Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R1003

    Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1003 van de Commissie van 16 juli 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1152 om de correlatieprocedure te verduidelijken en te vereenvoudigen en haar aan te passen aan wijzigingen in Verordening (EU) 2017/1151 (Voor de EER relevante tekst.)

    C/2018/4351

    PB L 180 van 17.7.2018, p. 16–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/1003/oj

    17.7.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 180/16


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1003 VAN DE COMMISSIE

    van 16 juli 2018

    tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1152 om de correlatieprocedure te verduidelijken en te vereenvoudigen en haar aan te passen aan wijzigingen in Verordening (EU) 2017/1151

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 13, lid 6, derde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Uit de ervaring die is opgedaan met de toepassing van de Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie (2) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1152 van de Commissie (3), is gebleken dat bepaalde elementen van laatstgenoemde verordening moeten worden gewijzigd.

    (2)

    De bestaande methode voor het bepalen van de eindpunten van de interpolatielijn die gebruikt wordt voor de berekening van de NEDC-CO2-emissiewaarde van een individueel voertuig, moet worden aangevuld. Die eindpunten, die worden gerepresenteerd door een testvoertuig met de hoogste CO2-emissiewaarden en een testvoertuig met de laagste waarden, moeten zodanig worden gedefinieerd dat het verschil tussen de twee testvoertuigen „hoog” en „laag” ten minste 5 g CO2/km bedraagt.

    (3)

    Om te voorkomen dat de CO2-emissiewaarden van individuele voertuigen worden bepaald op basis van interpolatielijnen waarbij het minimale verschil niet wordt gerespecteerd, is het passend dat deze wijziging onverwijld in werking treedt.

    (4)

    De berekening van de NEDC-CO2-emissiewaarde van een individueel voertuig dat tot een wegbelastingmatrixfamilie behoort, ingeval gebruik wordt gemaakt van een dergelijke familie met het oog op typegoedkeuring krachtens Verordening (EU) 2017/1151, moet worden vereenvoudigd door te bepalen dat de voor die berekening te gebruiken wegbelastingcoëfficiënten worden afgeleid van de krachtens Verordening (EU) 2017/1151 bepaalde wegbelastingcoëfficiënten van het individuele voertuig.

    (5)

    Voor incomplete N1-voertuigen moet rekening worden gehouden met de wijziging van bijlage XII bij Verordening (EU) 2017/1151 met het oog op de bepaling van de wegbelastingcoëfficiënten die als input voor de correlatietool moeten worden gebruikt.

    (6)

    Om te zorgen voor een robuuste correlatie-output, is het passend het aantal cilinders toe te voegen als inputgegeven voor de correlatietool.

    (7)

    Deze gelegenheid moet ook worden aangegrepen om enkele redactionele fouten in de tekst recht te zetten.

    (8)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1152 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 16 juli 2018.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van de het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PB L 175 van 7.7.2017, blz. 1).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1152 van de Commissie van 2 juni 2017 tot vaststelling van een methode voor het bepalen van de correlatieparameters die nodig zijn om de veranderingen in de regelgevende testprocedure inzake lichte bedrijfsvoertuigen weer te geven, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 (PB L 175 van 7.7.2017, blz. 644).


    BIJLAGE

    Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Punt 2.3.8.1 wordt vervangen door:

    „2.3.8.1.   Indien de WLTP-wegbelastingen worden bepaald volgens bijlage XXI, subbijlage 4, punten 1 tot en met 4 en punt 6, bij Verordening (EU) 2017/1151

    De NEDC-wegbelastingcoëfficiënten voor complete voertuigen van categorie N1 moeten worden berekend volgens de formules in punt 2.3.8.1.1 (voor voertuig H) en in punt 2.3.8.1.2 (voor voertuig L) en overeenkomstig de volgende punten a) en b).

    Tenzij anders aangegeven, zijn de formules zowel van toepassing bij simulaties als bij fysieke voertuigtests.

    De typegoedkeuringsinstantie of, in voorkomend geval, de technische dienst controleert of de in bijlage XXI, subbijlage 7, punt 3.2.3.2.2.3, bij Verordening (EU) 2017/1151 bedoelde windtunnelfaciliteit gekwalificeerd is om de Δ (Cd × Af)-waarden nauwkeurig te bepalen. Indien de windtunnelfaciliteit niet gekwalificeerd is, is de hoogste waarde voor de aerodynamische weerstand van toepassing op alle voertuigen in de familie.

    a)

    De in de formules bedoelde waarden voor de WLTP-wegbelastingcoëfficiënten en -testmassa's zijn de waarden voor de voertuigen H en L, zoals gedefinieerd voor de interpolatiefamilie krachtens Verordening (EU) 2017/1151;

    b)

    onverminderd punt a) worden de NEDC-wegbelastingcoëfficiënten, wanneer de overeenkomstig bijlage XXI, subbijlage 7, punt 5, bij Verordening (EU) 2017/1151 bepaalde cyclusenergievraag voor WLTP-voertuig H en/of L niet resulteert in de hoogste, respectievelijk de laagste cyclusenergievraag voor NEDC-voertuig H en/of L, op een van de volgende wijzen bepaald:

    i)

    op basis van het individuele voertuig in de interpolatiefamilie met de hoogste, respectievelijk de laagste energievraag tijdens de NEDC-cyclus;

    ii)

    op basis van de combinatie van de hoogste, respectievelijk de laagste van elk van de voor de wegbelasting relevante kenmerken, d.w.z. aerodynamische weerstand, rolweerstand en massa, afkomstig van een individueel voertuig in de interpolatiefamilie.

    De fabrikant bepaalt of de procedure van punt i) of punt ii) wordt toegepast.

    Punt b) is van toepassing op nieuwe emissietypegoedkeuringen die worden verleend vanaf 1 januari 2019, of op verzoek van de fabrikant vanaf een eerdere datum.”.

    2)

    In punt 2.3.8.1.1 wordt de volgende eerste alinea ingevoegd:

    „Wanneer deze berekeningsprocedure overeenkomstig punt 4.2.1.4.2 voor een individueel voertuig wordt gebruikt, worden de met het individuele voertuig van de NEDC overeenkomende WLTP-wegbelastingen en -testmassa's gebruikt waarbij het effect van de optionele uitrusting is verwijderd.”.

    3)

    Punt 2.3.8.1.1, c), laatste alinea, wordt vervangen door:

    „waarbij de factor F*2w,H de wegbelastingcoëfficiënt F2 is, bepaald voor de WLTP-test van voertuig H, waarvan het effect van alle optionele uitrusting is verwijderd.”.

    4)

    Punt 2.3.8.1.2, c), laatste alinea, wordt vervangen door:

    „waarbij de factor F*2w,L de wegbelastingcoëfficiënt F2 is, bepaald voor de WLTP-test van voertuig L, waarvan het effect van alle optionele uitrusting is verwijderd.”.

    5)

    Punt 2.3.8.2.1, b), wordt vervangen door:

    „b)   indien de getabelleerde NEDC-waarden niet worden gebruikt: NEDC-wegbelastingcoëfficiënten.

    Bij voertuigen die zijn ontworpen voor een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van 3 000 kg of meer, mogen de NEDC-wegbelastingcoëfficiënten op verzoek van de fabrikant overeenkomstig punt 2.3.8.1 worden bepaald.”.

    6)

    Punt 2.3.8.2.2 wordt vervangen door:

    „2.3.8.2.2.   Bepaling van de wegbelasting voor incomplete voertuigen van categorie N1 overeenkomstig punt 2.2 van bijlage XII bij Verordening (EU) 2017/1151

    In het geval van een incompleet voertuig van categorie N1 waarbij de wegbelasting van het representatieve voertuig is bepaald volgens bijlage XII, punt 2.2, en bijlage XXI, subbijlage 4, punt 5.1, bij Verordening (EU) 2017/1151, wordt de als input voor de correlatietoolsimulaties te gebruiken NEDC-wegbelasting als volgt bepaald:

     

    Formula

     

    Formula

     

    Formula

    waarbij:

    F 0 n,R , F 1 n,R , F 2 n,R

    =

    de NEDC-wegbelastingcoëfficiënten voor het representatieve voertuig;

    T 0 n,R , T 2 n,R

    =

    de NEDC-rollenbankcoëfficiënten voor het representatieve voertuig, bepaald overeenkomstig tabel 3 van bijlage 4a bij VN/ECE-Reglement nr. 83;

    AW,L/H, BW,L/H, CW,L/H

    =

    de rollenbankcoëfficiënten voor het voertuig die worden gebruikt voor de voorbereiding van de rollenbank volgens bijlage XXI, subbijlage 4, punten 7 en 8, bij Verordening (EU) 2017/1151.

    Bij fysieke voertuigtests wordt de test verricht met de NEDC-rollenbankcoëfficiënten voor voertuig R, bepaald overeenkomstig tabel 3 van bijlage 4a bij VN/ECE-Reglement nr. 83.”.

    7)

    Het volgende punt 2.3.8.3 bis wordt toegevoegd:

    „2.3.8.3 bis.   Uitbreiding van krachtens Verordening (EU) 2017/1151 verleende emissiegoedkeuringen

    Wanneer een emissiegoedkeuring krachtens Verordening (EU) 2017/1151 wordt uitgebreid door nieuwe voertuigen aan de CO2-interpolatiefamilie toe te voegen waarvan de NEDC-CO2-emissies hoger zijn dan die van voertuig H of lager zijn dan die van voertuig L, is het volgende van toepassing op de correlatie:

    a)

    als het verschil tussen de NEDC-voertuigen H en L van de interpolatiefamilie 5 g CO2/km of meer bedraagt, kan de voor die familie bepaalde NEDC-interpolatielijn worden verlengd, mits de krachtens punt 3 op basis van de inputgegevens van de in punt 3.1.1 van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/1151 bedoelde WLTP-voertuigtest bepaalde NEDC-CO2-emissies gelijk zijn aan of lager zijn dan de op basis van de NEDC-interpolatielijn bepaalde CO2-emissies;

    b)

    als het verschil tussen de NEDC-voertuigen H en L minder dan 5 g CO2/km bedraagt, mag de interpolatielijn niet worden verlengd.

    In geval a) worden de referentie-CO2-emissies bepaald zonder de in de punten 3.1.1.2 en 3.2.6 bedoelde selectie.

    In geval b), of indien de in punt a) bedoelde referentie-CO2-emissies hoger zijn dan de interpolatielijn, worden de NEDC-voertuigen H en L overeenkomstig de punten 2 en 3 van deze bijlage bepaald.

    Punt a) is van toepassing op nieuwe uitbreidingen tot nieuwe typen die worden verleend vanaf 1 januari 2019, of op verzoek van de fabrikant vanaf een eerdere datum.”.

    8)

    In punt 2.4 wordt tabel 1 als volgt gewijzigd:

    a)

    bij nummer 66 wordt de tekst van de eerste kolom vervangen door:

    „Identificatienummer van de interpolatiefamilie”;

    b)

    de volgende vermelding met nummer 68 wordt toegevoegd:

    „68

    Aantal cilinders

    Verklaring fabrikant

    Aantal (uiterlijk vanaf 1 januari 2019 te verstrekken)

    9)

    In punt 3.1.1.1, c), wordt punt i) vervangen door:

    „i)

    het identificatienummer van de interpolatiefamilie”.

    10)

    In punt 3.1.4 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „Bij incomplete voertuigen van categorie N1 wordt de NEDC-test van het representatieve voertuig (voertuig RMSV) gesimuleerd aan de hand van de correlatietool en de in punt 2.4 bedoelde desbetreffende inputgegevens zoals in de matrix geregistreerd, met betrekking tot voertuig H of L waarvan de cyclusenergievraag zo dicht mogelijk ligt bij de overeenkomstig punt 4.2.1.5 bepaalde cyclusenergievraag voor het representatieve voertuig.”.

    11)

    In punt 3.3.1 wordt de definitie in de laatste alinea vervangen door:

    „CO2,AF,H

    =

    de aanpassingsfactor voor voertuig H, berekend aan de hand van de verhouding tussen de volgens punt 3.2 bepaalde NEDC-CO2-waarde en de in punt 3.1.2 bedoelde door de correlatietool gesimuleerde NEDC-testresultaten of, in voorkomend geval, het resultaat van de fysieke meting.”.

    12)

    In punt 3.3.2 wordt de definitie in de laatste alinea vervangen door:

    „CO2,AF,L

    =

    de aanpassingsfactor voor voertuig L, berekend aan de hand van de verhouding tussen de volgens punt 3.2 bepaalde NEDC-CO2-waarde en de in punt 3.1.3 bedoelde door de correlatietool gesimuleerde NEDC-testresultaten of, in voorkomend geval, het resultaat van de fysieke meting.”.

    13)

    In punt 3.3.3 wordt de definitie in de laatste alinea vervangen door:

    „CO2,AF,R

    =

    de aanpassingsfactor voor voertuig RMSV, berekend aan de hand van de verhouding tussen de volgens punt 3.2 bepaalde NEDC-CO2-waarde en de in punt 3.1.3 bedoelde door de correlatietool gesimuleerde NEDC-testresultaten of, in voorkomend geval, het resultaat van de fysieke meting.”.

    14)

    Punt 4.2.1.4 wordt vervangen door:

    „4.2.1.4.   Berekening van de wegbelasting voor een individueel voertuig in een WLTP-interpolatiefamilie

    4.2.1.4.1.   Wegbelastingcoëfficiënten afgeleid van NEDC-voertuigen H en L

    De overeenkomstig punt 2.3.8 bepaalde wegbelastingcoëfficiënten F0,n, F1,n en F2,n voor de voertuigen H en L, worden aangeduid als F0n,H, F1n,H en F2n,H, respectievelijk F0n,L, F1n,L en F2n,L.

    De wegbelastingcoëfficiënten f0n,ind, f1n,ind en f2n,ind voor een individueel voertuig worden berekend volgens de volgende formule:

    Formule 1 a)

    Formula

    Voor nieuwe emissietypegoedkeuringen die worden verleend vanaf 1 januari 2019, of op verzoek van de fabrikant al voor die datum, worden de wegbelastingcoëfficiënten berekend volgens de volgende formule:

    Formule 1 b)

    Formula

    of, indien (TMn,H · RRn,H – TMn,L · RRn,L) = 0, dan wel indien, in voorkomend geval, (RMn,H · RRn,H – RMn,L · RRn,L) = 0, is formule 2 van toepassing:

    Formule 2

    f0n,ind = F0n,H – ΔF0n

    f1n,ind = F1n,H

    Formula

    of, indien Δ[Cd · Af]LH,n = 0, is formule 3 van toepassing:

    Formule 3

    f2n,ind = F2n,H – ΔF2n

    waarbij:

     

    ΔF0n = F0n,H – F0n,L

     

    ΔF2n = F2n,H – F2n,L

    4.2.1.4.2.   Wegbelastingcoëfficiënten afgeleid van WLTP-wegbelastingcoëfficiënten van individuele voertuigen

    De NEDC-wegbelastingen voor een individueel voertuig worden vanaf 1 januari 2019 voor nieuwe typegoedkeuringen, en vanaf 1 januari 2020 voor alle nieuwe voertuigen die in het verkeer worden gebracht, of op verzoek van de fabrikant al voor die datum, in een van de volgende gevallen afgeleid van de WLTP-wegbelastingcoëfficiënten van dat voertuig:

    a)

    als de CO2-emissiewaarde, de cyclusenergievraag of een van de overeenkomstig punt 4.2.1.4.1 berekende wegbelastingcoëfficiënten f0, f1 of f2 moet worden geëxtrapoleerd van NEDC-voertuig H of L;

    b)

    als de wegbelastingcoëfficiënten voor de NEDC-voertuigen H en L worden afgeleid van verschillende wegbelastingfamilies;

    c)

    als het individuele voertuig tot een andere wegbelastingfamilie behoort dan NEDC-voertuig H en/of L;

    d)

    als het individuele voertuig tot een wegbelastingmatrixfamilie behoort.

    De NEDC-wegbelastingcoëfficiënten worden in de gevallen a) tot en met d) berekend met de formules in punt 2.3.8.1.1, waarbij verwijzingen naar voertuig H worden gelezen als verwijzingen naar het individuele voertuig.

    In geval a) mag alleen CO2-extrapolatie worden toegepast indien het verschil tussen de NEDC-voertuigen H en L 5 g CO2/km of meer bedraagt. De interpolatielijn mag in dat geval met maximaal 3 g CO2/km boven de CO2-emissies van voertuig H of onder die van voertuig L worden geëxtrapoleerd. Als de extrapolatie meer dan 3 g CO2/km bedraagt, of als het verschil tussen de NEDC-voertuigen H en L minder dan 5 g CO2/km bedraagt, bepaalt de fabrikant overeenkomstig de punten 2 en 3 van deze bijlage een nieuwe interpolatielijn voor die familie.”.

    15)

    Punt 4.2.1.6 wordt geschrapt.


    Top