Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019H0905(08)

    Aanbeveling van de Raad van 9 juli 2019 over het nationale hervormingsprogramma 2019 van Griekenland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2019 van Griekenland

    ST/10161/2019/REV/1

    PB C 301 van 5.9.2019, p. 42–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.9.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 301/42


    AANBEVELING VAN DE RAAD

    van 9 juli 2019

    over het nationale hervormingsprogramma 2019 van Griekenland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2019 van Griekenland

    (2019/C 301/08)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

    Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

    Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

    Gezien de conclusies van de Europese Raad,

    Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

    Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

    Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

    Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 21 november 2018 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2019 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarin wordt terdege rekening gehouden met de Europese pijler van sociale rechten, die op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie werd geproclameerd. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 21 maart 2019 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 21 november 2018 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Griekenland heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen, die op 21 maart 2019 door de Europese Raad is bekrachtigd. Op 9 april 2019 heeft de Raad de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone (3) (“aanbeveling voor 2019 voor de eurozone”) aangenomen, die vijf aanbevelingen voor de eurozone (“de aanbevelingen voor de eurozone”) bevat.

    (2)

    Als lidstaat die de euro als munt heeft en in het licht van de grote onderlinge verwevenheid tussen de economieën van de economische en monetaire unie, zou Griekenland ervoor moeten zorgen dat volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling voor 2019 voor de eurozone, zoals weergegeven in de onderstaande aanbevelingen 1 en 2. Met name hervormingen die in overeenstemming zijn met de post-programmatoezeggingen en gericht zijn op een economisch beleid met investeringen op specifieke terreinen zullen bijdragen tot het uitvoeren van de aanbeveling voor de eurozone.

    (3)

    Op 27 februari 2019 is het landverslag 2019 voor Griekenland gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Griekenland in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het landverslag bevatte ook een op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerde diepgaande evaluatie, waarvan de uitkomsten ook op 27 februari 2019 zijn bekendgemaakt. Op basis van haar analyse concludeerde de Commissie dat Griekenland wordt geconfronteerd met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden. De geconstateerde onevenwichtigheden hielden met name verband met de hoge overheidsschuld, de negatieve internationale netto-investeringspositie, het hoge percentage niet-renderende leningen op de balansen van de banken en het nog steeds hoge werkloosheidspercentage. Bovendien zullen de diepgaande institutionele en structurele hervormingen die de afgelopen jaren zijn gestart om de economie te moderniseren, vele jaren van consequente uitvoering vergen, voordat deze zich in hun volle omvang doen gevoelen.

    (4)

    Griekenland heeft op 26 april 2019 zijn nationaal hervormingsprogramma 2019 en op 30 april 2019 zijn stabiliteitsprogramma 2019 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

    (5)

    Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de desbetreffende programma’s opnieuw te bezien en wijzigingen daarop voorstellen indien dit nodig is om de uitvoering van de betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft in richtsnoeren over de toepassing van de maatregelen die de effectiviteit van de Europese structuur- en investeringsfondsen koppelen aan gezonde economische governance nader aangegeven hoe zij van die bepaling zou gebruikmaken (5).

    (6)

    Griekenland valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en is aan de overgangsregel voor de schuld onderworpen. Griekenland zou ook een gezonde begrotingssituatie moeten handhaven die waarborgt dat het bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1226 van de Raad (6) vastgestelde streefcijfer voor het primaire overschot van 3,5 % van het bruto binnenlands product (bbp) voor 2018 en op middellange termijn wordt gehaald. In het voorjaar van 2018 heeft de Raad in het kader van het Europees Semester geen landspecifieke aanbeveling aan Griekenland gedaan: Griekenland was op dat moment op grond van artikel 12 van Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) immers vrijgesteld van het toezicht en de beoordeling van het Europees Semester aangezien er voor het land een macro-economisch aanpassingsprogramma liep. Het post-programmakader voor Griekenland omvat de activering van het verscherpt toezicht, samen met de integratie van Griekenland in het kader van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch en sociaal beleid, waarbij er wordt gestreefd naar maximale synergie tussen het verscherpt toezicht en het Europees Semester.

    (7)

    In haar stabiliteitsprogramma 2019 gaat de regering uit van een nominaal overschot tussen 1,1 % en 1,7 % van het bbp in de periode 2019-2022. De regering heeft haar begrotingsdoelstelling op middellange termijn vastgesteld: een structureel begrotingsoverschot van 0,25 % van het bbp vanaf 2020. Op basis van het herberekende structurele saldo (8) zal deze middellangetermijndoelstelling voor de begroting gedurende de gehele programmaperiode ruimschoots worden gehaald en zal de overheidsschuldquote naar verwachting geleidelijk afnemen tot 153,3 % in 2022. Het macro-economische scenario dat aan die begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is door een onafhankelijk orgaan bekrachtigd en is gunstig. Volgens de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie zal het structurele saldo naar verwachting een overschot vertonen van 1,9 % van het bbp in 2019 en 0,8 % van het bbp in 2020, wat hoger is dan de begrotingsdoelstelling op middellange termijn. De overheidsschuld zal naar verwachting op een neerwaarts traject blijven en de verwachting is dan ook dat Griekenland in 2019 aan de overgangsregel voor de schuld en in 2020 aan de schuldregel zal voldoen. Al bij al zou Griekenland op basis van de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie en dus met uitsluiting van de nieuwe maatregelen die na de afsluitingsdatum zijn vastgesteld, in 2019 en 2020 naar verwachting aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact voldoen. Op dezelfde basis werd ook geoordeeld dat Griekenland voldeed aan het in het kader van het verscherpt toezicht vastgestelde streefcijfer van een primair overschot van 3,5 % van het bbp.

    (8)

    Het stabiliteitsprogramma en de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie bevatten geen nieuwe permanente maatregelen die kort na hun respectieve indienings- en afsluitingsdata zijn aangekondigd en vastgesteld. De Commissie raamt de budgettaire impact van deze maatregelen op meer dan 1,0 % van het bbp in 2019 en de daaropvolgende jaren. Ook wordt geoordeeld dat de vaststelling van deze nieuwe maatregelen een risico vormt voor het overeengekomen streefcijfer voor het primaire overschot, dat in het kader van het raamwerk voor verscherpt toezicht is gemonitord en bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1226 is vastgesteld. Bovendien wordt verwacht dat de nieuwe maatregelen het structurele saldo zullen verminderen, hetgeen vragen doet rijzen over de verwezenlijking van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn in 2020. In het najaar van 2019 zal er echter een herbeoordeling plaatsvinden die een herziening van de toepasselijke benchmark voor de nettogroei van de uitgaven in 2020 zal omvatten. Hoewel de overheidsschuld naar verwachting op een neerwaarts pad zal blijven, zouden er risico’s kunnen ontstaan met betrekking tot de inachtneming van de schuldreductiebenchmark. Naar aanleiding van deze nieuwe maatregelen zal hiervan in het najaar een herbeoordeling moeten worden verricht.

    (9)

    Na de succesvolle voltooiing van het programma voor financiële bijstand in het kader van het Europees stabiliteitsmechanisme is Griekenland onderworpen aan een in het Europees Semester geïntegreerd kader voor post-programmatoezicht en staat het onder verscherpt toezicht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 472/2013. Bij de activering van verscherpt toezicht voor Griekenland op grond van de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2018/1192 (9) en (EU) 2019/338 (10) van de Commissie is rekening gehouden met het feit dat Griekenland op middellange termijn maatregelen moet blijven nemen om de oorzaken of potentiële oorzaken van macro-economische onevenwichtigheden aan te pakken, en tegelijkertijd structurele hervormingen moet doorvoeren om krachtige, duurzame economische groei te ondersteunen. Griekenland heeft in de Eurogroep op 22 juni 2018 toegezegd alle belangrijke hervormingen die in het kader van het programma werden vastgesteld, voort te zetten totdat deze volledig zijn voltooid. Griekenland heeft ook toegezegd specifieke acties te zullen implementeren op het gebied van budgettair en budgettair-structureel beleid, sociale welvaart, financiële stabiliteit, arbeids- en productmarkten, privatisering en openbaar bestuur. Griekenland is onderworpen aan een driemaandelijkse voortgangsrapportage over de uitvoering van zijn verplichtingen onder het verscherpt toezicht, waar een gunstig verslag op halfjaarlijkse basis de weg kan vrijmaken voor schuldverlichtingsmaatregelen ter waarde van 0,7 % van het bbp per jaar. In april 2019 heeft de Eurogroep ingestemd met de vrijgave van de eerste tranche van beleidsafhankelijke schuldmaatregelen ten belope van 970 miljoen EUR. Het derde verslag over het verscherpt toezicht waarin de vorderingen van Griekenland bij de uitvoering van zijn toezeggingen worden beoordeeld, is op 5 juni 2019 bekendgemaakt.

    (10)

    Hervormingen die het ondernemingsklimaat en de kwaliteit van de instellingen verbeteren, met name de efficiëntie van het gerechtelijk apparaat, zouden de economische veerkracht in Griekenland ten goede komen, de betalingsdiscipline verbeteren en een aanzienlijke impact moeten hebben op investeringsbeslissingen en bedrijven moeten aantrekken. Ondanks recente verbeteringen staat het Griekse gerechtelijke apparaat nog steeds voor uitdagingen en vertoont het gebrek aan efficiëntie, aangezien de termijnen die nodig zijn om tot beslissingen te komen vaak te lang zijn, en de achterstanden op de productiviteit van de rechtbanken wegen. Verdere gerichte maatregelen op dit gebied zijn daarom cruciaal, ook om de soepele werking van het financiële stelsel te bevorderen en om het investeringspotentieel te ontsluiten.

    (11)

    Verscheidene jaren van onderinvestering hebben geleid tot een aanzienlijk tekort aan investeringen in Griekenland. Het stimuleren van groeibevorderende investeringen zal een cruciale rol spelen bij het versterken van de groei op langere termijn en het terugdringen van regionale verschillen. Hervormingen in de financiële sector ten gunste van meer kredietverlening zullen van cruciaal belang zijn voor het bevorderen van investeringen. In het landverslag 2019 zijn de prioritaire gebieden voor overheidsinvesteringen en particuliere investeringen vastgesteld.

    (12)

    Meer investeringen in onderwijs en opleiding zijn essentieel om de productiviteit en inclusieve groei op lange termijn in Griekenland te verbeteren en de belemmeringen voor groei in innovatieve sectoren weg te nemen. Het Griekse onderwijssysteem staat voor verschillende uitdagingen, met onvoldoende middelen, een lage autonomie, ondermaatse prestaties voor basisvaardigheden (met inbegrip van digitale vaardigheden) en het hardnekkige probleem dat het aanbod van en de vraag naar vaardigheden niet op elkaar aansluiten. Op alle niveaus ontbreken verantwoordingen toezicht grotendeels, die nodig zijn om een kwaliteitsverbetering van het onderwijsstelsel tot stand te brengen. Om duurzame groei te ondersteunen, is het belangrijk onderwijs en opleidingen die hoogwaardig en inclusief zijn, te bevorderen, nauwere banden tot stand te brengen tussen onderwijs en de behoeften van de arbeidsmarkt, beroepsonderwijs en -opleiding aantrekkelijker te maken en de deelname aan een leven lang leren te versterken.

    (13)

    Ondanks recente verbeteringen is het percentage langdurig werklozen, dat in 2018 in Griekenland 70 % van de werklozen uitmaakte, zeer hoog en zijn de hoge jeugdwerkloosheid en de lage arbeidsparticipatie van vrouwen eveneens punten van zorg. Maatregelen zouden gericht moeten zijn op de verbetering van de werkgelegenheidsvooruitzichten, de ondersteuning van de arbeidsmarktparticipatie en het bevorderen van voorwaarden voor het scheppen van werkgelegenheid. Met een effectieve sociale dialoog en een verantwoordelijk sociaal partnerschap in Griekenland kan de uitvoering van en het draagvlak voor duurzame hervormingen worden ondersteund, hetgeen resulteert in een betere werking van de arbeidsmarkt. Griekenland wordt gekenmerkt door hoge inkomensongelijkheid.

    (14)

    Er zijn nu hervormingen gestart, maar Griekenland wordt gekenmerkt door hoge inkomensongelijkheid: de sociale overdrachten hebben er het laagste effect op de vermindering van het risico op armoede in de Unie (15,83 % in 2017 tegenover een Uniegemiddelde van 33,98 %). De investeringen zouden gericht moeten zijn op het verbeteren van de toegang tot inclusieve, betaalbare en hoogwaardige sociale diensten, evenals op de ontwikkeling van dagverblijven. Ondersteuning van de meest behoeftigen en bevordering van de sociale integratie van kinderen die risico lopen op armoede, van personen met een handicap, van migranten en vluchtelingen, met aandacht voor geografische verschillen, zou leiden tot een betere sociale integratie in Griekenland.

    (15)

    Griekenland heeft in 2017 de aanzet gegeven tot een ingrijpende hervorming van de eerstelijnsgezondheidszorg, hetgeen cruciaal is om de toegang tot gezondheidszorg te waarborgen en verdere investeringen vereist voor de oprichting van lokale medische centra (“TOMY’s”).

    (16)

    Het Griekse vervoerssysteem staat voor belangrijke uitdagingen. Het vervoer over de weg is veruit de belangrijkste vervoersmodus en het vervoerssysteem is dus sterk afhankelijk van olie; alle belangrijke verbindingen vertrekken vanuit de as Athene-Thessaloniki. De vervoerskosten blijven hoog, terwijl de kwaliteit van de dienstverlening, de veiligheidsnormen en de penetratie van intelligente vervoerssystemen laag blijven. Er zijn nieuwe investeringen nodig om het aandeel multimodaal vervoer te verhogen en regionale integratie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen.

    (17)

    De verwerking van vast afval en stedelijk en industrieel afvalwater is de belangrijkste sector die extra investeringen behoeft om de milieubeschermingsnormen van het land af te stemmen op de rest van de Unie. Het beheer van vast afval blijft een grote structurele uitdaging, waarbij Griekenland nog steeds sterk leunt op het storten van afval en mechanisch-biologische behandeling in plaats van modernere technieken. Bovendien bedraagt het aandeel van gerecycleerd stedelijk afval slechts ongeveer een derde van het Uniegemiddelde. Er zijn ook investeringen nodig om de waterbehandeling te verbeteren, verzilting van het grondwater tegen te gaan en maatregelen te ondersteunen om overstromingen te voorkomen en de natuurlijke stroming van rivieren te herstellen.

    (18)

    Onderontwikkelde infrastructuur zorgt voor hogere energiekosten voor bedrijven en huishoudens en vormt een belemmering voor het gebruik van hernieuwbare energie. Griekenland staat voor een bijzondere uitdaging in verband met de elektriciteitsverbindingen van de eilanden en de verbinding met buurlanden. De verdere ontwikkeling van de commerciële gasinfrastructuur zou de markt helpen groeien. Bij de hervorming van zowel de gas- als de elektriciteitsmarkt moet ernaar gestreefd worden om gebruik te maken van deze nieuwe mogelijkheden op het gebied van infrastructuur.

    (19)

    De digitale transformatie van de economie en de samenleving blijft een uitdaging, met geringe toegang tot snelle breedbandnetwerken, en met digitale vaardigheden ruim onder het Uniegemiddelde. Het is met name noodzakelijk dat Griekenland investeert in informatie- en communicatietechnologie, ook om de achterblijvende investeringen tijdens de crisis te compenseren. Ontoereikende snellebreedbandverbindingen leiden tot grote knelpunten voor dynamische exportgeoriënteerde bedrijven. De investeringen in innovatie en vaardigheden van mensen zijn ontoereikend om de productiviteitsgroei te bevorderen, en het gebrek aan digitale vaardigheden bij de mensen verhindert hen banen te vinden en belemmert de ontwikkeling van innovatieve bedrijven.

    (20)

    Er zijn nieuwe nationale en regionale strategieën voor slimme specialisatie en extra maatregelen ter verhelping van de nijpendste tekortkomingen van het systeem voor onderzoek en innovatie nodig om marktgerichte investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) te stimuleren, die gering blijven en onvoldoende bijdragen aan het groeipotentieel van Griekenland. Vooruitgang op het gebied van wetenschappelijke excellentie wordt belemmerd door de lage intensiteit van de overheidsuitgaven voor O&O, het ontbreken van een op prestaties gebaseerd financieringssysteem en zwakke banden tussen wetenschap en bedrijfsleven. Er zijn ook meer investeringen nodig om een opwaartse trend teweeg te brengen in de lage niveaus van technologische ontwikkeling, die tot uiting komen in het zeer lage aantal octrooien in vergelijking met andere lidstaten, en om het potentieel van startende en snelgroeiende ondernemingen volledig te benutten.

    (21)

    Als sectoroverschrijdende kwestie zijn investeringen in de herwaardering van achtergestelde stedelijke gebieden, eilanden en berggebieden noodzakelijk om het verlies en het aan kwaliteit inboeten van het fysieke en menselijke kapitaal van het land tijdens de economische crisis tegen te gaan. Duurzame herontwikkeling van achtergestelde en/of gede-industrialiseerde gebieden in de agglomeraties Athene-Piraeus en Thessaloniki en in sommige belangrijke perifere stedelijke centra is een specifieke prioriteit voor de middellange termijn. Tot de prioriteiten op langere termijn behoren de ontwikkeling van duurzame productieve activiteiten, de verbetering van mobiliteits- en veiligheidssystemen, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, milieubescherming en de verbetering van de bestendigheid tegen natuurrampen en sociaal-economische crises. Maatregelen zouden ook gericht moeten zijn op sociale inclusie, de integratie van migranten, de verwerving van vaardigheden om de werkloosheid terug te dringen, en culturele activiteiten om achtergestelde gebieden aantrekkelijker te maken. Het aangaan van deze uitdagingen door middel van geïntegreerde stadsvernieuwingsstrategieën zou de kansen om de beste economische, sociale en ecologische resultaten te bereiken, maximaliseren.

    (22)

    De programmering van de Uniemiddelen voor de periode 2021-2027 zou kunnen bijdragen tot het verhelpen van een aantal van de in de aanbevelingen geconstateerde leemten, met name op de gebieden die worden behandeld in bijlage D bij het landverslag 2019. Dit zou Griekenland in staat stellen optimaal gebruik te maken van deze middelen met betrekking tot de geïdentificeerde sectoren, rekening houdend met regionale verschillen. Versterking van de bestuurlijke capaciteit voor het beheer van de fondsen is een belangrijke factor voor het welslagen van investeringen.

    (23)

    In de context van het Europees Semester 2019 heeft de Commissie een brede analyse van het economisch beleid van Griekenland verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2019. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2019 als het nationale hervormingsprogramma 2019 doorgelicht. Daarbij heeft de Commissie niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaal-economisch beleid in Griekenland, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak om de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

    (24)

    In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2019 onderzocht en is hij van mening (11) dat Griekenland naar verwachting aan het stabiliteits- en groeipact zal voldoen.

    (25)

    In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma 2019 en het stabiliteitsprogramma 2019 onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1 en 2 weergegeven. Deze aanbevelingen dragen ook bij tot de uitvoering van de eerste vier aanbevelingen voor de eurozone,

    BEVEELT AAN dat Griekenland in 2019 en 2020 de volgende actie onderneemt:

    1.   

    Een duurzaam economisch herstel tot stand brengen en de buitensporige macro-economische onevenwichtigheden aanpakken door hervormingen voort te zetten en te voltooien in overeenstemming met de post-programmatoezeggingen die zijn gedaan op de vergadering van de Eurogroep van 22 juni 2018.

    2.   

    Het investeringsgerelateerd economisch beleid toespitsen op duurzaam vervoer en logistiek, milieubescherming, energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en interconnectieprojecten, digitale technologieën, O&O, onderwijs, vaardigheden, inzetbaarheid, gezondheid en de vernieuwing van stedelijke gebieden, rekening houdend met regionale verschillen en de noodzaak sociale integratie te waarborgen.

    Gedaan te Brussel, 9 juli 2019.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. LINTILÄ


    (1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

    (2)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

    (3)  PB C 136 van 12.4.2019, blz. 1.

    (4)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

    (5)  Doc. COM(2014) 494 final.

    (6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1226 van de Raad van 30 juni 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/544 tot goedkeuring van het macro-economische aanpassingsprogramma van Griekenland (2015/1411) (PB L 174 van 7.7.2017, blz. 22).

    (7)  Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 1).

    (8)  Conjunctuurgezuiverd begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, herberekend door de Commissie volgens de gezamenlijk overeengekomen methode.

    (9)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1192 van de Commissie van 11 juli 2018 betreffende de activering van verscherpt toezicht voor Griekenland (PB L 211 van 22.8.2018, blz. 1).

    (10)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/338 van de Commissie van 20 februari 2019 betreffende de verlenging van verscherpt toezicht voor Griekenland (PB L 60 van 28.2.2019, blz. 17).

    (11)  Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.


    Top