Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019Q1122(03)

    Besluit van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad van 18 september 2019 houdende interne voorschriften betreffende de beperking van bepaalde rechten van betrokkenen in verband met de verwerking van hun persoonsgegevens in het kader van de informele procedure van het beleid van de GAR betreffende de bescherming van de waardigheid van personen en ter voorkoming van psychische intimidatie en seksuele intimidatie (GAR/ES/2019/33)

    PB L 301 van 22.11.2019, p. 10–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/proc_rules/2019/1122(3)/oj

    22.11.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 301/10


    BESLUIT VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE AFWIKKELINGSRAAD

    van 18 september 2019

    houdende interne voorschriften betreffende de beperking van bepaalde rechten van betrokkenen in verband met de verwerking van hun persoonsgegevens in het kader van de informele procedure van het beleid van de GAR betreffende de bescherming van de waardigheid van personen en ter voorkoming van psychische intimidatie en seksuele intimidatie (GAR/ES/2019/33)

    DE GEMEENSCHAPPELIJKE AFWIKKELINGSRAAD,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (1), en met name artikel 42, artikel 43, lid 5, artikel 50, lid 3, artikel 56, leden 1 tot en met 3, artikel 61, artikel 63 en artikel 64,

    Gezien Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (2),

    Gezien de raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

    OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

    (1)

    De Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (“GAR”) vervult de taken van een afwikkelingsautoriteit als onderdeel van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (“GAM”) overeenkomstig Verordening (EU) nr. 806/2014. De GAR heeft als opdracht te zorgen voor een correcte afwikkeling van falende banken, met minimale gevolgen voor de reële economie, het financiële systeem en de openbare financiën van de deelnemende lidstaten en daarbuiten.

    (2)

    Artikel 12 bis van het Statuut van de ambtenaren veroordeelt psychische en seksuele intimidatie. Het beleid van de GAR betreffende de bescherming van de waardigheid van de persoon en ter voorkoming van seksuele intimidatie en psychische intimidatie bevat een nadere omschrijving van de bepalingen van bovengenoemd artikel door de cultuur van eerbiediging en bescherming van de waardigheid van alle personeelsleden van de GAR te bevorderen. Het voert ook eenvoudige en doeltreffende procedures in om de waardigheid van alle personen die voor het agentschap werken te beschermen. In het kader van het beleid kan een personeelslid of elke andere persoon die naar nationaal recht voor het agentschap werkt, een informele procedure inleiden door middel van steun van een vertrouwenspersoon als zij zich slachtoffer van seksuele of psychische intimidatie voelen.

    (3)

    De GAR-entiteit belast met human resource, stelt de GAR-entiteit die verantwoordelijk is voor compliance, in kennis van terugkerende gevallen waarbij dezelfde persoon betrokken is, overeenkomstig artikel 7.5 van het beleid van de GAR betreffende de bescherming van de waardigheid van de persoon en ter voorkoming van psychische en seksuele intimidatie. De entiteit die verantwoordelijk is voor compliance zal het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan in kennis stellen, dat in voorkomend geval de procedure van bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren zal inleiden.

    (4)

    De GAR, hier vertegenwoordigd door zijn coördinator voor de bestrijding van intimidatie, verwerkt verschillende categorieën persoonsgegevens, en met name identificatiegegevens, contactgegevens en professionele gegevens. De persoonsgegevens worden opgeslagen in een beveiligde elektronische omgeving waarmee ongeoorloofde toegang of overdracht van gegevens aan personen die niet beantwoorden aan het “need-to-know”-criterium, wordt voorkomen. De verwerkte persoonsgegevens worden bewaard overeenkomstig de GAR-voorschriften inzake de bewaring van documenten. Aan het einde van de bewaartermijn wordt de zaakgerelateerde informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, overgebracht naar de historische archieven of gewist overeenkomstig het beginsel van gegevensminimalisatie en nauwkeurigheid van de gegevens.

    (5)

    De interne voorschriften dienen van toepassing te zijn op alle verwerkingen verricht door de GAR in het kader van de uitvoering van zijn activiteiten ter voorkoming van psychische of seksuele intimidatie, opsporing en vervolging van inbreuken op, onder meer, de gedragscode van de GAR en het Statuut van de ambtenaren.

    (6)

    De interne voorschriften dienen van toepassing te zijn op verwerkingen verricht tijdens informele procedures en tijdens het toezicht op de follow-up van deze procedures. De interne voorschriften dienen te gelden voor verwerkingen die deel uitmaken van de activiteiten die verband houden met de taken van de functionaris voor ethiek en compliance van de GAR. Zij dienen ook bijstand te omvatten door de functionaris voor ethiek en compliance van de GAR, en zijn samenwerking met nationale autoriteiten en internationale organisaties buiten het kader van zijn administratieve onderzoeken.

    (7)

    De GAR moet motiveren waarom de beperkingen strikt noodzakelijk zijn en een evenredige maatregel zijn in een democratische samenleving en de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet laten.

    (8)

    Binnen dit kader is de GAR gehouden om, voor zover mogelijk, de grondrechten van de betrokkenen te respecteren tijdens de bovengenoemde procedures, in het bijzonder die betreffende het recht op toegang en rectificatie, het recht op uitwissing, gegevensoverdraagbaarheid enz. zoals verankerd in Verordening (EU) 2018/1725.

    (9)

    De GAR kan echter worden verplicht de informatie aan betrokkene en andere rechten van de betrokkene uit te stellen om met name de lopende informele procedures, en de rechten van andere personen die verband houden met lopende of afgesloten procedures te beschermen.

    (10)

    De GAR kan de informatie dus uitstellen met het oog op de bescherming van het vermeende slachtoffer en/of de informele procedure en/of de opslagplaats van dataprocessen in het kader van de informele procedure.

    (11)

    De GAR dient de beperking op te heffen zodra en voor zover de omstandigheden die de beperking rechtvaardigen, niet langer van toepassing zijn.

    (12)

    De GAR dient de beperkende voorwaarden op regelmatige basis, om de zes maanden, te controleren en indien nodig te herzien.

    (13)

    De GAR dient de DPO bij de herzieningen te raadplegen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   Dit besluit stelt de interne voorschriften vast betreffende de voorwaarden waaronder de GAR, in het kader van de informele procedure van het beleid van de GAR betreffende de bescherming van de waardigheid van de persoon en ter voorkoming van psychische intimidatie en seksuele intimidatie, de toepassing van de rechten die zijn vervat in de artikelen 14 tot en met 21, artikel 35, evenals in artikel 4, in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725, kan beperken.

    2.   Dit besluit is van toepassing op de verwerking(en) van persoonsgegevens door de GAR ten behoeve van het initiëren, uitvoeren en afsluiten van de informele procedure in het kader van het beleid van de GAR betreffende de bescherming van de waardigheid van personen en ter voorkoming van psychische intimidatie en seksuele intimidatie. Met betrekking tot de verwerking(en) van persoonsgegevens door de GAR ten behoeve van interne onderzoeken, administratieve onderzoeken en tuchtprocedures, is een ander besluit betreffende de beperking van rechten van toepassing (voor verwijzing: GAR/ES/2019/32).

    3.   De betrokken gegevenscategorieën zijn harde gegevens (administratieve bijzonderheden, telefoon, privéadres, elektronische communicatie, en verkeersgegevens) en/of zachte gegevens (beoordelingen, opening van onderzoeken, verslagen over vooronderzoeken) enz.

    4.   Onder voorbehoud van de voorwaarden van dit besluit kunnen de beperkingen van toepassing zijn op de volgende rechten: de rechten op toegang, rectificatie, uitwissing en overdraagbaarheid, de rechten op informatie, vertrouwelijkheid van communicatie en beginselen van de gegevensverwerking mits zij betrekking hebben op een recht.

    Artikel 2

    Specificatie van de verwerkingsverantwoordelijke en waarborgen

    1.   Teneinde gegevensinbreuken, gegevensverlies of ongeautoriseerde openbaarmaking van gegevens te voorkomen, zijn de volgende waarborgen ingevoerd: beperking van de toegangsrechten tot elektronische mappen en tot de functionele mailbox voor het indienen van klachten, met sleutels beveiligde kasten en specifieke opleiding over vertrouwelijkheid aan de personen die de informatie behandelen.

    2.   De voor deze verwerking verantwoordelijke is de GAR, hier vertegenwoordigd door de coördinator voor de bestrijding van intimidatie van de GAR.

    3.   De verzamelde persoonsgegevens worden bewaard overeenkomstig de GAR-voorschriften inzake de bewaring van gegevens. De bewaartermijn is in overeenstemming met het beginsel van het niet langer aanhouden dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het doel van de verwerking en, uiteindelijk, om gerechtelijke of administratieve afhandeling van geschillen mogelijk te maken.

    Artikel 3

    Beperkingen

    1.   Overeenkomstig artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 wordt een beperking alleen toegepast ter waarborging van:

    het voorkomen, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en het voorkomen van gevaren voor de openbare veiligheid;

    de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen;

    het voorkomen, het onderzoek, de opsporing en de afwikkeling van schendingen van de beroepscodes.

    2.   Elke beperking is in een democratische samenleving noodzakelijk en evenredig en laat de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet.

    3.   Er wordt een noodzakelijkheids- en evenredigheidsonderzoek verricht op basis van onderhavige interne voorschriften. Leder geval wordt voor verantwoordingsdoeleinden gedocumenteerd in een interne beoordelingsnota.

    4.   Beperkingen worden naar behoren gecontroleerd en elke zes maanden wordt een periodieke evaluatie verricht.

    5.   Beperkingen worden opgeheven zodra de omstandigheden die deze rechtvaardigen niet meer van toepassing zijn.

    6.   Het risico voor de rechten en vrijheden van de betrokkene is de tijdelijke beperking van de daadwerkelijke uitoefening van de rechten van de betrokkene, onder meer op het gebied van informatie, uitwissing of verdediging, zoals gewaarborgd door Verordening (EU) 2018/1725. Met deze risico’s wordt rekening gehouden in de reikwijdte van de in lid 3 van dit artikel vermelde noodzakelijkheids- en evenredigheidstoets.

    Artikel 4

    Betrokkenheid van de functionaris voor gegevensbescherming

    1.   Gedurende de procedure van beperking informeert de GAR de functionaris voor gegevensbescherming van de GAR (de “DPO”) onverwijld wanneer hij de toepassing van rechten van betrokkenen beperkt overeenkomstig dit besluit. Hij verleent inzage in het register en in de beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de beperking.

    2.   De DPO kan de verwerkingsverantwoordelijke schriftelijk verzoeken de toepassing van de beperkingen opnieuw te beoordelen. De verwerkingsverantwoordelijke informeert de DPO schriftelijk over de uitkomst van de gevraagde beoordeling en wanneer de beperking is opgeheven.

    Artikel 5

    Verstrekking van informatie aan betrokkene

    1.   In de op zijn intranet gepubliceerde gegevensbeschermingsmededelingen die de betrokkenen informeren over hun rechten in het kader van een gegeven procedure, neemt de GAR informatie op over mogelijke beperkingen van deze rechten. Aangegeven wordt welke rechten kunnen worden beperkt, de redenen daarvan en de potentiële duur.

    2.   Daarnaast stelt de GAR de betrokkenen individueel onverwijld schriftelijk in kennis van hun rechten met betrekking tot huidige of toekomstige beperkingen, onverminderd het volgende lid.

    3.   De betrokkenen worden in kennis gesteld van de voornaamste redenen voor de toepassing van een beperking en van hun recht om een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

    Artikel 6

    Recht van toegang door betrokkene

    1.   Wanneer betrokkenen toegang vragen tot hun persoonsgegevens die worden verwerkt in de context van een of meer specifieke gevallen of voor een bepaalde verwerkingshandeling, overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2018/1725, beperkt de GAR zijn beoordeling van het verzoek uitsluitend tot deze persoonsgegevens.

    2.   Wanneer de GAR het recht op inzage als bedoeld in artikel 17 van Verordening (EU) 2018/1725 geheel of gedeeltelijk beperkt, neemt hij de volgende maatregelen:

    a)

    hij stelt de betrokkene in zijn antwoord op het verzoek op de hoogte van de opgelegde beperking, van de belangrijkste redenen daarvoor, en van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of om een beroep in rechte bij het Hof van Justitie van de Europese Unie te doen;

    b)

    hij tekent de redenen voor de beperking op, en evalueert daarbij de noodzaak en de evenredigheid van de beperking; hierbij wordt in het register aangegeven hoe de verstrekking van inzage het doel van de onderzoeksactiviteiten van de GAR of van krachtens artikel 2, lid 3, toegepaste beperkingen in het gedrang zou brengen of afbreuk zou doen aan de rechten en vrijheden van andere betrokkenen.

    De verstrekking van de onder a) bedoelde informatie kan worden uitgesteld, achterwege gelaten of geweigerd overeenkomstig artikel 25, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1725.

    3.   De in lid 2, onder b), bedoelde opgetekende gegevens en, in voorkomend geval, de documenten met onderliggende feitelijke en juridische elementen worden geregistreerd. Deze worden de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming op diens verzoek ter beschikking gesteld. Artikel 25, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1725 is hierbij van toepassing.

    Artikel 7

    Recht op rectificatie, uitwissing en beperking van verwerking

    Wanneer de GAR de toepassing van het recht op rectificatie, uitwissing en beperking van verwerking als bedoeld in artikel 18, artikel 19, lid 1, en artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 geheel of gedeeltelijk beperkt, neemt hij de stappen die in artikel 6, lid 2, van dit besluit zijn beschreven, en registreert hij de aantekening overeenkomstig artikel 6, lid 3, daarvan.

    Artikel 8

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 18 september 2019.

    Voor de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

    Elke KÖNIG

    De voorzitter


    (1)  PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1.

    (2)  PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.


    Top