerde handeling.

    (5)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit (EBA) bij de Commissie heeft ingediend.

    (6)

    De EBA heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening gebaseerd is, de mogelijke kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Referentie- en rapportagedata

    1.   De instellingen rapporteren aan de bevoegde autoriteiten om de drie maanden de stand van 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van de in de artikel 430 ter, artikel 94, lid 1 en artikel 325 bis, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie.

    2.   De instellingen rapporteren de in lid 1 bedoelde informatie voor sluitingstijd van de kantoren op de volgende dagen: 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari.

    3.   Indien de in lid 2 bedoelde dag in de lidstaat van de bevoegde autoriteit waaraan de informatie moet worden gerapporteerd geen werkdag is, of een zaterdag of zondag is, wordt de informatie ingediend op de volgende werkdag.

    4.   De instellingen verstrekken de bevoegde autoriteiten onverwijld alle correcties van de gerapporteerde informatie.

    Artikel 2

    Rapportage met betrekking tot de drempels van artikel 94, lid 1, en artikel 325 bis, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013

    De instellingen rapporteren informatie over de omvang van hun activiteiten binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is en over de omvang van hun handelsportefeuille, op individuele of geconsolideerde basis, naargelang het geval, door middel van template 90 in bijlage I en in overeenstemming met de instructies in bijlage II, deel II, afdeling 1 bij deze verordening.

    Artikel 3

    Rapportage met betrekking tot de alternatieve standaardbenadering

    De instellingen rapporteren de resultaten van de berekeningen op basis van de alternatieve standaardbenadering als bedoeld in artikel 430 ter, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele of geconsolideerde basis, naargelang het geval, door middel van template 91 in bijlage I bij deze verordening en in overeenstemming met de instructies in bijlage II, deel II, afdeling 2 bij deze verordening.

    Artikel 4

    Formats voor gegevensuitwisseling en informatie in verband met indieningen

    1.   De instellingen rapporteren de in de artikelen 2 en 3 van deze verordening bedoelde informatie in de door hun bevoegde autoriteit gespecificeerde formats voor gegevensuitwisseling en presentatie, met inachtneming van de in bijlage III vastgestelde definitie van gegevenspunten van het gegevenspuntenmodel en de validatieformules.

    2.   Bij het indienen van gegevens wordt niet-gevraagde of niet-toepasselijke informatie achterwege gelaten.

    3.   Numerieke waarden worden als volgt ingediend:

    (a)

    gegevenspunten van het gegevenstype “Monetair” worden gerapporteerd met een nauwkeurigheid van minimaal drie cijfers na de komma;

    (b)

    gegevenspunten van het gegevenstype “Percentage” worden uitgedrukt met een nauwkeurigheid van minimaal vier cijfers na de komma;

    (c)

    gegevenspunten van het gegevenstype “Geheel getal” worden gerapporteerd zonder cijfers na de komma als gehele getallen.

    4.   De instellingen worden uitsluitend geïdentificeerd aan de hand van hun “identificatiecode voor juridische entiteiten” (Legal Entity Identifier — LEI). Juridische entiteiten en tegenpartijen die geen instellingen zijn, worden geïdentificeerd aan de hand van hun LEI, indien beschikbaar.

    5.   De door de instellingen gerapporteerde informatie houdt verband met het volgende:

    (a)

    referentiedatum voor de rapportage en referentieperiode;

    (b)

    rapportagevaluta;

    (c)

    standaard voor jaarrekeningen;

    (d)

    identificatiecode voor juridische entiteiten van de rapporterende instelling;

    (e)

    consolidatie.

    Artikel 5

    Inwerkingtreding en datum van toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 5 октомври 2021.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 15 maart 2021

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


    BIJLAGE I

    SPECIFIEKE RAPPORTAGEVEREISTEN VOOR MARKTRISICO

    COREP-TEMPLATES

    Template-nummer

    Template-code

    Naam van de template/groep templates

    Korte naam

     

     

    Drempels

     

    90

    C 90.00

    DREMPELS VOOR HANDELSPORTEFEUILLE EN MARKTRISICO

    TBT

     

     

    Alternatieve standaardbenadering voor marktrisico

     

    91

    C 91.00

    EIGENVERMOGENSVEREISTEN

    MKR ASA SUM

    C 90.00 Drempelwaarden voor handelsportefeuille en marktrisico (TBT)

     

     

     

     

    Activiteiten binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is

    Totaal activa

     

    Uitsplitsing naar portefeuille

    in % van de totale activa

     

     

    Handelsportefeuille

    Niet-handelsportefeuille

     

     

    waarvan: Handelsportefeuille-activiteiten voor de toepassing van artikel 94 VKV

    Posities onder-hevig aan valuta-risico

    Posities onder-hevig aan grond-stoffen-risico

     

     

    Totaal

    in % van de totale activa

    0010

    0020

    0030

    0040

    0050

    0060

    0070

    0080

    0010

    Maand 3

     

     

     

     

     

     

     

     

    0020

    Maand 2

     

     

     

     

     

     

     

     

    0030

    Maand 1

     

     

     

     

     

     

     

     

    C 91.00 Alternatieve standaardbenadering Samenvatting (MKR ASA SUM)

     

    Posities onderworpen aan de op gevoeligheden gebaseerde methode

    Ongewogen deltagevoeligheden

    Eigenvermogensvereiste in de verschillende scenario’s

    "Lage correlaties"-scenario

    "Mediumcorrelaties"-scenario

    "Hoge correlaties"-scenario

    Positief

    Negatief

    Nettogevoeligheden per risicoklasse

    Delta-risico

    Vega-risico

    Curvatuur-risico

    Totaal

    Delta-risico

    Vega-risico

    Curvatuur-risico

    Totaal

    Delta-risico

    Vega-risico

    Curvatuur-risico

    Totaal

    0010

    0020

    0030

    0040

    0050

    0060

    0070

    0080

    0090

    0100

    0110

    0120

    0130

    0140

    0150

    0010

    Totaal (Alternatieve standaardbenadering)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0020

    Op gevoeligheden gebaseerde methode

    Algemeen renterisico (GIRR)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0030

    Creditspreadrisico voor niet-securitisaties (CSR)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0040

    Creditspreadrisico voor securitisatie niet opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (niet-ACHP CSR)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0050

    Creditspreadrisico voor securitisatie opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (ACHP CSR)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0060

    Aandelenrisico (EQU)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0070

    Grondstoffenrisico (COM)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0080

    Wisselkoersrisico (FX)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0090

    Wanbetalings-risico

    Niet-securitisaties

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0100

    Securitisatie niet opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (niet-ACHP)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0110

    Securitisatie opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (ACHP)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0120

    Restrisico

    Exotische onderliggende waarden

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    0130

    Overige restrisico’s

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


     

    Posities onderhevig aan grondstoffenrisico

    Posities onderhevig aan restrisico

    Eigenvermogens-vereisten

    Totaal van de risicoposten

    Bruto "jump to default” (JTD)-bedragen

    Bruto notionele waarde

    Lang

    Kort

    0160

    0170

    0180

    0190

    0200

    0010

    Totaal (Alternatieve standaardbenadering)

     

     

     

     

     

    0020

    Op gevoeligheden gebaseerde methode

    Algemeen renterisico (GIRR)

     

     

     

     

     

    0030

    Creditspreadrisico voor niet-securitisaties (CSR)

     

     

     

     

     

    0040

    Creditspreadrisico voor securitisatie niet opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (niet-ACHP CSR)

     

     

     

     

     

    0050

    Creditspreadrisico voor securitisatie opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (ACHP CSR)

     

     

     

     

     

    0060

    Aandelenrisico (EQU)

     

     

     

     

     

    0070

    Grondstoffenrisico (COM)

     

     

     

     

     

    0080

    Wisselkoersrisico (FX)

     

     

     

     

     

    0090

    Wanbetalings-risico

    Niet-securitisaties

     

     

     

     

     

    0100

    Securitisatie niet opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (niet-ACHP)

     

     

     

     

     

    0110

    Securitisatie opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (ACHP)

     

     

     

     

     

    0120

    Restrisico

    Exotische onderliggende waarden

     

     

     

     

     

    0130

    Overige restrisico’s

     

     

     

     

     


    BIJLAGE II

    INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN DE TEMPLATES IN BIJLAGE I BETREFFENDE SPECIFIEKE RAPPORTAGEVEREISTEN VOOR MARKTRISICO

    DEEL I: ALGEMENE INSTRUCTIES

    1.   Structuur en conventies

    1.1.   Structuur

    1.

    Voor de rapportage van informatie overeenkomstig deze uitvoeringsverordening moeten de instellingen twee afzonderlijke templates invullen:

    a)

    een template voor de rapportage van de informatie over de in de artikelen 94 en 325 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgestelde drempelwaarden, en

    b)

    een template voor de rapportage van de samenvatting van de posities en theoretische eigenvermogensvereisten op basis van de alternatieve standaardbenadering.

    1.2.   Gebruik van nummering

    2.

    De volgende conventies worden gebruikt om te verwijzen naar de kolommen, rijen en cellen van de templates in deze instructies en naar de validatievoorschriften die worden gebruikt om de gerapporteerde informatie te valideren:

    a)

    in de instructies wordt de volgende algemene notatie gehanteerd: {Template;Rij;Kolom};

    b)

    in het geval van verwijzingen of validatieregels binnen een template die uitsluitend betrekking hebben op of gebruikmaken van gegevenspunten van die template, is de template niet gespecificeerd: {Rij;Kolom};

    c)

    in het geval van templates die uit slechts één kolom bestaan, wordt uitsluitend naar rijen verwezen: {Template;Rij};

    d)

    een asterisk wordt gebruikt om aan te geven dat de verwijzing of valideringsregel van toepassing is op de rijen of kolommen die eerder zijn gespecificeerd.

    1.3.   Gebruik van tekens

    3.

    Ieder bedrag dat tot een hoger eigen vermogen of tot hogere eigenvermogensvereisten leidt, wordt als positieve waarde gerapporteerd. Ieder bedrag dat tot een lager totaal eigen vermogen of tot lagere eigenvermogensvereisten leidt, wordt als negatieve waarde gerapporteerd. Indien er een minteken (-) voor het label van een post staat, wordt er voor die post geen positieve waarde verwacht.

    1.4.   Afkortingen

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt Verordening (EU) nr. 575/2013 “VKV” genoemd.

    DEEL II: INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT DE TEMPLATES

    1.   C 90.00 — drempelwaarden voor handelsportefeuille en marktrisico

    1.1.   Algemene opmerkingen

    4.

    De in deze template verstrekte informatie weerspiegelt het resultaat van de in artikel 94 VKV bedoelde berekening (afwijking voor kleine handelsportefeuilleactiviteiten) en de omvang van de activiteiten van een instelling binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is, berekend overeenkomstig artikel 325 bis VKV. Die informatie bepaalt of de verplichting om informatie te rapporteren over de “alternatieve standaardbenadering” of de “alternatieve internemodellenbenadering” als bedoeld in artikel 430 VKV van toepassing is.

    1.2.   Instructies voor bepaalde posities

    5.

    Het resultaat van de in artikel 94 VKV bedoelde berekening en de overeenkomstig artikel 325 bis VKV berekende informatie over de omvang van de activiteiten van een instelling binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is, worden voor het einde van elke maand afzonderlijk gerapporteerd in de rijen 0010 tot en met 0030 in het kwartaal waarnaar het verslag verwijst.

    Rij

    Verwijzingen naar wetgeving en instructies

    0010

    Maand 3

    Gegevens aan het einde van de derde maand van het kwartaal waarop het verslag betrekking heeft

    0020

    Maand 2

    Gegevens aan het einde van de tweede maand van het kwartaal waarop het verslag betrekking heeft

    0030

    Maand 1

    Gegevens aan het einde van de eerste maand van het kwartaal waarop het verslag betrekking heeft

    Kolom

    Verwijzingen naar wetgeving en instructies

    0010

    Activiteiten binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is

    Artikel 325 bis, lid 2, VKV

    De instellingen rapporteren het absolute bedrag dat de weerspiegeling is van hun activiteiten binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is, berekend overeenkomstig artikel 325 bis, lid 2, VKV.

    0020 — 0060

    Uitsplitsing naar portefeuille

    Activiteiten binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is, worden uitgesplitst naar handelsportefeuille en niet-handelsportefeuille.

    0020

    Handelsportefeuille

    Artikel 325 bis, lid 2, onder a), c) en f), VKV

    0030 — 0040

    waarvan: handelsportefeuilleactiviteiten voor de toepassing van artikel 94 VKV

    Artikel 94, lid 3, VKV

    Overeenkomstig artikel 94, lid 3, onder b), VKV rapporteren de instellingen marktwaarden van de laatste dag van de maand; wanneer geen marktwaarde beschikbaar is, de reële waarde op dezelfde datum, of wanneer op die datum geen marktwaarde en geen reële waarde beschikbaar zijn, de meest recente marktwaarde of reële waarde.

    0030

    Totaal

    Artikel 94, lid 3, VKV

    Het absolute bedrag van lange en korte posities wordt opgeteld overeenkomstig artikel 94, lid 3, onder c), VKV.

    0040

    in % van de totale activa

    Artikel 94, lid 1, onder a), VKV

    De omvang van de handelsportefeuilleactiviteiten voor de toepassing van artikel 94 VKV, wordt uitgedrukt als een percentage van de totale activa.

    0050 — 0060

    Niet-handelsportefeuille

    Artikel 325 bis, lid 2, onder d), e) en f), VKV

    Posities in de niet-handelsportefeuille waaraan marktrisico verbonden is, worden uitgesplitst in posities die onderhevig zijn aan valutarisico en posities die onderhevig zijn aan grondstoffenrisico.

    De bedragen worden bepaald overeenkomstig artikel 325 bis, lid 2, onder d) en e), VKV.

    0070

    in % van de totale activa

    Artikel 325 bis, lid 1, onder a), VKV

    De activiteiten binnen en buiten de balanstelling waaraan marktrisico verbonden is, worden uitgedrukt als een percentage van de totale activa.

    0080

    Totaal activa

    Artikel 94, lid 1, onder a), VKV

    Artikel 325 bis, lid 1, onder a), VKV

    2.   C 91.00 — Marktrisico: Samenvatting alternatieve standaardbenadering (MKR ASA SUM)

    2.1.   Algemene opmerkingen

    6.

    Deze template bevat beknopte informatie over de berekening van eigenvermogensvereisten voor marktrisico in het kader van de alternatieve standaardbenadering (ASA) van deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, VKV.

    7.

    In het kader van de alternatieve standaardbenadering (ASA) berekenen de instellingen de eigenvermogensvereisten voor marktrisico voor een portefeuille van handelsportefeuilleposities of niet-handelsportefeuilleposities die onderhevig zijn aan valutarisico of grondstoffenrisico als de som van de volgende drie componenten:

    a)

    de eigenvermogensvereiste volgens de op gevoeligheden gebaseerde methode van deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 2, VKV;

    b)

    de eigenvermogensvereiste voor het wanbetalingsrisico van deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 5, VKV voor posities in de handelsportefeuille;

    c)

    de eigenvermogensvereiste voor het restrisico van deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 4, VKV voor posities in de handelsportefeuille.

    2.2.   Instructies voor bepaalde posities

    Kolom

    Verwijzingen naar wetgeving en instructies

    0010 — 0150

    Posities onderworpen aan de op gevoeligheden gebaseerde methode

    De eigenvermogensvereisten berekend volgens de op gevoeligheden gebaseerde methode voor delta-, vega- en curvatuurrisico voor instrumenten met en zonder optionaliteit, naargelang van het geval, worden in de template afzonderlijk en als een som gerapporteerd.

    De procedure voor de berekening van de risicoklassespecifieke eigenvermogensvereisten wordt uitgevoerd voor drie verschillende scenario’s per risicoklasse, die in afzonderlijke afdelingen van de template worden weergegeven:

    het “lage correlaties”-scenario in de kolommen 0040 tot en met 0070;

    het “mediumcorrelaties”-scenario in de kolommen 0080 tot en met 0110;

    het “hoge correlaties”-scenario in de kolommen 0120 tot en met 0150.

    0010 — 0030

    Ongewogen deltagevoeligheden

    0010

    Ongewogen delta-gevoeligheden — Positief

    Artikel 325 septies, lid 3, en artikel 325 novodecies VKV.

    De instellingen berekenen de gevoeligheid van hun portefeuille voor elke risicofactor binnen de risicoklasse overeenkomstig artikel 325 septies, lid 3, VKV. Zij rapporteren de som van alle positieve gevoeligheden voor deltarisicofactoren binnen de risicoklasse.

    0020

    Ongewogen delta-gevoeligheden — Negatief

    Artikel 325 septies, lid 3, en artikel 325 novodecies VKV.

    De instellingen berekenen de gevoeligheid van hun portefeuille voor elke risicofactor binnen de risicoklasse overeenkomstig artikel 325 septies, lid 3, VKV. Zij rapporteren de som van alle negatieve gevoeligheden voor deltarisicofactoren binnen de risicoklasse.

    0030

    Ongewogen delta-gevoeligheden — Nettogevoeligheden per risicoklasse

    De instellingen rapporteren het nettobedrag van alle positieve en negatieve gevoeligheden voor de verschillende deltarisicofactoren binnen een risicoklasse.

    0040, 0080, 0120

    Deltarisico

    Artikel 325 sexies, lid 1, onder a), en artikel 325 septies, VKV.

    De instellingen rapporteren het risicoklassespecifieke eigenvermogensvereiste voor het in artikel 325 septies, lid 8, VKV bedoelde deltarisico overeenkomstig het toepasselijke scenario.

    0050, 0090, 0130

    Vegarisico

    Artikel 325 sexies, lid 1, onder b), en artikel 325 septies, VKV.

    De instellingen rapporteren het risicoklassespecifieke eigenvermogensvereiste voor het in artikel 325 septies, lid 8, VKV bedoelde vegarisico overeenkomstig het toepasselijke scenario.

    0060, 0100, 0140

    Curvatuurrisico

    Artikel 325 sexies, lid 1, onder c), en artikel 325 octies, VKV.

    0070, 0110, 0150

    Totaal

    Artikel 325 nonies, lid 3, VKV.

    De instellingen rapporteren de som van de risicoklassespecifieke eigenvermogensvereisten voor het delta-, vega- en curvatuurrisico voor elk scenario.

    0160 — 0170

    Posities onderhevig aan grondstoffenrisico — Bruto “jump to default” (JTD)-bedragen

    De instellingen rapporteren de overeenkomstig artikel 325 quatervicies VKV berekende bruto jump-to-default-bedragen voor hun blootstellingen aan niet-securitisatie-instrumenten voor securitisaties die niet zijn opgenomen in de ACHP zoals bepaald in overeenstemming met artikel 325 septvicies van die VKV en voor securitisatieblootstellingen en niet-securitisatieblootstellingen die zijn opgenomen in de ACHP zoals bepaald in overeenstemming met artikel 325 tricies VKV, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt naar lange en korte blootstellingen.

    0160

    Lang

    0170

    Kort

    0180

    Posities onderhevig aan restrisico — Bruto notionele waarde

    Artikel 325 duovicies VKV.

    De instellingen rapporteren de in artikel 325 duovicies, lid 3, VKV bedoelde notionele brutobedragen van de in artikel 325 duovicies, lid 2, VKV bedoelde instrumenten waarop het in artikel 325 duovicies, leden 1 en 4 bedoelde eigenvermogensvereiste voor restrisico van toepassing is.

    0190

    Eigenvermogensvereisten

    Artikel 325 nonies, lid 4, de artikelen 325 quatervicies tot en met 325 untricies en artikel 325 duovicies VKV.

    De overeenkomstig deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, VKV bepaalde kapitaalopslag voor posities die binnen het toepassingsgebied van de alternatieve standaardbenadering.

    0200

    Totaal van de risicoposten

    Artikel 92, lid 3, onder b), VKV en artikel 92, lid 4, VKV


    Rij

    Verwijzingen naar wetgeving en instructies

    0010

    Totaal (alternatieve standaardbenadering)

    0020 — 0080

    Op gevoeligheden gebaseerde methode

    Deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 2, VKV;

    0020

    Algemene-renterisico (GIRR)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt i), VKV

    0030

    Creditspreadrisico voor niet-securitisaties (CSR)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt ii), VKV

    0040

    Creditspreadrisico voor securitisatie niet opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (niet-ACHP CSR)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt iii), VKV

    0050

    ACHP CSR — Creditspreadrisico voor securitisatie opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (ACHP CSR)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt iv), VKV

    0060

    Aandelenrisico (EQU)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt v), VKV

    0070

    Grondstoffenrisico (COM)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt vi), VKV

    0080

    Wisselkoersrisico (FX)

    Artikel 325 quinquies, lid 1, punt vii), VKV

    0090 — 0110

    Wanbetalingsrisico

    Deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 5, VKV;

    0090

    Niet-securitisaties

    Deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 5, onderafdeling 1, VKV;

    0100

    Securitisatie niet opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (niet-ACHP)

    Deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 5, onderafdeling 2, VKV;

    0110

    Securitisatie opgenomen in de alternatieve correlatiehandelsportefeuille (ACHP)

    Deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 5, onderafdeling 3, VKV;

    0120 — 0130

    Restrisico

    Deel drie, titel IV, hoofdstuk 1 bis, afdeling 4, VKV;

    0120

    Exotische onderliggende waarden

    Artikel 325 duovicies, lid 2, onder a), VKV.

    0130

    Overige restrisico’s

    Artikel 325 duovicies, lid 2, onder b), VKV.


    Top