Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1954

    Verordening (EU) 2016/1954 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1365/2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren wat betreft het verlenen van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor de vaststelling van bepaalde maatregelen

    PB L 311 van 17.11.2016, p. 20–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/08/2018; opgeheven door 32018R0974

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/1954/oj

    17.11.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 311/20


    VERORDENING (EU) 2016/1954 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 26 oktober 2016

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1365/2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren wat betreft het verlenen van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie voor de vaststelling van bepaalde maatregelen

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („het Verdrag”) moeten de aan de Commissie verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag.

    (2)

    De Commissie heeft in verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2), door middel van een verklaring (3) toegezegd de wetgevingshandelingen die niet vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon aan de regelgevingsprocedure met toetsing waren aangepast, opnieuw te bezien in het licht van de in het Verdrag vastgelegde criteria.

    (3)

    Bij Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om sommige bepalingen ervan uit te voeren.

    (4)

    Om Verordening (EG) nr. 1365/2006 in overeenstemming te brengen met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag moeten de door die verordening aan de Commissie toegekende uitvoeringsbevoegdheden worden vervangen door de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen.

    (5)

    Voor Verordening (EG) nr. 1365/2006 moet, om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen en internationaal overeengekomen wijzigingen in definities, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen ten aanzien van het wijzigen van die verordening om de drempel van 1 000 000 ton voor de statistische verwerking van de binnenvaart te verhogen, om de definities bij te stellen of te voorzien in nieuwe definities, alsmede om de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1365/2006 aan te passen om veranderingen in de codering en classificatie op internationaal niveau of in de toepasselijke wetgevingshandelingen van de Unie op te nemen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (5). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

    (6)

    De Commissie dient erop toe te zien dat die gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten.

    (7)

    Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1365/2006 moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend om haar de mogelijkheid te geven regelingen vast te stellen voor de toezending van gegevens, met inbegrip van de gegevensuitwisselingsnormen, voor de verspreiding van de resultaten door de Commissie (Eurostat) en tevens voor het ontwikkelen en publiceren van methodologische voorschriften en criteria die de kwaliteit van de geproduceerde gegevens moeten waarborgen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.

    (8)

    Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, teneinde de fundamentele doelstelling, namelijk de aanpassing van de bevoegdheden van de Commissie aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag, te verwezenlijken, noodzakelijk en passend voorschriften vast te stellen voor een aanpassing in die zin op het gebied van vervoersstatistieken. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogde doelstelling te verwezenlijken.

    (9)

    De Commissie dient regelingen te treffen voor het verrichten van verkennende studies over de beschikbaarheid van statistische gegevens inzake het personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten.

    De Unie moet bijdragen aan de kosten voor het uitvoeren van die verkennende studies. Dergelijke bijdragen moeten gebeuren in de vorm van subsidies aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6) bedoelde nationale instanties voor de statistiek en andere nationale instanties, zulks in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (7).

    (10)

    Ter waarborging van de rechtszekerheid laat deze verordening de procedures voor de vaststelling van maatregelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening geïnitieerd maar niet afgerond zijn, onverlet.

    (11)

    Verordening (EG) nr. 1365/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 1365/2006 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Aan artikel 2 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „5.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake het wijzigen van lid 2 van dit artikel ter verhoging van de daarin bedoelde drempel voor de statistische registratie van de binnenvaart om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen. Bij de uitoefening van die bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de druk op de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (*).

    (*)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”"

    2)

    Aan artikel 3 worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake de wijziging van het onderhavige artikel ter aanpassing van de daarin vervatte definities of om te voorzien in nieuwe definities om rekening te houden met toepasselijke internationaal gewijzigde of overeengekomen definities.

    Bij de uitoefening van die bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de druk op de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.”

    3)

    Aan artikel 4 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „4.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake de wijziging van de bijlagen om veranderingen in de codering en classificatie op internationaal niveau of in de toepasselijke wetgevingshandelingen van de Unie op te nemen. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de druk op de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.”

    4)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd.

    „Artikel 4 bis

    Verkennende studies

    1.   Uiterlijk op 8 december 2018 ontwikkelt de Commissie in samenspraak met de lidstaten de passende methode voor het verzamelen van statistieken over personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten.

    2.   Uiterlijk op 8 december 2019 gaat de Commissie van start met door de lidstaten uit te voeren vrijwillige verkennende studies die gegevens binnen het toepassingsgebied van deze verordening opleveren met betrekking tot de beschikbaarheid van statistische gegevens inzake het personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten. Het doel van deze verkennende studies is de haalbaarheid van die nieuwe gegevensverzamelingen, de kosten van de betrokken gegevensverzamelingen en de inherente kwaliteit van de statistieken te beoordelen.

    3.   Uiterlijk op 8 december 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de resultaten van dergelijke verkennende studies. Afhankelijk van de resultaten van dat verslag dient de Commissie binnen een redelijke termijn indien nodig een wetgevingsvoorstel in bij het Europees Parlement en bij de Raad om deze verordening aan te passen met betrekking tot de statistieken over personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten.

    4.   Deze verkennende studies zullen, in voorkomend geval en rekening houdend met de meerwaarde voor de Unie, mede uit de algemene begroting van de Unie worden gefinancierd.”

    5)

    Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de regels voor toezending van gegevens aan de Commissie (Eurostat), met inbegrip van de gegevensuitwisselingsnormen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 10, lid 2.”

    6)

    Aan artikel 6 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de regelingen voor de verspreiding van de resultaten. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 10, lid 2.”

    7)

    Artikel 7, lid 1, wordt vervangen door:

    „1.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de methodologische voorschriften en criteria die de kwaliteit van de geproduceerde gegevens moeten waarborgen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 10, lid 2.”

    8)

    Aan artikel 7 worden de volgende leden toegevoegd:

    „4.   Voor de toepassing van deze verordening moeten op de te verstrekken gegevens de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 worden toegepast.

    5.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de gedetailleerde regelingen, structuur, frequentie en vergelijkbaarheidselementen voor de kwaliteitsverslagen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”

    9)

    Artikel 8 wordt vervangen door:

    „Artikel 8

    Uitvoeringsverslagen

    Uiterlijk op 31 december 2020 en vervolgens om de vijf jaar dient de Commissie, na raadpleging van het Comité voor het Europees statistisch systeem, bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening en over toekomstige ontwikkelingen.

    In dat verslag houdt de Commissie rekening met relevante door de lidstaten verstrekte informatie over mogelijke verbeteringen en gebruikersbehoeften. Dit verslag bevat met name:

    a)

    een afweging van de kosten en baten van de geproduceerde statistieken voor de Unie, de lidstaten, de leveranciers en de gebruikers van de statistische gegevens;

    b)

    een beoordeling van de kwaliteit van de verstrekte gegevens en van de gehanteerde methoden voor het verzamelen van gegevens.”

    10)

    Artikel 9 wordt vervangen door:

    „Artikel 9

    Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

    1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

    2.   De in artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 7 december 2016. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

    3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (**).

    5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

    6.   Een overeenkomstig artikel 2, lid 5, artikel 3 of artikel 4, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden aan de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

    (**)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.”"

    11)

    Artikel 10 wordt vervangen door:

    „Artikel 10

    Comitéprocedure

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (***).

    2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    (***)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”"

    12)

    Bijlage G wordt geschrapt.

    Artikel 2

    Deze verordening laat de procedures voor de vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 1365/2006 bedoelde maatregelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening geïnitieerd maar niet afgerond zijn, onverlet.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Straatsburg, 26 oktober 2016 .

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    M. SCHULZ

    Voor de Raad

    De voorzitter

    I. LESAY


    (1)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 maart 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 18 juli 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 26 oktober 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

    (3)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19.

    (4)  Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren en houdende intrekking van Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 1).

    (5)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

    (6)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

    (7)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


    Top