This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32016D0123
Council Decision (EU) 2016/123 of 26 October 2015 on the signing, on behalf of the European Union, and provisional application of the Enhanced Partnership and Cooperation Agreement between the European Union and its Member States, of the one part, and the Republic of Kazakhstan, of the other part
Besluit (EU) 2016/123 van de Raad van 26 oktober 2015 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de versterkte Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds
Besluit (EU) 2016/123 van de Raad van 26 oktober 2015 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de versterkte Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds
PB L 29 van 4.2.2016, p. 1–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/123/oj
4.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 29/1 |
BESLUIT (EU) 2016/123 VAN DE RAAD
van 26 oktober 2015
betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de versterkte Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37 en artikel 31, lid 1,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, en de artikelen 207 en 209, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea,
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 13 april 2011 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen met de Republiek Kazachstan te openen over een versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst („de overeenkomst”). |
(2) |
De onderhandelingen werden met succes afgerond en de overeenkomst werd op 20 januari 2015 geparafeerd. |
(3) |
Artikel 281 van de overeenkomst voorziet in de voorlopige toepassing van de volledige overeenkomst, of een deel hiervan, vóór haar inwerkingtreding. |
(4) |
De overeenkomst moet namens de Unie worden ondertekend en gedeeltelijk voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting ervan. |
(5) |
De ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van delen van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kazachstan laat de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten conform de Verdragen onverlet, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening namens de Unie van de versterkte Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.
2. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.
Artikel 3
1. In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst worden, overeenkomstig artikel 281 van de overeenkomst en met inachtneming van de kennisgevingen waarin de overeenkomst voorziet, de volgende delen voorlopig toegepast tussen de Unie en de Republiek Kazachstan, voor zover deze aangelegenheden betreffen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, waaronder aangelegenheden die vallen onder de bevoegdheid van de Unie om een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid te bepalen en uit te voeren:
a) |
titel I; |
b) |
titel II: de artikelen 4, 5, 9 en 10; |
c) |
titel III (met uitzondering van de artikelen 56 en 58, artikel 62 voor zover het de strafrechtelijke handhaving van intellectuele-eigendomsrechten betreft, en artikel 147). De voorlopige toepassing van artikel 141 laat de soevereine rechten van de lidstaten ten aanzien van hun koolwaterstofhulpbronnen overeenkomstig het internationale recht, met inbegrip van hun rechten en verplichtingen krachtens het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, onverlet; |
d) |
titel IV: de hoofdstukken 5, 6 en 7 (met uitzondering van artikel 210, onder c), en artikel 212, onder b), f), g), h) en i)) en de hoofdstukken 12 en 15; |
e) |
titel V: artikel 235 en artikel 238 (met uitzondering van de leden 2 en 3); |
f) |
titel VI: de hoofdstukken 5 en 9; |
g) |
titel VII; |
h) |
titel VIII (voor zover de bepalingen van die titel enkel tot doel hebben de voorlopige toepassing van de overeenkomst te waarborgen); |
i) |
titel IX (met uitzondering van artikel 281, lid 7, voor zover de bepalingen van die titel enkel tot doel hebben de voorlopige toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig dit artikel te waarborgen); |
j) |
de bijlagen I tot en met VII, alsmede het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. |
2. De datum met ingang waarvan de overeenkomst voorlopig wordt toegepast, wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 26 oktober 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI