This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32017D0035
Decision (EU) 2017/2097 of the European Central Bank of 3 November 2017 on the methodology for calculating sanctions for infringements of the oversight requirements for systemically important payment systems (ECB/2017/35)
Besluit (EU) 2017/2097 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2017 betreffende de methode voor de berekening van sancties wegens inbreuken op de oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2017/35)
Besluit (EU) 2017/2097 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2017 betreffende de methode voor de berekening van sancties wegens inbreuken op de oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2017/35)
PB L 299 van 16.11.2017, p. 31–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
16.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 299/31 |
BESLUIT (EU) 2017/2097 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 3 november 2017
betreffende de methode voor de berekening van sancties wegens inbreuken op de oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2017/35)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2, vierde streepje,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 3.1, vierde streepje, en artikel 34,
Gezien Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (1), en met name artikel 2,
Gezien Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (2),
Gezien Verordening (EU) nr. 795/2014 van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28) (3), en met name artikel 23,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Eurosysteem bevordert de goede werking van betalingssystemen door onder meer oversight uit te oefenen. Met name wordt oversight van systeemrelevante betalingssystemen (SIPS) uitgeoefend krachtens de vereisten van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28). |
(2) |
Krachtens artikel 23 van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) kan de Europese Centrale Bank sancties opleggen voor inbreuken op die Verordening. Voor meer transparantie van de beginselen en procedures die de ECB zal volgen bij de oplegging van die sancties, vereist artikel 23 dat de ECB een besluit vaststelt betreffende de berekeningsmethodologie van de sanctiebedragen. |
(3) |
Door de vaststelling van dit Besluit laat de ECB zien welke rol het evenredigheidsbeginsel speelt bij de vaststelling van een passende sanctie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Definities
In dit besluit wordt bedoeld met:
1. „SIPS-exploitant”: SIPS-exploitant zoals bedoeld in artikel 2, punt 4, van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28);
2. „boekjaar”: de tijdspanne in verband waarmee gecontroleerde of wettelijk voorgeschreven rekeningen van de SIPS-exploitant moeten worden voorbereid;
3. „boete”: een eenmalig door de SIPS-exploitant als sanctie te betalen bedrag;
4. „inbreuk”: de SIPS-exploitant komt een verplichting uit hoofde van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) niet na;
5. „dwangsommen”: geldbedragen die een SIPS-exploitant in geval van een voortdurende inbreuk moet betalen, hetzij als een straf, dan wel om de betrokken SIPS-exploitant ertoe te dwingen te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28). Deze bedragen worden berekend voor elke volledige dag van voortdurende inbreuk na kennisgeving aan de SIPS-exploitant van een besluit dat de beëindiging eist van de inbreuk overeenkomstig de in artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2532/98 vastgelegde procedure;
6. „sanctie”: de boeten of dwangsommen die wegens een inbreuk zijn opgelegd;
7. „omzet”: de inkomsten die de betrokken SIPS heeft gegenereerd gedurende het boekjaar dat aan het jaar van de inbreuk voorafging;
8. „bedrag van de verwerkte betalingen”: het totale dagelijkse gemiddelde bedrag van in euro luidende betalingen dat de betrokken SIPS heeft verwerkt gedurende het boekjaar dat aan het jaar van de inbreuk voorafging.
Artikel 2
Algemene beginselen
1. Dit Besluit zet de door de ECB te volgen methodologie uiteen voor de berekening van de door de ECB aan een SIPS-exploitant wegens inbreuken op Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) op te leggen sanctiebedragen.
2. De ECB kan hetzij een boete, hetzij een dwangsom opleggen als een sanctie wegens inbreuk op Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28).
3. De ECB bepaalt het op te leggen sanctiebedrag op grond van een tweetrapsproces dat begint met de berekening van het basissanctiebedrag, dat kan worden verhoogd of verlaagd op grond van de relevante verzwarende of verzachtende omstandigheden van ieder specifiek geval.
Artikel 3
Berekening van het basissanctiebedrag
1. De ECB berekent het basisbedrag van elke aan een SIPS-exploitant op te leggen sanctie op basis van de omzet en het bedrag van door de betrokken SIPS verwerkte betalingen.
2. Het basissanctiebedrag is 50 % van de som van de volgende bedragen:
a) |
1 % van de omzet, en |
b) |
0,0001 % van het bedrag van verwerkte betalingen. |
3. Ter berekening van het verschuldigde bedrag voor iedere volledige dag van voortdurende inbreuk wordt voor dwangsommen het basisbedrag gedeeld door 180.
Artikel 4
Verzwarende en verzachtende omstandigheden
Bij de berekening van een sanctiebedrag houdt de ECB rekening, indien toepasselijk, met de omstandigheden van het specifieke geval, zoals bepaald in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2532/98.
Artikel 5
Plafond
1. Indien op grond van de krachtens artikel 3, lid 2, uitgevoerde berekening en enige krachtens artikel 4 toegepaste verhoging of verlaging van het basisbedrag, het boetebedrag meer dan 500 000 EUR bedraagt, is het maximumboetebedrag dat de ECB kan opleggen 500 000 EUR.
2. Indien op grond van de krachtens artikel 3, leden 2 en 3, uitgevoerde berekening en enige krachtens artikel 4 toegepaste verhoging of verlaging van het basisbedrag, het dwangsombedrag hoger is dan 10 000 EUR per dag van inbreuk, bedraagt het maximumdwangsombedrag dat de ECB kan opleggen per dag van inbreuk 10 000 EUR. Dwangsommen kunnen worden opgelegd voor ten hoogste zes maanden volgende op de kennisgeving aan de SIPS-exploitant van het besluit tot oplegging van sancties.
Artikel 6
Slotbepalingen
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Frankfurt am Main, 3 november 2017.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.
(2) PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21.
(3) PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16.