Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020B0537

    Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2020/537 van de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

    PB L 126 van 21.4.2020, p. 67–96 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020

    ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2020/2/oj

    21.4.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 126/67


    DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2020/537

    van de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

    DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

    gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),

    gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2),

    gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

    gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

    gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, definitief vastgesteld op 27 november 2019 (5),

    gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, goedgekeurd door de Commissie op 2 april 2020,

    gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2020, vastgesteld door de Raad op 14 april 2020 en op dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement,

    gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 april 2020,

    gezien de artikelen 94 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,

    CONSTATEERT:

    Enig artikel

    De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 17 april 2020.

    De Voorzitter

    D. M. SASSOLI


    (1)  PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105.

    (2)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

    (3)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

    (4)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

    (5)  PB L 57 van 27.2.2020.


    GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2020

    INHOUD

    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

    A. Inleiding en financiering van de algemene begroting 69
    B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel 78

    — Titel 1:

    Eigen middelen 79

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Afdeling III: Commissie

    — Uitgaven 84

    — Titel 18:

    Migratie en binnenlandse zaken 87

    — Titel 23:

    Humanitaire hulp en civiele bescherming 92

    A.   INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2020 moeten worden gedekt op grond van artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

    UITGAVEN

    Omschrijving

    Begroting 2020 (1)

    Begroting 2019 (2)

    Verschil (in %)

    1.

    Slimme en inclusieve groei

    72 353 828 442

    67 556 947 173

    +7,10

    2.

    Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

    57 904 492 439

    57 399 857 331

    +0,88

    3.

    Veiligheid en burgerschap

    5 278 527 141

    3 527 434 894

    +49,64

    4.

    Europa als wereldspeler

    8 944 061 191

    9 358 295 603

    –4,43

    5.

    Administratie

    10 274 196 704

    9 944 904 743

    +3,31

    6.

    Compensatie

    p.m.

    p.m.

    Speciale instrumenten

    418 500 000

    705 051 794

    –40,64

    Totaal uitgaven  (3)

    155 173 605 917

    148 492 491 538

    +4,50


    ONTVANGSTEN

    Omschrijving

    Begroting 2020 (4)

    Begroting 2019 (5)

    Verschil (in %)

    Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

    1 928 450 061

    1 894 392 136

    +1,80

    Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

    p.m.

    1 802 988 329

    Terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

    p.m.

    p.m.

    Nettosaldo van btw- en bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1, 3 2 en 3 3)

    p.m.

    p.m.

    Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

    1 928 450 061

    3 697 380 465

    –47,84

    Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

    22 156 900 000

    21 471 164 786

    +3,19

    Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

    18 945 245 250

    17 738 667 150

    +6,80

    Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

    112 143 010 606

    105 585 279 137

    +6,21

    Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten (6).

    153 245 155 856

    144 795 111 073

    +5,84

    Totaal ontvangsten  (7)

    155 173 605 917

    148 492 491 538

    +4,50


    TABEL 1

    Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    Lidstaat

    1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Aftoppingspercentage (in %)

    1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

    1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

    Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6)

    België

    2 064 785 000

    4 828 731 000

    50

    2 414 365 500

    2 064 785 000

     

    Bulgarije

    294 223 000

    619 079 000

    50

    309 539 500

    294 223 000

     

    Tsjechië

    954 547 000

    2 157 592 000

    50

    1 078 796 000

    954 547 000

     

    Denemarken

    1 236 816 000

    3 248 081 000

    50

    1 624 040 500

    1 236 816 000

     

    Duitsland

    15 101 735 000

    36 775 058 000

    50

    18 387 529 000

    15 101 735 000

     

    Estland

    137 193 000

    280 639 000

    50

    140 319 500

    137 193 000

     

    Ierland

    960 910 000

    2 784 713 000

    50

    1 392 356 500

    960 910 000

     

    Griekenland

    766 480 000

    1 973 712 000

    50

    986 856 000

    766 480 000

     

    Spanje

    5 902 319 000

    12 978 152 000

    50

    6 489 076 000

    5 902 319 000

     

    Frankrijk

    11 424 424 000

    25 387 121 000

    50

    12 693 560 500

    11 424 424 000

     

    Kroatië

    353 644 000

    551 259 000

    50

    275 629 500

    275 629 500

    Kroatië

    Italië

    7 379 229 000

    18 340 730 000

    50

    9 170 365 000

    7 379 229 000

     

    Cyprus

    147 038 000

    219 566 000

    50

    109 783 000

    109 783 000

    Cyprus

    Letland

    127 770 000

    328 766 000

    50

    164 383 000

    127 770 000

     

    Litouwen

    201 136 000

    483 628 000

    50

    241 814 000

    201 136 000

     

    Luxemburg

    322 993 000

    442 746 000

    50

    221 373 000

    221 373 000

    Luxemburg

    Hongarije

    612 612 000

    1 437 840 000

    50

    718 920 000

    612 612 000

     

    Malta

    94 154 000

    132 750 000

    50

    66 375 000

    66 375 000

    Malta

    Nederland

    3 436 775 000

    8 302 270 000

    50

    4 151 135 000

    3 436 775 000

     

    Oostenrijk

    1 867 511 000

    4 131 641 000

    50

    2 065 820 500

    1 867 511 000

     

    Polen

    2 664 822 000

    5 358 014 000

    50

    2 679 007 000

    2 664 822 000

     

    Portugal

    1 102 521 000

    2 105 933 000

    50

    1 052 966 500

    1 052 966 500

    Portugal

    Roemenië

    804 913 000

    2 266 156 000

    50

    1 133 078 000

    804 913 000

     

    Slovenië

    236 104 000

    507 667 000

    50

    253 833 500

    236 104 000

     

    Slowakije

    363 409 000

    999 569 000

    50

    499 784 500

    363 409 000

     

    Finland

    1 051 297 000

    2 487 111 000

    50

    1 243 555 500

    1 051 297 000

     

    Zweden

    2 102 533 000

    4 888 140 000

    50

    2 444 070 000

    2 102 533 000

     

    Verenigd Koninkrijk

    12 053 669 000

    25 863 586 000

    50

    12 931 793 000

    12 053 669 000

     

    Totaal

    73 765 562 000

    169 880 250 000

     

    84 940 125 000

    73 471 339 000

     


    TABEL 2

    Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)

    Lidstaat

    1 % van de afgetopte btw-grondslag

    Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

    Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    2 064 785 000

    0,30

    619 435 500

    Bulgarije

    294 223 000

    0,30

    88 266 900

    Tsjechië

    954 547 000

    0,30

    286 364 100

    Denemarken

    1 236 816 000

    0,30

    371 044 800

    Duitsland

    15 101 735 000

    0,15

    2 265 260 250

    Estland

    137 193 000

    0,30

    41 157 900

    Ierland

    960 910 000

    0,30

    288 273 000

    Griekenland

    766 480 000

    0,30

    229 944 000

    Spanje

    5 902 319 000

    0,30

    1 770 695 700

    Frankrijk

    11 424 424 000

    0,30

    3 427 327 200

    Kroatië

    275 629 500

    0,30

    82 688 850

    Italië

    7 379 229 000

    0,30

    2 213 768 700

    Cyprus

    109 783 000

    0,30

    32 934 900

    Letland

    127 770 000

    0,30

    38 331 000

    Litouwen

    201 136 000

    0,30

    60 340 800

    Luxemburg

    221 373 000

    0,30

    66 411 900

    Hongarije

    612 612 000

    0,30

    183 783 600

    Malta

    66 375 000

    0,30

    19 912 500

    Nederland

    3 436 775 000

    0,15

    515 516 250

    Oostenrijk

    1 867 511 000

    0,30

    560 253 300

    Polen

    2 664 822 000

    0,30

    799 446 600

    Portugal

    1 052 966 500

    0,30

    315 889 950

    Roemenië

    804 913 000

    0,30

    241 473 900

    Slovenië

    236 104 000

    0,30

    70 831 200

    Slowakije

    363 409 000

    0,30

    109 022 700

    Finland

    1 051 297 000

    0,30

    315 389 100

    Zweden

    2 102 533 000

    0,15

    315 379 950

    Verenigd Koninkrijk

    12 053 669 000

    0,30

    3 616 100 700

    Totaal

    73 471 339 000

     

    18 945 245 250


    TABEL 3

    Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)

    Lidstaat

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

    Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    4 828 731 000

     

    3 187 589 091

    Bulgarije

    619 079 000

     

    408 672 479

    Tsjechië

    2 157 592 000

     

    1 424 290 714

    Denemarken

    3 248 081 000

     

    2 144 154 968

    Duitsland

    36 775 058 000

     

    24 276 310 633

    Estland

    280 639 000

     

    185 258 159

    Ierland

    2 784 713 000

     

    1 838 271 956

    Griekenland

    1 973 712 000

     

    1 302 906 051

    Spanje

    12 978 152 000

     

    8 567 264 514

    Frankrijk

    25 387 121 000

     

    16 758 794 383

    Kroatië

    551 259 000

     

    363 902 478

    Italië

    18 340 730 000

     

    12 107 261 903

    Cyprus

    219 566 000

     

    144 942 053

    Letland

    328 766 000

    0,6601298  (9)

    217 028 224

    Litouwen

    483 628 000

     

    319 257 241

    Luxemburg

    442 746 000

     

    292 269 816

    Hongarije

    1 437 840 000

     

    949 160 991

    Malta

    132 750 000

     

    87 632 227

    Nederland

    8 302 270 000

     

    5 480 575 598

    Oostenrijk

    4 131 641 000

     

    2 727 419 229

    Polen

    5 358 014 000

     

    3 536 984 557

    Portugal

    2 105 933 000

     

    1 390 189 070

    Roemenië

    2 266 156 000

     

    1 495 957 042

    Slovenië

    507 667 000

     

    335 126 101

    Slowakije

    999 569 000

     

    659 845 256

    Finland

    2 487 111 000

     

    1 641 816 016

    Zweden

    4 888 140 000

     

    3 226 806 741

    Verenigd Koninkrijk

    25 863 586 000

     

    17 073 323 115

    Totaal

    169 880 250 000

     

    112 143 010 606


    TABEL 4

    Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)

    Lidstaat

    Brutovermindering

    Percentage in de bni-grondslagen

    Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

    Financiering van de vermindering

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4) = (1) + (3)

    België

     

    2,84

    32 315 590

    32 315 590

    Bulgarije

     

    0,36

    4 143 098

    4 143 098

    Tsjechië

     

    1,27

    14 439 375

    14 439 375

    Denemarken

    – 146 333 564

    1,91

    21 737 317

    – 124 596 247

    Duitsland

     

    21,65

    246 111 806

    246 111 806

    Estland

     

    0,17

    1 878 136

    1 878 136

    Ierland

     

    1,64

    18 636 293

    18 636 293

    Griekenland

     

    1,16

    13 208 785

    13 208 785

    Spanje

     

    7,64

    86 854 423

    86 854 423

    Frankrijk

     

    14,94

    169 899 670

    169 899 670

    Kroatië

     

    0,32

    3 689 222

    3 689 222

    Italië

     

    10,80

    122 742 708

    122 742 708

    Cyprus

     

    0,13

    1 469 414

    1 469 414

    Letland

     

    0,19

    2 200 219

    2 200 219

    Litouwen

     

    0,28

    3 236 611

    3 236 611

    Luxemburg

     

    0,26

    2 963 014

    2 963 014

    Hongarije

     

    0,85

    9 622 538

    9 622 538

    Malta

     

    0,08

    888 410

    888 410

    Nederland

    – 782 321 749

    4,89

    55 561 753

    – 726 759 996

    Oostenrijk

     

    2,43

    27 650 415

    27 650 415

    Polen

     

    3,15

    35 857 741

    35 857 741

    Portugal

     

    1,24

    14 093 655

    14 093 655

    Roemenië

     

    1,33

    15 165 924

    15 165 924

    Slovenië

     

    0,30

    3 397 489

    3 397 489

    Slowakije

     

    0,59

    6 689 472

    6 689 472

    Finland

     

    1,46

    16 644 634

    16 644 634

    Zweden

    – 208 243 919

    2,88

    32 713 177

    – 175 530 742

    Verenigd Koninkrijk

     

    15,22

    173 088 343

    173 088 343

    Totaal

    –1 136 899 232

    100,00

    1 136 899 232

    0

    EU GDP price deflator, in EUR (spring 2019 economic forecast): (a) 2011 EU-27 = 100,0000 / (b) 2013 EU-27 = 102,9958 (c) 2013 EU-28 = 102,9874 / (d) 2020 EU-28 = 112,5551

    Lump sum for Netherlands: in 2020 prices: 695 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 782 321 749 EUR

    Lump sum for Sweden: in 2020 prices: 185 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 208 243 919 EUR

    Lump sum for Denmark: in 2020 prices: 130 000 000 EUR × [ (b/a) × (d/c) ] = 146 333 564 EUR


    TABEL 5

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2019 op grond van artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (10) (%)

    Bedrag

    1.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    16,3037

     

    2.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    7,3015

     

    3.

    (1) – (2)

    9,0022

     

    4.

    Totale toegerekende uitgaven

     

    130 008 765 143

    5.

    Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (11)

     

    30 694 725 929

    6.

    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    99 314 039 214

    7.

    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    5 900 699 546

    8.

    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (12)

     

    690 825 371

    9.

    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    5 209 874 175

    10.

    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (13)

     

    –44 494 806

    11.

    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

     

    5 254 368 981


    TABEL 6

    Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op – 5 254 368 981  EUR (hoofdstuk 1 5)

    Lidstaat

    Percentage in de bni-grondslagen

    Percentage zonder het Verenigd Koninkrijk

    Percentage zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

    3/4 van het percentage van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

    Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

    Financieringssleutel

    Op de correctie toegepaste financieringssleutel

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6) = (2) + (4) + (5)

    (7)

    België

    2,84

    3,35

    5,37

     

    1,51

    4,87

    255 665 342

    Bulgarije

    0,36

    0,43

    0,69

     

    0,19

    0,62

    32 778 186

    Tsjechië

    1,27

    1,50

    2,40

     

    0,68

    2,17

    114 237 363

    Denemarken

    1,91

    2,26

    3,61

     

    1,02

    3,27

    171 975 150

    Duitsland

    21,65

    25,54

    0,00

    –19,15

    0,00

    6,38

    335 429 452

    Estland

    0,17

    0,19

    0,31

     

    0,09

    0,28

    14 858 907

    Ierland

    1,64

    1,93

    3,10

     

    0,87

    2,81

    147 441 346

    Griekenland

    1,16

    1,37

    2,19

     

    0,62

    1,99

    104 501 525

    Spanje

    7,64

    9,01

    14,43

     

    4,07

    13,08

    687 150 240

    Frankrijk

    14,94

    17,63

    28,23

     

    7,95

    25,58

    1 344 164 122

    Kroatië

    0,32

    0,38

    0,61

     

    0,17

    0,56

    29 187 341

    Italië

    10,80

    12,74

    20,40

     

    5,75

    18,48

    971 081 015

    Cyprus

    0,13

    0,15

    0,24

     

    0,07

    0,22

    11 625 294

    Letland

    0,19

    0,23

    0,37

     

    0,10

    0,33

    17 407 073

    Litouwen

    0,28

    0,34

    0,54

     

    0,15

    0,49

    25 606 504

    Luxemburg

    0,26

    0,31

    0,49

     

    0,14

    0,45

    23 441 937

    Hongarije

    0,85

    1,00

    1,60

     

    0,45

    1,45

    76 128 874

    Malta

    0,08

    0,09

    0,15

     

    0,04

    0,13

    7 028 674

    Nederland

    4,89

    5,76

    0,00

    –4,32

    0,00

    1,44

    75 725 942

    Oostenrijk

    2,43

    2,87

    0,00

    –2,15

    0,00

    0,72

    37 685 164

    Polen

    3,15

    3,72

    5,96

     

    1,68

    5,40

    283 689 127

    Portugal

    1,24

    1,46

    2,34

     

    0,66

    2,12

    111 502 190

    Roemenië

    1,33

    1,57

    2,52

     

    0,71

    2,28

    119 985 468

    Slovenië

    0,30

    0,35

    0,56

     

    0,16

    0,51

    26 879 289

    Slowakije

    0,59

    0,69

    1,11

     

    0,31

    1,01

    52 923 874

    Finland

    1,46

    1,73

    2,77

     

    0,78

    2,51

    131 684 305

    Zweden

    2,88

    3,39

    0,00

    –2,55

    0,00

    0,85

    44 585 277

    Verenigd Koninkrijk

    15,22

    0,00

    0,00

     

    0,00

    0,00

    0

    Totaal

    100,00

    100,00

    100,00

    –28,17

    28,17

    100,00

    5 254 368 981

    De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

    TABEL 7

    Overzicht van de financiering (14) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

    Lidstaat

    Traditionele eigen middelen (TEM)

     

    Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

    Totaal eigen middelen (15)

    Nettobijdragen van de suikersector (80 %)

    Nettodouanerechten (80 %)

    Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %)

    Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.)

    Eigen middelen uit de btw

    Bni-middelen

    Vermindering ten voordele van: Denemarken, Nederland en Zweden.

    Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

    Totaal nationale bijdragen

    Percentage (%) in totaal „nationale bijdragen”

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) + (2)

    (4)

    (5)

    (6)

    (7)

    (8)

    (9) = (5) + (6) + (7) + (8)

    (10)

    (11) = (3) + (9)

    België

    p.m.

    2 264 600 000

    2 264 600 000

    566 150 000

    619 435 500

    3 187 589 091

    32 315 590

    255 665 342

    4 095 005 523

    3,12

    6 359 605 523

    Bulgarije

    p.m.

    113 700 000

    113 700 000

    28 425 000

    88 266 900

    408 672 479

    4 143 098

    32 778 186

    533 860 663

    0,41

    647 560 663

    Tsjechië

    p.m.

    316 800 000

    316 800 000

    79 200 000

    286 364 100

    1 424 290 714

    14 439 375

    114 237 363

    1 839 331 552

    1,40

    2 156 131 552

    Denemarken

    p.m.

    372 700 000

    372 700 000

    93 175 000

    371 044 800

    2 144 154 968

    – 124 596 247

    171 975 150

    2 562 578 671

    1,95

    2 935 278 671

    Duitsland

    p.m.

    4 257 000 000

    4 257 000 000

    1 064 250 000

    2 265 260 250

    24 276 310 633

    246 111 806

    335 429 452

    27 123 112 141

    20,69

    31 380 112 141

    Estland

    p.m.

    36 900 000

    36 900 000

    9 225 000

    41 157 900

    185 258 159

    1 878 136

    14 858 907

    243 153 102

    0,19

    280 053 102

    Ierland

    p.m.

    333 400 000

    333 400 000

    83 350 000

    288 273 000

    1 838 271 956

    18 636 293

    147 441 346

    2 292 622 595

    1,75

    2 626 022 595

    Griekenland

    p.m.

    193 100 000

    193 100 000

    48 275 000

    229 944 000

    1 302 906 051

    13 208 785

    104 501 525

    1 650 560 361

    1,26

    1 843 660 361

    Spanje

    p.m.

    1 660 500 000

    1 660 500 000

    415 125 000

    1 770 695 700

    8 567 264 514

    86 854 423

    687 150 240

    11 111 964 877

    8,48

    12 772 464 877

    Frankrijk

    p.m.

    1 823 600 000

    1 823 600 000

    455 900 000

    3 427 327 200

    16 758 794 383

    169 899 670

    1 344 164 122

    21 700 185 375

    16,55

    23 523 785 375

    Kroatië

    p.m.

    41 300 000

    41 300 000

    10 325 000

    82 688 850

    363 902 478

    3 689 222

    29 187 341

    479 467 891

    0,37

    520 767 891

    Italië

    p.m.

    1 998 200 000

    1 998 200 000

    499 550 000

    2 213 768 700

    12 107 261 903

    122 742 708

    971 081 015

    15 414 854 326

    11,76

    17 413 054 326

    Cyprus

    p.m.

    27 100 000

    27 100 000

    6 775 000

    32 934 900

    144 942 053

    1 469 414

    11 625 294

    190 971 661

    0,15

    218 071 661

    Letland

    p.m.

    47 000 000

    47 000 000

    11 750 000

    38 331 000

    217 028 224

    2 200 219

    17 407 073

    274 966 516

    0,21

    321 966 516

    Litouwen

    p.m.

    108 500 000

    108 500 000

    27 125 000

    60 340 800

    319 257 241

    3 236 611

    25 606 504

    408 441 156

    0,31

    516 941 156

    Luxemburg

    p.m.

    16 800 000

    16 800 000

    4 200 000

    66 411 900

    292 269 816

    2 963 014

    23 441 937

    385 086 667

    0,29

    401 886 667

    Hongarije

    p.m.

    223 900 000

    223 900 000

    55 975 000

    183 783 600

    949 160 991

    9 622 538

    76 128 874

    1 218 696 003

    0,93

    1 442 596 003

    Malta

    p.m.

    14 700 000

    14 700 000

    3 675 000

    19 912 500

    87 632 227

    888 410

    7 028 674

    115 461 811

    0,09

    130 161 811

    Nederland

    p.m.

    2 758 500 000

    2 758 500 000

    689 625 000

    515 516 250

    5 480 575 598

    – 726 759 996

    75 725 942

    5 345 057 794

    4,08

    8 103 557 794

    Oostenrijk

    p.m.

    222 900 000

    222 900 000

    55 725 000

    560 253 300

    2 727 419 229

    27 650 415

    37 685 164

    3 353 008 108

    2,56

    3 575 908 108

    Polen

    p.m.

    844 800 000

    844 800 000

    211 200 000

    799 446 600

    3 536 984 557

    35 857 741

    283 689 127

    4 655 978 025

    3,55

    5 500 778 025

    Portugal

    p.m.

    199 900 000

    199 900 000

    49 975 000

    315 889 950

    1 390 189 070

    14 093 655

    111 502 190

    1 831 674 865

    1,40

    2 031 574 865

    Roemenië

    p.m.

    206 000 000

    206 000 000

    51 500 000

    241 473 900

    1 495 957 042

    15 165 924

    119 985 468

    1 872 582 334

    1,43

    2 078 582 334

    Slovenië

    p.m.

    90 700 000

    90 700 000

    22 675 000

    70 831 200

    335 126 101

    3 397 489

    26 879 289

    436 234 079

    0,33

    526 934 079

    Slowakije

    p.m.

    107 700 000

    107 700 000

    26 925 000

    109 022 700

    659 845 256

    6 689 472

    52 923 874

    828 481 302

    0,63

    936 181 302

    Finland

    p.m.

    163 500 000

    163 500 000

    40 875 000

    315 389 100

    1 641 816 016

    16 644 634

    131 684 305

    2 105 534 055

    1,61

    2 269 034 055

    Zweden

    p.m.

    538 600 000

    538 600 000

    134 650 000

    315 379 950

    3 226 806 741

    – 175 530 742

    44 585 277

    3 411 241 226

    2,60

    3 949 841 226

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    3 174 500 000

    3 174 500 000

    793 625 000

    3 616 100 700

    17 073 323 115

    173 088 343

    –5 254 368 981

    15 608 143 177

    11,91

    18 782 643 177

    Totaal

    p.m.

    22 156 900 000

    22 156 900 000

    5 539 225 000

    18 945 245 250

    112 143 010 606

    0

    0

    131 088 255 856

    100,00

    153 245 155 856

    B.   ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

    Titel

    Omschrijving

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    1

    EIGEN MIDDELEN

    151 715 155 856

    1 530 000 000

    153 245 155 856

    3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    p.m.

     

    p.m.

    4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    1 651 322 700

     

    1 651 322 700

    5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    15 050 000

     

    15 050 000

    6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    130 000 000

     

    130 000 000

    7

    ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

    115 000 000

     

    115 000 000

    8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    2 076 361

     

    2 076 361

    9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    15 001 000

     

    15 001 000

     

    TOTAAL-GENERAAL

    153 643 605 917

    1 530 000 000

    155 173 605 917

    TITEL 1

    EIGEN MIDDELEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

     

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 1

    Bijdragen in verband met de opslag van suiker

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 3

    Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 7

    Productieheffing

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 8

    Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 9

    Overschotheffing

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    22 156 900 000

     

    22 156 900 000

     

    HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

    22 156 900 000

     

    22 156 900 000

     

    HOOFDSTUK 1 3

    1 3 0

    Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    18 945 245 250

     

    18 945 245 250

     

    HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

    18 945 245 250

     

    18 945 245 250

     

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    110 613 010 606

    1 530 000 000

    112 143 010 606

     

    HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

    110 613 010 606

    1 530 000 000

    112 143 010 606

     

    HOOFDSTUK 1 5

    1 5 0

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    0 ,—

     

    0 ,—

     

    HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

    0 ,—

     

    0 ,—

     

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 0

    Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    0 ,—

     

    0 ,—

     

    HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

    0 ,—

     

    0 ,—

     

    Titel 1 — Totaal

    151 715 155 856

    1 530 000 000

    153 245 155 856

    HOOFDSTUK 1 1 —

    BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

    HOOFDSTUK 1 2 —

    DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 3 —

    EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 4 —

    EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 5 —

    CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

    HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

    1 4 0
    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    110 613 010 606

    1 530 000 000

    112 143 010 606

    Toelichting

    De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

    Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

    Het voor begrotingsjaar 2020 op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6601 %.

    Rechtsgronden

    Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).

    Lidstaat

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    België

    3 144 099 878

    43 489 213

    3 187 589 091

    Bulgarije

    403 096 840

    5 575 639

    408 672 479

    Tsjechië

    1 404 858 698

    19 432 016

    1 424 290 714

    Denemarken

    2 114 901 633

    29 253 335

    2 144 154 968

    Duitsland

    23 945 101 802

    331 208 831

    24 276 310 633

    Estland

    182 730 628

    2 527 531

    185 258 159

    Ierland

    1 813 191 873

    25 080 083

    1 838 271 956

    Griekenland

    1 285 130 122

    17 775 929

    1 302 906 051

    Spanje

    8 450 378 810

    116 885 704

    8 567 264 514

    Frankrijk

    16 530 149 234

    228 645 149

    16 758 794 383

    Kroatië

    358 937 649

    4 964 829

    363 902 478

    Italië

    11 942 078 976

    165 182 927

    12 107 261 903

    Cyprus

    142 964 566

    1 977 487

    144 942 053

    Letland

    214 067 245

    2 960 979

    217 028 224

    Litouwen

    314 901 521

    4 355 720

    319 257 241

    Luxemburg

    288 282 293

    3 987 523

    292 269 816

    Hongarije

    936 211 309

    12 949 682

    949 160 991

    Malta

    86 436 635

    1 195 592

    87 632 227

    Nederland

    5 405 802 497

    74 773 101

    5 480 575 598

    Oostenrijk

    2 690 208 248

    37 210 981

    2 727 419 229

    Polen

    3 488 728 439

    48 256 118

    3 536 984 557

    Portugal

    1 371 222 313

    18 966 757

    1 390 189 070

    Roemenië

    1 475 547 261

    20 409 781

    1 495 957 042

    Slovenië

    330 553 877

    4 572 224

    335 126 101

    Slowakije

    650 842 793

    9 002 463

    659 845 256

    Finland

    1 619 416 238

    22 399 778

    1 641 816 016

    Zweden

    3 182 782 470

    44 024 271

    3 226 806 741

    Verenigd Koninkrijk

    16 840 386 758

    232 936 357

    17 073 323 115

    Totaal van artikel 1 4 0

    110 613 010 606

    1 530 000 000

    112 143 010 606

    AFDELING III

    COMMISSIE

    UITGAVEN

    Titel

    Omschrijving

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01

    ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

    550 910 219

    1 501 374 219

     

     

    550 910 219

    1 501 374 219

    02

    INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

    3 203 612 540

    2 706 787 634

     

     

    3 203 612 540

    2 706 787 634

    03

    CONCURRENTIE

    116 380 398

    116 380 398

     

     

    116 380 398

    116 380 398

    04

    WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

    14 881 605 545

    13 394 134 411

     

     

    14 881 605 545

    13 394 134 411

    05

    LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    58 698 932 091

    57 007 767 922

     

     

    58 698 932 091

    57 007 767 922

    06

    MOBILITEIT EN VERVOER

    4 871 268 495

    3 065 461 523

     

     

    4 871 268 495

    3 065 461 523

    07

    MILIEU

    555 989 653

    410 691 242

     

     

    555 989 653

    410 691 242

    08

    ONDERZOEK EN INNOVATIE

    7 987 937 964

    7 093 573 238

     

     

    7 987 937 964

    7 093 573 238

    09

    COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

    2 684 291 569

    2 310 507 713

     

     

    2 684 291 569

    2 310 507 713

    10

    EIGEN ONDERZOEK

    452 584 121

    446 424 944

     

     

    452 584 121

    446 424 944

    11

    MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

    1 096 734 831

    904 804 693

     

     

    1 096 734 831

    904 804 693

    Reserves (40 02 41)

    67 843 000

    64 300 000

     

     

    67 843 000

    64 300 000

     

    1 164 577 831

    969 104 693

     

     

    1 164 577 831

    969 104 693

    12

    FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

    114 419 241

    115 165 918

     

     

    114 419 241

    115 165 918

    13

    REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

    42 471 510 173

    36 055 407 098

     

     

    42 471 510 173

    36 055 407 098

    14

    BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    177 055 750

    170 293 750

     

     

    177 055 750

    170 293 750

    15

    ONDERWIJS EN CULTUUR

    4 828 897 829

    4 457 288 075

     

     

    4 828 897 829

    4 457 288 075

    16

    COMMUNICATIE

    219 381 095

    216 738 095

     

     

    219 381 095

    216 738 095

    17

    GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

    668 839 926

    625 083 932

     

     

    668 839 926

    625 083 932

    18

    MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

    3 027 715 528

    2 806 600 656

    2 700 000 000

    1 380 000 000

    5 727 715 528

    4 186 600 656

    Reserves (40 02 41)

    1 003 000

    1 003 000

     

     

    1 003 000

    1 003 000

     

    3 028 718 528

    2 807 603 656

    2 700 000 000

    1 380 000 000

    5 728 718 528

    4 187 603 656

    19

    INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

    907 036 746

    808 717 831

     

     

    907 036 746

    808 717 831

    20

    HANDEL

    119 662 291

    118 971 291

     

     

    119 662 291

    118 971 291

    21

    INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

    3 819 395 952

    3 320 689 539

     

     

    3 819 395 952

    3 320 689 539

    22

    NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

    4 349 309 007

    3 379 739 705

     

     

    4 349 309 007

    3 379 739 705

    23

    HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

    1 440 017 691

    1 386 881 622

    300 000 000

    150 000 000

    1 740 017 691

    1 536 881 622

    24

    FRAUDEBESTRIJDING

    84 569 600

    80 879 853

     

     

    84 569 600

    80 879 853

    25

    BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

    261 638 248

    262 663 248

     

     

    261 638 248

    262 663 248

    26

    ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

    1 169 128 790

    1 168 977 000

     

     

    1 169 128 790

    1 168 977 000

    27

    BEGROTING

    72 732 451

    72 732 451

     

     

    72 732 451

    72 732 451

    28

    AUDIT

    20 254 041

    20 254 041

     

     

    20 254 041

    20 254 041

    29

    STATISTIEK

    162 101 479

    159 101 479

     

     

    162 101 479

    159 101 479

    30

    PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

    2 133 215 000

    2 133 215 000

     

     

    2 133 215 000

    2 133 215 000

    31

    TALENDIENSTEN

    410 651 078

    410 651 078

     

     

    410 651 078

    410 651 078

    32

    ENERGIE

    2 399 423 663

    1 870 314 222

     

     

    2 399 423 663

    1 870 314 222

    33

    JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

    285 532 215

    281 548 093

     

     

    285 532 215

    281 548 093

    34

    KLIMAATACTIE

    180 975 805

    114 778 918

     

     

    180 975 805

    114 778 918

    40

    RESERVES

    537 763 000

    358 500 000

     

     

    537 763 000

    358 500 000

     

    Totaal

    165 030 320 025

    149 418 403 832

    3 000 000 000

    1 530 000 000

    168 030 320 025

    150 948 403 832

    Waarvan reserves (40 02 41)

    68 846 000

    65 303 000

     

     

    68 846 000

    65 303 000

    TITEL 18

    MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

    75 646 240

    75 646 240

    54 000 000

    54 000 000

    129 646 240

    129 646 240

    18 02

    INTERNE VEILIGHEID

    1 374 438 016

    1 448 316 397

     

     

    1 374 438 016

    1 448 316 397

    Reserves (40 02 41)

    1 003 000

    1 003 000

     

     

    1 003 000

    1 003 000

     

    1 375 441 016

    1 449 319 397

     

     

    1 375 441 016

    1 449 319 397

    18 03

    ASIEL EN MIGRATIE

    1 344 517 703

    1 068 431 663

     

     

    1 344 517 703

    1 068 431 663

    18 04

    BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

    28 344 000

    27 030 751

     

     

    28 344 000

    27 030 751

    18 05

    HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

    185 504 220

    168 609 256

     

     

    185 504 220

    168 609 256

    18 06

    ANTIDRUGSBELEID

    19 265 349

    18 566 349

     

     

    19 265 349

    18 566 349

    18 07

    INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

    p.m.

    p.m.

    2 646 000 000

    1 326 000 000

    2 646 000 000

    1 326 000 000

     

    Titel 18 — Totaal

    3 027 715 528

    2 806 600 656

    2 700 000 000

    1 380 000 000

    5 727 715 528

    4 186 600 656

    Reserves (40 02 41)

    1 003 000

    1 003 000

     

     

    1 003 000

    1 003 000

     

    3 028 718 528

    2 807 603 656

    2 700 000 000

    1 380 000 000

    5 728 718 528

    4 187 603 656

    HOOFDSTUK 18 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    18 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

    18 01 01

    Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

    5,2

    54 395 721

     

    54 395 721

    18 01 02

    Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

    18 01 02 01

    Extern personeel

    5,2

    3 830 516

     

    3 830 516

    18 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5,2

    2 782 524

     

    2 782 524

     

    Artikel 18 01 02 — Subtotaal

     

    6 613 040

     

    6 613 040

    18 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

    5,2

    3 607 559

     

    3 607 559

    18 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

    18 01 04 01

    Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

    3

    2 500 000

     

    2 500 000

    18 01 04 02

    Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

    3

    2 500 000

     

    2 500 000

    18 01 04 03

    Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

    3

    188 000

     

    188 000

    18 01 04 04

    Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

    3

    100 000

     

    100 000

    18 01 04 05

    Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

    3

    p.m.

    54 000 000

    54 000 000

     

    Artikel 18 01 04 — Subtotaal

     

    5 288 000

    54 000 000

    59 288 000

    18 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

    18 01 05 01

    Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

    1,1

    2 304 334

     

    2 304 334

    18 01 05 02

    Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

    1,1

    568 673

     

    568 673

    18 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

    1,1

    588 913

     

    588 913

     

    Artikel 18 01 05 — Subtotaal

     

    3 461 920

     

    3 461 920

    18 01 06

    Uitvoerende agentschappen

    18 01 06 01

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

    3

    2 280 000

     

    2 280 000

     

    Artikel 18 01 06 — Subtotaal

     

    2 280 000

     

    2 280 000

     

    Hoofdstuk 18 01 — Totaal

     

    75 646 240

    54 000 000

    129 646 240

    18 01 04
    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

    18 01 04 05
    Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    p.m.

    54 000 000

    54 000 000

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de noodhulp binnen de Unie. Het gaat hierbij onder meer om:

    voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatiewerkzaamheden,

    uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, het beheer en de ondersteuning van informatiesystemen, bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van noodhulp en deskundigen op dit gebied,

    studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de noodhulp,

    andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 07 01.

    HOOFDSTUK 18 07 —   INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 07

    INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

    18 07 01

    Noodhulp binnen de Unie

    3

    p.m.

    p.m.

    2 646 000 000

    1 326 000 000

    2 646 000 000

    1 326 000 000

     

    Hoofdstuk 18 07 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    2 646 000 000

    1 326 000 000

    2 646 000 000

    1 326 000 000

    18 07 01
    Noodhulp binnen de Unie

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    2 646 000 000

    1 326 000 000

    2 646 000 000

    1 326 000 000

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van noodhulpoperaties om te voorzien in de urgente en uitzonderlijke behoeften in de lidstaten als gevolg van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, zoals de plotselinge en massale instroom van onderdanen van derde landen (vluchtelingen en migranten) op hun grondgebied.

    Noodhulp voorziet in op de behoeften afgestemde noodmaatregelen, in aanvulling op de reactie van de getroffen lidstaten, gericht op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk lijden en het bewaren van de menselijke waardigheid. De noodmaatregelen kunnen bijstand, hulpverlening en waar nodig beschermingsoperaties omvatten teneinde levens te redden en te sparen in geval van rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van noodhulpoperaties noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de getroffen groepen personen, werkzaamheden op korte termijn in verband met het herstel en de wederopbouw, van met name voorzieningen, opslag, vervoer, logistiek en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

    Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties nodig zijn.

    Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen en aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding, en die voor een grotere transparantie zorgt.

    Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Door de Commissie op 1 april 2020 ingediend voorstel voor een verordening van de Raad tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 (COM(2020) 175).

    TITEL 23

    HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

    53 528 912

    53 528 912

     

     

    53 528 912

    53 528 912

    23 02

    HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

    1 092 234 779

    1 197 700 000

     

     

    1 092 234 779

    1 197 700 000

    23 03

    HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

    274 899 000

    118 067 750

    300 000 000

    150 000 000

    574 899 000

    268 067 750

    23 04

    HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

    19 355 000

    17 584 960

     

     

    19 355 000

    17 584 960

     

    Titel 23 — Totaal

    1 440 017 691

    1 386 881 622

    300 000 000

    150 000 000

    1 740 017 691

    1 536 881 622

    HOOFDSTUK 23 03 —   HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 03

    HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

    23 03 01

    Rampenpreventie en rampenparaatheid

    23 03 01 01

    Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

    3

    192 788 000

    88 000 000

    300 000 000

    150 000 000

    492 788 000

    238 000 000

    23 03 01 02

    Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

    4

    6 029 000

    5 206 250

     

     

    6 029 000

    5 206 250

    23 03 01 03

    Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

    3

    2 000 000

    2 000 000

     

     

    2 000 000

    2 000 000

     

    Artikel 23 03 01 — Subtotaal

     

    200 817 000

    95 206 250

    300 000 000

    150 000 000

    500 817 000

    245 206 250

    23 03 02

    Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

    23 03 02 01

    Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

    3

    16 382 000

    12 000 000

     

     

    16 382 000

    12 000 000

    23 03 02 02

    Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

    4

    57 700 000

    10 500 000

     

     

    57 700 000

    10 500 000

     

    Artikel 23 03 02 — Subtotaal

     

    74 082 000

    22 500 000

     

     

    74 082 000

    22 500 000

    23 03 51

    Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

    3

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    23 03 77

    Proefprojecten en voorbereidende acties

    23 03 77 03

    Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

    3

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    23 03 77 04

    Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing

    4

    p.m.

    361 500

     

     

    p.m.

    361 500

     

    Artikel 23 03 77 — Subtotaal

     

    p.m.

    361 500

     

     

    p.m.

    361 500

     

    Hoofdstuk 23 03 — Totaal

     

    274 899 000

    118 067 750

    300 000 000

    150 000 000

    574 899 000

    268 067 750

    23 03 01
    Rampenpreventie en rampenparaatheid

    23 03 01 01
    Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

    Begroting 2020

    Gewijzigde begroting nr. 2/2020

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    192 788 000

    88 000 000

    300 000 000

    150 000 000

    492 788 000

    238 000 000

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

    Het dekt met name:

    acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing;

    het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

    de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen;

    de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten;

    de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

    de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen uit de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC);

    een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

    een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

    het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau;

    het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur;

    de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

    informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem Cecis ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

    onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun ter verbetering van de interoperabiliteit;

    onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen;

    de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit;

    workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario’s en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie;

    andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie;

    uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).


    (1)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr.1 en 2/2020.

    (2)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.

    (3)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (4)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting van 2020 (PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr.1 en 2/2020.

    (5)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.

    (6)  De eigen middelen voor de begroting 2020 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 172e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 24 mei 2019.

    (7)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (8)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

    (9)  Berekening van percentage: (112 143 010 606) / (169 880 250 000) = 0,660129771447829.

    (10)  Afgeronde percentages.

    (11)  Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.

    (12)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (13)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (14)  p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (153 245 155 856 + 1 928 450 061 = 155 173 605 917 = 155 173 605 917).

    (15)  Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (153 245 155 856) / (16 988 025 000 000) = 0,90 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.


    Top