EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R2119

Verordening (EU) 2016/2119 van de Commissie van 2 december 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 113/2010 van de Commissie wat betreft de aanpassing van de lijst van douaneregelingen en de definitie van de gegevens (Voor de EER relevante tekst )

C/2016/7658

PB L 329 van 3.12.2016, p. 66–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2021; stilzwijgende opheffing door 32020R1197

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/2119/oj

3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/66


VERORDENING (EU) 2016/2119 VAN DE COMMISSIE

van 2 december 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 113/2010 van de Commissie wat betreft de aanpassing van de lijst van douaneregelingen en de definitie van de gegevens

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad (1), en met name artikel 3, lid 2, artikel 5, lid 2, en artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 471/2009 wordt een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de systematische productie van Europese statistieken van het goederenverkeer met derde landen. De belangrijkste gegevensbron voor deze statistieken zijn gegevens die uit douaneaangiften zijn verkregen. Bij de opzet van die verordening was rekening gehouden met specifieke en nieuwe vereenvoudigingen in de inklaring die zouden worden ingevoerd op grond van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) („het gemoderniseerd douanewetboek”). Dit betrof voornamelijk „het zelf bepalen van in- en uitvoerrechten”, waarbij een vrijstelling van de verplichting tot aangifte bij de douane en gecentraliseerde vrijmaking was voorzien wanneer de invoer- of uitvoerformaliteiten in meer dan één lidstaat konden worden voldaan.

(2)

Het gemoderniseerd douanewetboek werd ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) („het douanewetboek van de Unie”), die met ingang van 1 mei 2016 de douanebepalingen van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (4) verving.

(3)

De statistieken van de buitenlandse handel moeten worden afgestemd op de douaneregelingen van het douanewetboek van de Unie.

(4)

Verordening (EG) nr. 471/2009 werd uitgevoerd door Verordening (EU) nr. 113/2010 van de Commissie (5) en weerspiegelde de bepalingen van het gemoderniseerd douanewetboek. Vanaf 1 mei 2016 wordt het douanewetboek van de Unie volledig toegepast en de wijzigingen aan de douanevoorschriften moeten worden weerspiegeld in Verordening (EG) nr. 471/2009 en Verordening (EU) nr. 113/2010 in verband met de verzameling van statistische gegevens en de opstelling van statistieken van de buitenlandse handel.

(5)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie (6) stelt het werkprogramma als bedoeld in artikel 280 van Verordening (EU) nr. 952/2013 vast en heeft betrekking op de elektronische douanesystemen die worden ontwikkeld in het kader van het douanewetboek van de Unie.

(6)

Tot deze elektronische systemen beschikbaar worden, voorziet Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie (7) („de gedelegeerde overgangsverordening”) in overgangsmaatregelen voor de uitwisseling en opslag van informatie tussen de douaneautoriteiten onderling en tussen de douaneautoriteiten en de marktdeelnemers.

(7)

De in- en uitgevoerde goederen die vallen onder de vereenvoudigde gecentraliseerde vrijmaking zoals bedoeld in artikel 179 van het douanewetboek van de Unie, hoeven om methodologische redenen niet noodzakelijk te worden toegewezen aan de lidstaat van bestemming of de lidstaat van werkelijke uitvoer, aangezien al het intracommunautaire goederenverkeer tussen die lidstaten en de lidstaat waar de goederen zich op het moment van vrijgave voor de douaneregeling bevinden beter en coherenter kan worden gedekt door statistieken over de handel binnen de EU.

(8)

De statistische definities voor de respectieve lidstaten moeten evenwel worden gewijzigd om enerzijds economisch relevant verkeer na inklaring (bij invoer) of voor uitklaring (bij uitvoer) te identificeren.

(9)

Anderzijds moeten de statistische definities voor de respectieve lidstaten ook op coherente wijze worden afgestemd op de bepalingen voor douaneafhandeling bij gecentraliseerde vrijmaking, waarbij enkel de lidstaat die in het afhandelingsproces als deelnemende lidstaat wordt geïdentificeerd informatie omtrent de afhandeling moet ontvangen van de lidstaat die de douaneafhandeling overziet.

(10)

Met het oog op de geharmoniseerde opstelling van statistieken van de buitenlandse handel moeten de definities van bepaalde andere gegevenselementen worden aangepast om rekening te houden met wijzigingen die door het douanewetboek van de Unie zijn doorgevoerd.

(11)

Verordening (EG) nr. 471/2009 en Verordening (EU) nr. 113/2010 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de statistiek van het goederenverkeer met derde landen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 471/2009 wordt als volgt gewijzigd:

„1.   In de statistiek van de buitenlandse handel worden de invoer en de uitvoer van goederen geregistreerd.

Uitvoer wordt door de lidstaten geregistreerd wanneer goederen het statistische registratiegebied van de Gemeenschap verlaten

a)

in overeenstemming met een van de volgende douaneregelingen, zoals neergelegd in Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*1) („het douanewetboek van de Unie”):

uitvoer;

passieve veredeling;

b)

overeenkomstig artikel 258 van het douanewetboek van de Unie;

c)

overeenkomstig artikel 269, lid 3, van het douanewetboek van de Unie;

d)

overeenkomstig artikel 270 van het douanewetboek van de Unie om een actieve veredelingsprocedure te zuiveren.

Invoer wordt door de lidstaten geregistreerd wanneer goederen het statistische registratiegebied van de Gemeenschap binnenkomen in overeenstemming met een van de volgende douaneregelingen, zoals neergelegd in het douanewetboek van de Unie:

a)

in het vrije verkeer brengen met inbegrip van bijzondere bestemming;

b)

actieve veredeling.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 113/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„De statistische waarde wordt gebaseerd op de waarde van de goederen op het moment en de plaats waar zij de grens overschrijden van de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling bevinden om die lidstaat binnen te komen (bij invoer) of te verlaten (bij uitvoer).”;

b)

lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

„4.   De in de leden 2 en 3 bedoelde waarde wordt waar nodig op zodanige wijze gecorrigeerd dat de statistische waarde uitsluitend de volledige kosten voor vervoer en verzekering omvat die zijn gemaakt om de goederen te leveren vanaf de plaats van vertrek tot aan de grens van de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling bevinden (cif-waarde bij invoer, fob-waarde bij uitvoer).”.

2)

Artikel 6, leden 3 en 4, worden als volgt gewijzigd:

„3.   Bij invoer geldt het volgende:

 

Indien de goederen in het vrije verkeer worden gebracht of onder de regeling bijzondere bestemming worden geplaatst, is de lidstaat van bestemming de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling bevinden. Indien op het tijdstip van de opstelling van de douaneaangifte echter bekend is dat de goederen na de vrijgave naar een andere lidstaat worden verzonden, dan is deze laatste lidstaat de lidstaat van bestemming.

 

Indien goederen onder de douaneregeling actieve veredeling worden geplaatst, is de lidstaat van bestemming de lidstaat waar de eerste veredelingsactiviteit plaatsvindt.

 

Onverminderd het bepaalde in de alinea's 1 en 2 van dit lid voor de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 471/2009 bedoelde doorgifte van gegevens, is de lidstaat van bestemming voor de uitwisseling van gegevens de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling bevinden.”.

„4.   Bij uitvoer geldt het volgende:

 

De lidstaat van werkelijke uitvoer is de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling bevinden.

 

Indien echter bekend is dat de goederen vanuit een andere lidstaat naar de lidstaat waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling zijn gebracht, dan is die andere lidstaat de lidstaat van werkelijke uitvoer, op voorwaarde dat

i)

de goederen alleen met het oog op de aangifte voor uitvoer vanuit die andere lidstaat werden gebracht, en

ii)

de exporteur niet gevestigd is in de lidstaat waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling, en

iii)

het bij de binnenkomst in de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van vrijgave voor de douaneregeling bevinden niet ging om een intra-Unieverwerving van goederen of een daarmee gelijkgestelde handeling zoals bedoeld in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (*2).

 

Wanneer goederen worden uitgevoerd na een actieve veredelingsprocedure, is de lidstaat van werkelijke uitvoer de lidstaat waar de laatste veredelingsactiviteit plaatsvond.

 

Onverminderd het bepaalde in alinea's 1, 2 en 3 van dit lid voor de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 471/2009 bedoelde doorgifte van gegevens, is de lidstaat van werkelijke uitvoer voor de uitwisseling van gegevens de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van de vrijgave voor de douaneregeling bevinden.

(*2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).”."

3)

In artikel 7, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Bij invoer geeft het gegeven over het land van verzending de lidstaat of het derde land aan vanwaar de goederen oorspronkelijk werden verzonden naar de lidstaat waar de goederen zich op het tijdstip van de vrijgave voor de douaneregeling bevinden, indien er geen handelstransactie (bv. verkoop of veredeling) of een niet aan het vervoer van goederen gerelateerd oponthoud in een tussenliggende lidstaat of een tussenliggend derde land heeft plaatsgevonden. Indien er een dergelijk oponthoud of een dergelijke handelstransactie heeft plaatsgevonden, geeft het gegeven de laatste tussenliggende lidstaat of het laatste tussenliggende derde land aan.”.

4)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

„Artikel 13

Identificatienummer handelaar

Het gegeven over de handelaar is een geschikt identificatienummer dat bij invoer wordt toegekend aan de importeur en bij uitvoer aan de exporteur.”.

5)

In artikel 15, lid 4, wordt de tweede zin vervangen door:

„De voor de toekenning van het identificatienummer voor de registratie van marktdeelnemers (EORI-nummer) verantwoordelijke instanties verlenen op verzoek van de nationale statistische diensten toegang tot de in artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (*3) bedoelde gegevens die in het elektronische systeem voor het EORI-nummer beschikbaar zijn.

(*3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).”."

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 december 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 23.

(2)  Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(4)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 113/2010 van de Commissie van 9 februari 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de dekking, de definitie van de gegevens, de opstelling van handelsstatistieken naar bedrijfskenmerken en factuurvaluta, en de specifieke goederen of bewegingen betreft (PB L 37 van 10.2.2010, blz. 1).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 99 van 15.4.2016, blz. 6).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (PB L 69 van 15.3.2016, blz. 1).


Top