Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1964

    Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1964 van de Commissie van 9 november 2016 betreffende de vergunningen voor een dolomiet-magnesietpreparaat voor melkkoeien en andere melkproducerende herkauwers, gespeende biggen en mestvarkens, en voor een montmorilloniet-illietpreparaat voor alle diersoorten als toevoegingsmiddel voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst )

    C/2016/7076

    PB L 303 van 10.11.2016, p. 7–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 06/01/2021

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2016/1964/oj

    10.11.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 303/7


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1964 VAN DE COMMISSIE

    van 9 november 2016

    betreffende de vergunningen voor een dolomiet-magnesietpreparaat voor melkkoeien en andere melkproducerende herkauwers, gespeende biggen en mestvarkens, en voor een montmorilloniet-illietpreparaat voor alle diersoorten als toevoegingsmiddel voor diervoeding

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn aanvragen ingediend voor vergunningen voor een dolomiet-magnesietpreparaat en een montmorilloniet-illietpreparaat. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten waren bij die aanvragen gevoegd.

    (3)

    Deze aanvragen betreffen vergunningen voor een dolomiet-magnesietpreparaat voor melkkoeien en andere melkproducerende herkauwers, gespeende biggen en mestvarkens en voor een montmorilloniet-illietpreparaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, in te delen in de categorie „technologische toevoegingsmiddelen”.

    (4)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) besloot in haar advies van 1 december 2015 (2) dat het dolomiet-magnesietpreparaat geen nadelige gevolgen heeft voor de diergezondheid, het milieu of de menselijke gezondheid. De Autoriteit heeft eveneens besloten dat het doeltreffend is als antiklontermiddel. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de Autoriteit niet nodig. De Autoriteit heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

    (5)

    Omwille van de fysiologische gelijkenis van melkkoeien met alle melkproducerende herkauwers is het passend om het gebruik van dit toevoegingsmiddel tot andere melkproducerende herkauwers uit te breiden.

    (6)

    De Autoriteit heeft in haar adviezen van 30 oktober 2014 en 10 september 2015 (3) besloten dat het montmorilloniet-illietpreparaat geen nadelige gevolgen heeft voor de diergezondheid, het milieu of de menselijke gezondheid. De Autoriteit heeft eveneens besloten dat het doeltreffend is als antiklontermiddel en als bindmiddel. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de Autoriteit niet nodig. De Autoriteit heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

    (7)

    Uit de beoordeling van het dolomiet-magnesietpreparaat en van het montmorilloniet-illietpreparaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning wordt voldaan. Het gebruik van deze preparaten zoals gespecificeerd in de bijlagen bij deze verordening, moet derhalve worden toegestaan.

    (8)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in bijlage I beschreven preparaat, behorend tot de categorie „technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „antiklontermiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Voor het in bijlage II beschreven preparaat, behorend tot de categorie „technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groepen „antiklontermiddelen” en „bindmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 9 november 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  EFSA Journal 2016;14(1):4341.

    (3)  EFSA Journal 2014;12(11):3904 en EFSA Journal 2015;13(9):4237.


    BIJLAGE I

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule, beschrijving, analysemethoden

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Andere bepalingen

    Einde van vergunningsperiode

    mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Technologische toevoegingsmiddelen: antiklontermiddelen

    1g598

    Dolomiet-magnesiet

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Preparaat van natuurlijk mengsel van:

    dolomiet en magnesiet ≥ 40 % (met een minimumgehalte van: carbonaten 24 %).

    Karakterisering van de werkzame stof

    Dolomiet:

     

    CAS-nummer 16389-88-1

     

    (CaMg)(CO3)2

    Magnesiet:

     

    CAS-nummer 546-93-0

     

    MgCO3

    Talk (gehydrateerde silicaten van magnesium):

     

    CAS-nummer 14807-96-6

     

    Mg3Si4O10(OH)2

     

    Talk ≥ 35 %

    Chloriet (aluminium-magnesium):

     

    CAS-nummer 1318-59-8

     

    (Mg, Fe, Al)6(Si, Al)4O10(OH)8

     

    IJzer (structureel) 6 % (gemiddeld)

     

    Chloriet ≥ 16 %

     

    Kwarts- en asbestvrij

    Analytische methode  (1)

    Karakterisering van het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

    röntgendiffractie (XRD), samen met

    atoomabsorptiespectrofotometrie (AAS).

    Melkkoeien en andere melkproducerende herkauwers

    Gespeende biggen

    Mestvarkens

    5 000

    20 000

    1.

    Voor gebruik bij gespeende biggen tot 35 kg.

    2.

    Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en de dat middel bevattende voormengsels wordt het volgende vermeld: „Het toevoegingsmiddel dolomiet-magnesiet is rijk aan (inert) ijzer.”

    3.

    Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren ingevolge het gebruik ervan. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming.

    30 november 2026


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het referentielaboratorium voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports


    BIJLAGE II

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule, beschrijving, analysemethoden

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Andere bepalingen

    Einde van vergunningsperiode

    mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Technologische toevoegingsmiddelen: bindmiddelen

    1g557

    Montmorilloniet-illiet

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Preparaat van een gemengde laag van montmorilloniet-illiet en kleimineraal: fylosilicaten ≥ 75 %.

    Karakterisering van de werkzame stof

    Fylosilicaten ≥ 75 %:

     

    ≥ 35 % montmorilloniet-illiet (opzwelbaar)

     

    ≥ 30 % illiet/muscoviet

     

    ≤ 15 % kaoliniet (niet-opzwelbaar)

    Kwarts ≤ 20 %

    IJzer (structureel) 3,6 % (gemiddeld)

    Asbestvrij

    Analytische methode  (1)

    Voor de bepaling in toevoegingsmiddelen:

    röntgendiffractie (XRD),

    atoomemissiespectroscopie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

    Alle diersoorten

    10 000

    20 000

    1.

    De gebruiksaanwijzing vermeldt het volgende:

    „Gelijktijdig oraal gebruik met macroliden moet worden vermeden”;

    „Voor gevogelte moet gelijktijdig gebruik met robenidine worden vermeden”.

    2.

    Voor gevogelte: Het gelijktijdig oraal gebruik met andere coccidiostatica dan robenidine is gecontra-indiceerd bij een montmorilloniet-illietgehalte boven 10 000  mg/kg volledig diervoeder.

    3.

    Op de etikettering van het toevoegingsmiddel voor diervoeding en de dat middel bevattende voormengsels wordt het volgende vermeld: „Het toevoegingsmiddel montmorilloniet-illiet is rijk aan (inert) ijzer.”

    4.

    Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren ingevolge het gebruik ervan. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming.

    5.

    De totale hoeveelheid van verschillende bronnen van montmorilloniet-illiet in volledig diervoeder mag niet het toegelaten maximumgehalte van 20 000  mg/kg in volledig diervoeder overschrijden.

    30 november 2026

    Technologische toevoegingsmiddelen: anti-klontermiddel

    1g557

    Montmorilloniet-illiet

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Preparaat van een gemengde laag van montmorilloniet-illiet en kleimineraal: fylosilicaten ≥ 75 %

    Karakterisering van de werkzame stof

    Fylosilicaten ≥ 75 %:

     

    ≥ 35 % montmorilloniet/illiet (opzwelbaar)

     

    ≥ 30 % illiet/muscoviet

     

    ≤ 15 % kaoliniet (niet-opzwelbaar)

    Kwarts ≤ 20 %

    IJzer (structureel) 3,6 % (gemiddeld)

    Asbestvrij

    Analytische methode  (1)

    Voor de bepaling in toevoegingsmiddelen:

    röntgendiffractie (XRD),

    atoomemissiespectroscopie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES).

    Alle diersoorten

    20 000

    20 000

    1.

    In de gebruiksaanwijzing moet worden vermeld:

    „Gelijktijdig oraal gebruik met macroliden moet worden vermeden”;

    bij gevogelte: „Gelijktijdig gebruik met robenidine moet worden vermeden”.

    2.

    Voor gevogelte: het gelijktijdige orale gebruik met andere cocciodiostatica dan robenidine is gecontra-indiceerd.

    3.

    Op de etikettering van het toevoegingsmiddel voor diervoeding en de dat middel bevattende voormengsels wordt het volgende vermeld: „Het toevoegingsmiddel montmorilloniet-illiet is rijk aan (inert) ijzer.”

    4.

    Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor het omgaan met mogelijke gevaren ingevolge het gebruik ervan. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming.

    5.

    De totale hoeveelheid van verschillende bronnen van montmorilloniet-illiet in volledig diervoeder mag niet het toegelaten maximumgehalte van 20 000  mg/kg in volledig diervoeder overschrijden.

    30 november 2026


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het referentielaboratorium voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports


    Top